EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 02001E0931-20240221

Consolidated text: Gemeenschappelijk standpunt van de Raad van 27 december 2001 betreffende de toepassing van specifieke maatregelen ter bestrijding van het terrorisme (2001/931/GBVB)

ELI: http://data.europa.eu/eli/compos/2001/931/2024-02-21

In deze geconsolideerde tekst zijn de volgende wijzigingen mogelijk nog niet verwerkt:

Wijzigingsbesluit Soort wijziging Betrokken onderverdeling Datum inwerkingtreding
32024D2056 gewijzigd door bijlage 26/07/2024

02001E0931 — NL — 21.02.2024 — 005.001


Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document

►B

GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT VAN DE RAAD

van 27 december 2001

betreffende de toepassing van specifieke maatregelen ter bestrijding van het terrorisme

(2001/931/GBVB)

(PB L 344 van 28.12.2001, blz. 93)

Gewijzigd bij:

 

 

Publicatieblad

  nr.

blz.

datum

 M1

BESLUIT 2014/483/GBVB VAN DE RAAD  van 22 juli 2014

  L 217

35

23.7.2014

 M2

BESLUIT (GBVB) 2015/521 VAN DE RAAD  van 26 maart 2015

  L 82

107

27.3.2015

 M3

BESLUIT (GBVB) 2015/1334 VAN DE RAAD  van 31 juli 2015

  L 206

61

1.8.2015

 M4

BESLUIT (GBVB) 2015/2430 VAN DE RAAD  van 21 december 2015

  L 334

18

22.12.2015

 M5

BESLUIT (GBVB) 2016/1136 VAN DE RAAD  van 12 juli 2016

  L 188

21

13.7.2016

 M6

BESLUIT (GBVB) 2016/1711 VAN DE RAAD  van 27 september 2016

  L 259I

3

27.9.2016

 M7

BESLUIT (GBVB) 2017/154 VAN DE RAAD  van 27 januari 2017

  L 23

21

28.1.2017

 M8

BESLUIT (GBVB) 2017/1426 VAN DE RAAD  van 4 augustus 2017

  L 204

95

5.8.2017

►M9

BESLUIT (GBVB) 2017/2073 VAN DE RAAD  van 13 november 2017

  L 295

59

14.11.2017

 M10

BESLUIT (GBVB) 2018/475 VAN DE RAAD  van 21 maart 2018

  L 79

26

22.3.2018

 M11

BESLUIT (GBVB) 2018/1084 VAN DE RAAD  van 30 juli 2018

  L 194

144

31.7.2018

 M12

BESLUIT (GBVB) 2019/25 VAN DE RAAD  van 8 januari 2019

  L 6

6

9.1.2019

 M13

BESLUIT (GBVB) 2019/1341 VAN DE RAAD  van 8 augustus 2019

  L 209

15

9.8.2019

 M14

BESLUIT (GBVB) 2020/20 VAN DE RAAD  van 13 januari 2020

  L 8I

5

14.1.2020

 M15

BESLUIT (GBVB) 2020/1132 VAN DE RAAD  van 30 juli 2020

  L 247

18

31.7.2020

 M16

BESLUIT (GBVB) 2021/142 VAN DE RAAD  van 5 februari 2021

  L 43

14

8.2.2021

 M17

BESLUIT (GBVB) 2021/1192 VAN DE RAAD  van 19 juli 2021

  L 258

42

20.7.2021

 M18

BESLUIT (GBVB) 2022/152 VAN DE RAAD  van 3 februari 2022

  L 25

13

4.2.2022

 M19

BESLUIT (GBVB) 2022/1241 VAN DE RAAD  van 18 juli 2022

  L 190

133

19.7.2022

 M20

BESLUIT (GBVB) 2023/422 VAN DE RAAD  van 24 februari 2023

  L 61

58

27.2.2023

 M21

BESLUIT (GBVB) 2023/1514 VAN DE RAAD  van 20 juli 2023

  L 184

33

21.7.2023

►M22

BESLUIT (GBVB) 2024/332 VAN DE RAAD  van 16 januari 2024

  L 332

1

16.1.2024

►M23

BESLUIT (GBVB) 2024/628 VAN DE RAAD  van 19 februari 2024

  L 628

1

20.2.2024




▼B

GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT VAN DE RAAD

van 27 december 2001

betreffende de toepassing van specifieke maatregelen ter bestrijding van het terrorisme

(2001/931/GBVB)



Artikel 1

1.  
Dit gemeenschappelijk standpunt is overeenkomstig het bepaalde in de onderstaande artikelen van toepassing op de in de bijlage vermelde personen, groepen en entiteiten die betrokken zijn bij terroristische daden.
2.  

Voor de toepassing van dit gemeenschappelijk standpunt wordt onder personen, groepen en entiteiten die betrokken zijn bij terroristische daden verstaan:

— 
personen die terroristische daden plegen of pogen te plegen, of daaraan deelnemen dan wel het plegen van deze daden vergemakkelijken;
— 
groepen en entiteiten die eigendom zijn van, dan wel rechtstreeks of onrechtstreeks door deze personen worden gecontroleerd; en personen, groepen en entiteiten die handelen namens of onder leiding van deze personen of entiteiten, met inbegrip van tegoeden verkregen uit of opgebracht door goederen die eigendom zijn van, dan wel rechtstreeks of onrechtstreeks gecontroleerd worden door deze personen en met hen verbonden personen, groepen en entiteiten.
3.  

Voor de toepassing van dit gemeenschappelijk standpunt wordt onder terroristische daad verstaan: een opzettelijke handeling die naar aard of context een land of een organisatie ernstig kan schaden en die overeenkomstig het nationale recht als strafbaar feit is gedefinieerd, wanneer de daad gepleegd wordt met het doel:

i) 

een bevolking ernstig te intimideren, of

ii) 

overheden dan wel een internationale organisatie op onrechtmatige wijze te verplichten een bepaalde handeling te verrichten of zich daarvan te onthouden, dan wel

iii) 

de politieke, constitutionele, economische of sociale basisstructuren van een land of van een internationale organisatie ernstig te destabiliseren of te vernietigen:

a) 

aanslag op het leven van een persoon, met mogelijk een dodelijke afloop;

b) 

ernstige schending van de fysieke integriteit van één persoon;

c) 

ontvoering of gijzeling;

d) 

het veroorzaken van vergaande verwoesting van overheids- en openbare voorzieningen, vervoersystemen of infrastructurele voorzieningen, met inbegrip van informaticasystemen, een vast platform op het continentaal plat, openbare plaatsen of privé-terreinen, met als mogelijk resultaat dat mensenlevens in gevaar worden gebracht of aanzienlijke economische schade wordt aangericht;

e) 

het kapen van vlieg- en vaartuigen, van andere middelen van personen- of goederenvervoer;

f) 

vervaardiging, bezit, verwerving, vervoer, levering of gebruik van vuurwapens, springstoffen, kernwapens, biologische en chemische wapens, alsook onderzoek en ontwikkeling met betrekking tot biologische en chemische wapens;

g) 

het laten ontsnappen van gevaarlijke stoffen of het veroorzaken van branden, overstromingen of ontploffingen, met als gevolg dat mensenlevens in gevaar worden gebracht;

h) 

het verstoren of onderbreken van de toevoer van water, stroom of andere essentiële natuurlijke hulpbronnen, met als gevolg dat mensenlevens in gevaar worden gebracht;

i) 

het dreigen met een van de onder a) tot en met h) genoemde gedragingen;

j) 

leiding geven aan een terroristische groepering;

k) 

het deelnemen aan de activiteiten van een terroristische groepering, ook door aan deze groepering informatie of materiële middelen te leveren of door enigerlei vorm van financiering van de activiteiten van de groepering, in de wetenschap dat met deze deelname aan de criminele activiteiten van de groepering wordt meegewerkt.

Voor de toepassing van dit lid wordt onder terroristische groepering verstaan een sinds enige tijd bestaande, gestructureerde vereniging van meer dan twee personen die in overleg optreden om strafbare feiten van terroristische aard te plegen. Onder „gestructureerde vereniging” wordt verstaan een vereniging die niet toevallig tot stand is gekomen met het oog op een onverwijld te plegen terroristische daad en waarbij niet noodzakelijkerwijs sprake is van formeel afgebakende taken van de leden, noch van continuïteit in de samenstelling of een ontwikkelde structuur.

4.  
De lijst in de bijlage wordt opgesteld aan de hand van welbepaalde inlichtingen of dossierelementen die aantonen dat door een bevoegde instantie een beslissing is genomen ten aanzien van de bedoelde personen, groepen of entiteiten, ongeacht of het gaat om de inleiding van een onderzoek of een vervolging wegens een terroristische daad, poging tot het plegen van een dergelijke daad, of de deelname aan of het vergemakkelijken van een dergelijke daad, op grond van bewijzen of serieuze en geloofwaardige aanwijzingen, dan wel om een veroordeling wegens dergelijke feiten. Personen, groepen en entiteiten die de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties in verband heeft gebracht met terrorisme en waartegen deze sancties heeft gelast, kunnen op de lijst worden geplaatst.

Voor de toepassing van dit lid wordt onder „bevoegde instantie” verstaan een rechterlijke instantie of, indien rechterlijke instanties geen bevoegdheid bezitten op het door deze bepaling bestreken gebied, een gelijkwaardige op dat terrein bevoegde instantie.

5.  
De Raad streeft ernaar te waarborgen dat bij de namen van de op de lijst in de bijlage vermelde natuurlijke of rechtspersonen groepen of entiteiten voldoende bijzonderheden worden vermeld om de daadwerkelijke identificatie van specifieke personen, rechtspersonen, groepen of entiteiten mogelijk te maken, zodat personen, rechtspersonen, groepen of entiteiten die dezelfde of soortgelijke namen dragen, gemakkelijker buiten verdenking worden gesteld.
6.  
De namen van de op de lijst in de bijlage geplaatste personen, groepen en entiteiten worden regelmatig en ten minste om de zes maanden bezien om er zeker van te zijn dat hun plaatsing op de lijst nog steeds gerechtvaardigd is.

Artikel 2

De Europese Gemeenschap, handelend binnen de grenzen van de haar bij het EG-Verdrag verleende bevoegdheden, zal bevel geven tot bevriezing van de tegoeden, financiële activa of andere economische middelen van in de bijlage vermelde personen, groepen en entiteiten.

Artikel 3

De Europese Gemeenschap, handelend binnen de grenzen van de haar bij het EG-Verdrag verleende bevoegdheden, zal ervoor zorgen dat tegoeden, financiële activa of andere economische middelen of financiële of andere daarmee verband houdende diensten niet rechtstreeks of onrechtstreeks ter beschikking worden gesteld van de in de bijlage vermelde personen, groepen en entiteiten.

▼M23

Artikel 3 bis

1.  

De artikelen 2 en 3 zijn niet van toepassing op de verstrekking, verwerking of betaling van tegoeden, andere financiële activa of economische middelen of op de verstrekking van goederen of diensten die noodzakelijk zijn voor de tijdige verlening van humanitaire bijstand of voor de ondersteuning van andere activiteiten die beantwoorden aan elementaire menselijke behoeften, indien dergelijke bijstand en andere activiteiten worden uitgevoerd door:

a) 

de Verenigde Naties (VN), met inbegrip van de programma’s, fondsen en andere entiteiten en organen daarvan, alsook de gespecialiseerde agentschappen en aanverwante organisaties daarvan;

b) 

internationale organisaties;

c) 

humanitaire organisaties met de status van waarnemer bij de Algemene Vergadering van de VN en leden van die humanitaire organisaties;

d) 

bilateraal of multilateraal gefinancierde niet-gouvernementele organisaties die deelnemen aan humanitaire responsplannen van de VN, de VN-responsplannen voor vluchtelingen, andere oproepen van de VN of humanitaire clusters die worden gecoördineerd door het VN-Bureau voor de Coördinatie van Humanitaire Aangelegenheden;

e) 

organisaties en agentschappen waaraan de Unie het certificaat van humanitair partnerschap heeft verleend of die door een lidstaat overeenkomstig nationale procedures gecertificeerd of erkend zijn;

f) 

gespecialiseerde agentschappen van de lidstaten;

g) 

werknemers, begunstigden, ondergeschikte organen of uitvoerende partners van de in de punten a) tot en met f) genoemde entiteiten terwijl en voor zover zij in die hoedanigheid handelen.

2.  
Onverminderd lid 1 kunnen de bevoegde autoriteiten van een lidstaat, in afwijking van de artikelen 2 en 3, onder door hen passend geachte voorwaarden toestemming verlenen voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen, of voor de beschikbaarstelling van bepaalde tegoeden of economische middelen, nadat zij hebben vastgesteld dat het verstrekken van die tegoeden of economische middelen noodzakelijk is voor de tijdige verlening van humanitaire bijstand of voor de ondersteuning van andere activiteiten die beantwoorden aan elementaire menselijke behoeften.
3.  
Indien de relevante bevoegde autoriteit binnen vijf werkdagen na ontvangst van een verzoek om toestemming krachtens lid 2 geen negatief besluit heeft genomen, geen verzoek om informatie heeft ingediend of niet heeft laten weten meer tijd nodig te hebben, wordt die toestemming geacht te zijn verleend.
4.  
De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke krachtens dit artikel verleende toestemming, binnen vier weken na het verlenen van die toestemming.
5.  
De leden 1 en 2 worden ten minste om de twaalf maanden, of op dringend verzoek van een lidstaat, van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, of van de Commissie na een ingrijpende verandering in de omstandigheden, geëvalueerd.
6.  
Lid 1 is van toepassing tot en met 22 februari 2025.

▼B

Artikel 4

De lidstaten verlenen elkaar via de politiële en justitiële samenwerking in strafzaken in het kader van titel VI van het Verdrag betreffende de Europese Unie de ruimst mogelijke bijstand bij het voorkomen en bestrijden van terroristische daden. Te dien einde zullen zij, met betrekking tot door hun bevoegde instanties ingeleide onderzoeken en vervolgingen ten aanzien van eender welke van de in de bijlage vermelde personen, groepen of entiteiten, desgevraagd ten volle gebruik maken van hun bestaande bevoegdheden overeenkomstig de rechtsbesluiten van de Europese Unie en andere internationale overeenkomsten, akkoorden en verdragen die voor de lidstaten verbindend zijn.

Artikel 5

Dit gemeenschappelijk standpunt treedt in werking op de dag waarop het wordt aangenomen.

▼M9 —————

▼B

Artikel 6

Dit gemeenschappelijk standpunt zal voortdurend worden geëvalueerd.

Artikel 7

Dit gemeenschappelijk standpunt wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad.




BIJLAGE

Lijst van personen, groepen en entiteiten, als bedoeld in artikel 1 ( 1 )

▼M22

I.   PERSONEN

1. ABDOLLAHI Hamed (ook bekend als Mustafa Abdullahi), geboren op 11.8.1960 in Iran. Paspoortnummer: D9004878.

2. Al-DIN Hasan Izz (ook bekend als Garbaya Ahmed, ook bekend als Sa’id, ook bekend als Salwwan Samir), Libanon, geboren 1963 in Libanon, Libanees onderdaan.

3. AL-NASSER Abdelkarim Hussein Mohamed, geboren in Al Ihsa (Saudi-Arabië), Saudisch onderdaan.

4. AL-YACOUB Ibrahim Salih Mohammed, geboren op 16.10.1966 in Tarut (Saudi-Arabië), Saudisch onderdaan.

5. ARBABSIAR Manssor (ook bekend als Mansour Arbabsiar), geboren op 6.3.1955 of 15.3.1955 in Iran. Iraans en Amerikaans onderdaan, paspoortnummer: C2002515 (Iran); paspoortnummer: 477845448 (VS). Nummer nationaal identiteitsbewijs: 07442833, vervaldatum 15.3.2016 (rijbewijs VS).

6. ASSADI Assadollah (ook bekend als Assadollah Asadi), geboren op 22.12.1971 in Teheran (Iran), Iraans onderdaan. Nummer Iraans diplomatiek paspoort: D9016657.

7. BOUYERI Mohammed (ook bekend als Abu Zubair, ook bekend als Sobiar, ook bekend als Abu Zoubair), geboren op 8.3.1978 in Amsterdam (Nederland).

8. DEIF Mohammed (ook bekend als AL-DAYF Muhammad; AL-MASRI Mohammed), geboren op 12.8.1965 in Khan Younis, Gazastrook.

9. HASHEMI MOGHADAM Saeid, geboren op 6.8.1962 in Teheran (Iran), Iraans onderdaan. Paspoortnummer: D9016290, geldig tot en met 4.2.2019.

10. HASSAN EL HAJJ Hassan, geboren op 22.3.1988 in Zaghdraiya, Sidon (Libanon), Canadees onderdaan. Paspoortnummer: JX446643 (Canada).

11. ISSA Marwan, geboren in 1965, Gazastrook.

12. MELIAD Farah, geboren op 5.11.1980 in Sydney (Australië), Australisch onderdaan. Paspoortnummer: M2719127 (Australië).

13. MOHAMMED Khalid Sheikh (ook bekend als Ali Salem, ook bekend als Bin Khalid Fahd Bin Abdallah, ook bekend als Henin Ashraf Refaat Nabith, ook bekend als Wadood Khalid Abdul), geboren op 14.4.1965 of op 1.3.1964 in Pakistan, paspoortnummer: 488555.

14. SHAHLAI Abdul Reza (ook bekend als Abdol Reza Shala’i, ook bekend als Abd-al Reza Shalai, ook bekend als Abdorreza Shahlai, ook bekend als Abdolreza Shahla’i, ook bekend als Abdul-Reza Shahlaee, ook bekend als Hajj Yusef, ook bekend als Haji Yusif, ook bekend als Hajji Yasir, ook bekend als Hajji Yusif, ook bekend als Yusuf Abu-al-Karkh), geboren ca. 1957 in Iran. Adressen: 1) Kermanshah, Iran; 2) legerbasis Mehran, provincie Ilam, Iran.

15. SHAKURI Ali Gholam, geboren ca. 1965 in Teheran, Iran.

16. SINOUAR Yahia (ook bekend als Yehya AL-SINWAR, Yahya Ibrahim Hassan SINWAR, Yehia SINWAR, Yehiyeh SINWAR), geboren tussen 1.1.1961 en 31.12.1963 in Khan Younis, Gazastrook.

II.   GROEPEN EN ENTITEITEN

1. „Abu Nidal Organisation” („Organisatie Abu Nidal”) — „ANO”, ook bekend als „Fatah Revolutionary Council” („Fatah Revolutionaire Raad”), ook bekend als „Arab Revolutionary Brigades” („Arabische Revolutionaire Brigades”), ook bekend als „Black September” („Zwarte September”), ook bekend als „Revolutionary Organisation of Socialist Muslims” („Revolutionaire Organisatie van Socialistische Moslims”).

2. „Al-Aqsa Martyrs’ Brigade” („Al-Aqsa Martelarenbrigade”).

3. „Al-Aqsa e.V”.

4. „Babbar Khalsa”.

5. „Communist Party of the Philippines” („Filipijnse communistische partij”), met inbegrip van het „New People’s Army” („Nieuw Volksleger”) — „NPA”, Filipijnen.

6. „Directorate for Internal Security of the Iranian Ministry for Intelligence and Security” („Directoraat Binnenlandse Veiligheid van het Iraanse Ministerie voor Inlichtingen en Veiligheid”).

7. „Gama’a al-Islamiyya” (ook bekend als „Al-Gama’a al-Islamiyya”) („Islamitische Groep” — „IG”).

8. „İslami Büyük Doğu Akıncılar Cephesi” — „IBDA-C” („Front van Voorvechters voor het Grote Islamitische Oosten”).

9. „Hamas”, met inbegrip van „Hamas-Izz al-Din al-Qassem”.

10. „Hizballah Military Wing” („Militaire vleugel van Hizballah”), ook bekend als „Hezbollah Military Wing” („Militaire vleugel van Hezbollah”), ook bekend als „Hizbullah Military Wing” („Militaire vleugel van Hizbullah”), ook bekend als „Hizbollah Military Wing” („Militaire vleugel van Hizbollah”), ook bekend als „Hezballah Military Wing” („Militaire vleugel van Hezballah”), ook bekend als „Hisbollah Military Wing” („Militaire vleugel van Hisbollah”), ook bekend als „Hizbu’llah Military Wing” („Militaire vleugel van Hizbu’llah”), ook bekend als „Hizb Allah Military Wing” („Militaire vleugel van Hizb Allah”), ook bekend als „Jihad Council” („Raad van de Jihad”) en alle daaraan rapporterende eenheden, waaronder de External Security Organisation (Externe Veiligheidsorganisatie).

11. „Hizbul Mujahideen” — „HM”.

12. „Khalistan Zindabad Force” — „KZF”.

13. „Kurdistan Workers’ Party” („Koerdische Arbeiderspartij”) — „PKK” (ook bekend als „KADEK”, ook bekend als „KONGRA-GEL”).

14. „Liberation Tigers of Tamil Eelam” („Bevrijdingstijgers van Tamil Eelam”) — „LTTE”.

15. „Ejército de Liberación Nacional” („Nationaal Bevrijdingsleger”).

16. „Palestinian Islamic Jihad” („Palestijnse Islamitische Jihad”) — „PIJ”.

17. „Popular Front for the Liberation of Palestine” („Volksfront voor de Bevrijding van Palestina”) — „PFLP”.

18. „Popular Front for the Liberation of Palestine — General Command” („Volksfront voor de Bevrijding van Palestina — Algemeen Commando”), ook bekend als „PFLP — General Command” („PFLP — Algemeen Commando”).

19. „Devrimci Halk Kurtuluș Partisi-Cephesi” — „DHKP/C” (ook bekend als „Devrimci Sol” („Revolutionair Links”), ook bekend als „Dev Sol” („Revolutionair Volksbevrijdingsleger/-front/-partij”).

20. „Sendero Luminoso” („Lichtend Pad”) — „SL”.

21. „Teyrbazen Azadiya Kurdistan” — „TAK” (ook bekend als „Koerdische Vrijheidsvalken”, ook bekend als „Koerdische Vrijheidshaviken”).



( 1 ) Met een * gemarkeerde personen vallen uitsluitend onder artikel 4.

Top