EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 01997D0464-20040929

Consolidated text: Beschikking van de Commissie van 27 juni 1997 betreffende de procedure voor de conformiteitsverklaring van voor de bouw bestemde producten overeenkomstig artikel 20, lid 2, van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad voor rioleringsproducten (Voor de EER relevante tekst) (97/464/EG)

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/1997/464/2004-09-29

1997D0464 — NL — 29.09.2004 — 001.001


Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

►B

BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 27 juni 1997

betreffende de procedure voor de conformiteitsverklaring van voor de bouw bestemde producten overeenkomstig artikel 20, lid 2, van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad voor rioleringsproducten

(Voor de EER relevante tekst)

(97/464/EG)

(PB L 198, 25.7.1997, p.33)

Gewijzigd bij:

 

 

Publicatieblad

  No

page

date

►M1

BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 20 september 2004

  L 302

6

29.9.2004




▼B

BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 27 juni 1997

betreffende de procedure voor de conformiteitsverklaring van voor de bouw bestemde producten overeenkomstig artikel 20, lid 2, van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad voor rioleringsproducten

(Voor de EER relevante tekst)

(97/464/EG)



DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 89/106/EEG van de Raad van 21 december 1988 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen der lidstaten inzake voor de bouw bestemde producten ( 1 ), gewijzigd bij Richtlijn 93/68/EEG ( 2 ), inzonderheid op artikel 13, lid 4,

Overwegende dat de Commissie bij de keuze tussen de twee in artikel 13, lid 3, van Richtlijn 89/106/EEG bedoelde procedures voor de conformiteitsverklaring van een product de „minst kostbare veiligheidsconforme procedure” moet kiezen; dat dit inhoudt dat het noodzakelijk is vast te stellen of voor een bepaald product of voor een bepaalde familie van producten het bestaan van een onder de verantwoordelijkheid van de fabrikant vallend productiecontrolesysteem in de fabriek een noodzakelijke en toereikende voorwaarde voor een conformiteitsverklaring is, dan wel of daarvoor, om redenen die met de naleving van de in artikel 13, lid 4, genoemde criteria verband houden, een erkende certificatie-instantie moet worden ingeschakeld;

Overwegende dat ingevolge artikel 13, lid 4, van Richtlijn 89/106/EEG de aldus gekozen procedure in de mandaten en in de technische specificaties moet worden genoemd; dat het derhalve wenselijk is het begrip „producten of families van producten” dat in de mandaten en de technische specificaties wordt gebruikt, te omschrijven;

Overwegende dat de twee procedures waarin bij artikel 13, lid 3, van Richtlijn 89/106/EEG is voorzien, nader in bijlage III van genoemde richtlijn zijn beschreven; dat het derhalve noodzakelijk is voor elk product of voor elke familie van producten duidelijk de methoden voor de toepassing van beide procedures aan te geven, onder verwijzing naar genoemde bijlage III, daar in die bijlage aan bepaalde systemen de voorkeur wordt gegeven;

Overwegende dat de procedure van artikel 13, lid 3, onder a), overeenkomt met de systemen die in mogelijkheid 1 zonder permanente bewaking en in de mogelijkheden 2 en 3 van punt 2, onder ii), van bijlage III zijn vastgelegd en dat de procedure van artikel 13, lid 3, onder b), overeenkomt met de systemen die in punt 2, onder i), van bijlage III en in mogelijkheid 1 met permanente bewaking van punt 2, onder ii), van die bijlage zijn vastgelegd;

Overwegende dat de in deze beschikking vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Permanent Comité voor de bouw,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:



▼M1

Artikel 1

1.  De conformiteit van de in bijlage I genoemde producten wordt vastgesteld aan de hand van de in bijlage II beschreven procedures.

2.  Wanneer voor de in lid 1 bedoelde producten bovendien voorschriften inzake materiaalgedrag bij brand gelden, moet de conformiteit van de producten betreffende eigenschappen inzake materiaalgedrag bij brand worden vastgesteld aan de hand van de in bijlage III beschreven procedures.

▼B

Artikel 2

De procedure voor de conformiteitsverklaring overeenkomstig bijlage II wordt in de mandaten voor geharmoniseerde normen vermeld.

Artikel 3

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.




BIJLAGE I

Binnen gebouwen gebruikte afvalwaterinstallatieonderdelen

Terugstroominrichtingen: beluchtingsventielen voor ventilatie van pijpwerk

Kits voor afvalwaterpompinstallaties en installaties voor het oppompen van effluenten

Buiten gebouwen gebruikte afvalwaterinstallatieonderdelen

Kits en onderdelen voor afvalwaterbehandelingsinstallaties en in situ-behandelingsapparatuur

Septische tanks

Geprefabriceerde afvoerleidingen

Mangaten en inspectieputten

Deksels, voetsteunen, ladders en leuningen voor mangaten en inspectieputten, rioolgatdeksels

Afscheiders




BIJLAGE II

PRODUCTFAMILIE

BINNEN GEBOUWEN GEBRUIKTE AFVALWATERINSTALLATIEONDERDELEN (1/2)

Systemen van conformiteitsverklaring

CEN/Cenelec wordt verzocht om in de desbetreffende geharmoniseerde normen voor het/de onderstaande product(en) en het beoogde gebruik daarvan het/de volgende syste(e)m(en) van conformiteitsverklaring te vermelden:



Product(en)

Beoogd gebruik

Niveau(s) of klasse(n)

Syste(e)m(en) van conformiteitsverklaring

Terugstroominrichtingen: beluchtingsventielen voor ventilatie van pijpwerk

Binnen gebouwen

 

(1)

(1)   Systeem 4: Zie Richtlijn 89/106/EEG, bijlage III, punt 2, onder ii), mogelijkheid 3.

De specificatie van het systeem moet zodanig zijn dat het kan worden toegepast, ook al behoeft de prestatie ten aanzien van een bepaalde eigenschap niet te worden vastgesteld, omdat minstens één lidstaat voor een dergelijke eigenschap geen wettelijk voorschrift heeft (zie artikel 2, lid 1, van Richtlijn 89/106/EEG en, wanneer van toepassing, punt 1.2.3 van de basisdocumenten). In die gevallen moet de verificatie van een dergelijke eigenschap de fabrikant indien deze in dit opzicht niets over de prestatie van het product wenst mede te delen, niet worden opgelegd.

PRODUCTFAMILIE

BINNEN GEBOUWEN GEBRUIKTE AFVALWATERINSTALLATIEONDERDELEN (2/2)

Systemen van conformiteitsverklaring

CEN/Cenelec wordt verzocht om in de desbetreffende geharmoniseerde normen voor het/de onderstaande product(en) en het beoogde gebruik daarvan het/de volgende syste(e)m(en) van conformiteitsverklaring te vermelden:



Product(en)

Beoogd gebruik

Niveau(s) of klasse(n)

Syste(e)m(en) van conformiteitsverklaring

Kits voor installaties voor het oppompen van afvalwater en effluenten

Binnen gebouwen

 

(1)

(1)   Systeem 3: Zie Richtlijn 89/106/EEG, bijlage III, punt 2, onder ii), mogelijkheid 2.

De specificatie van het systeem moet zodanig zijn dat het kan worden toegepast, ook al behoeft de prestatie ten aanzien van een bepaalde eigenschap niet te worden vastgesteld, omdat minstens één lidstaat voor een dergelijke eigenschap geen wettelijk voorschrift heeft (zie artikel 2, lid 1, van Richtlijn 89/106/EEG en, wanneer van toepassing, punt 1.2.3 van de basisdocumenten). In die gevallen moet de verificatie van een dergelijke eigenschap de fabrikant indien deze in dit opzicht niets over de prestatie van het product wenst mede te delen, niet worden opgelegd.

PRODUCTFAMILIE

BUITEN GEBOUWEN GEBRUIKTE AFVALWATERINSTALLATIEONDERDELEN (1/3)

Systemen van conformiteitsverklaring

CEN/Cenelec wordt verzocht om in de desbetreffende geharmoniseerde normen voor het/de onderstaande product(en) en het beoogde gebruik daarvan het/de volgende syste(e)m(en) van conformiteitsverklaring te vermelden:



Product(en)

Beoogd gebruik

Niveau(s) of klasse(n)

Syste(e)m(en) van conformiteitsverklaring

Kits en onderdelen voor afvalwaterbehandelingsinstallaties en in situ-behandelingsapparatuur

Septische tanks

Buiten gebouwen, voor regenwater en voor organische effluenten (faecaliën en afvalwater)

 

(1)

(1)   Systeem 3: Zie Richtlijn 89/106/EEG, bijlage III, punt 2, onder ii), mogelijkheid 2.

De specificatie van het systeem moet zodanig zijn dat het kan worden toegepast, ook al behoeft de prestatie ten aanzien van een bepaalde eigenschap niet te worden vastgesteld, omdat minstens één lidstaat voor een dergelijke eigenschap geen wettelijk voorschrift heeft (zie artikel 2, lid 1, van Richtlijn 89/106/EEG en, wanneer van toepassing, punt 1.2.3 van de basisdocumenten). In die gevallen moet de verificatie van een dergelijke eigenschap de fabrikant indien deze in dit opzicht niets over de prestatie van het product wenst mede te delen, niet worden opgelegd.

PRODUCTFAMILIE

BUITEN GEBOUWEN GEBRUIKTE AFVALWATERINSTALLATIEONDERDELEN (2/3)

Systemen van conformiteitsverklaring

CEN/Cenelec wordt verzocht om in de desbetreffende geharmoniseerde normen voor het/de onderstaande product(en) en het beoogde gebruik daarvan het/de volgende syste(e)m(en) van conformiteitsverklaring te vermelden:



Product

Beoogd gebruik

Niveau(s) of klasse(n)

Syst(e)m(en) van conformiteitsverklaring

Geprefabriceerde drains

Buiten gebouwen, voor afvalwater/riolering van gebouwen en civieltechnische werken, inclusief wegen

 

(1)

(1)   Systeem 3: Zie Richtlijn 89/106/EEG, bijlage III, punt 2, onder ii), mogelijkheid 2.

De specificatie van het systeem moet zodanig zijn dat het kan worden toegepast, ook al behoeft de prestatie ten aanzien van een bepaalde eigenschap niet te worden vastgesteld, omdat minstens één lidstaat voor een dergelijke eigenschap geen wettelijk voorschrift heeft (zie artikel 2, lid 1, van Richtlijn 89/106/EEG en, wanneer van toepassing, punt 1.2.3 van de basisdocumenten). In die gevallen moet de verificatie van een dergelijke eigenschap de fabrikant indien deze in dit opzicht niets over de prestatie van het product wenst mede te delen, niet worden opgelegd.

PRODUCTFAMILIE

BUITEN GEBOUWEN GEBRUIKTE AFVALWATERINSTALLATIEONDERDELEN (3/3)

Systemen van conformiteitsverklaring

CEN/Cenelec wordt verzocht om in de desbetreffende geharmoniseerde normen voor het/de onderstaande product(en) en het beoogde gebruik daarvan het/de volgende syste(e)m(en) van conformiteitsverklaring te vermelden:

▼M1



Product(en)

Beoogd gebruik

Niveau(s) of klasse(n)

Syste(e)m(en) van conformiteitsverklaring

Mangaten en inspectieputten

Voetsteunen, ladders en leuningen voor mangaten en inspectieputten

Voor gebruik op verkeerswegen, parkeergelegenheden, verharde zijbermen en buiten gebouwen

 

(1)

Afscheiders

Voor afvalwater/riolering van gebouwen en civieltechnische werken, inclusief wegen

 

(1)

Mangatdeksels en rioolgatdeksels

Voor gebruik op plaatsen voor voertuig en voetgangersverkeer

 

(2)

(1)   Systeem 4: zie Richtlijn 89/106/EEG, bijlage III, punt 2, onder ii), mogelijkheid 3.

(2)   Systeem 1: zie Richtlijn 89/106/EEG, bijlage III, punt 2, onder i)..

▼B

De specificatie van het systeem moet zodanig zijn dat het kan worden toegepast, ook al behoeft de prestatie ten aanzien van een bepaalde eigenschap niet te worden vastgesteld, omdat minstens één lidstaat voor een dergelijke eigenschap geen wettelijk voorschrift heeft (zie artikel 2, lid 1, van Richtlijn 89/106/EEG en, wanneer van toepassing, punt 1.2.3 van de basisdocumenten). In die gevallen moet de verificatie van een dergelijke eigenschap de fabrikant indien deze in dit opzicht niets over de prestatie van het product wenst mede te delen, niet worden opgelegd.

▼M1




BIJLAGE III

PRODUCTFAMILIES

Binnen gebouwen gebruikte afvalwaterinstallatieonderdelen

Buiten gebouwen gebruikte afvalwaterinstallatieonderdelen

Systemen van conformiteitsverklaring betreffende eigenschappen inzake materiaalgedrag bij brand

CEN/Cenelec wordt verzocht om in de desbetreffende geharmoniseerde norm(en) voor het/de onderstaande product(en) en het beoogde gebruik daarvan de volgende systemen van conformiteitsverklaring betreffende eigenschappen inzake materiaalgedrag bij brand te vermelden:



Product(en)

Beoogd gebruik

Niveau(s) of klasse(n)

(Materiaalgedrag bij brand)

Syste(e)m(en) van conformiteitsverklaring

Terugstroominrichtingen: beluchtingsventielen voor ventilatie van pijpwerk

Voor alle toepassingen wanneer daarvoor voorschriften inzake materiaalgedrag bij brand gelden

A1 (1), A2 (1), B (1), C (1)

1

Kits voor installaties voor het oppompen van afvalwater en effluenten

 

A1 (2), A2 (2), B (2), C (2), D, E

3

Kits en onderdelen voor afvalwaterbehandelingsinstallaties en insitubehandelingsapparatuur Septische tanks

 

(A1 tot E) (3), F

4

Geprefabriceerde drains

 
 
 

Mangaten en inspectieputten

 
 
 

Voetsteunen, ladders en leuningen voor mangaten en inspectieputten

 
 
 

Afscheiders

 
 
 

Mangatdeksels en rioolgatdeksels

 
 
 

(1)   Producten/materialen waarbij in een duidelijk identificeerbare fase van het productieproces een verbetering van de klassenindeling naar materiaalgedrag bij brand wordt bewerkstelligd (bv. door toevoeging van brandvertragende middelen of beperking van de organische stoffen).

(2)   Producten/materialen waarop voetnoot (1) niet van toepassing is.

(3)   Producten/materialen die niet op hun gedrag bij brand hoeven te worden getest (bv. producten/materialen van klasse A1 overeenkomstig Beschikking 96/603/EG, zoals gewijzigd).

Systeem 1: zie Richtlijn 89/106/EEG, bijlage III, punt 2, onder i), zonder steekproefsgewijze controle van monsters.

Systeem 3: zie Richtlijn 89/106/EEG, bijlage III, punt 2, onder ii), mogelijkheid 2.

Systeem 4: zie Richtlijn 89/106/EEG, bijlage III, punt 2, onder ii), mogelijkheid 3.

De specificatie van het systeem moet zodanig zijn dat het kan worden toegepast, ook al behoeft de prestatie ten aanzien van een bepaalde eigenschap niet te worden vastgesteld, omdat minstens één lidstaat voor een dergelijke eigenschap geen wettelijk voorschrift heeft (zie artikel 2, lid 1, van Richtlijn 89/106/EEG en, wanneer van toepassing, punt 1.2.3 van de basisdocumenten). In die gevallen moet de verificatie van een dergelijke eigenschap de fabrikant indien deze in dit opzicht niets over de prestatie van het product wenst mee te delen, niet worden opgelegd..



( 1 ) PB nr. L 40 van 11. 2. 1989, blz. 12.

( 2 ) PB nr. L 220 van 30. 8. 1993, blz. 1.

Top