Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 01997A0222(01)-20210901

Consolidated text: Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en de Regering van Denemarken en de Landsregering van de Faeröer, anderzijds

ELI: http://data.europa.eu/eli/agree_internation/1997/126/2021-09-01

01997A0222(01) — NL — 01.09.2021 — 004.001


Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document

►B

OVEREENKOMST

tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en de Regering van Denemarken en de Landsregering van de Faeröer, anderzijds

(PB L 053 van 22.2.1997, blz. 2)

Gewijzigd bij:

 

 

Publicatieblad

  nr.

blz.

datum

 M1

BESLUIT nr. 1/98 VAN HET GEMENGD COMITÉ EG/DENEMARKEN-FAERÖER van 13 maart 1998

  L 90

40

25.3.1998

 M2

BESLUITNr. 2/98 VAN HET GEMENGD COMITÉ EG/DENEMARKEN-FAERÖER van 31 augustus 1998

  L 263

37

26.9.1998

►M3

Besluit nr. 1/1999 Van Het Gemengd Comité EG/Denemarken-Faeröer van 22 juni 1999

  L 178

58

14.7.1999

 M4

BESLUIT Nr. 2/2001 VAN HET GEMENGD COMITÉ EG/DENEMARKEN-FAERÖER van 11 juli 2001

  L 219

29

14.8.2001

 M5

BESLUIT Nr. 1/2002 VAN HET GEMENGD COMITÉ EG/DENEMARKEN-FAERÖER van 20 maart 2002

  L 104

44

20.4.2002

 M6

BESLUIT Nr. 1/2005 VAN HET GEMENGD COMITÉ EG/DENEMARKEN-FAERÖER van 10 november 2005

  L 110

1

24.4.2006

►M7

BESLUIT Nr. 1/2006 VAN HET GEMENGD COMITÉ EG/DENEMARKEN-FAERÖER van 13 juli 2006

  L 221

15

12.8.2006

 M8

BESLUIT Nr. 1/2007 VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EG/DENEMARKEN-FAEROËR van 8 oktober 2007

  L 275

32

19.10.2007

►M9

BESLUIT Nr. 2/2008 VAN HET GEMENGD COMITÉ EG/DENEMARKEN-FAERÖER van 20 november 2008

  L 338

72

17.12.2008

 M10

BESLUIT Nr. 1 VAN HET GEMENGD COMITÉ EU/DENEMARKEN-FAERÖER van 12 mei 2015

  L 134

29

30.5.2015

►M11

BESLUIT Nr. 1/2020 VAN HET GEMENGD COMITÉ EG-FAERÖER van 27 juli 2020

  L 257

36

6.8.2020

►M12

BESLUIT Nr. 1/2021 VAN HET GEMENGD COMITÉ EG-DENEMARKEN-FAEROER van 23 juni 2021

  L 395

84

9.11.2021


Gerectificeerd bij:

►C1

Rectificatie, PB L 286, 9.11.1999, blz.  14 (1/1999)




▼B

OVEREENKOMST

tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en de Regering van Denemarken en de Landsregering van de Faeröer, anderzijds



DE EUROPESE GEMEENSCHAP,

enerzijds, en

DE REGERING VAN DENEMARKEN EN DE LANDSREGERING VAN DE FAERÖER,

anderzijds,

HERINNERENDE aan de status van de Faeröer als een autonoom, doch integrerend deel van één der Lid-Staten van de Gemeenschap;

VERWIJZENDE NAAR de resolutie van de Raad van 4 februari 1974 betreffende de problemen van de Faeröer;

OVERWEGENDE dat de visserij van vitaal belang is voor de Faeröer, aangezien deze sector de voornaamste economische activiteit van de Faeröer vertegenwoordigt en vis en visserijprodukten de belangrijkste exportprodukten zijn;

OVERWEGENDE dat de betrekkingen op visserijgebied, geconcretiseerd in de visserijovereenkomst tussen de overeenkomstsluitende partijen die bevestigen dat de handelsaspecten van deze Overeenkomst geen afbreuk mogen doen aan de werking van de visserijovereenkomst en dat, dientengevolge, de omvang van de vangstcapaciteit van beide partijen, als vastgesteld in deze Overeenkomst, op een bevredigend niveau dient te worden gehandhaafd;

WENSENDE de economische betrekkingen tussen de Gemeenschap en de Faeröer te versterken en uit te breiden met inachtneming van billijke mededingingsvoorwaarden en de harmonische ontwikkeling van het handelsverkeer tussen de partijen te bevorderen, teneinde zodoende bij te dragen aan de opbouw van Europa;

VASTBERADEN te dien einde geleidelijk de belemmeringen voor vrijwel het gehele handelsverkeer tussen de partijen op te heffen, overeenkomstig de bepalingen van de in 1994 gesloten Algemene Overeenkomst betreffende tarieven en handel (GATT) betreffende de totstandkoming van vrijhandelszones;

ZICH BEREID VERKLARENDE, met inachtneming van alle ter zake dienende elementen en, in het bijzonder, van de ontwikkelingen in de Gemeenschap, te zoeken naar mogelijkheden om hun betrekkingen te intensiveren en te verdiepen op gebieden die van belang zijn voor de economieën van beide partijen en deze samenwerking uit te breiden tot gebieden welke niet onder deze Overeenkomst vallen;

OVERWEGENDE dat te dien einde op 2 december 1991 een overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap, enerzijds, en de Regering van Denemarken en de Landsregering van de Faeröer, anderzijds, werd ondertekend (hieronder de „basisovereenkomst” te noemen);

OVERWEGENDE dat op 8 maart 1995 een overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en de Regering van Denemarken en de Landsregering van de Faeröer anderzijds, houdende wijziging van de tabellen I en II van de bijlage bij Protocol nr. 1 van de basisovereenkomst, werd ondertekend (hierna de „overeenkomst in de vorm van een briefwisseling” te noemen);

OVERWEGENDE dat, ingevolge de toetreding van de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden tot de Europese Unie op 1 januari 1995, de bepalingen welke van toepassing zijn op de handel in vis en visserijprodukten tussen de Faeröer en de Gemeenschap aangepast dienen te worden, teneinde het handelsverkeer tussen de Faeröer, enerzijds, en de nieuwe Lid-Staten, anderzijds te handhaven;

OVERWEGENDE dat de Gemeenschap een gemeenschappelijke definitie van oorsprong voor aardolieprodukten heeft aangenomen en dat de bepalingen welke van toepassing zijn op deze produkten derhalve dienen te worden aangepast;

OVERWEGENDE dat de bepalingen betreffende de definitie van het begrip „produkten van oorsprong” en de methoden van administratieve samenwerking dienen te worden aangepast, teneinde rekening te houden met bepaalde ontwikkelingen in het handelsverkeer tussen de Gemeenschap en de Lid-Staten van de EVA;

OVERWEGENDE dat de bepalingen welke van toepassing zijn op de invoer van bepaalde landbouwprodukten dienen te worden aangepast, teneinde met name rekening te houden met de produktie van visvoeder op de Faeröer;

OVERWEGENDE dat in deze Overeenkomst een protocol betreffende wederzijdse administratieve bijstand in douanezaken dient te worden opgenomen, teneinde bij te dragen tot de goede werking ervan;

OVERWEGENDE dat de tariefnomenclatuur van deze produkten dient te worden bijgewerkt, teneinde deze in overeenstemming te brengen met bepaalde wijzigingen van de nomenclatuur van het douanetarief van de overeenkomstsluitende partijen, welke betrekking hebben op de in de basisovereenkomst genoemde produkten;

OVERWEGENDE dat het gemengd comité dient te worden gemachtigd besluiten te nemen over amendementen op de bepalingen van de protocollen bij deze Overeenkomst, zulks ter bevordering van de flexibiliteit;

OVERWEGENDE dat de basis-overeenkomst en de overeenkomst in de vorm van een briefwisseling ter vergroting van de duidelijkheid zullen worden vervangen door een samengestelde nieuwe tekst in de vorm van deze Overeenkomst;

ERMEE REKENING HOUDENDE dat de bilaterale handelsovereenkomsten tussen Finland en Zweden en de Faeröer niet langer geldig zijn wanneer deze Overeenkomst in werking treedt;

HEBBEN BESLOTEN, ter verwezenlijking van deze doelstellingen en overwegende dat geen der bepalingen van deze Overeenkomst zodanig kan worden uitgelegd dat de overeenkomstsluitende partijen daardoor worden ontheven van de krachtens andere internationale overeenkomsten op hen rustende verplichtingen,

DEZE OVEREENKOMST TE SLUITEN:



Artikel 1

Deze Overeenkomst heeft ten doel:

a) 

de harmonische ontwikkeling van de economische betrekkingen tussen de Gemeenschap en de Faeröer te bevorderen door het handelsverkeer tussen de partijen uit te breiden en zodoende in de Gemeenschap en de Faeröer de economische bedrijvigheid te stimuleren, de levensomstandigheden en de arbeidsvoorwaarden te verbeteren, de produktiviteit te verhogen en de financiële stabiliteit in de hand te werken,

b) 

in het handelsverkeer tussen de partijen bij deze Overeenkomst billijke mededingingsvoorwaarden tot stand te brengen,

c) 

aldus, door opheffing van de belemmeringen voor het handelsverkeer, bij te dragen tot de harmonische ontwikkeling en de expansie van de wereldhandel.

Artikel 2

Deze Overeenkomst is van toepassing op produkten van oorsprong uit de Gemeenschap of de Faeröer:

i) 

die onder de hoofdstukken 25 tot en met 97 van het geharmoniseerde systeem vallen, met uitzondering van de produkten die zijn genoemd in bijlage II bij het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met uitzondering van de produkten welke zijn opgenomen in bijlage I bij deze Overeenkomst;

ii) 

die zijn genoemd in de Protocollen nrs. 1, 2 en 4 bij deze Overeenkomst, met inachtneming van de daarin vastgestelde bijzondere regels.

Artikel 3

In het handelsverkeer tussen de Gemeenschap en de Faeröer worden geen nieuwe doaunerechten ingesteld.

Artikel 4

1.  
De Gemeenschap schaft de douanerechten op de invoer uit de Faeröer af.
2.  
De Faeröer schaffen de douanerechten op de invoer uit de Gemeenschap af. Bijlage II geeft een overzicht van de relevante bepalingen van de douanewetgeving en de fiscale wetgeving van de Faeröer.

Artikel 5

De bepalingen die betrekking hebben op de afschaffing van de douanerechten bij invoer zijn eveneens van toepassing op de invoerrechten van fiscale aard.

De Faeröer kunnen een invoerrecht van fiscale aard of het fiscale element van een invoerrecht vervangen door een binnenlandse belasting.

Artikel 6

In het handelsverkeer tussen de Gemeenschap en de Faeröer worden geen nieuwe heffingen van gelijke werking als douanerechten ingesteld.

De heffingen van gelijke werking als douanerechten bij invoer die in het handelsverkeer tussen de Gemeenschap en de Faeröer van toepassing zijn, worden afgeschaft.

Artikel 7

In het handelsverkeer tussen de Gemeenschap en de Faeröer worden geen douanerechten bij uitvoer of heffingen van gelijke werking ingesteld.

Douanerechten bij uitvoer en heffingen van gelijke werking worden afgeschaft.

Artikel 8

In Protocol nr. 1 zijn de tariefbepalingen en regelingen neergelegd die van toepassing zijn op bepaalde soorten vis en visserijprodukten die in de Gemeenschap in het vrije verkeer worden gebracht of die in de Faeröer worden ingevoerd.

Artikel 9

In Protocol nr. 2 zijn de tariefbepalingen en regelingen neergelegd die op bepaalde door de verwerking van landbouwprodukten verkregen goederen van toepassing zijn.

Artikel 10

1.  
Indien als gevolg van de tenuitvoerlegging van haar landbouwbeleid specifieke regels worden ingesteld of indien de bestaande regels worden gewijzigd, kan de betrokken partij de uit deze Overeenkomst voortvloeiende regelingen aanpassen ten aanzien van de produkten waarop deze regelingen of wijzigingen van toepassing zijn.
2.  
In dergelijke gevallen houdt de betrokken partij bij deze Overeenkomst naar behoren rekening met de belangen van de andere overeenkomstsluitende partijen. De partijen bij deze Overeenkomst kunnen daartoe overleg plegen in het in artikel 31 bedoelde comité.

Artikel 11

In Protocol nr. 3 worden het begrip „produkten van oorsprong” en de methoden van administratieve samenwerking gedefinieerd.

Artikel 12

Een overeenkomstsluitende partij die overweegt het werkelijke niveau van haar douanerechten of heffingen van gelijke werking die van toepassing zijn ten aanzien van derde landen welke in aanmerking komen voor de meestbegunstigingsclausule te verlagen of de toepassing van deze rechten en heffingen te schorsen, stelt het gemengd comité zo mogelijk ten minste 30 dagen vóór de inwerkingtreding van deze verlaging of schorsing daarvan in kennis. Zij neemt nota van alle opmerkingen van de andere partij met betrekking tot de distorsies welke daarvan het gevolg kunnen zijn.

Artikel 13

1.  
In het handelsverkeer tussen de Gemeenschap en de Faeröer worden geen nieuwe kwantitatieve invoerbeperkingen noch maatregelen van gelijke werking ingesteld.
2.  
De overeenkomstsluitende partijen gaan over tot de afschaffing van de kwantitatieve invoerbeperkingen en van alle maatregelen van gelijke werking als kwantitatieve invoerbeperkingen.

Artikel 14

1.  
De Gemeenschap behoudt zich het recht voor de regelingen voor aardolieprodukten van de posten 2710, 2711, ex 2712 (met uitzondering van ozokeriet, montaanwas en turfwas) en 2713 van de gecombineerde nomenclatuur te wijzigen wanneer voor de aardolieprodukten besluiten worden genomen in het kader van de gemeenschappelijke handelspolitiek of wanneer een gemeenschappelijk energiebeleid wordt ingesteld.

In dat geval houdt de Gemeenschap naar behoren rekening met de belangen van de Faeröer; zij informeert te dien einde het gemengd comité dat bijeenkomt onder de voorwaarden van artikel 33, lid 2.

2.  
Faeröer behouden zich het recht voor soortgelijke maatregelen te nemen indien zij met vergelijkbare situaties worden geconfronteerd.
3.  
Behoudens het bepaalde in de leden 1 en 2 doet deze Overeenkomst geen afbreuk aan de niet-tarifaire voorschriften die op de invoer van aardolieprodukten van toepassing zijn.

Artikel 15

1.  
De partijen bij deze Overeenkomst verklaren zich bereid, voor zover hun landbouwbeleid daartoe ruimte laat, de harmonische ontwikkeling van het handelsverkeer in landbouwprodukten waarop de Overeenkomst niet van toepassing is, te bevorderen.
2.  
De partijen bij deze Overeenkomst passen hun voorschriften op veterinair, sanitair en fytosanitair gebied op niet-discriminerende wijze toe en voeren geen nieuwe maatregelen in die het handelsverkeer kunnen belemmeren.
3.  
De partijen bij deze Overeenkomst onderzoeken onder de voorwaarden van artikel 35 alle moeilijkheden die zich in het onderlinge handelsverkeer in landbouwprodukten kunnen voordoen en trachten daarvoor oplossingen te vinden.

Artikel 16

De Landsregering van de Faeröer neemt de noodzakelijke controlemaatregelen om de correcte toepassing van de door de Gemeenschap vastgestelde of vast te stellen referentieprijs bedoeld in artikel 2 van Protocol nr. 1, te garanderen.

De partijen bij deze Overeenkomst zien erop toe dat de definitie van het begrip „produkten van oorsprong” en de methoden van administratieve samenwerking welke is opgenomen in Protocol nr. 3, correct wordt toegepast.

Artikel 17

In Protocol nr. 4 zijn de bijzondere bepalingen neergelegd die van toepassing zijn op de invoer van bepaalde landbouwprodukten, andere dan die bedoeld in Protocol nr. 1.

Artikel 18

In Protocol nr. 5 zijn de bepalingen opgenomen die betrekking hebben op de wederzijdse bijstand van de administratieve autoriteiten in douanezaken.

Artikel 19

De overeenkomstsluitende partijen bevestigen dat zij zich ertoe verbinden elkaar de behandeling van meest begunstigde natie te verlenen overeenkomstig de bepalingen van de GATT. Deze Overeenkomst vormt geen beletsel voor de handhaving of de instelling van douane-unies, vrijhandelszones of regelingen voor het grensverkeer, behalve voor zover deze de in deze Overeenkomst neergelegde handelsregelingen wijzigen, in het bijzonder wat de bepalingen inzake de regels van oorsprong betreft.

Artikel 20

De overeenkomstsluitende partijen onthouden zich van de toepassing van alle maatregelen of praktijken van intern fiscale aard die, hetzij direct hetzij indirect, discriminatie tussen produkten van de ene overeenkomstsluitende partij en soortgelijke produkten uit het gebied van de andere overeenkomstsluitende partij ten gevolge hebben.

De bedragen aan binnenlandse belastingen die worden teruggegeven voor produkten die naar het grondgebied van een van de overeenkomstsluitende partijen worden uitgevoerd, mogen de direct of indirect op deze produkten geheven belastingen niet overschrijden.

Artikel 21

Betalingen in verband met het goederenverkeer en de overmaking van de desbetreffende bedragen naar de Lid-Staat van de Gemeenschap waar de schuldeiser is gevestigd of naar de Faeröer zijn aan geen enkele beperking onderworpen.

Artikel 22

Deze Overeenkomst vormt geen beletsel voor de toepassing van invoer-, uitvoer- of doorvoerverboden of -beperkingen die gerechtvaardigd zijn uit hoofde van de bescherming van de openbare zedelijkheid, de openbare veiligheid, de gezondheid en het leven van personen en dieren of het behoud van planten, de bescherming van het nationaal artistiek, historisch en archeologisch bezit of uit hoofde van de bescherming van de industriële en commerciële eigendom, noch voor regelingen met betrekking tot goud en zilver.

Deze verboden of beperkingen mogen geen middel tot willekeurige discriminatie, noch een verholen beperking van de handel tussen de overeenkomstsluitende partijen vormen.

Artikel 23

Geen enkele bepaling van deze Overeenkomst belet een overeenkomstsluitende partij maatregelen te treffen:

a) 

die zij nodig acht ter voorkoming van de openbaarmaking van informatie die strijdig is met haar essentiële veiligheidsbelangen;

b) 

in verband met de handel in wapens, munitie of oorlogsmaterieel dan wel met activiteiten op het gebied van onderzoek, ontwikkeling of produktie die onontbeerlijk zijn voor defensie, mits deze maatregelen de mededingingsvoorwaarden voor produkten die niet voor specifiek militaire doeleinden zijn bestemd, niet nadelig beïnvloeden;

c) 

die zij van essentieel belang acht voor haar veiligheid in oorlogstijd of bij ernstige internationale spanningen.

Artikel 24

1.  
De partijen bij deze Overeenkomst zullen geen maatregelen treffen die de verwezenlijking van de doelstellingen van deze Overeenkomst in gevaar kunnen brengen.
2.  
Zij treffen alle algemene of bijzondere maatregelen die noodzakelijk zijn om de naleving van de uit deze Overeenkomst voortvloeiende verplichtingen te waarborgen.

Indien een partij bij deze Overeenkomst van mening is dat de andere partij een uit deze Overeenkomst voortvloeiende verplichting niet is nagekomen, kan zij passende maatregelen nemen overeenkomstig de voorwaarden en procedures van artikel 29.

Artikel 25

1.  

Zijn onverenigbaar met de goede werking van deze Overeenkomst voor zover zij gevolgen hebben voor het handelsverkeer tussen de Gemeenschap en de Faeröer:

i) 

alle overeenkomsten tussen ondernemingen, besluiten van ondernemersverenigingen en onderling afgestemde feitelijke gedragingen welke ertoe strekken of ten gevolge hebben dat, wat de produktie en het verkeer van goederen betreft, de mededinging wordt verhinderd, beperkt of vervalst;

ii) 

het misbruik door een of meer ondernemingen van een machtspositie op het grondgebied van de overeenkomstsluitende partijen of in een substantieel deel daarvan;

iii) 

alle steunmaatergelen van de overheid die door de begunstiging van bepaalde ondernemingen of produktieactiviteiten de mededinging vervalsen of dreigen te vervalsen.

2.  
Indien een partij bij deze Overeenkomst van mening is dat een bepaalde handelwijze onverenigbaar is met dit artikel, kan zij passende maatregelen nemen overeenkomstig de voorwaarden en procedures van artikel 29.

Artikel 26

Wanneer de toename van de invoer van een bepaald produkt ernstige schade berokkent of dreigt te berokkenen aan enige produktieactiviteit op het grondgebied van een van de overeenkomstsluitende partijen en indien deze toename te wijten is aan:

i) 

de gehele of gedeeltelijke verlaging in de invoerende partij, krachtens deze Overeenkomst, van de douanerechten en heffingen van gelijke werking welke op het betrokken produkt van toepassing zijn, en

ii) 

het feit dat de rechten en heffingen van gelijke werking die door de uitvoerende partij worden geheven bij de invoer van grondstoffen of halffabrikaten die voor de vervaardiging van het betrokken produkt worden gebruikt, aanzienlijk lager zijn dan de overeenkomstige rechten en heffingen die door de invoerende partij worden geheven,

kan de betrokken partij bij deze Overeenkomst passende maatregelen nemen overeenkomstig de voorwaarden en procedures van artikel 29.

Artikel 27

Indien een der partijen bij deze Overeenkomst vaststelt dat in haar handelsverkeer met de andere partij dumping plaatsvindt, kan zij, krachtens de overeenkomst inzake de toepassing van artikel VI van de GATT, overeenkomstig de voorwaarden en procedures van artikel 29, passende maatregelen nemen tegen deze dumping.

Artikel 28

Indien zich ernstige moeilijkheden voordoen in enige sector van de economie of indien problemen ontstaan die een ernstige verslechtering van de economische situatie in een bepaald gebied ten gevolge kunnen hebben, kan de betrokken partij passende maatregelen nemen overeenkomstig de voorwaarden en procedures bedoeld in artikel 29.

Artikel 29

1.  
Indien een partij bij deze Overeenkomst de invoer van produkten, die de in de artikelen 26 en 28 bedoelde moeilijkheden zou kunnen opleveren, aan een administratieve procedure onderwerpt die ten doel heeft snel inlichtingen omtrent de ontwikkeling van de handelsstromen te verschaffen, stelt zij de andere partij hiervan in kennis.
2.  
In de gevallen bedoeld in de artikelen 24 tot en met 28 verstrekt de betrokken partij bij deze Overeenkomst, alvorens zij de in deze artikelen vermelde maatregelen neemt, dan wel zo spoedig mogelijk in de gevallen bedoeld in lid 3, onder d), het gemengd comité alle nodige gegevens voor een diepgaand onderzoek van de situatie, teneinde een voor de partijen bij deze Overeenkomst aanvaardbare oplossing te zoeken.

Bij voorrang dienen maatregelen te worden getroffen die de werking van deze Overeenkomst zo weinig mogelijk verstoren.

De vrijwaringsmaatregelen worden onverwijld ter kennis gebracht van het gemengd comité, dat hierover periodiek overleg pleegt, inzonderheid met het oog op de opheffing van deze maatregelen zodra de omstandigheden zulks rechtvaardigen.

3.  

Voor de tenuitvoerlegging van lid 2 zijn de onderstaande bepalingen van toepassing:

a) 

Problemen in verband met de toepassing van artikel 25 kunnen door elke partij bij deze Overeenkomst aan het gemengd comité worden voorgelegd indien de betrokken partij van mening is dat een bepaalde handelwijze onverenigbaar is met de goede werking van deze Overeenkomst in de zin van artikel 25, lid 1.

De partijen bij deze Overeenkomst verschaffen het gemengd comité alle dienstige informatie en verlenen dit comité de noodzakelijke bijstand voor het onderzoek van de zaak en, indien nodig, voor de opheffing van de aangevochten handelwijze.

Indien de betrokken partij bij deze Overeenkomst binnen de in het gemengd comité vastgestelde termijn geen einde heeft gemaakt aan de aangevochten handelwijze of indien dit comité geen overeenstemming bereikt binnen drie maanden, te rekenen vanaf de dag waarop het van de zaak in kennis is gesteld, kan de betrokken partij de vrijwaringsmaatregelen nemen die zij noodzakelijk acht om de door de bedoelde handelwijze ontstane ernstige moeilijkheden te verhelpen en kan zij met name tot de intrekking van tariefconcessies overgaan.

b) 

Moeilijkheden welke voortvloeien uit de in artikel 26 bedoelde situatie worden voor onderzoek aan het gemengd comité voorgelegd, dat elk dienstig besluit kan nemen om daaraan een einde te maken.

Indien het gemengd comité of de overeenkomstsluitende partij van uitvoer binnen 30 dagen na de kennisgeving geen besluit heeft genomen waardoor een einde aan de moeilijkheden wordt gemaakt, is de invoerende partij gerechtigd een compenserende heffing op het ingevoerde produkt in te stellen.

Bij de vaststelling van deze compenserende heffing wordt rekening gehouden met de mate waarin de voor de verwerkte grondstoffen of halffabrikaten geconstateerde tariefverschillen van invloed zijn op de waarde van de betrokken goederen.

c) 

Problemen in verband met artikel 27 worden in het gemengd comité aan de orde gesteld alvorens de betrokken partij bij deze Overeenkomst passende maatregelen neemt.

d) 

In uitzonderlijke omstandigheden, die onmiddellijk ingrijpen vereisen dat een onderzoek uitsluit, kan de betrokken partij bij deze Overeenkomst, in de situatie bedoeld in de artikelen 26, 27 en 28, alsmede wanneer het gaat om steunmaatregelen bij uitvoer die rechtstreeks en onmiddellijk van invloed zijn op het handelsverkeer, onverwijld de beschermende maatregelen nemen die strikt noodzakelijk zijn om de situatie te verhelpen.

Artikel 30

Wanneer een of meer Lid-Staten van de Gemeenschap of de Faeröer moeilijkheden ondervinden in verband met hun betalingsbalans of er ernstig gevaar is dat dergelijke moeilijkheden zich zullen voordoen, kan de betrokken partij bij deze Overeenkomst de noodzakelijke vrijwaringsmaatregelen nemen. Zij geeft ervan onverwijld kennis aan de andere partij.

Artikel 31

1.  
Er wordt een gemengd comité ingesteld dat belast is met het beheer van deze Overeenkomst en dat toeziet op de juiste uitvoering ervan. Het comité doet hiertoe aanbevelingen en neemt besluiten in de gevallen bedoeld in deze Overeenkomst. Aan deze besluiten wordt door de partijen bij deze Overeenkomst volgens hun eigen voorschriften uitvoering gegeven.
2.  
Met het oog op de juiste toepassing van deze Overeenkomst wisselen de partijen bij deze Overeenkomst informatie uit en plegen zij op verzoek van een hunner overleg in het gemengd comité.
3.  
Het gemengd comité stelt zijn eigen reglement van orde vast.

Artikel 32

1.  
Het gemengd comité is samengesteld uit vertegenwoordigers van de overeenkomstsluitende partijen.
2.  
Het gemengd comité spreekt zich uit in onderlinge overeenstemming.

Artikel 33

1.  
Het voorzitterschap van het gemengd comité wordt bij toerbeurt door de partijen bij deze Overeenkomst waargenomen overeenkomstig de regels die daartoe in het reglement van orde van het comité zijn vastgesteld.
2.  
De voorzitter roept het gemengd comité ten minste driemaal per jaar bijeen voor een gedachtenwisseling over de algemene werking van deze Overeenkomst.

Bovendien komt het gemengd comité op verzoek van één van de partijen bij deze Overeenkomst bijeen in alle gevallen waarin bijzondere omstandigheden zulks vereisen, onder de in het reglement van orde vast te stellen voorwaarden.

3.  
Het gemengd comité kan besluiten tot de oprichting van om het even welke werkgroep die het in de vervulling van zijn taak kan bijstaan.

Artikel 34

1.  
Het gemengd comité kan de bepalingen van de aan deze Overeenkomst gehechte protocollen wijzigen.
2.  
Wanneer de nomenclaturen van de douanetarieven van de partijen bij deze Overeenkomst wijzigingen ondergaan die gevolgen hebben voor de produkten waarop deze Overeenkomst van toepassing is, kan het gemengd comité de tariefnomenclatuur van deze produkten dienovereenkomstig aanpassen.

Artikel 35

1.  
Wanneer een partij bij deze Overeenkomst van mening is dat het in het belang van beide partijen is de bij deze Overeenkomst tot stand gebrachte betrekkingen uit te breiden tot gebieden die niet onder deze Overeenkomst vallen, legt zij de andere partij een daartoe strekkend met redenen omkleed verzoek voor.

De partijen bij deze Overeenkomst kunnen het gemengd comité opdracht geven dit verzoek aan een onderzoek te onderwerpen en, indien nodig, aanbevelingen te doen, meer bepaald met het oog op het openen van onderhandelingen.

2.  
De uit de in lid 1 bedoelde onderhandelingen voortvloeiende overeenkomsten worden door de partijen bij deze Overeenkomst volgens hun eigen procedures bekrachtigd en goedgekeurd.

Artikel 36

De Gemeenschap verbindt zich ertoe op verzoek van de Faeröer te overwegen om:

— 
de toegangsmogelijkheden voor bepaalde produkten te verbeteren;
— 
haar tariefconcessies voor visserijprodukten van de Faeröer uit te breiden tot nieuwe vissoorten die worden gevangen door vissersvaartuigen die hun thuishaven in het noordelijke gedeelte van de Atlantische Oceaan hebben en aldaar bedrijvig zijn, of deze uit te breiden tot aanverwante visserijprodukten die momenteel niet door de visserijsector van de Faeröer worden vervaardigd. Deze nieuwe vissoorten of visserijprodukten zouden vrij van rechten in de Gemeenschap mogen worden ingevoerd, onder voorbehoud van de kwantitatieve beperkingen die noodzakelijk kunnen zijn indien de nieuwe vissoorten of visserijprodukten in de Gemeenschap als gevoelige produkten worden aangemerkt.

Artikel 37

De bijlagen en protocollen bij deze Overeenkomst maken daarvan een integrerend deel uit.

Artikel 38

Elke partij bij deze Overeenkomst kan deze Overeenkomst door kennisgeving aan de andere partij opzeggen. Deze Overeenkomst treedt buiten werking twaalf maanden na de datum van deze kennisgeving.

Artikel 39

Deze Overeenkomst is van toepassing, enerzijds, op het grondgebied waar het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap van toepassing is en onder de in dat Verdrag neergelegde voorwaarden, en, anderzijds, op het grondgebied van de Faeröer.

Artikel 40

1.  
Deze Overeenkomst is opgesteld in twee exemplaren in de Deense, de Duitse, de Engelse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Italiaanse, de Nederlandse, de Portugese, de Spaanse, de Zweedse en de Faeröese taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek.
2.  
Deze Overeenkomst wordt door de partijen bij de Overeenkomst goedgekeurd volgens hun eigen procedures.
3.  
Zij treedt in werking op 1 januari 1997, mits de partijen bij deze Overeenkomst elkaar vóór die datum kennis hebben gegeven van de voltooiing van de daartoe vereiste procedures. Na die datum treedt deze Overeenkomst in werking op de eerste dag van de tweede maand volgende op deze kennisgeving.
4.  

De bepalingen van de onderstaande overeenkomsten zijn niet langer geldig wanneer deze Overeenkomst in werking treedt:

— 
de op 2 december 1991 ondertekende overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap, enerzijds, en de Regering van Denemarken en de Landsregering van de Faeröer, anderzijds;
— 
de op 8 maart 1995 ondertekende overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en de Regering van Denemarken en de Landsregering van de Faeröer, anderzijds, houdende wijziging van de tabellen I en II van de bijlage bij Protocol nr. 1 van de overeenkomst van 2 december 1991;
— 
de bilaterale handelsovereenkomsten tussen Finland en Zweden en de Faeröer.

Hecho en Bruselas, el seis de diciembre de mil novecientos noventa y seis.

Udfærdiget i Bruxelles den sjette december nitten hundrede og seks og halvfems.

Geschehen zu Brüssel am sechsten Dezember neunzehnhundertsechsundneunzig.

Έγινε στις Βρυξέλλες, στις έξι Δεκεμβρίου χίλια εννιακόσια ενενήντα έξι.

Done at Brussels on the sixth day of December in the year one thousand nine hundred and ninety-six.

Fait à Bruxelles, le six décembre mil neuf cent quatre-vingt-seize.

Fatto a Bruxelles, addì sei dicembre millenovecentonovantasei.

Gedaan te Brussel, de zesde december negentienhonderd zesennegentig.

Feito em Bruxelas, em seis de Dezembro de mil novecentos e noventa a seis.

Tehty Brysselissä kuudentena päivänä joulukuuta vuonna tuhatyhdeksänsataayhdeksänkymmentäkuusi.

Som skedde i Bryssel den sjätte december nittonhundranittiosex.

Gjørdur í Brússel, sætta desembur nítjanhundrað og nýtiseks.

Por la Comunidad Europea

For Det Europæiske Fællesskab

Für die Europäische Gemeinschaft

Για την Ευρωπαϊκή Κοινότητα

For the European Community

Pour la Communauté européenne

Per la Comunità europea

Voor de Europese Gemeenschap

Pela Comunidade Europeia

Euroopan yhteisön puolesta

På Europeiska gemenskapens vägnar

Fyri Europeiska Felagsskapin

signatory

Por el Gobierno de Dinamarca y el Gobierno local de las Islas Feroe

For Danmarks regering og Færøernes landsstyre

Für die Regierung von Dänemark und die Landesregierung der Färöer

Για την κυβέρνηση της Δανίας και την τοπική κυβέρνηση των Νήσων Φερόε

For the Government of Denmark and the Home Government of the Faroe Islands

Pour le gouvernement du Danemark et le gouvernement local des îles Féroé

Per il governo della Danimarca e per il governo locale delle isole Færøer

Voor de Regering van Denemarken en de Landsregering van de Faeröer

Pelo Governo da Dinamarca e pelo Governo Regional das Ilhas Faroé

Tanskan hallituksen ja Färsaarten paikallishallituksen puolesta

På Danmarks regerings och Färöarnas landsstyres vägnar

Fyri ríkisstjórn Danmarkar og Føroya landsstýri

signatory

BIJLAGE I

Lijst van produkten bedoeld in artikel 2, onder i)



GN-code

Omschrijving

3502

Albuminen (daaronder begrepen concentraten van twee of meer weiproteïnen, bevattende meer dan 80 gewichtspercenten weiproteïnen, berekend op de droge stof), albuminaten en andere derivaten van albuminen:

ovoalbumine:

3502 11

gedroogd:

3502 11 90

andere

3502 19

andere:

3502 19 90

andere

3502 20

lactoalbumine, concentraten van twee of meer weiproteïnen daaronder begrepen:

andere:

3502 20 91

gedroogd (in de vorm van bladen, schilfers, kristallen, poeder enz.)

3502 20 99

andere

BIJLAGE II

Voor de doeleinden van artikel 4, lid 2, bevatten de douanewetgeving en de fiscale wetgeving van de Faeröer bepalingen met betrekking tot:

a) 

een op het geharmoniseerde systeem gebaseerd douanetarief, waarbij rekening wordt gehouden met de uit de GATT voortvloeiende verplichtingen van Denemarken;

b) 

vrijstelling van rechten voor goederen van oorsprong uit de Gemeenschap, met de in de Protocollen nr. 2 en 4 bedoelde uitzonderingen;

c) 

een stelsel van indirecte belasting waaraan de volgende elementen ten grondslag liggen:

— 
een belasting over de toegevoegde waarde (BTW) waaraan dezelfde beginselen ten grondslag liggen als die welke in de Gemeenschap van toepassing zijn, met inbegrip van het principe van de non-discriminatoire behandeling van ingevoerde goederen, en
— 
een systeem van accijnzen die op dezelfde voet worden toegepast ten aanzien van binnenlandse en ingevoerde goederen.

▼M3

PROTOCOL Nr. 1

betreffende de tariefbehandeling en de bepalingen welke van toepassing zijn op bepaalde soorten vis en visserijproducten die in de Gemeenschap in het vrije verkeer zijn gebracht of die in de Faeröer zijn ingevoerd





Artikel 1

Voor de in de bijlage bij dit protocol bedoelde producten van oorsprong uit de Faeröer:

1. 

worden in het handelsverkeer tussen de Gemeenschap en de Faeröer geen nieuwe douanerechten ingesteld;

2. 

zijn de preferentiële douanerechten en de andere voorwaarden die bij invoer in de Gemeenschap van toepassing zijn, die welke zijn vermeld in de bijlage.

Artikel 2

Door de Gemeenschap vastgestelde of vast te stellen referentieprijzen zijn niet van toepassing op de onder dit protocol vallende producten.

Artikel 3

1.  
Indien een prijsdaling bij de invoer van een bepaald visserijproduct van een overeenkomstsluitende partij ernstige schade oplevert, of waarschijnlijk ernstige schade zal opleveren, voor de betrokken productieactiviteit bij de andere overeenkomstsluitende partij, kan de betrokken overeenkomstsluitende partij passende maatregelen treffen.
2.  
Bij de keuze van maatregelen moet voorrang worden gegeven aan maatregelen die de werking van deze overeenkomst het minst verstoren.
3.  
Alvorens de betrokken overeenkomstsluitende partij dergelijke maatregelen treft, verstrekt zij het gemengd comité alle terzake doende inlichtingen die nodig zijn voor een diepgaand onderzoek van de toestand, teneinde een voor de overeenkomstsluitende partijen aanvaardbare oplossing na te streven.
4.  
Behalve in dringende gevallen zoals deze in lid 5 zijn omschreven, mag de betrokken overeenkomstsluitende partij pas na het verstrijken van één maand na de datum van kennisgeving maatregelen treffen, tenzij de procedure van het gemengd comité vóór het aflopen van de opgegeven termijn is beëindigd.
5.  
Indien de omstandigheden dringend optreden vereisen, kan de betrokken overeenkomstsluitende partij de strikt noodzakelijke maatregelen voor het verhelpen van de toestand treffen, doch ten vroegste drie dagen nadat zij de andere overeenkomstsluitende partij daarvan in kennis gesteld heeft.
6.  
Eventuele vrijwaringsmaatregelen worden onmiddellijk ter kennis gebracht van het gemengd comité en worden periodiek in het comité besproken, vooral met het oog op de afschaffing daarvan zodra de omstandigheden dit mogelijk maken.

Artikel 4

De Faeröer schaffen de tarieven en rechten op de invoer van vis en visserijproducten van oorsprong uit de Gemeenschap af.

BIJLAGE

Producten van oorsprong en herkomst uit de Faeröer zijn bij invoer in de Gemeenschap aan de hiernavolgende preferentiële douanerechten en andere voorwaarden onderworpen:



TABEL I

GN-code

Omschrijving

Invoerrecht

Tariefcontingent

(TC)

(1)

(2)

(3)

(4)

0301

Levende vis:

 

 

ex 0301 91 90

forel van de soort „Oncorhynchus mykiss”

0

TC nr. 1

0301 92 00

paling of aal (Anguilla spp.)

0

 

ex 0301 99 11

Atlantische Zalm (Salmo salar)

0

 

0302

Vis, vers of gekoeld, andere dan visfilets en ander visvlees bedoeld bij post 0304:

 

 

ex 0302 11 90

forel van de soort „Oncorhynchus mykiss”

0

TC nr. 1

ex 0302 12 00

Atlantische Zalm (Salmo salar)

0

 

0302 19 00

andere

0

 

0302 21 10

zwarte heilbot (Reinhardtius hippoglossoides)

0

 

0302 21 30

Atlantische heilbot (Hippoglossus hippoglossus)

0

 

0302 22 00

schol (Pleuronectes platessa)

0

 

0302 23 00

tong (Solea spp.)

0

 

0302 29 10

schartong (Lepidorhombus spp.)

0

 

0302 29 90

andere

0

 

0302 40

– haring (Clupea harengus, Clupea pallasii), met uitzondering van levers, hom en kuit:

 

 

0302 40 05

van 1 januari tot en met 14 februari

0

 

0302 40 98

van 16 juni tot en met 31 december

0

 

0302 50 10

kabeljauw van de soort „Gadus morhua”

0

 

0302 62 00

schelvis (Melanogrammus aeglefinus)

0

 

0302 63 00

koolvis (Pollachius virens)

0

 

ex 0302 64 05

– makreel van de soort „Scomber scombrus”, van 1 januari tot en met 14 februari

0

 

ex 0302 64 98

– makreel van de soort „Scomber scombrus”, van 16 juni tot en met 31 december

0

 

0302 65

haai:

 

 

0302 65 20

doornhaai (Squalus acanthias)

0

 

0302 65 50

hondshaai (Scyliorhinus spp.)

0

 

0302 65 90

andere

0

 

0302 66 00

paling of aal (Anguilla spp.)

0

 

Noorse schelvis (Sebastes spp.):

 

 

0302 69 31

van de soort „Sebastes marinus”

0

 

ex 0302 69 33

van de soort „Sebastes mentella”

0

 

0302 69 41

wijting (Merlangus merlangus)

0

 

0302 69 45

leng (Molva spp.)

0

 

ex 0302 69 68

heek van de soort „Merluccius merluccius”

0

 

0302 69 81

zeeduivel (Lophius spp.)

0

 

0302 69 85

blauwe wijting (Micromesistius poutassou of Gadus poutassou)

0

 

0302 69 99

andere

0

 

0302 70 00

levers, hom en kuit

0

 

0303

Bevroren vis, andere dan visfilets en ander visvlees bedoeld bij post 0304:

 

 

ex 0303 21 90

forel van de soort „Oncorhynchus mykiss”

0

TC nr. 1

ex 0303 22 00

Atlantische zalm (Salmo salar)

0

 

0303 29 00

andere

0

 

0303 31 10

zwarte heilbot (Reinhardtius hippoglossoides)

0

 

0303 31 30

Atlantische heilbot (Hippoglossus hippoglossus)

0

 

0303 32 00

schol (Pleuronectes platessa)

0

 

0303 33 00

tong (Solea spp.)

0

 

0303 39 10

bot (Platichthys flesus)

0

 

0303 39 30

vis van het geslacht „Rhombosolea”

0

 

0303 39 80

andere

0

 

0303 50

haring (Clupea harengus, Clupea pallasii), met uitzondering van levers, hom en kuit:

 

 

0303 50 05

van 1 januari tot en met 14 februari

0

 

0303 50 98

van 16 juni tot en met 31 december

0

 

▼M11

0303 53 90

——— sprot (Sprattus sprattus)

0

 

▼M3

0303 60 11

kabeljauw van de soort „Gadus morhua”

0

 

▼M7

0303 72 00

Schelvis (Melanogrammus aeglefinus)

0

 

▼M3

0303 73 00

koolvis (Pollachius virens)

0

 

ex 0303 74 10

makreel van de soort „Scomber scombrus”, van 1 januari tot en met 14 februari

0

 

ex 0303 74 20

makreel van de soort „Scomber scombrus”, van 16 juni tot en met 31 december

0

 

0303 75

haai:

 

 

0303 75 20

doornhaai (Squalus acanthias)

0

 

0303 75 50

hondshaai (Scyliorhinus spp.)

0

 

0303 75 90

andere

0

 

0303 79

andere:

 

 

Noorse schelvis (Sebastes spp.):

 

 

0303 79 35

van de soort „Sebastes marinus”

0

 

ex 0303 79 37

van de soort „Sebastes mentella”

0

 

0303 79 45

wijting (Merlangus merlangus)

0

 

0303 79 51

leng (Molva spp.)

0

 

0303 79 81

zeeduivel (Lophius spp.)

0

 

0303 79 83

blauwe wijting (Micromesistius poutassou of Gadus poutassou)

0

 

0303 79 96

andere

0

 

0303 80

Levers, hom en kuit:

0

 

0303 80 90

andere

0

 

0304

Visfilets en ander visvlees (ook indien fijngemaakt), vers, gekoeld of bevroren:

 

 

0304 10

vers of gekoeld:

 

 

filets:

 

 

van zoetwatervis:

 

 

ex 0304 10 11

van forel van de soort „Oncorhynchus mykiss”

0

TC nr. 1

ex 0304 10 13

van Atlantische zalm (Salmo salar)

0

 

andere:

 

 

ex 0304 10 31

van kabeljauw van de soort „Gadus morhua”

0

 

0304 10 33

van koolvis (Pollachius virens)

0

 

0304 10 35

van Noorse schelvis (Sebastes spp.)

0

 

0304 10 38

andere

 

 

ander visvlees, ook indien fijngemaakt:

 

 

0304 10 91

van zoetwatervis

0

 

ander:

 

 

haringlappen:

 

 

0304 10 94

van 1 januari tot en met 14 februari

0

 

0304 10 96

van 16 juni tot en met 31 december

0

 

0304 10 98

ander

0

 

0304 20

filets, bevroren:

 

 

van zoetwatervis:

 

 

ex 0304 20 11

van forel van de soort „Oncorhynchus mykiss”

0

TC nr. 1

ex 0304 20 13

van Atlantische zalm (Salmo salar)

0

 

van kabeljauw (Gadus morhua, Gadus macrocephalus, Gadus Ogac) en van vis van de soort „Boreogadus saida”:

 

 

ex 0304 20 29

van kabeljauw van de soort „Gadus morhua”

0

 

0304 20 31

van koolvis (Pollachius virens)

0

 

0304 20 33

van schelvis (Melanogrammus aeglefinus)

0

 

van Noorse schelvis (Sebastes spp.):

 

 

0304 20 35

van de soort „Sebastes marinus”

0

 

ex 0304 20 37

van de soort „Sebastes mentella”

0

 

0304 20 41

van wijting (Merlangus merlangus)

0

 

0304 20 43

van leng (Molva spp.)

0

 

ex 0304 20 53

van makreel van de soort „Scomber scombrus”

0

 

0304 20 71

van schol (Pleuronectes platessa)

0

 

0304 20 75

van haring (Clupea harengus, Clupea pallasii)

0

 

0304 20 96

andere:

 

 

van blauwe wijting (Micromesistius poutassou of Gadus poutassou)

0

 

andere dan van blauwe wijting (Micromesistius poutassou of Gadus poutassou)

0

 

0304 90

ander:

 

 

0304 90 05

surimi

0

 

– – ander:

 

 

ex 0304 90 10

van zoetwatervis:

 

 

van forel van de soort „Oncorhynchus mykiss”

0

TC nr. 1

van Atlantische zalm (Salmo salar)

0

 

ander:

 

 

van haring (Clupea harengus, Clupea pallasii):

 

 

0304 90 20

van 1 januari tot en met 14 februari

0

 

0304 90 27

van 16 juni tot en met 31 december

0

 

0304 90 38

van kabeljauw van de soort „Gadus morhua”

0

 

0304 90 41

van koolvis (Pollachius virens)

0

 

0304 90 45

van schelvis (Melanogrammus aeglefinus)

0

 

0304 90 57

van zeeduivel (Lophius spp.)

0

 

0304 90 59

van blauwe wijting (Micromesistius poutassou of Gadus poutassou)

0

 

0304 90 97

ander

0

 

0305

Vis, gedroogd, gezouten of gepekeld; gerookte vis, ook indien voor of tijdens het roken gekookt; meel, poeder en pellets, van vis, geschikt voor menselijke consumptie:

 

 

0305 10 00

meel, poeder en pellets, van vis, geschikt voor menselijke consumptie

0

 

0305 20 00

vislevers, hom en kuit, gedroogd, gerookt, gezouten of gepekeld

0

 

0305 30

visfilets, gedroogd, gezouten of gepekeld, doch niet gerookt:

 

 

ex 0305 30 19

van kabeljauw van de soort „Gadus morhua”

0

 

ex 0305 30 30

van Atlantische zalm (Salmo salar), gezouten of gepekeld

0

 

0305 30 50

van zwarte heilbot (Reinhardtius hippoglossoides), gezouten of gepekeld

0

 

0305 30 90

andere

0

 

gerookte vis, filets daaronder begrepen:

 

 

ex 0305 41 00

Atlantische zalm (Salmo salar)

0

 

0305 42 00

haring (Clupea harengus, Clupea pallasii)

0

 

0305 49 10

zwarte heilbot (Reinhardtius hippoglossoides)

0

 

0305 49 20

Atlantische heilbot (Hippoglossus hippoglossus)

0

 

ex 0305 49 30

makreel van de soort „Scomber scombrus”

0

 

ex 0305 49 45

forel van de soort „Oncorhynchus mykiss”

0

 

0305 49 50

paling of aal (Anguilla spp.)

0

 

0305 49 80

andere

0

 

gedroogde vis, ook indien gezouten, doch niet gerookt:

 

 

ex 0305 51 10

kabeljauw van de soort „Gadus morhua”, gedroogd, ongezouten

0

 

ex 0305 51 90

kabeljauw van de soort „Gadus morhua”, gedroogd, gezouten

0

 

▼M9

0305 59

andere:

 

 

0305 59 80

andere:

 

 

ex 0305 59 80

koolvis (Pollachius virens)

0

TC nr. 5

▼M3

ex 0305 59 90

andere:

 

 

leng (Molva molva)

0

 

blauwe leng (Molva dipterygia dipterygia)

0

 

torsk (Brosme brosme)

0

 

vis, gezouten, doch niet gedroogd of gerookt, alsmede gepekelde vis:

 

 

0305 61 00

haring (Clupea harengus, Clupea pallasii)

0

 

ex 0305 62 00

kabeljauw van de soort „Gadus morhua”

0

 

0305 69

andere:

 

 

0305 69 90

andere

0

 

0306

Schaaldieren, ook indien ontdaan van de schaal, levend, vers, gekoeld, bevroren, gedroogd, gezouten of gepekeld; schaaldieren in de schaal, gestoomd of in water gekookt, ook indien gekoeld, bevroren, gedroogd, gezouten of gepekeld; meel, poeder en pellets, van schaaldieren, geschikt voor menselijke consumptie:

 

 

bevroren:

 

 

0306 13

garnalen:

 

 

0306 13 10

van de familie „Pandalidae”

0

 

0306 13 40

Roze diepwatergarnalen (Parapenaeus longirostris)

0

 

0306 13 50

garnalen van het geslacht „Penaeus”

0

 

0306 13 80

andere

0

 

▼M9

0306 14

krabben:

 

 

0306 14 90

andere:

 

 

ex 0306 14 90

krabben van de soort Geryon affinis

0

TC nr. 6

▼M3

0306 19 30

langoestines (Nephrops norvegicus)

0

 

niet bevroren:

 

 

0306 29 30

langoestines (Nephrops norvegicus)

0

 

0307

Weekdieren, ook indien ontdaan van de schelp, levend, vers, gekoeld, bevroren, gedroogd, gezouten of gepekeld; ongewervelde waterdieren, andere dan schaal- en weekdieren, levend, vers, gekoeld, bevroren, gedroogd, gezouten of gepekeld; meel, poeder en pellets, van ongewervelde waterdieren, andere dan schaaldieren, geschikt voor menselijke consumptie:

 

 

jakobsschelpen en andere schelpdieren van de geslachten „Pecten”, „Chlamys” of „Placopecten”:

 

 

0307 21 00

levend, vers of gekoeld

0

 

0307 29

andere:

 

 

0307 29 10

jakobsschelpen (Pecten maximus), bevroren

0

 

0307 29 90

andere

0

 

▼M9

andere, daaronder begrepen meel, poeder en pellets, van ongewervelde waterdieren, andere dan schaaldieren, geschikt voor menselijke consumptie:

 

 

0307 91 00

levend, vers of gekoeld:

 

 

ex 0307 91 00

wulk (Buccinum undatum)

0

TC nr. 7

0307 99

andere:

 

 

bevroren:

 

 

0307 99 18

andere:

 

 

ex 0307 99 18

wulk (Buccinum undatum)

0

TC nr. 7

▼M3

1604

Bereidingen en conserven van vis, kaviaar en kaviaarsurrogaten bereid uit kuit:

 

 

vis, geheel of in stukken, doch niet fijngemaakt:

 

 

ex 1604 11 00

Atlantische zalm (Salmo salar)

0

TC nr. 2

1604 12

haring:

 

 

andere:

 

 

1604 12 91

in luchtdichte verpakkingen

0

 

1604 12 99

andere

0

 

▼M11

1604 13

sardines, sardinella’s en sprot

 

 

 

sardines:

 

 

1604 13 90

andere

0

 

▼M3

1604 19

andere:

 

 

ex 1604 19 10

forel van de soort „Oncorhynchus mykiss”

0

TC nr. 2

1604 19 91

filets, rauw, enkel omgeven door beslag of door paneermeel (gepaneerd), ook indien in olie voorgebakken, bevroren

0

 

andere:

 

 

1604 19 92

kabeljauw (Gadus morhua, Gadus ogac, Gadus macrocephalus)

0

TC nr. 3

1604 19 93

koolvis (Pollachius virens)

0

TC nr. 3

1604 19 94

heek (Merluccius spp., Urophycis spp.)

0

TC nr. 3

1604 19 95

Alaska koolvis (Theragra chalcogramma) en witte koolvis, pollak of vlaswijting (Pollachius pollachius)

0

TC nr. 3

1604 19 98

andere

0

TC nr. 3

1604 20

andere bereidingen en conserven van vis:

 

 

1604 20 05

bereidingen van surimi

0

TC nr. 3

andere:

 

 

ex 1604 20 10

van Atlantische zalm (Salmo salar)

0

TC nr. 2

ex 1604 20 30

van forel van de soort „Oncorhynchus mykiss”

0

TC nr. 2

1604 20 90

van andere vissoorten:

 

 

andere dan haring

0

TC nr. 3

1605

Bereidingen en conserven van schaaldieren, van weekdieren of van andere ongewervelde waterdieren

 

 

1605 20

garnaal:

 

 

1605 20 10

in luchtdichte verpakkingen

0

TC nr. 4

andere:

 

 

1605 20 91

in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van niet meer dan 2 kg

0

TC nr. 4

1605 20 99

andere

0

TC nr. 4

ex 1605 40 00

langoestines (Nephrops norvegicus)

0

TC nr. 4

▼M9

1605 90

andere

 

 

weekdieren:

 

 

1605 90 30

andere:

 

 

ex 1605 90 30

wulk (Buccinum undatum)

0

TC nr. 7

▼M3

2301

Meel, poeder en pellets van vlees, van slachtafval, van vis, van schaaldieren, van weekdieren of van andere ongewervelde waterdieren, ongeschikt voor menselijke consumptie; kanen:

 

 

2301 20 00

Meel, poeder en pellets, van vis, van schaaldieren, van weekdieren of van andere ongewervelde waterdieren

0

 



TABEL II

GN-code

Omschrijving

Invoerrecht

Tariefcontingent

(TC)

(1)

(2)

(3)

(4)

0301

levende vis:

 

TC nr. 1 ►C1   (1)  ◄

700

ex 0301 91 90

forel van de soort „Oncorhynchus mykiss”

0

0302

Vis, vers of gekoeld, andere dan visfilets en ander visvlees bedoeld bij 0304:

 

ex 0302 11 90

forel van de soort „Oncorhynchus mykiss”

0

0303

Bevroren vis, andere dan visfilets en ander visvlees bedoeld bij post 0304:

 

ex 0303 21 90

forel van de soort „Oncorhynchus mykiss”

0

0304

Visfilets en ander visvlees (ook indien fijngemaakt), vers, gekoeld of bevroren:

 

0304 10

vers of gekoeld:

 

filets:

 

ex 0304 10 11

van forel van de soort „Oncorhynchus mykiss”

0

0304 20

filets, bevroren:

 

ex 0304 20 11

van forel van de soort „Oncorhynchus mykiss”

0

0304 90

ander:

 

ex 0304 90 10

van forel van de soort „Oncorhynchus mykiss”

0

▼M9

0305

Vis, gedroogd, gezouten of gepekeld, gerookte vis, ook indien voor of tijdens het roken gekookt; meel, poeder en pellets, van vis, geschikt voor menselijke consumptie:

 

 

gedroogde vis, ook indien gezouten, doch niet gerookt:

 

 

0305 59

andere:

 

 

0305 59 80

andere:

 

 

ex 0305 59 80

koolvis (Pollachius virens)

0

TC nr. 5 (3)

750

0306

Schaaldieren, ook indien ontdaan van de schaal, levend, vers, gekoeld, bevroren, gedroogd, gezouten of gepekeld; schaaldieren in de schaal, gestoomd of in water gekookt, ook indien gekoeld, bevroren, gedroogd, gezouten of gepekeld; meel, poeder en pellets, van schaaldieren, geschikt voor menselijke consumptie:

 

 

bevroren:

 

 

0306 14

krabben:

 

 

0306 14 90

andere:

 

 

ex 0306 14 90

krabben van de soort Geryon affinis

0

TC nr. 6 (3)

750

0307

Weekdieren, ook indien ontdaan van de schelp, levend, vers, gekoeld, bevroren, gedroogd, gezouten of gepekeld; ongewervelde waterdieren, andere dan schaal- en weekdieren, levend, vers, gekoeld, bevroren, gedroogd, gezouten of gepekeld; meel, poeder en pellets, van ongewervelde waterdieren, andere dan schaaldieren, geschikt voor menselijke consumptie:

 

 

andere, daaronder begrepen meel, poeder en pellets, van ongewervelde waterdieren, andere dan schaaldieren, geschikt voor menselijke consumptie:

 

 

0307 91 00

levend, vers of gekoeld:

 

 

ex 0307 91 00

wulk (Buccinum undatum)

0

TC nr. 7 (3)

1 200

0307 99

andere:

 

 

bevroren:

 

 

0307 99 18

andere:

 

 

ex 0307 99 18

wulk (Buccinum undatum)

0

TC nr. 7 (3)

1 200

▼M3

1604

Bereidingen en conserven van vis; kaviaar en kaviaarsurrogaten bereid uit kuit:

 

TC nr. 2

400

vis, geheel of in stukken, doch niet fijngemaakt:

 

ex 1604 11 00

Atlantische zalm (Salmo salar)

0

1604 19

andere:

 

ex 1604 19 10

forel van de soort „Oncorhynchus mykiss”

0

1604 20

andere bereidingen en conserven van vis:

 

andere:

 

ex 1604 20 10

van Atlantische zalm (Salmo salar)

0

ex 1604 20 30

van forel van de soort „Oncorhynchus mykiss”

0

1604

Bereidingen en conserven van vis; kaviaar en kaviaarsurrogaten bereid uit kuit:

 

TC nr. 3

1 200

Vis, geheel of in stukken, doch niet fijngemaakt:

 

1604 19 92

kabeljauw (Gadus morhua, Gadus ogac, Gadus macrocephalus)

0

1604 19 93

koolvis (Pollachius virens)

0

1604 19 94

heek (Merluccius spp. Urophycis spp.)

0

1604 19 95

Alaska koolvis (Theragra chalcogramma) en witte koolvis, pollak of vlaswijting (Pollachius pollachius)

0

1604 19 98

andere

0

1604 20

andere bereidingen en conserven van vis:

 

1604 20 05

bereidingen van surimi

0

andere:

 

ex 1604 20 90

van andere vissoorten:

 

andere dan haring

0

▼M7

1605

Bereidingen en conserven van schaaldieren, van weekdieren of van andere ongewervelde waterdieren:

 

TC nr. 4 (2)

4 000

1605 20

- garnaal:

 

 

1605 20 10

- - in luchtdichte verpakkingen

0

 

 

- - andere:

 

 

1605 20 91

- - - in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van niet meer dan 2 kg

0

 

1605 20 99

- - - andere:

0

 

ex 1605 40 00

- langoustines (Nephrops norvegicus)

0

 

▼M9

1605 90

andere

 

 

weekdieren:

 

 

1605 90 30

andere:

 

 

ex 1605 90 30

wulk (Buccinum undatum)

0

TC nr. 7 (3)

1 200

►C1  (1)   

De cijfers hebben betrekking op de commerciële presentatie, zowel geheel als van ingewanden ontdaan. Voor invoer onder GS-code 0304 zal een coëfficiënt van 2 worden toegepast voor de af te boeken hoeveelheden van dit tariefcontingent.

 ◄
►M7  (2)   

In 2007 bedraagt het jaarlijkse volume 4 000 ton. Vanaf 1 januari 2008 wordt het volume jaarlijks met 1 000 ton verhoogd tot maximaal 6 000 ton, op voorwaarde dat ten minste 80 % van de totale hoeveelheid van het vorige contingent op 31 december van dat jaar is gebruikt.

 ◄
►M9  (3)   

Voor 2008 moet de omvang van de tariefcontingenten aan de hand van het gedeelte van het jaar dat tot de datum van toepassing van de tariefcontingenten verstreken is, worden berekend naar evenredigheid van de basisvolumes.

 ◄

▼B

PROTOCOL Nr. 2

betreffende de tariefbehandeling en de bepalingen welke van toepassing zijn op bepaalde door verwerking van landbouwprodukten verkregen produkten



Artikel 1

Gezien de verschillen in de kosten van de landbouwprodukten die zijn verwerkt in de goederen welke in de als bijlage aan dit Protocol gehechte tabel zijn vermeld, vormt de Overeenkomst geen beletsel voor:

i) 

de heffing, bij invoer, van een agrarisch element of een vast bedrag, of de toepassing van interne prijscompenserende maatregelen:

ii) 

de toepassing van maatregelen bij uitvoer.

Artikel 2

De Gemeenschap past op de invoer van oorsprong uit de Faeröer de invoerrechten toe die in de als bijlage aan dit Protocol gehechte tabel zijn vermeld.

Artikel 3

De Faeröer zullen alle rechten en heffingen op de invoer van verwerkte landbouwprodukten van oorsprong uit de Gemeenschap afschaffen, behalve in de in Protocol nr. 4, artikel 2, genoemde gevallen.

Indien de Faeröer de in artikel 1 van dit Protocol bedoelde maatregelen voor verwerkte landbouwprodukten instellen, wordt de Gemeenschap daarvan in kennis gesteld.



Tabel

EUROPESE GEMEENSCHAP

GN-code

Omschrijving

Invoerrecht (1)

0403

Karnemelk, gestremde melk en room, yoghurt, kefir en andere gegiste of aangezuurde melk en room, ook indien ingedikt, met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, gearomatiseerd of met toegevoegde vruchten of cacao:

 

0403 10

yoghurt:

 

0403 10 51 t/m 99

gearomatiseerd of met toegevoegde vruchten of cacao

EA

0403 90

andere:

 

0403 90 71 t/m 99

gearomatiseerd of met toegevoegde vruchten of cacao

EA

0710

Groenten, ook indien gestoomd of in water gekookt, bevroren:

 

0710 40

suikermaïs

EA

0711

Groenten, voorlopig verduurzaamd (bij voorbeeld door middel van zwaveldioxide of in water waaraan, voor het voorlopig verduurzamen, zout, zwavel of andere stoffen zijn toegevoegd), doch als zodanig niet geschikt voor dadelijke consumptie:

 

0711 90

andere groenten; mengsels van groenten:

 

groenten:

 

0711 90 30

suikermaïs

EA

1702

Andere suiker, chemisch zuivere lactose, maltose, glucose en fructose (levulose) daaronder begrepen, in vaste vorm; suikerstroop, niet gearomatiseerd en zonder toegevoegde kleurstoffen; kunsthonig, ook indien met natuurhonig vermengd; karamel:

 

1702 50

chemisch zuivere fructose

Vrij

1702 90

andere, invertsuiker daaronder begrepen:

 

1702 90 10

chemisch zuivere maltose

Vrij

1704

Suikerwerk zonder cacao (witte chocolade daaronder begrepen):

 

1704 10

kauwgom, ook indien bedekt met een laagje suiker

EA max

1704 90

ander:

 

1704 90 10

zoethoutextract (drop), bevattende meer dan 10 gewichtspercenten sacharose, zonder andere toegevoegde stoffen

Vrij

1704 90 30

witte chocolade

EA max

+ AD S/Z

1704 90 51 t/m 99

ander

EA max

+ AD S/Z

1806

Chocolade en andere bereidingen voor menselijke consumptie die cacao bevatten:

 

1806 10

cacaopoeder, waaraan suiker of andere zoetstoffen zijn toegevoegd

EA

1806 20

andere bereidingen, hetzij in blokken of -in staven, met een gewicht van meer dan 2 kg, hetzij in vloeibare toestand of in de vorm van pasta, poeder, korrels of dergelijke, in recipiënten of in andere verpakkingen, met een inhoud per onmiddellijke verpakking van meer dan 2 kg:

 

1806 20 10

met een gehalte aan cacaoboter van 31 of meer gewichtspercenten of met een totaalgehalte aan cacaoboter en van melk afkomstige vetstoffen van 31 of meer gewichtspercenten

EA max

+ AD S/Z

1806 20 30

met een totaalgehalte aan cacaoboter en van melk afkomstige vetstoffen van 25 of meer doch minder dan 31 gewichtspercenten

EA max

+ AD S/Z

andere:

 

1806 20 50

met een gehalte aan cacaoboter van 18 of meer gewichtspercenten

EA max

+ AD S/Z

1806 20 70

zogenaamde „chocolate milk crumb”

EA

1806 20 95

andere

EA max

+ AD S/Z

andere, in de vorm van tabletten, staven of repen:

 

1806 31 00

gevuld

EA max

+ AD S/Z

1806 32

niet gevuld

EA max

+ AD S/Z

1806 90

andere:

 

1806 90 11 t/m 39

chocolade en chocoladewerken

EA max

+ AD S/Z

1806 90 50

suikerwerk en overeenkomstige bereidingen op basis van suiker vervangende stoffen, die cacao bevatten

EA max

+ AD S/Z

1806 90 60

boterhampasta die cacao bevat

EA max

+ AD S/Z

1806 90 70

bereidingen voor dranken, die cacao bevatten

EA max

+ AD S/Z

1806 90 90

andere

EA max

+ AD S/Z

1901

Moutextract; bereidingen voor menselijke consumptie van meel, gries, griesmeel, zetmeel of moutextract, geen of minder dan 40 gewichtspercenten cacao bevattend, berekend op een geheel ontvette basis, elders genoemd noch elders onder begrepen; bereidingen voor menselijke consumptie van produkten bedoeld bij de posten 0401 tot en met 0404, geen of minder dan 5 gewichtspercenten cacao bevattend, berekend op een geheel ontvette basis, elders genoemd noch elders onder begrepen.

EA

1902

Deegwaren, ook indien gekookt of gevuld (met vlees of andere zelfstandigheden), dan wel op andere wijze bereid, zoals spaghetti, macaroni, noedels, lasagne, gnocchi, ravioli en cannelloni; koeskoes, ook indien bereid:

 

deegwaren, niet gekookt, noch gevuld of op andere wijze bereid:

 

1902 11

waarin ei is verwerkt

EA

1902 19

andere

EA

1902 20

gevulde deegwaren (ook indien gekookt of op andere wijze bereid):

 

1902 20 91 en 99

andere

EA

1902 30

andere deegwaren

EA

1902 40

koeskoes

EA

1903

Tapioca en soortgelijke produkten bereid uit zetmeel, in de vorm van vlokken, korrels, parels en dergelijke

EA

1904

Graanpreparaten verkregen door poffen of door roosteren (bij voorbeeld corn-flakes); granen (andere dan maïs) in de vorm van korrels of in de vorm van vlokken of van andere bewerkte korrels (met uitzondering van meel en gries), voorgekookt of op andere wijze bereid, elders genoemd noch elders onder begrepen

 

1905

Brood, gebak, biscuits en andere bakkerswaren, ook indien deze produkten cacao bevatten; ouwel in bladen, hosties, ouwels voor geneesmidelen, plakouwels en dergelijke produkten van meel of van zetmeel:

 

1905 10

bros gebakken brood, zogenaamd knäckebröd

EA max 24 %

+ AD F/M

1905 20

ontbijtkoek

EA

1905 30

koekjes en biscuits, gezoet; wafels en wafeltjes

EA max. 35 %

+ AD S/Z

1905 40

beschuit, geroosterd brood en dergelijke geroosterde produkten

EA

1905 90

andere:

 

1905 90 10

matzes

EA max. 20 %

+ AD F/M

1905 90 20

ouwel in bladen, hosties, ouwels voor geneesmiddelen, plakouwels en dergelijke produkten, van meel of van zetmeel

EA

 

andere:

 

1905 90 30

brood waaraan geen honig, eieren, kaas of vruchten zijn toegevoegd, met een gehalte aan suikers en aan vetstoffen van elk niet meer dan 5 gewichtspercenten, berekend op de droge stof

EA

1905 90 40

wafels en wafeltjes, met een gehalte aan water van meer dan 10 gewichtspercenten

 

1905 90 45

koekjes en biscuits

EA max

+ AD F/M

1905 90 55

geëxtrudeerde en geëxpandeerde produkten, gezouten of gearomatiseerd

EA max

+ AD F/M

andere:

 

1905 90 60

gezoet

EA max

+ AD S/Z

1905 90 90

andere

EA max

+ AD F/M

2001

Groenten, vruchten en andere eetbare plantedelen, bereid of verduurzaamd in azijn of in azijnzuur:

 

2001 90

andere

 

2001 90 30

suikermaïs (Zea mays var. saccharata)

EA

2004

Andere groenten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, bevroren, andere dan de produkten bedoeld bij post 2006:

 

2004 10

aardappelen:

 

andere:

 

2004 10 91

in de vorm van meel, gries of vlokken

EA

2004 90

andere groenten en mengsels van groenten:

 

2004 90 10

suikermaïs (Zea mays var. saccharata)

EA

2005

Andere groenten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, niet bevroren, andere dan de produkten bedoeld bij post 2006:

 

2005 20

aardappelen:

 

2005 20 10

in de vorm van meel, gries of vlokken

EA

2005 80

suikermaïs (Zea mays var. saccharata)

EA

2008

Vruchten en andere eetbare plantedelen, op andere wijze bereid of verduurzaamd, ook indien met toegevoegde suiker, andere zoetstoffen of alcohol, elders genoemd noch elders onder begrepen:

 

andere, mengsels daaronder begrepen, andere dan de produkten bedoeld bij onderverdeling 2008 19 :

 

2008 99

andere:

 

zonder toegevoegde alcohol:

 

zonder toegevoegde suiker:

 

2008 99 85

maïs, andere dan suikermaïs (Zea mays var. saccharata)

EA

2101

Extracten, essences en concentraten, van koffie, van thee of van maté en preparaten op basis van deze produkten of op basis van koffie, van thee of van maté; gebrande cichorei en andere gebrande koffiesurrogaten, alsmede extracten, essences en concentraten daarvan:

 

extracten, essences en concentraten, van koffie en preparaten op basis van deze produkten of op basis van koffie:

 

2101 12

preparaten op basis van extracten, essences of concentraten of op basis van koffie:

 

2101 12 98

andere:

EA

2101 20

extracten, essences en concentraten, van thee of van maté en preparaten op basis van deze produkten of op basis van thee of van maté:

 

preparaten:

 

2101 20 98

andere

EA

2101 30

gebrande cichorei en andere gebrande koffiesurrogaten, alsmede extracten, essences en concentraten daarvan:

 

gebrande cichorei en andere gebrande koffiesurrogaten:

 

2101 30 19

andere

EA

extracten, essences en concentraten van gebrande cichorei en van andere gebrande koffiesurrogaten:

 

2101 30 99

andere:

EA

2102

Gist, ook indien inactief; andere eencellige micro-organismen, dood (andere dan de vaccins bedoeld bij post 3002); samengesteld bakpoeder:

 

2102 10

levende gist:

 

2102 10 31 en 39

bakkersgist

EA

2102 20

inactieve gist; andere eencellige micro-organismen, dood:

 

2102 20 11 en 19

inactieve gist

Vrij

2103

Sausen en preparaten voor sausen; samengestelde kruiderijen en dergelijke produkten; mosterdmeel en bereide mosterd:

 

2103 10

sojasaus

Vrij

2103 20

tomatenketchup en andere tomatensausen

Vrij

2103 90

andere

Vrij

2104

Preparaten voor soep of voor bouillon; bereide soep en bouillon; samengestelde gehomogeniseerde produkten voor menselijke consumptie:

 

2104 10

preparaten voor soep of voor bouillon; bereide soep en bouillon

Vrij

2105

Consumptie-ijs, ook indien cacao bevattend

EA max

+ AD S/Z

2106

Produkten voor menselijke consumptie, elders genoemd noch elders onder begrepen:

 

2106 10

proteïneconcentraten en getextureerde proteïnestoffen:

 

2106 10 80

andere

EA

2106 90

andere:

 

2106 90 10

preparaten, „fondues” genaamd

EA max. 25 ECU/100 kg/net

andere:

 

ex 2106 90 92

bevattende geen van melk afkomstige vetstoffen, sacharose, isoglucose, glucose of zetmeel, of bevattende minder dan 1,5 gewichtspercent van melk afkomstige vetstoffen, minder dan 5 gewichtspercenten sacharose of isoglucose, minder dan 5 gewichtspercenten glucose of zetmeel:

 

proteïnehydrolisaten; gist-autolisaten

Vrij

2106 90 98

andere

EA

2202

Water, mineraalwater en spuitwater daaronder begrepen, met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, dan wel gearomatiseerd, alsmede andere alcoholvrije dranken, andere dan de vruchte- en groentesappen bedoeld bij post 2009:

 

2202 10

water, mineraalwater en spuitwater daaronder begrepen, met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, dan wel gearomatiseerd

Vrij

2202 90

andere:

 

ex 2202 90 10

geen produkten bedoeld bij de posten 0401 tot en met 0404 of vetstoffen afkomstig van produkten bedoeld bij de posten 0401 tot en met 0404 bevattend:

 

suiker bevattende (sacharose of invertstuiker)

Vrij

2202 90 91 t/m 99

andere

EA

2203

Bier van mout

Vrij

2205

Vermout en andere wijn van verse druiven, bereid met aromatische planten of met aromatische stoffen

Vrij

2208

Ethylalcohol, niet gedenatureerd, met een alcohol-volumegehalte van minder dan 80 % vol; gedistilleerde dranken, likeuren en andere dranken die gedistilleerde alcohol bevatten:

 

2208 90

andere:

 

andere gedistilleerde dranken en andere dranken die gedistilleerde alcohol bevatten, in verpakkingen inhoudende:

 

niet meer dan 21:

 

ex 2208 90 69

andere dranken die gedistilleerde alcohol bevatten:

 

bevattende eieren of eiwit en/of suiker (sacharose of invertsuiker)

1 ECU/% vol/hl

+ 6 ECU/hl

meer dan 2 1:

 

ex 2208 90 78

andere dranken die gedistilleerde alcohol bevatten:

 

bevattende eieren of eiwit en/of suiker (sacharose of invertsuiker)

1 ECU/% vol/hl

2905

Acyclische alcoholen, alsmede halogeen-, sulfo-, nitro- en nitrosoderivaten daarvan:

 

andere meerwaardige alcoholen:

 

2905 43

mannitol

EA

2905 44

D-glucitol (sorbitol)

EA

2915

Verzadigde eenwaardige acyclische carbonzuren, daarvan afgeleide anhydriden, halogeniden, peroxiden en peroxyzuren, alsmede halogeen-, sulfo- nitro- en nitrosoderivaten daarvan:

 

mierezuur en zouten en esters daarvan:

 

ex 2915 13

esters van mierezuur:

 

esters van mannitol en esters van sorbitol

Vrij

esters van azijnzuur:

 

2915 39

andere:

 

ex 2915 39 90

andere:

 

esters van mannitol en esters van sorbitol

Vrij

ex 2915 90

andere:

 

esters van mannitol en esters van sorbitol

Vrij

2916

Onverzadigde eenwaardige acyclische carbonzuren en eenwaardige cyclische carbonzuren, daarvan afgeleide anhydriden, halogeniden, peroxiden en peroxyzuren, alsmede halogeen-, sulfo-, nitro- en nitrosoderivaten daarvan:

 

onverzadigde eenwaardige acyclische carbonzuren, daarvan afgeleide anhydriden, halogeniden, peroxiden en peroxyzuren, alsmede derivaten daarvan:

 

2916 19

andere:

 

ex 2916 19 80

andere:

 

esters van mannitol en esters van sorbitol

Vrij

2917

Meerwaardige carbonzuren, daarvan afgeleide anhydriden, halogeniden, peroxiden en peroxyzuren, alsmede halogeen-, sulfo-, nitro- en nitrosoderivaten daarvan:

 

meerwaardige acyclische carbonzuren, daarvan afgeleide anhydriden, halogeniden, peroxiden en peroxyzuren, alsmede derivaten daarvan:

 

2917 19

andere:

 

ex 2917 19 90

andere:

 

itaconzuur en zouten en esters daarvan

Vrij

2918

Carbonzuren met andere zuurstofhoudende groepen, daarvan afgeleide anhydriden, halogeniden, peroxiden en peroxyzuren, alsmede halogeen-, sulfo, nitro- en nitrosoderivaten daarvan:

 

carbonzuren met alcoholische hydroxylgroepen, doch zonder andere zuurstofhoudende groepen, daarvan afgeleide anhydriden, halogeniden, peroxiden en peroxyzuren, alsmede derivaten daarvan:

 

2918 11

melkzuur en zouten en esters daarvan

Vrij

2918 14

citroenzuur

Vrij

2918 15

zouten en esters van citroenzuur

Vrij

2918 19

andere:

 

ex 2918 19 80

andere:

 

glycerinezuur, glycolzuur, sacharosezuur, isosacharosezuur, heptasacharosezuur, alsmede zouten en esters daarvan

Vrij

2932

Heterocyclische verbindingen met uitsluitend een of meer zuurstofatomen als heteroatoom:

 

verbindingen met een al dan niet gehydrogeneerde, niet-geanelleerde (niet-gecondenseerde) furaanring:

 

ex 2932 19

andere:

 

watervrije verbindingen van mannitol of van sorbitol, met uitzondering van maltol en isomaltol

Vrij

2932 99

andere:

 

ex 2932 99 70

andere cyclische acetalen en inwendige hemiacetalen, ook indien met andere zuurstofhoudende groepen, alsmede halogeen-, sulfo-, nitro- en nitrosoderivaten daarvan:

 

α-methylglucoside

Vrij

ex 2932 99 90

andere:

 

watervrije verbindingen van mannitol of van sorbitol, met uitzondering van maltol en isomaltol

Vrij

2940

Suikers, chemisch zuiver, andere dan sacharose, lactose, maltose, glucose en fructose; ethers en esters van suikers, alsmede zouten daarvan, andere dan de produkten bedoeld bij de posten 2937, 2938 en 2939:

 

2940 00 90

andere

Vrij

2941

Antibiotica:

 

2941 10

penicillinen en derivaten daarvan met een structuur van penicillaanzuur; zouten van deze produkten

Vrij

3001

Klieren en andere organen, voor opotherapeutisch gebruik, gedroogd, ook indien in poedervorm; extracten van klieren of van andere organen, of van afscheidingsprodukten daarvan, voor opotherapeutisch gebruik; heparine en zouten daarvan; andere menselijke of dierlijke stoffen, bereid voor therapeutisch of profylactisch gebruik, elders genoemd noch elders onder begrepen:

 

3001 90

andere:

 

andere:

 

3001 90 91

heparine en zouten daarvan

Vrij

3501

Caseïne, caseïnaten en andere derivaten van caseïne; lijm van caseïne:

 

3501 10

caseïne:

 

3501 10 10

bestemd voor het vervaardigen van kunstmatige textielvezels (2)

Vrij

3501 10 50

bestemd voor andere industriële doeleinden dan voor de vervaardiging van produkten voor menselijke consumptie of van veevoeder (2)

Vrij

3501 10 90

andere

Vrij

3501 90

andere

Vrij

3505

Dextrine en ander gewijzigd zetmeel (bij voorbeeld voorgegelatineerd of veresterd zetmeel); lijn op basis van zetmeel, van dextrine of van ander gewijzigd zetmeel:

 

3505 10

dextrine en ander gewijzigd zetmeel:

 

3505 10 10

dextrine

EA

ander gewijzigd zetmeel:

 

3505 10 50

door ethervorming of door verestering gewijzigd

Vrij

3505 10 90

andere

EA

3505 20

lijm

EA max

3506

Lijm en andere bereide kleefmiddelen, elders genoemd noch elders onder begrepen; als lijm of als kleefmiddel te gebruiken produkten, opgemaakt voor de verkoop in het klein als lijm of als kleefmiddel, in een opmaak met een nettogewicht van niet meer dan 1 kg:

 

ex 3506 10 00

als lijm of als kleefmiddel te gebruiken produkten, opgemaakt voor de verkoop in het klein als lijm of als kleefmiddel, in een opmaak met een nettogewicht van niet meer dan 1 kg:

 

—op basis van natriumsilicaatemulsies of van harsemulsies

Vrij

andere:

 

ex 3506 99 00

andere:

 

op basis van natriumsilicaatemulsie of van harsemulsies

Vrij

3809

Appreteermiddelen, middelen voor het versnellen van het verfproces of van het fixeren van kleurstoffen, alsmede andere produkten en preparaten (bij voorbeeld preparaten voor het beitsen), van de soort gebruikt in de textielindustrie, in de papierindustrie, in de lederindustrie of in dergelijke industrieën, elders genoemd noch elders onder begrepen:

 

3809 10

op basis van zetmeel of van zetmeelhoudende stoffen

EA max

andere:

 

ex 3809 91

van de soort gebruikt in de textielindustrie of in dergelijke industrieën:

 

bevattende zetmeel of van zetmeel afgeleide produkten

Vrij

ex 3809 92

van de soort gebruikt in de papierindustrie of in dergelijke industrieën:

 

bevattende zetmeel of van zetmeel afgeleide produkten

Vrij

ex 3809 93

van de soort gebruikt in de lederindustrie of in dergelijke industrieën:

 

bevattende zetmeel of van zetmeel afgeleide produkten

Vrij

3823

Industriële eenwaardige vetzuren; bij raffinage verkregen acid-oils; industriële vetalcoholen:

 

industriële eenwaardige vetzuren; bij raffinage verkregen acid-oils:

 

3823 13

tallvetzuren

Vrij

3824

Bereide bindmiddelen voor gietvormen of voor gietkernen; chemische produkten en preparaten van de chemische of van aanverwante industrieën (mengsels van natuurlijke produkten daaronder begrepen), elders genoemd noch elders onder begrepen; residuen van de chemische of van aanverwante industrieën, elders genoemd noch elders onder begrepen:

 

ex 3824 10

bereide bindmiddelen voor gietvormen of voor gietkernen:

 

op basis van synthetische harsen

Vrij

3824 60

sorbitol, andere dan die bedoeld bij onderverdeling 2905 44

EA

3824 90

andere:

 

ex 3824 90 25

pyrolignieten (calciumpyroligniet, enz.); ruw calciumtartraat; ruw calciumcitraat:

 

ruw calciumcitraat

Vrij

andere:

 

ex 3824 90 95

andere:

 

door het kraken van sorbitol verkregen produkten

Vrij

3911

Petroleumharsen, cumaronindeenharsen, polyterpenen, polysulfiden, polysulfonen en andere produkten, genoemd in aantekening 3 op dit hoofdstuk, elders genoemd noch elders onder begrepen, in primaire vormen:

 

ex 3911 10

petroleumharsen, cumaron-, indeen- of cumaronindeenharsen en polyterpenen:

 

kleefmiddelen of basis van harsemulsies

Vrij

3911 90

—andere:

 

polymerisatieprodukten verkregen door herschikking of condensatie, ook indien chemisch gewijzigd:

 

ex 3911 90 19

kleefmiddelen op basis van harsemulsies

Vrij

andere:

 

ex 3911 90 99

kleefmiddelen op basis van harsemulsies

Vrij

3913

Natuurlijke polymeren (bij voorbeeld alginezuur) en gewijzigde natuurlijke polymeren (bij voorbeeld geharde proteïnen, chemische derivaten van natuurlijke rubber), elders genoemd noch elders onder begrepen, in primaire vormen:

 

3913 90

andere:

 

ex 3913 90 90

andere:

 

dextraan

Vrij

andere, met uitzondering van geharde proteïnen

Vrij

(1)   

De agrarische elementen (EA), waarvoor een maximumrecht kan worden toegepast, worden in het gemeenschappelijk douanetarief genoemd in de vorm van een specifiek bedrag of van een verwijzing naar bijlage I van het gemeenschappelijk doaunetarief (Verordening (EEG) nr. 2658/87, zoals gewijzigd).

(2)   

Indeling onder deze onderverdeling is onderworpen aan de voorwaarden en bepalingen, vastgesteld bij de op dit gebied geldende communautaire bepalingen.

▼M12

PROTOCOL NR. 3

betreffende de definitie van het begrip “producten van oorsprong” en regelingen voor administratieve samenwerking



Artikel 1

Toepasselijke regels van oorsprong

1.  
Voor de toepassing van de overeenkomst zijn aanhangsel I en de relevante bepalingen van aanhangsel II bij de Regionale Conventie betreffende de pan-Euro-mediterrane preferentiële oorsprongsregels ( 1 ) (“de conventie”), zoals laatstelijk gewijzigd en gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie, van toepassing.
2.  
Alle verwijzingen naar de “desbetreffende overeenkomst” in aanhangsel I en in de relevante bepalingen van aanhangsel II bij de conventie .
3.  
Niettegenstaande artikel 16, lid 5, en artikel 21, lid 3, van aanhangsel I bij de conventie mag het bewijs van oorsprong een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 of een oorsprongsverklaring zijn indien bij de cumulatie alleen EVA-staten, de Faeröer, de Europese Unie, de Republiek Turkije, de deelnemers aan het stabilisatie- en associatieproces, de Republiek Moldavië, Georgië en Oekraïne zijn betrokken.

Artikel 2

Alternatieve toepasselijke regels van oorsprong

1.  
Niettegenstaande artikel 1 van dit protocol worden producten die preferentiële oorsprong verkrijgen overeenkomstig de alternatieve toepasselijke regels van oorsprong van aanhangsel A bij dit protocol (“overgangsregels” voor de toepassing van de overeenkomst ook beschouwd als van oorsprong uit de Europese Unie of de Faeröer.
2.  
De overgangsregels zijn van toepassing totdat de wijziging van de conventie waarop de overgangsregels gebaseerd zijn, in werking treedt.

Artikel 3

Geschillenregeling

1.  
Indien er een geschil ontstaat in verband met de in artikel 32 van aanhangsel I bij de conventie of artikel 34 van aanhangsel A bij dit protocol beschreven controleprocedures dat niet kan worden opgelost door de douaneautoriteit die de controle heeft aangevraagd en de douaneautoriteit die deze controle moet uitvoeren, wordt dit aan het Gemengd Comité voorgelegd.
2.  
In alle gevallen is de wetgeving van het land van invoer van toepassing op de regeling van geschillen tussen een importeur en de douaneautoriteiten van het land van invoer.

Artikel 4

Wijzigingen van het protocol

Het Gemengd Comité kan besluiten dit protocol te wijzigen.

Artikel 5

Opzegging van de conventie

1.  
Indien ofwel de Europese Unie ofwel het Koninkrijk Denemarken wat betreft de Faeröer de depositaris van de conventie schriftelijk te kennen geeft de conventie op grond van artikel 9 van de conventie te willen opzeggen, openen de Europese Unie en het Koninkrijk Denemarken wat betreft de Faeröer onmiddellijk onderhandelingen over oorsprongsregels voor de toepassing van de overeenkomst.
2.  
Tot de inwerkingtreding van deze nieuw overeengekomen oorsprongsregels blijven de op het moment van opzegging geldende oorsprongsregels in aanhangsel I en, in voorkomend geval, de relevante bepalingen van aanhangsel II bij de conventie van toepassing op de overeenkomst. Vanaf de opzegging worden de oorsprongsregels in aanhangsel I en, in voorkomend geval, de relevante bepalingen van aanhangsel II bij de conventie evenwel zo uitgelegd dat zij uitsluitend bilaterale cumulatie tussen de Europese Unie en de Faeröer toestaan.

Aanhangsel A

ALTERNATIEVE TOEPASSELIJKE REGELS VAN OORSPRONG

Regels voor facultatieve toepassing tussen de overeenkomstsluitende partijen bij de Regionale Conventie betreffende de pan-Euro-mediterrane preferentiële oorsprongsregels, in afwachting van de sluiting en de inwerkingtreding van de wijziging van de conventie

(“de regels” of “de overgangsregels”)

DEFINITIE VAN HET BEGRIP “PRODUCTEN VAN OORSPRONG”EN REGELINGEN VOOR ADMINISTRATIEVE SAMENWERKING

INHOUDSOPGAVE

DOELSTELLINGEN

TITEL I

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1

Definities

TITEL II

DEFINITIE VAN HET BEGRIP “PRODUCTEN VAN OORSPRONG”

Artikel 2

Algemene eisen

Artikel 3

Geheel en al verkregen producten

Artikel 4

Toereikende be- of verwerking

Artikel 5

Tolerantieregel

Artikel 6

Ontoereikende be- of verwerking

Artikel 7

Cumulatie van oorsprong

Artikel 8

Toepassingsvoorwaarden van de cumulatie van oorsprong

Artikel 9

Determinerende eenheid

Artikel 10

Stellen en assortimenten

Artikel 11

Neutrale elementen

Artikel 12

Gescheiden boekhouding

TITEL III

TERRITORIALITEITSVEREISTEN

Artikel 13

Territorialiteitsbeginsel

Artikel 14

Niet-wijziging

Artikel 15

Tentoonstellingen

TITEL IV

TERUGGAVE OF VRIJSTELLING VAN RECHTEN

Artikel 16

Teruggave of vrijstelling van douanerechten

TITEL V

BEWIJS VAN OORSPRONG

Artikel 17

Algemene eisen

Artikel 18

Voorwaarden voor het opstellen van een oorsprongsverklaring

Artikel 19

Toegelaten exporteur

Artikel 20

Procedure voor de afgifte van een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1

Artikel 21

Afgifte achteraf van het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1

Artikel 22

Afgifte van een duplicaat van het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1

Artikel 23

Geldigheid van het bewijs van oorsprong

Artikel 24

Vrije zones

Artikel 25

Vereisten bij invoer

Artikel 26

Invoer in deelzendingen

Artikel 27

Vrijstelling van het bewijs van oorsprong

Artikel 28

Verschillen en vormfouten

Artikel 29

Leveranciersverklaring

Artikel 30

Bedragen in euro

TITEL VI

SAMENWERKINGSBEGINSELEN EN BEWIJSSTUKKEN

Artikel 31

Bewijsstukken, bewaring van de bewijzen van oorsprong en andere stukken

Artikel 32

Geschillenregeling

TITEL VII

ADMINISTRATIEVE SAMENWERKING

Artikel 33

Kennisgeving en samenwerking

Artikel 34

Controle van de bewijzen van oorsprong

Artikel 35

Controle van de leveranciersverklaring

Artikel 36

Sancties

TITEL VIII

TOEPASSING VAN AANHANGSEL A

Artikel 37

Europese Economische Ruimte

Artikel 38

Liechtenstein

Artikel 39

Republiek San Marino

Artikel 40

Vorstendom Andorra

Artikel 41

Ceuta en Melilla

Lijst van bijlagen

BIJLAGE I

Aantekeningen bij de lijst in bijlage II

BIJLAGE II:

Lijst van be- of verwerkingen van materialen die niet van oorsprong zijn waardoor het vervaardigde product het karakter van product van oorsprong verkrijgt

BIJLAGE III

Tekst van de oorsprongsverklaring

BIJLAGE IV

Model van het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 en aanvraag van een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1

BIJLAGE V

Bijzondere voorwaarden met betrekking tot producten van oorsprong uit Ceuta en Melilla

BIJLAGE VI

Leveranciersverklaring

BIJLAGE VII

Langlopende leveranciersverklaring

DOELSTELLINGEN

sluiting en de inwerkingtreding van de wijziging van de Regionale Conventie betreffende de pan-Euro-mediterrane preferentiële oorsprongsregels (“de PEM-conventie” of “de conventie”). Deze regels zijn bilateraal van toepassing op de handel tussen die overeenkomstsluitende partijen die overeenkomen ernaar te verwijzen of ze op te nemen in hun bilaterale preferentiële handelsovereenkomsten. Deze regels zijn bedoeld om te worden toegepast als alternatief voor de regels van de conventie, die overeenkomstig de conventie geen afbreuk doen aan de beginselen die zijn neergelegd in de desbetreffende overeenkomsten en andere daarmee samenhangende bilaterale overeenkomsten tussen de overeenkomstsluitende partijen. Deze regels zullen dus niet verplicht zijn maar optioneel. Zij kunnen worden toegepast door marktdeelnemers die aanspraak wensen te maken op preferenties die op deze regels zijn gebaseerd in plaats van op de regels van de conventie te zijn gebaseerd.

Deze regels zijn niet bedoeld om de conventie te wijzigen. De conventie blijft volledig van toepassing tussen de overeenkomstsluitende partijen bij de conventie. Deze regels zullen de rechten en plichten van de overeenkomstsluitende partijen bij de conventie niet wijzigen.

TITEL I

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1

Definities

Voor de toepassing van deze regels wordt verstaan onder:

a) 

“toepassende overeenkomstsluitende partij”: een overeenkomstsluitende partij bij de PEM-conventie die deze regels opneemt in haar bilaterale preferentiële handelsovereenkomsten met een andere overeenkomstsluitende partij bij de PEM-conventie; hieronder vallen ook de partijen bij deze overeenkomst;

b) 

“hoofdstukken”, “posten” en “onderverdelingen”: de hoofdstukken, posten en onderverdelingen (vier- of zescijfercodes) van de nomenclatuur die het Verdrag over het geharmoniseerde systeem inzake de omschrijving en codering van goederen (“geharmoniseerde systeem”) vormt met de wijzigingen ingevolge de aanbeveling van de Internationale Douaneraad van 26 juni 2004;

c) 

“ingedeeld”: de indeling van een goed onder een bepaalde post of onderverdeling van het geharmoniseerde systeem;

d) 

“zending”: producten die ofwel

i) 

gelijktijdig van één exporteur naar één geadresseerde worden gezonden, of

ii) 

vergezeld gaan van één enkel vervoersdocument vanaf de verzending bij de exporteur tot de aankomst bij de geadresseerde of, in afwezigheid van een dergelijk document, van één enkele factuur;

e) 

“douaneautoriteiten van de partij of toepassende overeenkomstsluitende partij” voor de Europese Unie: een douaneautoriteit van een lidstaat van de Europese Unie;

f) 

“douanewaarde”: de waarde zoals bepaald volgens de Overeenkomst inzake de toepassing van artikel VII van de Algemene Overeenkomst inzake tarieven en handel van 1994 (WTO-overeenkomst inzake douanewaarde);

g) 

“prijs af fabriek”: de prijs die voor het product af fabriek is betaald aan de fabrikant in de partij in wiens bedrijf de laatste be- of verwerking is verricht, voor zover in die prijs de waarde is begrepen van alle gebruikte materialen en alle andere aan de vervaardiging verbonden kosten, verminderd met alle binnenlandse belastingen die worden of kunnen worden terugbetaald wanneer het verkregen product wordt uitgevoerd. Wanneer de laatste be- of verwerking aan een fabrikant is uitbesteed, verwijst de term “fabrikant” naar het bedrijf dat de be- of verwerking heeft uitbesteed.

Wanneer de betaalde prijs niet alle kosten dekt die verbonden zijn aan de vervaardiging van het product in de partij, is de prijs af fabriek de som van al die kosten, verminderd met alle binnenlandse belastingen die worden of kunnen worden terugbetaald wanneer het verkregen product wordt uitgevoerd;

h) 

“onderling vervangbaar materiaal” of “onderling vervangbaar product”: materiaal of product van dezelfde soort en handelskwaliteit, met dezelfde technische en fysieke kenmerken en waartussen geen onderscheid mogelijk is;

i) 

“goederen”: zowel materialen als producten;

j) 

“vervaardiging”: elke soort be- of verwerking, met inbegrip van assemblage;

k) 

“materiaal”: alle ingrediënten, grondstoffen, componenten, delen enz., die bij de vervaardiging van het product worden gebruikt;

l) 

“maximuminhoud van niet van oorsprong zijnde materialen”: de maximale hoeveelheid niet van oorsprong zijnde materialen die is toegestaan om een vervaardiging te beschouwen als een toereikende be- of verwerking om de oorsprong te verlenen. Deze hoeveelheid kan worden uitgedrukt in procenten van de prijs af fabriek van het product of in procenten van het nettogewicht van de gebruikte materialen van een bepaalde groep hoofdstukken, een hoofdstuk, post of onderverdeling;

m) 

“product”: het product dat wordt vervaardigd, zelfs indien dit bestemd is om later bij de vervaardiging van een ander product te worden gebruikt;

n) 

“gebied”: het grondgebied, de binnenwateren en de territoriale zee van een partij;

o) 

“toegevoegde waarde”: de prijs af fabriek van het product verminderd met de douanewaarde van alle gebruikte materialen van oorsprong uit de andere toepassende overeenkomstsluitende partijen waarmee cumulatie van toepassing is of, indien de douanewaarde niet bekend is of niet kan worden vastgesteld, de eerste controleerbare prijs die in de partij van uitvoer voor deze materialen werd betaald;

p) 

“waarde van de materialen”: de douanewaarde ten tijde van de invoer van de gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn, of, indien deze niet bekend is of niet kan worden vastgesteld, de eerste controleerbare prijs die voor de materialen in de partij van uitvoer is betaald. Wanneer de waarde van de gebruikte materialen van oorsprong moet worden vastgesteld, is dit punt van overeenkomstige toepassing.

TITEL II

DEFINITIE VAN HET BEGRIP “PRODUCTEN VAN OORSPRONG”

Artikel 2

Algemene eisen

Voor de toepassing van de overeenkomst worden de volgende producten beschouwd van oorsprong te zijn uit een partij wanneer zij naar een andere partij worden uitgevoerd:

a) 

geheel en al in een partij verkregen producten, in de zin van artikel 3;

b) 

in een partij verkregen producten, waarin materialen zijn verwerkt die daar niet geheel en al zijn verkregen, mits deze materialen in die partij een toereikende be- of verwerking hebben ondergaan in de zin van artikel 4.

Artikel 3

Geheel en al verkregen producten

1.  

De volgende producten worden, bij uitvoer naar de andere partij, beschouwd geheel en al verkregen te zijn in een partij:

a) 

uit de zeebodem of de ondergrond ervan gewonnen minerale producten en mineraal water;

b) 

aldaar gekweekte of geoogste producten van het plantenrijk, met inbegrip van waterplanten;

c) 

aldaar geboren en gehouden levende dieren;

d) 

producten afkomstig van aldaar gehouden levende dieren;

e) 

producten afkomstig van aldaar geboren en gehouden geslachte dieren;

f) 

producten van de aldaar bedreven jacht en visserij;

g) 

producten van de aquacultuur, wanneer de vis, schaaldieren, weekdieren en andere ongewervelde waterdieren aldaar zijn geboren of uit eieren, larven, jonge vis of visbroed zijn gekweekt;

h) 

producten van de zeevisserij en andere buiten een territoriale zee door haar schepen uit de zee gewonnen producten;

i) 

uitsluitend uit de onder h) bedoelde producten aan boord van haar fabrieksschepen vervaardigde producten;

j) 

aldaar verzamelde gebruikte artikelen die slechts voor de terugwinning van grondstoffen kunnen dienen;

k) 

resten en afval afkomstig van aldaar verrichte fabricagehandelingen;

l) 

producten gewonnen uit de buiten haar territoriale zee gelegen zeebodem of de ondergrond ervan, mits de partij exclusieve rechten heeft op de exploitatie van deze zeebodem of de ondergrond ervan;

m) 

goederen die aldaar uitsluitend uit de onder a) tot en met l) bedoelde producten zijn vervaardigd.

2.  

De termen “haar schepen” en “haar fabrieksschepen” in lid 1, onder h) respectievelijk i), zijn slechts van toepassing op schepen en fabrieksschepen die aan elk van de volgende vereisten voldoen:

a) 

zij zijn geregistreerd in de partij van uitvoer of de partij van invoer;

b) 

zij voeren de vlag van de partij van uitvoer of de partij van invoer;

c) 

zij voldoen aan een van de volgende voorwaarden:

i) 

zij behoren voor ten minste 50 % toe aan onderdanen van de partij van uitvoer of de partij van invoer, of

ii) 

zij behoren toe aan vennootschappen die:

— 
hun hoofdkantoor en hun belangrijkste economische activiteiten in de partij van uitvoer of de partij van invoer hebben, en
— 
voor ten minste 50 % toebehoren aan de partij van uitvoer of de partij van invoer of aan openbare lichamen of onderdanen van deze partijen.
3.  
Wanneer de partij van uitvoer of de partij van invoer de Europese Unie is, wordt voor de toepassing van lid 2 een lidstaat van de Europese Unie verstaan.
4.  
Voor de toepassing van lid 2 worden de EVA-staten geacht één toepassende overeenkomstsluitende partij te vormen.

Artikel 4

Toereikende be- of verwerking

1.  
Onverminderd lid 3 van dit artikel en artikel 6 worden producten die niet geheel en al zijn verkregen in een partij, geacht een toereikende be- of verwerking te hebben ondergaan wanneer aan de in lijst in bijlage II genoemde voorwaarden is voldaan.
2.  
Indien een product dat overeenkomstig lid 1 de oorsprong van een partij heeft verkregen, als materiaal wordt gebruikt bij de vervaardiging van een ander product, wordt geen rekening gehouden met de niet-oorsprongsmaterialen die bij de vervaardiging ervan kunnen zijn gebruikt.
3.  
Voor elk product wordt bepaald of aan de eisen van lid 1 is voldaan.

Wanneer de relevante regel evenwel gebaseerd is op een maximuminhoud van niet-oorsprongsmaterialen, kunnen de douaneautoriteiten van de partijen exporteurs toestemming verlenen om overeenkomstig lid 4 een gemiddelde te berekenen van de prijs af fabriek van het product en de waarde van de niet-oorsprongsmaterialen om rekening te houden met schommelingen in kosten en wisselkoersen.

4.  
Indien het in lid 3, tweede alinea bedoelde geval van toepassing is, worden een gemiddelde prijs van het product af fabriek en een gemiddelde waarde van de gebruikte niet-oorsprongsmaterialen berekend respectievelijk op basis van de som van de prijzen af fabriek van de gehele verkoop van hetzelfde product in het voorgaande boekjaar en de som van de waarde van alle niet-oorsprongsmaterialen die gebruikt zijn bij de vervaardiging van hetzelfde product in het voorgaande boekjaar, zoals gedefinieerd in de partij van uitvoer of, wanneer cijfers voor een geheel boekjaar ontbreken, een kortere periode die echter niet minder dan drie maanden kan zijn.
5.  
Exporteurs die gekozen hebben voor een berekening op basis van gemiddelden, moeten deze methode consistent toepassen in het jaar volgende op het referentieboekjaar dan wel, indien van toepassing, in het jaar volgende op de kortere periode die als referentieperiode is gebruikt. Zij mogen ophouden deze methode toe te passen wanneer zij vaststellen dat in een bepaald boekjaar, of in een bepaalde kortere representatieve periode van niet minder dan drie maanden, de schommelingen in de kosten of wisselkoersen die de toepassing van die methode rechtvaardigden, hebben opgehouden.
6.  
De in lid 4 bedoelde gemiddelden worden gebruikt als respectievelijk de prijs af fabriek en de waarde van niet van oorsprong zijnde materialen, om vast te stellen of voldaan is aan de voorwaarde van de maximuminhoud van niet van oorsprong zijnde materialen.

Artikel 5

Tolerantieregel

1.  

In afwijking van artikel 4 en behoudens de leden 2 en 3 van dit artikel mogen niet-oorsprongsmaterialen die volgens de in de lijst in bijlage II opgenomen voorwaarden bij de vervaardiging van een bepaald product niet mogen worden gebruikt, toch worden gebruikt, mits het totale nettogewicht of de totale waarde niet hoger is dan:

a) 

15 % van het nettogewicht van het product voor producten die onder de hoofdstukken 2 en 4 tot en met 24 vallen, met uitzondering van verwerkte visserijproducten van hoofdstuk 16;

b) 

15 % van de prijs af fabriek van het product voor andere dan onder a) vallende producten.

Dit lid is niet van toepassing op producten die onder de hoofdstukken 50 tot en met 63 van het geharmoniseerde systeem vallen, waarvoor de afwijkingen gelden die in de aantekeningen 6 en 7 van bijlage I vermeld zijn.

2.  
Lid 1 van dit artikel staat niet toe dat de percentages voor de maximuminhoud van niet van oorsprong zijnde materialen zoals vastgesteld in de regels in de lijst in bijlage II worden overschreden.
3.  
De leden 1 en 2 van dit artikel zijn niet van toepassing op producten die geheel en al zijn verkregen in een partij in de zin van artikel 3. Onverminderd artikel 6 en artikel 9, lid 1, is de in die bepalingen vastgestelde afwijking toch van toepassing op producten waarvoor de regel in de lijst in bijlage II vereist dat de bij de vervaardiging van het product gebruikte materialen geheel en al zijn verkregen.

Artikel 6

Ontoereikende be- of verwerking

1.  

Onverminderd lid 2 van dit artikel worden de volgende behandelingen als ontoereikend beschouwd om de oorsprong te verlenen, ongeacht of aan de voorwaarden van artikel 4 wordt voldaan:

a) 

behandelingen om de producten tijdens vervoer en opslag in goede staat te bewaren;

b) 

splitsen en samenvoegen van colli;

c) 

wassen, schoonmaken; stofvrij maken, verwijderen van roest, olie, verf of dergelijke;

d) 

strijken of persen van textiel;

e) 

eenvoudig schilderen en polijsten;

f) 

ontvliezen of doppen en geheel of gedeeltelijk vermalen van rijst; polijsten en glanzen van granen en rijst;

g) 

kleuren of aromatiseren van suiker of vormen van suikerklonten; geheel of gedeeltelijk vermalen van kristalsuiker;

h) 

pellen, ontpitten en schillen van noten, vruchten en groenten;

i) 

aanscherpen, eenvoudig vermalen of versnijden;

j) 

zeven, sorteren, classificeren, assorteren (daaronder begrepen het samenstellen van stellen of assortimenten van artikelen);

k) 

eenvoudig plaatsen in flessen, flacons, blikken, zakken, kratten of dozen, bevestigen op kaarten of platen en alle andere eenvoudige handelingen in verband met de opmaak;

l) 

aanbrengen of opdrukken van merken, etiketten, beeldmerken of andere soortgelijke onderscheidingstekens op de producten zelf of op de verpakking;

m) 

eenvoudig mengen van producten, ook van verschillende soorten;

n) 

mengen van suiker met enige stof;

o) 

eenvoudig toevoegen van water of verdunnen, drogen of denatureren van producten;

p) 

eenvoudig samenvoegen van delen van artikelen tot een volledig artikel en het uit elkaar nemen van producten;

q) 

slachten van dieren;

r) 

twee of meer van de onder a) tot en met q) genoemde handelingen tezamen.

2.  
Om te bepalen of de be- of verwerkingen die een bepaald product heeft ondergaan, ontoereikend zijn in de zin van lid 1 worden alle behandelingen die dit product in de partij van uitvoer heeft ondergaan, samen in aanmerking genomen.

Artikel 7

Cumulatie van oorsprong

1.  
Onverminderd artikel 2 worden producten, bij uitvoer naar de andere partij, beschouwd als van oorsprong uit de partij van uitvoer indien zij aldaar zijn verkregen uit materialen van oorsprong uit een andere toepassende overeenkomstsluitende partij, op voorwaarde dat de in de partij van uitvoer verrichte be- of verwerkingen meer inhouden dan de in artikel 6 beschreven handelingen. De materialen hoeven geen toereikende be- of verwerking te hebben ondergaan.
2.  
Indien de in de partij van uitvoer verrichte be- of verwerkingen niet meer inhouden dan de in artikel 6 beschreven behandelingen, wordt het product dat is verkregen uit materialen van oorsprong uit een andere toepassende overeenkomstsluitende partij, alleen als van oorsprong uit de partij van uitvoer beschouwd indien de aldaar toegevoegde waarde groter is dan die van de gebruikte materialen van oorsprong uit een andere toepassende overeenkomstsluitende partij. Is dit niet het geval, dan wordt het verkregen product beschouwd als van oorsprong uit de toepassende overeenkomstsluitende partij die de hoogste waarde vertegenwoordigt van bij de vervaardiging van het eindproduct in de partij van uitvoer gebruikte oorsprongsmaterialen vertegenwoordigt.
3.  
Onverminderd artikel 2 en met uitzondering van producten die onder de hoofdstukken 50 tot en met 63 vallen, worden in een andere toepassende overeenkomstsluitende partij dan de partij van uitvoer verrichte be- of verwerkingen geacht te zijn verricht in de partij van uitvoer wanneer de daarbij verkregen producten verdere be- of verwerkingen ondergaan in deze partij van uitvoer.
4.  
Onverminderd artikel 2 worden, uitsluitend voor de bilaterale handel tussen de partijen voor producten die onder de hoofdstukken 50 tot en met 63 vallen, in de partij van invoer verrichte be- of verwerkingen geacht te zijn verricht in de partij van uitvoer wanneer de producten verdere be- of verwerkingen ondergaan in deze partij van uitvoer.

Voor de toepassing van dit lid worden de deelnemers aan het stabilisatie- en associatieproces van de Europese Unie en de Republiek Moldavië als één toepassende overeenkomstsluitende partij beschouwd.

5.  
Partijen kunnen er eenzijdig voor kiezen om de toepassing van lid 3 van dit artikel betreffende de invoer van producten die onder de hoofdstukken 50 tot en met 63 vallen, te verlengen. Een partij die voor een dergelijke verlenging kiest, stelt de andere partij van die beslissing in kennis en informeert de Europese Commissie overeenkomstig artikel 8, lid 2.
6.  
Met het oog op de cumulatie in de zin van de leden 3 tot en met 5 van dit artikel worden oorsprongsproducten uitsluitend geacht van oorsprong te zijn uit de partij van uitvoer indien de be- of verwerkingen die zij daar hebben ondergaan, meer inhouden dan de in artikel 6 beschreven handelingen.
7.  
Producten van oorsprong uit de toepassende overeenkomstsluitende partijen als bedoeld in lid 1 die in de partij van uitvoer geen be- of verwerking ondergaan, behouden hun oorsprong wanneer zij naar een van de andere toepassende overeenkomstsluitende partijen worden uitgevoerd.

Artikel 8

Toepassingsvoorwaarden van de cumulatie van oorsprong

1.  

De cumulatie waarin artikel 7 voorziet, kan slechts worden toegepast indien:

a) 

een preferentiële handelsovereenkomst overeenkomstig artikel XXIV van de Algemene Overeenkomst inzake tarieven en handel 1994 (GATT) van toepassing is tussen de toepassende overeenkomstsluitende partijen die betrokken zijn bij het verkrijgen van de oorsprong, en de toepassende overeenkomstsluitende partij van bestemming, en

b) 

goederen de oorsprong hebben verkregen door toepassing van oorsprongsregels die gelijk zijn aan die in deze regels.

2.  
Kennisgevingen waaruit blijkt dat is voldaan aan de vereisten voor de toepassing van cumulatie, worden gepubliceerd in de Publicatieblad van de Europese Unie (C-reeks) en in een officiële publicatie in de Faeröer, overeenkomstig hun eigen procedures.

De cumulatie waarin artikel 7 voorziet, is van toepassing met ingang van de datum die in deze kennisgevingen is vermeld.

De partijen verstrekken de Europese Commissie de bijzonderheden over de relevante overeenkomsten die zijn gesloten met andere toepassende overeenkomstsluitende partijen met inbegrip van de datum van inwerkingtreding van deze regels.

3.  
Op het bewijs van oorsprong wordt in het Engels de vermelding “CUMULATION APPLIED WITH (naam van de desbetreffende toepassende overeenkomstsluitende partij/partijen in het Engels)” wanneer producten de oorsprong hebben verkregen door toepassing van cumulatie van oorsprong in overeenstemming met artikel 7.

Indien een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 wordt gebruikt als bewijs van oorsprong, wordt die vermelding aangebracht in vak 7 van het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1.

4.  
Partijen kunnen besluiten om voor de naar hen uitgevoerde producten die de oorsprong in de partij van uitvoer hebben verkregen door toepassing van cumulatie van oorsprong in overeenstemming met artikel 7, af te zien van de eis om de in lid 3 van dit artikel bedoelde vermelding in het bewijs van oorsprong op te nemen ( 2 ).

De partijen verstrekken de Europese Commissie overeenkomstig artikel 8, lid 2, een kennisgeving van de ontheffing.

Artikel 9

Determinerende eenheid

1.  

De determinerende eenheid voor de toepassing van deze regels is het product dat bij de bepaling van de indeling volgens de nomenclatuur van het geharmoniseerde systeem als de basiseenheid wordt beschouwd. Hieruit volgt dat:

a) 

wanneer een product, bestaande uit een groep of verzameling van artikelen, onder één enkele post van het geharmoniseerde systeem wordt ingedeeld, het geheel de in aanmerking te nemen eenheid vormt;

b) 

wanneer een zending uit een aantal identieke producten bestaat die onder dezelfde post van het geharmoniseerde systeem worden ingedeeld, elk product voor de toepassing van deze regels afzonderlijk moet worden genomen.

2.  
Wanneer volgens algemene regel 5 van het geharmoniseerde systeem de verpakking meetelt voor het vaststellen van de indeling, telt deze ook mee voor het vaststellen van de oorsprong.
3.  
Toebehoren, reserveonderdelen en gereedschappen die samen met materieel, machines, apparaten of voertuigen worden verzonden en deel uitmaken van de normale uitrusting daarvan en in de prijs af fabriek zijn begrepen, worden geacht één geheel te vormen met het materieel respectievelijk de machines, apparaten of voertuigen in kwestie.

Artikel 10

Stellen en assortimenten

Stellen of assortimenten in de zin van algemene regel 3 van het geharmoniseerde systeem worden als van oorsprong beschouwd indien alle samenstellende delen van oorsprong zijn.

Een stel of assortiment bestaande uit producten van oorsprong en producten die niet van oorsprong zijn, wordt toch als van oorsprong beschouwd indien de waarde van de producten die niet van oorsprong zijn, niet hoger is dan 15 % van de prijs af fabriek van het stel of assortiment.

Artikel 11

Neutrale elementen

Om te bepalen of een product een product van oorsprong is, hoeft niet te worden nagegaan wat de oorsprong is van bij de vervaardiging van dat product gebruikte:

a) 

energie en brandstof;

b) 

fabrieksuitrusting;

c) 

machines en werktuigen;

d) 

goederen die in de uiteindelijke samenstelling van het product niet voorkomen en waarvan het ook niet de bedoeling is dat zij daarin voorkomen.

Artikel 12

Gescheiden boekhouding

1.  
Indien zowel van oorsprong als niet van oorsprong zijnde onderling vervangbare materialen worden gebruikt bij de be- of verwerking van een product, mogen marktdeelnemers deze materialen beheren met behulp van een gescheiden boekhouding zonder dat zij apart moeten worden opgeslagen.
2.  
Marktdeelnemers mogen zowel van oorsprong als niet van oorsprong zijnde onderling vervangbare producten van post 1701 beheren met behulp van een gescheiden boekhouding zonder dat de producten apart moeten worden opgeslagen.
3.  
De partijen mogen eisen dat voor de toepassing van een gescheiden boekhouding vooraf een vergunning moet worden aangevraagd bij de douaneautoriteiten. De douaneautoriteiten mogen het verlenen van de vergunning afhankelijk stellen van alle door hen passend geachte voorwaarden en houden toezicht op het gebruik van de vergunning. De douaneautoriteiten kunnen de vergunning te allen tijde intrekken wanneer de houder er op enigerlei wijze oneigenlijk gebruik van maakt of niet aan een van de andere in deze regels vastgestelde voorwaarden voldoet.

Door middel van een gescheiden boekhouding moet worden gegarandeerd dat er te allen tijde niet meer producten als “van oorsprong uit de partij van uitvoer” kunnen worden beschouwd dan het geval zou zijn geweest bij een methode van fysieke scheiding van de voorraden.

De methode van de gescheiden boekhouding wordt toegepast en de toepassing van die methode wordt geregistreerd overeenkomstig de algemeen aanvaarde boekhoudkundige beginselen die in de partij van uitvoer van toepassing zijn.

4.  
De gebruiker van de in de leden 1 en 2 bedoelde methode stelt bewijzen van oorsprong op of vraagt om de afgifte ervan voor de hoeveelheid producten die als van oorsprong uit de partij van uitvoer kunnen worden beschouwd. De begunstigde geeft op verzoek van de douaneautoriteiten een verklaring af over de wijze waarop de hoeveelheden zijn beheerd.

TITEL III

TERRITORIALITEITSVEREISTEN

Artikel 13

Territorialiteitsbeginsel

1.  
Aan de in titel II beschreven voorwaarden moet ononderbroken zijn voldaan in een betrokken partij.
2.  

Indien producten van oorsprong uit een partij naar een ander land zijn uitgevoerd en vervolgens terugkeren, worden zij als niet van oorsprong beschouwd tenzij ten genoegen van de douaneautoriteiten kan worden aangetoond dat:

a) 

de teruggekeerde producten dezelfde zijn als de eerder uitgevoerde producten, en

b) 

zij tijdens de periode dat ze in dat land waren of waren uitgevoerd, geen andere behandelingen hebben ondergaan dan die welke noodzakelijk waren om ze in goede staat te bewaren.

3.  

Het verkrijgen van de oorsprong overeenkomstig de voorwaarden van titel II wordt niet beïnvloed door buiten de partij van uitvoer verrichte be- of verwerkingen van uit die partij van uitvoer uitgevoerde en vervolgens wederingevoerde materialen, mits:

a) 

die materialen geheel en al in de partij van uitvoer zijn verkregen dan wel, voorafgaand aan de uitvoer, be- of verwerkingen hebben ondergaan die meer inhouden dan de in artikel 6 beschreven handelingen, en

b) 

ten genoegen van de douaneautoriteiten kan worden aangetoond dat:

i) 

de wederingevoerde producten het resultaat zijn van de be- of verwerking van de uitgevoerde materialen, en

ii) 

de totale, door de toepassing van dit artikel buiten de partij van uitvoer verkregen toegevoegde waarde niet meer dan 10 % bedraagt van de prijs af fabriek van het als product van oorsprong aangemerkte eindproduct.

4.  
Voor de toepassing van lid 3 van dit artikel zijn de voorwaarden in titel II voor het verkrijgen van de oorsprong niet van toepassing op buiten de partij van uitvoer verrichte be- of verwerkingen. Wanneer evenwel in de lijst in bijlage II een regel is opgenomen met een maximumwaarde voor alle gebruikte niet-oorsprongsmaterialen om de oorsprong van het eindproduct te bepalen, mag de totale waarde van de niet-oorsprongsmaterialen die in het gebied van de partij van uitvoer zijn verwerkt, samen met de totale, door de toepassing van dit artikel buiten deze partij verkregen toegevoegde waarde, het vermelde percentage niet overschrijden.
5.  
Voor de toepassing van de leden 3 en 4 wordt onder “totale toegevoegde waarde” verstaan alle buiten de partij van uitvoer gemaakte kosten, met inbegrip van de waarde van de aldaar toegevoegde materialen.
6.  
De leden 3 en 4 van dit artikel zijn niet van toepassing op producten die niet aan de voorwaarden van de lijst in bijlage II voldoen of die slechts door toepassing van de algemene tolerantieregel van artikel 5 als in toereikende mate be- of verwerkt kunnen worden aangemerkt.
7.  
Alle buiten de partij van uitvoer verrichte be- of verwerkingen die onder dit artikel vallen, vinden plaats in het kader van de regeling passieve veredeling of een soortgelijke regeling.

Artikel 14

Niet-wijziging

1.  
De bij de overeenkomst vastgestelde preferentiële behandeling is uitsluitend van toepassing op producten die aan de eisen van deze regels voldoen en bij invoer zijn aangegeven in een partij op voorwaarde dat die producten dezelfde zijn als die welke uit de partij van uitvoer zijn uitgevoerd. Zij mogen op geen enkele wijze gewijzigd zijn en ook geen andere behandelingen hebben ondergaan dan die welke noodzakelijk zijn om ze in goede staat te bewaren, of dan de toevoeging of het aanbrengen van merken, etiketten, verzegelingen of documentatie ter naleving van specifieke binnenlandse vereisten van de partij van invoer, welke behandelingen zijn verricht onder douanetoezicht in het derde land of de derde landen van doorvoer of splitsing, voordat zij tot verbruik worden aangegeven.
2.  
De producten of zendingen mogen worden opgeslagen op voorwaarde dat zij in het derde land of de derde landen van doorvoer onder douanetoezicht blijven.
3.  
Onverminderd titel V van dit aanhangsel mogen zendingen worden gesplitst op voorwaarde dat zij in het derde land of de derde landen van splitsing onder douanetoezicht blijven.
4.  

In geval van twijfel kan de partij van invoer de importeur of diens vertegenwoordiger steeds vragen de nodige documenten voor te leggen waaruit blijkt dat aan de bepalingen van dit artikel is voldaan, welk bewijs op enigerlei wijze kan worden geleverd en met name door:

a) 

vervoersovereenkomsten zoals cognossementen;

b) 

feitelijk of concreet bewijsmateriaal zoals merktekens of nummers van colli;

c) 

een certificaat waarin wordt bevestigt dat de goederen geen behandeling hebben ondergaan, afgegeven door de douaneautoriteiten van het land of de landen van doorvoer of splitsing, of andere stukken waaruit blijkt dat de goederen onder douanetoezicht zijn gebleven in het land of de landen voor doorvoer of splitsing, of

d) 

ander bewijsmateriaal betreffende de goederen zelf.

Artikel 15

Tentoonstellingen

1.  

Op oorsprongsproducten die zijn verzonden naar een tentoonstelling in een ander land dan dat waarmee cumulatie van toepassing is overeenkomstig de artikelen 7 en 8, en die na de tentoonstelling zijn verkocht voor invoer in een partij, zijn bij invoer van de desbetreffende overeenkomst van toepassing mits ten genoegen van de douaneautoriteiten wordt aangetoond dat:

a) 

een exporteur de producten vanuit een partij naar het land van de tentoonstelling heeft verzonden en deze daar heeft tentoongesteld;

b) 

de exporteur de producten heeft verkocht of op andere wijze heeft afgestaan aan een persoon in een andere partij;

c) 

de producten tijdens of onmiddellijk na de tentoonstelling in dezelfde staat als waarin zij naar de tentoonstelling zijn gegaan, zijn verzonden, en

d) 

de producten, vanaf het moment dat zij naar de tentoonstelling werden verzonden, niet voor andere doeleinden zijn gebruikt dan om op die tentoonstelling te worden vertoond.

2.  
Een bewijs van oorsprong wordt afgegeven of opgesteld overeenkomstig titel V van dit aanhangsel, en op de normale wijze bij de douaneautoriteiten van de partij van invoer worden ingediend. Op dit bewijs moeten de naam en het adres van de tentoonstelling zijn vermeld. Indien nodig kunnen aanvullende bewijsstukken worden verlangd ten aanzien van de voorwaarden waarop de producten waren tentoongesteld.
3.  
Lid 1 is van toepassing op alle tentoonstellingen, beurzen of soortgelijke openbare evenementen met een commercieel, industrieel, agrarisch of ambachtelijk karakter die niet voor particuliere doeleinden in winkels of bedrijfsruimten met het oog op de verkoop van buitenlandse producten worden gehouden, en gedurende welke de producten onder douanetoezicht zijn gebleven.

TITEL IV

TERUGGAVE OF VRIJSTELLING VAN RECHTEN

Artikel 16

Teruggave of vrijstelling van douanerechten

1.  
Niet-oorsprongsmaterialen die gebruikt zijn bij de vervaardiging van onder de hoofdstukken 50 tot en met 63 vallende producten van oorsprong uit een partij waarvoor overeenkomstig titel V van dit aanhangsel een bewijs van oorsprong is afgegeven of opgesteld, komen in de partij van uitvoer niet in aanmerking voor teruggave of vrijstelling van douanerechten in welke vorm dan ook.
2.  
Het verbod in lid 1 is van toepassing op elke regeling voor volledige of gedeeltelijke terugbetaling, kwijtschelding of niet-betaling van douanerechten of heffingen van gelijke werking die in de partij van uitvoer van toepassing is op bij de vervaardiging gebruikte materialen, indien een dergelijke terugbetaling, kwijtschelding of niet-betaling uitdrukkelijk of feitelijk toepassing vindt wanneer uit de bovenbedoelde materialen verkregen producten worden uitgevoerd, maar niet wanneer deze producten aldaar tot verbruik worden bestemd.
3.  
De exporteur van producten die door een bewijs van oorsprong zijn gedekt, moet steeds op verzoek van de douaneautoriteiten de nodige documenten kunnen voorleggen waaruit blijkt dat geen teruggave van rechten is verkregen ten aanzien van de bij de vervaardiging van de betrokken producten gebruikte niet-oorsprongsmaterialen en dat alle douanerechten of heffingen van gelijke werking die op deze materialen van toepassing zijn, daadwerkelijk zijn betaald.
4.  
Het verbod in lid 1 van dit artikel is niet van toepassing op de handel tussen de partijen voor producten die de oorsprongsstatus hebben verkregen door toepassing van de in artikel 7, lid 4 of lid 5 genoemde cumulatie van oorsprong.

TITEL V

BEWIJS VAN OORSPRONG

Artikel 17

Algemene eisen

1.  

Producten van oorsprong uit een van de partijen komen bij invoer in een andere partij in aanmerking voor de bepalingen van de overeenkomst bij indiening van een van de volgende bewijzen van oorsprong:

a) 

een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1, waarvan een model in bijlage IV bij dit aanhangsel is opgenomen;

b) 

in de in artikel 18, lid 1, bedoelde gevallen, een verklaring van de exporteur op een factuur, pakbon of ander handelsdocument waarin de producten voldoende nauwkeurig zijn omschreven om ze te kunnen identificeren (hierna “oorsprongsverklaring” genoemd); de tekst van de oorsprongsverklaring is opgenomen in bijlage III bij dit aanhangsel.

2.  
Niettegenstaande lid 1 van dit artikel komen oorsprongsproducten in de zin van deze regels in de in artikel 27 bedoelde gevallen in aanmerking voor de bepalingen van de overeenkomst zonder dat een van de in lid 1 van dit artikel bedoelde bewijzen van oorsprong hoeft te worden voorgelegd.
3.  
Onverminderd lid 1 kunnen de partijen overeenkomen dat voor de onderlinge preferentiële handel de in lid 1, onder a) en b), genoemde bewijzen van oorsprong worden vervangen door attesten van oorsprong die zijn opgesteld door in een elektronische databank geregistreerde exporteurs overeenkomstig de interne wetgeving van de partijen.

Het gebruik van attesten van oorsprong die zijn opgesteld door in een elektronische databank geregistreerde exporteurs dat door twee of meer toepassende overeenkomstsluitende partijen is overeengekomen, mag het gebruik van diagonale cumulatie met andere toepassende overeenkomstsluitende partijen niet belemmeren.

4.  
Voor de toepassing van lid 1 kunnen de partijen overeenkomen om een systeem op te zetten waarmee de in lid 1, onder a) en b), van dit artikel genoemde bewijzen van oorsprong elektronisch kunnen worden afgegeven en/of ingediend.
5.  
Voor de toepassing van artikel 7, indien artikel 8, lid 4 van toepassing is, moet de exporteur die is gevestigd in een toepassende overeenkomstsluitende partij die een bewijs van oorsprong afgeeft of vraagt om afgifte van een bewijs van oorsprong op basis van een ander bewijs van oorsprong waarvoor is afgezien van de eis om de in artikel 8, lid 3, bedoelde vermelding op te nemen, alle nodige maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat aan de voorwaarden voor toepassing van cumulatie is voldaan en moet hij alle relevante documenten aan de douaneautoriteiten kunnen voorleggen.

Artikel 18

Voorwaarden voor het opstellen van een oorsprongsverklaring

1.  

Een oorsprongsverklaring als bedoeld in artikel 17, lid 1, onder b), mag worden opgesteld:

a) 

door een toegelaten exporteur in de zin van artikel 19, of

b) 

door andere exporteurs, voor zendingen bestaande uit een of meer colli die oorsprongsproducten waarvan de totale waarde niet meer dan 6 000 EUR bedraagt.

2.  
Een oorsprongsverklaring mag worden opgesteld indien de producten als van oorsprong uit een toepassende overeenkomstsluitende partij kunnen worden beschouwd en aan de andere voorwaarden van deze regels voldoen.
3.  
De exporteur die een oorsprongsverklaring opstelt, moet op verzoek van de douaneautoriteiten van de partij van uitvoer steeds de nodige documenten kunnen voorleggen waaruit blijkt dat de betrokken producten van oorsprong zijn en aan de andere voorwaarden van deze regels voldoen.
4.  
Deze oorsprongsverklaring, waarvan de tekst in bijlage III bij dit aanhangsel is opgenomen, wordt door de exporteur op de factuur, de pakbon of een ander handelsdocument getypt, gestempeld of gedrukt in een van de in die bijlage opgenomen taalversies, overeenkomstig de bepalingen van het nationale recht van de partij van uitvoer. Indien de verklaring met de hand wordt geschreven, moet dit met inkt en in blokletters gebeuren.
5.  
De oorsprongsverklaring wordt door de exporteur met de hand ondertekend. Een toegelaten exporteur in de zin van artikel 19 hoeft deze verklaring echter niet te ondertekenen, mits hij de douaneautoriteiten van de partij van uitvoer een schriftelijke verklaring doet toekomen waarin hij de volle verantwoordelijkheid op zich neemt voor alle oorsprongsverklaringen waaruit zijn identiteit blijkt alsof hij deze met de hand had ondertekend.
6.  
Een oorsprongsverklaring kan door de exporteur worden opgesteld bij of na de uitvoer van de producten waarop zij betrekking heeft (“de oorsprongsverklaring achteraf”), maar moet binnen twee jaar na de invoer van de producten waarop zij betrekking heeft, in het land van invoer worden aangeboden.

Wanneer een zending overeenkomstig artikel 14, lid 3, wordt gesplitst en op voorwaarde dat dezelfde termijn van twee jaar wordt nagekomen, wordt de oorsprongsverklaring achteraf opgesteld door de toegelaten exporteur van de partij van uitvoer van de producten.

Artikel 19

Toegelaten exporteur

1.  
De douaneautoriteiten van de partij van uitvoer mogen, met inachtneming van de nationale voorschriften, een in die partij gevestigde exporteur (“de toegelaten exporteur”) vergunning verlenen om oorsprongsverklaringen op te stellen, ongeacht de waarde van de betrokken producten.
2.  
Een exporteur die een dergelijke vergunning aanvraagt, moet ten genoegen van de douaneautoriteiten alle nodige garanties bieden met betrekking tot de controle van de oorsprong van de producten en de naleving van de andere voorwaarden van deze regels.
3.  
De douaneautoriteiten kennen de toegelaten exporteur een vergunningnummer toe dat op de oorsprongsverklaring moet worden vermeld.
4.  
De douaneautoriteiten zien toe op het juiste gebruik van de vergunning. Zij kunnen de vergunning intrekken als de toegelaten exporteur er oneigenlijk gebruik van maakt en trekken deze in als de toegelaten exporteur niet langer de in lid 2 bedoelde garanties biedt.

Artikel 20

Procedure voor de afgifte van een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1

1.  
Een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 wordt door de douaneautoriteiten van het land van uitvoer afgegeven op schriftelijke aanvraag van de exporteur of, onder diens verantwoordelijkheid, van zijn daartoe gemachtigde vertegenwoordiger.
2.  
Te dien einde vult de exporteur of zijn daartoe gemachtigde vertegenwoordiger zowel het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 als het aanvraagformulier in, waarvan de modellen in bijlage IV bij dit aanhangsel zijn opgenomen. Die formulieren worden ingevuld in een van de talen waarin de overeenkomst is opgesteld en in overeenstemming met de bepalingen van het nationale recht van het land van uitvoer. Worden zij met de hand ingevuld, dan moet dit met inkt en in blokletters gebeuren. De producten worden omschreven in het daartoe bestemde zonder dat regels worden opengelaten. Indien dit vak niet volledig wordt ingevuld, wordt onder de laatste regel een horizontale lijn getrokken en wordt het niet-ingevulde gedeelte doorgehaald.
3.  
Het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 bevat in vak 7 de verklaring in het Engels “TRANSITIONAL RULES”.
4.  
Exporteurs die om de afgifte van een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 verzoeken, moeten op verzoek van de douaneautoriteiten van de partij van uitvoer waar dit certificaat wordt afgegeven, steeds de nodige documenten kunnen voorleggen waaruit blijkt dat de betrokken producten van oorsprong zijn en aan de andere voorwaarden van deze regels voldoen.
5.  
Een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 wordt afgegeven door de douaneautoriteiten van de partij van uitvoer indien de betrokken producten beschouwd kunnen worden als producten van oorsprong en aan de andere eisen van deze regels voldoen.
6.  
De met de afgifte van certificaten inzake goederenverkeer EUR.1 belaste douaneautoriteiten nemen de nodige maatregelen om de oorsprong van de producten te controleren en om na te gaan of aan alle andere eisen van deze regels is voldaan. Met het oog hierop hebben zij het recht alle bewijsstukken op te vragen, de administratie van de exporteur in te zien en elke andere controle te verrichten die zij nodig achten. Zij zien er ook op toe dat de in lid 2 van dit artikel bedoelde formulieren naar behoren zijn ingevuld. Zij gaan met name na of het voor de omschrijving van de producten bestemde vak zodanig is ingevuld dat frauduleuze toevoegingen niet mogelijk zijn.
7.  
De datum van afgifte van het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 wordt vermeld in vak 11 van het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1.
8.  
Een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 wordt door de douaneautoriteiten afgegeven en ter beschikking van de exporteur gesteld zodra de uitvoer van de goederen heeft plaatsgevonden of het gewaarborgd is dat dat zal gebeuren.

Artikel 21

Afgifte achteraf van het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1

1.  

Niettegenstaande artikel 20, lid 8, kan een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 worden afgegeven na de uitvoer van de producten waarop het betrekking heeft, indien:

a) 

dit door een vergissing, onopzettelijk verzuim of bijzondere omstandigheden niet bij de uitvoer is afgegeven;

b) 

ten genoegen van de douaneautoriteiten is aangetoond dat een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 is afgegeven, maar dat dit bij de invoer om technische redenen niet is aanvaard;

c) 

de eindbestemming van de betrokken producten niet bekend was op het tijdstip van uitvoer en pas werd bepaald tijdens het vervoer of de opslag en na een mogelijke splitsing van een zending, overeenkomstig artikel 14, lid 3;

d) 

een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 of EUR-MED is afgegeven overeenkomstig de regels van de PEM-conventie voor producten die overeenkomstig deze regels ook van oorsprong zijn. De exporteur neemt alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat aan de voorwaarden voor toepassing van cumulatie is voldaan en moet alle relevante documenten waaruit blijkt dat het product overeenkomstig deze regels van oorsprong is, aan de douaneautoriteiten kunnen voorleggen, of

e) 

een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 is afgegeven op basis van artikel 8, lid 4, en bij invoer in een andere toepassende overeenkomstsluitende partij moet artikel 8, lid 3, worden toegepast.

2.  
Voor de toepassing van lid 1 vermeldt de exporteur in zijn aanvraag de plaats en de datum van uitvoer van de producten waarop het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 betrekking heeft, alsmede de redenen voor zijn aanvraag.
3.  
De douaneautoriteiten kunnen tot twee jaar na de datum van uitvoer tot afgifte achteraf van een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 overgaan, maar pas nadat zij hebben vastgesteld dat de gegevens in de aanvraag van de exporteur overeenstemmen met die in het desbetreffende dossier.
4.  
In aanvulling op het vereiste krachtens artikel 20, lid 3, wordt op een achteraf afgegeven certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 in het Engels de volgende vermelding aangebracht: “ISSUED RETROSPECTIVELY”
5.  
De in lid 4 bedoelde vermelding wordt aangebracht in vak 7 van het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1.

Artikel 22

Afgifte van een duplicaat van het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1

1.  
In geval van diefstal, verlies of vernietiging van een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 kan de exporteur de douaneautoriteiten die dit certificaat hebben afgegeven, verzoeken een duplicaat op te maken aan de hand van de uitvoerdocumenten die in hun bezit zijn.
2.  
In aanvulling op het vereiste krachtens artikel 20, lid 3, wordt op het overeenkomstig lid 1 van dit artikel afgegeven duplicaat de volgende vermelding in het Engels aangebracht: “DUPLICATE”.
3.  
De in lid 2 bedoelde vermelding wordt aangebracht in vak 7 van het duplicaat van het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1.
4.  
Het duplicaat draagt dezelfde datum van afgifte als het oorspronkelijke certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 en is vanaf die datum geldig.

Artikel 23

Geldigheid van het bewijs van oorsprong

1.  
Een bewijs van oorsprong is tien maanden geldig vanaf de datum van afgifte of opstelling in de partij van uitvoer en moet binnen deze periode aan de douaneautoriteiten van de partij van invoer worden voorgelegd.
2.  
Bewijzen van oorsprong die na afloop van de in lid 1 genoemde geldigheidsduur aan de douaneautoriteiten van de partij van invoer worden voorgelegd, kunnen met het oog op de toepassing van de tariefpreferenties worden aanvaard wanneer de verlate indiening het gevolg is van buitengewone omstandigheden.
3.  
In andere gevallen van verlate indiening kunnen de douaneautoriteiten van de partij van invoer de bewijzen van oorsprong aanvaarden wanneer de producten vóór afloop van voornoemde termijn bij hen zijn aangebracht.

Artikel 24

Vrije zones

1.  
De partijen nemen alle nodige maatregelen om te garanderen dat producten die onder dekking van een bewijs van oorsprong worden verhandeld en die tijdens het vervoer in een op hun grondgebied gelegen vrije zone verblijven, niet door andere goederen worden vervangen en geen andere behandelingen ondergaan dan die welke gebruikelijk zijn om ze in goede staat te bewaren.
2.  
Wanneer, in afwijking van lid 1, producten van oorsprong uit een toepassende overeenkomstsluitende partij onder dekking van een bewijs van oorsprong in een vrije zone worden ingevoerd en daar een be- of verwerking ondergaan, mag een nieuw bewijs van oorsprong worden afgegeven of opgesteld, mits deze be- of verwerking in overeenstemming is met de bepalingen van deze regels.

Artikel 25

Vereisten bij invoer

Bewijzen van oorsprong worden bij de douaneautoriteiten van de partij van invoer ingediend overeenkomstig de aldaar geldende procedures.

Artikel 26

Invoer in deelzendingen

Wanneer, op verzoek van de importeur en op de door de douaneautoriteiten van de partij van invoer vastgestelde voorwaarden, gedemonteerde of niet-gemonteerde producten in de zin van algemene regel 2 a) voor de interpretatie van het geharmoniseerde systeem, vallende onder de afdelingen XVI en XVII of de posten 7308 en 9406 , in deelzendingen worden ingevoerd, wordt één enkel bewijs van oorsprong bij de douaneautoriteiten ingediend bij de invoer van de eerste deelzending.

Artikel 27

Vrijstelling van het bewijs van oorsprong

1.  
Producten die in kleine zendingen door particulieren aan particulieren worden verzonden of die deel uitmaken van de persoonlijke bagage van reizigers, worden als oorsprongsproducten toegelaten zonder dat een bewijs van oorsprong hoeft te worden voorgelegd, voor zover het om invoer gaat waaraan elk handelskarakter ontbreekt, er is aangegeven dat de producten aan de voorwaarden voor de toepassing van deze regels voldoen en er geen twijfel bestaat over de juistheid van die aangifte.
2.  

Onder invoer waaraan elk handelskarakter ontbreekt wordt verstaan:

a) 

incidentele invoer;

b) 

de invoer bestaat uitsluitend uit producten voor het persoonlijk gebruik van de ontvangers, de reizigers of de leden van hun gezin;

c) 

uit de aard en de hoeveelheid van de producten blijkt dat deze geen commerciële doeleinden dienen.

3.  
De totale waarde van die producten mag niet meer bedragen dan 500 EUR voor kleine zendingen of 1 200 EUR voor producten die deel uitmaken van de persoonlijke bagage van reizigers.

Artikel 28

Verschillen en vormfouten

1.  
Geringe verschillen tussen de gegevens op een bewijs van oorsprong en de gegevens op de documenten die voor het vervullen van de invoerformaliteiten bij het douanekantoor worden ingediend, maken het bewijs van oorsprong niet automatisch ongeldig indien blijkt dat dat document wel degelijk met de aangebrachte producten overeenstemt.
2.  
Kennelijke vormfouten, zoals typefouten op een bewijs van oorsprong, leiden er niet toe dat de documenten als bedoeld in lid 1 van dit artikel worden geweigerd indien deze fouten niet van dien aard zijn dat zij twijfel doen rijzen over de juistheid van de gegevens in die documenten.

Artikel 29

Leveranciersverklaring

1.  
Wanneer in een partij een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 is afgegeven of een oorsprongsverklaring is opgesteld voor oorsprongsproducten bij de vervaardiging waarvan overeenkomstig artikel 7, lid 3, of artikel 7, lid 4, goederen uit een andere toepassende overeenkomstsluitende partij zijn gebruikt die daar een be- of verwerking hebben ondergaan zonder de preferentiële oorsprong te hebben verkregen, wordt rekening gehouden met de leveranciersverklaring die voor deze goederen overeenkomstig dit artikel is afgegeven.
2.  
De in lid 1 bedoelde leveranciersverklaring dient als bewijs van de be- of verwerking die de betrokken goederen in een toepassende overeenkomstsluitende partij hebben ondergaan, bij de beoordeling of de producten bij de vervaardiging waarvan deze goederen zijn gebruikt, als producten van oorsprong uit de partij van uitvoer kunnen worden beschouwd en aan de andere eisen van deze regels voldoen.
3.  
Behalve in de in lid 4 bedoelde gevallen stelt de leverancier voor iedere zending goederen een afzonderlijke leveranciersverklaring op in de in bijlage VI omschreven vorm op een blad papier dat aan de factuur, de pakbon of een ander handelsdocument wordt gehecht waarin de betrokken goederen voldoende nauwkeurig zijn omschreven om ze te kunnen identificeren.
4.  
Wanneer een leverancier een bepaalde afnemer regelmatig goederen toezendt waarvan de be- of verwerking in een toepassende overeenkomstsluitende partij naar verwachting gedurende een periode constant zal blijven, mag hij één enkele leveranciersverklaring opstellen (“langlopende leveranciersverklaring”, elders ook “leveranciersverklaring voor herhaald gebruik”) ter dekking van opeenvolgende zendingen van deze goederen. Een langlopende leveranciersverklaring is gewoonlijk twee jaar geldig vanaf de datum van opstelling. De douaneautoriteiten van de toepassende overeenkomstsluitende partij waar de verklaring wordt opgesteld, stellen de voorwaarden vast waaronder verklaringen met een langere geldigheidsduur mogen worden opgesteld. De langlopende leveranciersverklaring wordt door de leverancier opgesteld in de in bijlage VII omschreven vorm en de goederen worden daarin voldoende nauwkeurig omschreven om ze te kunnen identificeren. De leverancier doet de afnemer deze verklaring toekomen voordat de eerste partij goederen waarop zij betrekking heeft, wordt verzonden of tegelijk met deze eerste zending. Indien de langlopende leveranciersverklaring niet langer van toepassing is op de geleverde goederen, stelt de leverancier zijn afnemer hiervan onmiddellijk in kennis.
5.  
De in de leden 3 en 4 bedoelde leveranciersverklaringen worden getypt of gedrukt in een van de talen van de overeenkomst, overeenkomstig het nationale recht van de toepassende overeenkomstsluitende partij waar de verklaring wordt opgesteld, en wordt door de leverancier met de hand ondertekend. De verklaring mag ook met de hand worden geschreven; in dat geval moet dit met inkt en in blokletters gebeuren.
6.  
De leverancier die een verklaring opstelt, moet op verzoek van de douaneautoriteiten van de toepassende overeenkomstsluitende partij waar de verklaring is opgesteld, steeds de nodige documenten kunnen voorleggen waaruit blijkt dat de gegevens in zijn verklaring juist zijn.

Artikel 30

Bedragen in euro

1.  
Voor de toepassing van artikel 18, lid 1, onder b), en artikel 27, lid 3, wordt, wanneer de producten gefactureerd zijn in een andere valuta dan de euro, de tegenwaarde in euro van de bedragen in de nationale valuta’s van de partijen jaarlijks door elk van de betrokken landen vastgesteld.
2.  
Artikel 18, lid 1, onder b), of artikel 27, lid 3, is van toepassing op zendingen op basis van de valuta waarin de factuur is opgesteld, overeenkomstig het bedrag dat door het betrokken land is vastgesteld.
3.  
De in een bepaalde nationale valuta te gebruiken bedragen zijn de tegenwaarde in die valuta van de bedragen in euro op de eerste werkdag van de maand oktober. De tegenwaarde wordt de Europese Commissie uiterlijk 15 oktober meegedeeld en is van toepassing vanaf 1 januari van het daaropvolgende jaar. De Europese Commissie stelt alle betrokken landen in kennis van de desbetreffende bedragen.
4.  
Een partij mag het bedrag dat is verkregen door omrekening van een in euro uitgedrukt bedrag in haar nationale valuta, naar boven of naar beneden afronden. Het afgeronde bedrag mag niet meer dan 5 % afwijken van het door omrekening verkregen bedrag. Een partij mag de tegenwaarde in haar nationale valuta van een in euro uitgedrukt bedrag ongewijzigd handhaven, indien de omrekening van dit bedrag bij de in lid 3 bedoelde jaarlijkse aanpassing, vóór afronding, tot een stijging van minder dan 15 % van die tegenwaarde leidt. De tegenwaarde in nationale valuta mag ongewijzigd blijven indien de omrekening tot een daling van de tegenwaarde leidt.
5.  
Op verzoek van een partij worden de bedragen in euro door het Gemengd Comité herzien. Bij die herziening onderzoekt het Gemengd Comité of het wenselijk is de effecten van de betrokken limieten in reële termen te handhaven. Het kan te dien einde besluiten de bedragen in euro te wijzigen.

TITEL VI

SAMENWERKINGSBEGINSELEN EN BEWIJSSTUKKEN

Artikel 31

Bewijsstukken, bewaring van het bewijs van oorsprong en andere stukken

1.  
Een exporteur die een oorsprongsverklaring heeft opgesteld of een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 heeft aangevraagd, bewaart gedurende een periode van ten minste drie jaar na de datum van afgifte of opstelling van de oorsprongsverklaring een papieren of elektronische versie van dit bewijs van oorsprong, alsmede alle stukken waaruit blijkt dat de producten van oorsprong zijn.
2.  
De leverancier die een leveranciersverklaring opstelt, bewaart een kopie van deze verklaring en van alle facturen, pakbonnen of andere handelsdocumenten waaraan zijn verklaring werd gehecht, alsmede de in artikel 29, lid 6, bedoelde documenten, gedurende ten minste drie jaar.

De leverancier die een langlopende leveranciersverklaring opstelt, bewaart een kopie van deze verklaring en van alle facturen, pakbonnen of andere handelsdocumenten betreffende de goederen waarop zijn aan de betrokken afnemer gezonden verklaring betrekking heeft, alsmede de in artikel 29, lid 6, bedoelde documenten, gedurende ten minste drie jaar. Deze periode begint op de dag waarop de langlopende leveranciersverklaring vervalt.

3.  

Voor de toepassing van lid 1 van dit artikel vallen onder stukken waaruit blijkt dat de producten van oorsprong zijn onder meer:

a) 

een rechtstreeks bewijs, bijvoorbeeld aan de hand van de boekhouding of de interne administratie van de exporteur of leverancier, van de door hem verrichte be- of verwerkingen om het product te verkrijgen;

b) 

in de desbetreffende toepassende overeenkomstsluitende partij in overeenstemming met de nationale wetgeving afgegeven of opgestelde stukken die de oorsprong van de gebruikte materialen staven;

c) 

in de desbetreffende partij in overeenstemming met de nationale wetgeving afgegeven of opgestelde stukken die de be- of verwerking van materialen in die partij staven;

d) 

in de partijen in overeenstemming met deze regels afgegeven of opgestelde oorsprongsverklaringen of certificaten inzake goederenverkeer EUR.1 die de oorsprong van de gebruikte materialen staven;

e) 

passende bewijsstukken betreffende de be-of verwerking buiten de partijen door toepassing van artikel 13 en 14 waaruit blijkt dat aan de voorwaarden van deze artikelen is voldaan.

4.  
De douaneautoriteiten van de partij van uitvoer die een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 afgeven, bewaren het in artikel 20, lid 2, bedoelde aanvraagformulier gedurende ten minste drie jaar.
5.  
De douaneautoriteiten van de partij van invoer bewaren de oorsprongsverklaringen en de certificaten inzake goederenverkeer EUR.1 die bij hen werden ingediend, gedurende ten minste drie jaar.
6.  
Een leveranciersverklaring ten bewijze van de be- of verwerking van gebruikte materialen in een toepassende overeenkomstsluitende partij, opgesteld in die toepassende overeenkomstsluitende partij, wordt behandeld als een in artikel 18, lid 3, artikel 20, lid 4, en artikel 29, lid 6, bedoeld document dat moet staven dat producten die door een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 of een oorsprongsverklaring zijn gedekt, als van oorsprong uit die toepassende overeenkomstsluitende partij kunnen worden beschouwd en aan de andere eisen van deze regels voldoen.

Artikel 32

Geschillenregeling

Indien er een geschil rijst in verband met de in de artikelen 34 en 35 beschreven controleprocedures, of in verband met de interpretatie van dit aanhangsel, dat niet kan worden geregeld tussen de douaneautoriteiten die de controle hebben aangevraagd en de douaneautoriteiten die die controle moeten uitvoeren, wordt dit voorgelegd aan het Gemengd Comité.

Op de regeling van geschillen tussen de importeur en de douaneautoriteiten van de partij van invoer is in alle gevallen de wetgeving van dat land van toepassing.

TITEL VII

ADMINISTRATIEVE SAMENWERKING

Artikel 33

Kennisgeving en samenwerking

1.  
De douaneautoriteiten van de partijen verstrekken elkaar specimens van de afdrukken van de stempels die in hun douanekantoren worden gebruikt bij de afgifte van certificaten inzake goederenverkeer EUR.1, voorbeelden van de aan toegelaten exporteurs toegekende vergunningnummers en de adressen van de douaneautoriteiten die belast zijn met de controle van deze certificaten en oorsprongsverklaringen.
2.  
Ten behoeve van de correcte toepassing van deze regels verlenen de partijen elkaar, via de bevoegde douaneautoriteiten, bijstand bij het controleren van de echtheid van de certificaten inzake goederenverkeer EUR.1, de oorsprongsverklaringen of de leveranciersverklaringen en van de juistheid van de daarin vermelde gegevens.

Artikel 34

Controle van het bewijs van oorsprong

1.  
Bewijzen van oorsprong worden achteraf steekproefsgewijs gecontroleerd of ook wanneer de douaneautoriteiten van de partij van invoer gegronde redenen hebben om te twijfelen aan de echtheid van deze documenten, de oorsprong van de betrokken producten of de naleving van de andere voorwaarden van deze regels.
2.  
Wanneer zij een verzoek om controle achteraf indienen, zenden de douaneautoriteiten van de partij van invoer het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1, de factuur, indien die is voorgelegd, de oorsprongsverklaring of een kopie van deze documenten terug aan de douaneautoriteiten van de partij van uitvoer, indien van toepassing onder vermelding van de redenen van het verzoek om controle. Zij verstrekken bij dit verzoek alle documenten en gegevens die het vermoeden hebben doen rijzen dat de gegevens op het bewijs van oorsprong onjuist zijn.
3.  
De controle wordt verricht door de douaneautoriteiten van de partij van uitvoer. Met het oog hierop hebben zij het recht alle bewijsstukken op te vragen, de administratie van de exporteur in te zien en elke andere controle te verrichten die zij nodig achten.
4.  
Indien de douaneautoriteiten van de partij van invoer besluiten de preferentiële behandeling in afwachting van de resultaten van de controle niet toe te kennen, bieden zij de importeur aan de producten vrij te geven onder voorbehoud van de noodzakelijk geachte conservatoire maatregelen.
5.  
De douaneautoriteiten die om de controle hebben verzocht, worden zo snel mogelijk over de resultaten geïnformeerd. Hierbij moet duidelijk worden aangegeven of de documenten echt zijn, en of de betrokken producten kunnen worden beschouwd als van oorsprong uit een van de partijen en aan de andere voorwaarden van deze regels voldoen.
6.  
Wanneer bij gegronde twijfel binnen tien maanden na het verzoek om controle geen antwoord is ontvangen of het antwoord niet voldoende gegevens bevat om de echtheid van het betrokken document of de werkelijke oorsprong van de producten vast te stellen, kennen de verzoekende douaneautoriteiten de preferentiële behandeling niet toe, behoudens buitengewone omstandigheden.

Artikel 35

Controle van de leveranciersverklaring

1.  
Leveranciersverklaringen of langlopende leveranciersverklaringen kunnen achteraf steekproefsgewijs worden gecontroleerd of ook wanneer de douaneautoriteiten van een partij waar die verklaringen in aanmerking zijn genomen bij de afgifte van een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 of de opstelling van een oorsprongsverklaring, gegronde redenen hebben om te twijfelen aan de echtheid van het document of de juistheid van de daarin vermelde gegevens.
2.  
Met het oog op de toepassing van lid 1 zenden de douaneautoriteiten van de in lid 1 bedoelde partij de leveranciersverklaring of de langlopende leveranciersverklaring en de facturen, pakbonnen of andere handelsdocumenten die betrekking hebben op de goederen die door die verklaring zijn gedekt, terug aan de douaneautoriteiten van de toepassende overeenkomstsluitende partij waar de verklaring werd opgesteld, onder vermelding van de materiële of formele redenen van het verzoek om controle.

Zij verstrekken bij dit verzoek om controle achteraf alle documenten en gegevens die het vermoeden hebben doen rijzen dat de gegevens in de leveranciersverklaring of de langlopende leveranciersverklaring onjuist zijn.

3.  
De controle wordt verricht door de douaneautoriteiten van de toepassende overeenkomstsluitende partij waar de leveranciersverklaring of de langlopende leveranciersverklaring werd opgesteld. Met het oog hierop hebben zij het recht alle bewijsstukken op te vragen, de administratie van de leverancier in te zien en elke andere controle te verrichten die zij nodig acht.
4.  
De douaneautoriteiten die om de controle hebben verzocht, worden zo snel mogelijk over de resultaten geïnformeerd. Hierbij moet duidelijk worden aangegeven of de gegevens in de leveranciersverklaring of de langlopende leveranciersverklaring juist zijn, en de resultaten moeten hen in staat stellen te bepalen of en in hoeverre deze verklaring in aanmerking kon worden genomen bij de afgifte van een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 of de opstelling van een oorsprongsverklaring.

Artikel 36

Sancties

Elke partij voorziet in het opleggen van straf-, civiel- of bestuursrechtelijke sancties voor schendingen van haar nationale wetgeving met betrekking tot deze regels.

TITEL VIII

TOEPASSING VAN AANHANGSEL A

Artikel 37

Europese Economische Ruimte

Goederen van oorsprong uit de Europese Economische Ruimte (EER) in de zin van protocol 4 bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte worden geacht van oorsprong te zijn uit de Europese Unie, IJsland, Liechtenstein of Noorwegen (“de EER-partijen”) wanneer zij respectievelijk uit de Europese Unie, IJsland, Liechtenstein of Noorwegen naar de Faeröer worden uitgevoerd, op voorwaarde dat er een vrijhandelsovereenkomst waarin deze regels worden gebruikt, van toepassing is tussen het Koninkrijk Denemarken wat betreft de Faeröer en de EER-partijen.

Artikel 38

Liechtenstein

Onverminderd artikel 2 wordt een product van oorsprong uit Liechtenstein als gevolg van de douane-unie tussen Zwitserland en Liechtenstein geacht van oorsprong te zijn uit Zwitserland.

Artikel 39

Republiek San Marino

Onverminderd artikel 2 wordt een product van oorsprong uit de Republiek San Marino als gevolg van de douane-unie tussen de Europese Unie en de Republiek San Marino geacht van oorsprong te zijn uit de Europese Unie.

Artikel 40

Vorstendom Andorra

Onverminderd artikel 2 wordt een product van oorsprong uit het Vorstendom Andorra dat is ingedeeld onder de hoofdstukken 25 tot en met 97 van het geharmoniseerde systeem, als gevolg van de douane-unie tussen de Europese Unie en het Vorstendom Andorra geacht van oorsprong te zijn uit de Europese Unie.

Artikel 41

Ceuta en Melilla

1.  
Voor de toepassing van deze regels heeft de term “Europese Unie” geen betrekking op Ceuta en Melilla.
2.  
Producten van oorsprong uit de Faeröer die in Ceuta of Melilla worden ingevoerd, vallen in elk opzicht onder dezelfde douaneregeling als de regeling die op grond van Protocol nr. 2 bij de Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden voor het Koninkrijk Spanje en de Portugese Republiek en de aanpassing van de Verdragen ( 3 ) van toepassing is op producten van oorsprong uit het douanegebied van de Europese Unie. De Faeröer past op de invoer van onder de desbetreffende overeenkomst vallende producten die van oorsprong zijn uit Ceuta en Melilla, dezelfde douaneregeling toe als op de invoer van producten die van oorsprong zijn uit de Europese Unie.
3.  
Voor de toepassing van lid 2 van dit artikel zijn deze regels van overeenkomstige toepassing op de producten van oorsprong uit Ceuta en Melilla, met inachtneming van de bijzondere voorwaarden van bijlage V.

BIJLAGE I

INLEIDENDE AANTEKENINGEN BIJ DE LIJST IN BIJLAGE II

Aantekening 1 — Algemene inleiding

In deze lijst zijn de voorwaarden omschreven waarop producten als voldoende be- of verwerkt worden beschouwd in de zin van artikel 4 van titel II dit aanhangsel. Er zijn vier verschillende soorten oorsprongsregels, al naargelang van het product:

a) 

door be- of verwerking, waarbij een maximuminhoud van niet van oorsprong zijnde materialen niet mag worden overschreden;

b) 

door be- of verwerking, waardoor een product ontstaat dat onder een andere post (viercijfercode) of onderverdeling (zescijfercode) van het geharmoniseerde systeem valt dan de post (viercijfercode) of onderverdeling (zescijfercode) van de gebruikte materialen;

c) 

een specifieke be- of verwerking;

d) 

een be- of verwerking van geheel en al verkregen materialen.

Aantekening 2 — Structuur van de lijst

2.1. De eerste twee kolommen van de lijst geven het verkregen product aan. In kolom 1 is het nummer van de post of het hoofdstuk volgens het geharmoniseerd systeem vermeld en kolom 2 bevat de omschrijving van de goederen die volgens dat systeem onder die post of dat hoofdstuk vallen. Voor iedere post of ieder hoofdstuk in de kolommen 1 en 2 wordt in kolom 3 een regel gegeven. Een nummer in kolom 1 voorafgegaan door “ex” betekent dat de regels in kolom 3 alleen gelden voor het gedeelte van de post dat in kolom 2 is omschreven.

2.2. Wanneer in kolom 1 verscheidene postnummers zijn gegroepeerd of wanneer een hoofdstuknummer is vermeld en de omschrijving van de producten in kolom 2 derhalve in algemene bewoordingen is gesteld, dan zijn de regels daarnaast in kolom 3 van toepassing op alle producten die volgens het geharmoniseerde systeem onder de posten van het hoofdstuk of onder elk van de in kolom 1 gegroepeerde posten zijn ingedeeld.

2.3. Wanneer in de lijst verschillende regels worden gegeven voor verschillende producten die onder dezelfde post vallen, wordt na elk streepje dat deel van de post omschreven waarop de daarnaast in kolom 3 vermelde regels van toepassing zijn.

2.4. Wanneer in kolom 3 twee regels worden gegeven, gescheiden door het woord “of”, kan de exporteur kiezen welke regel hij toepast.

Aantekening 3 — Voorbeelden van toepassing van de regels

3.1. Op producten die de oorsprong hebben verkregen en die bij de vervaardiging van andere producten worden gebruikt, is artikel 4 van titel II van dit aanhangsel van toepassing ongeacht het feit of de oorsprong verkregen werd in de fabriek waar deze producten worden gebruikt of in een andere fabriek in een partij.

3.2. Overeenkomstig artikel 6 van titel II van dit aanhangsel moet de be- of verwerking meer inhouden dan de behandelingen die in dat artikel zijn genoemd. Indien dit niet het geval is, komen de goederen niet in aanmerking voor het preferentiële tarief, zelfs indien aan de voorwaarden in onderstaande lijst is voldaan.

Onder voorbehoud van artikel 6 van titel II van dit aanhangsel geven de regels in de lijst de minimumbewerking of -verwerking aan die vereist is; meer be- of verwerking verleent eveneens de oorsprong; omgekeerd kan minder be- of verwerking geen oorsprong verlenen.

Mag volgens een regel een niet van oorsprong zijnd materiaal in een bepaald productiestadium worden gebruikt, dan mag hetzelfde materiaal ook in een vroeger productiestadium worden gebruikt. Hetzelfde materiaal mag evenwel niet worden gebruikt in een later productiestadium.

Mag volgens een regel een niet van oorsprong zijnd materiaal in een bepaald productiestadium niet worden gebruikt, dan mag dat materiaal wel in een vroeger productiestadium worden gebruikt. Hetzelfde materiaal mag evenwel niet worden gebruikt in een later productiestadium.

Voorbeeld: wanneer volgens de regel in de lijst voor hoofdstuk 19 “het gewicht van niet-oorsprongsmaterialen van de posten 1101 tot en met 1108 niet hoger mag zijn dan 20 %”, geldt er geen beperking voor het gebruik (bv. de invoer) van granen van hoofdstuk 10 (materialen in een vroeger productiestadium).

3.3. Onverminderd aantekening 3.2 geldt dat, wanneer in een regel de uitdrukking “materialen van om het even welke post” wordt gebezigd, materialen van alle posten (zelfs die welke onder dezelfde omschrijving en dezelfde post vallen als het product) mogen worden gebruikt, onder voorbehoud van de specifieke beperkingen die die regel kan bevatten.

Wanneer echter de uitdrukking “vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met inbegrip van andere materialen van post …” of “vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met inbegrip van andere materialen van dezelfde post als het product” wordt gebezigd, mogen materialen van alle posten worden gebruikt, met uitzondering van die welke onder dezelfde omschrijving in kolom 2 vallen als het product.

3.4. Wanneer volgens een regel in de lijst een product van meer dan één materiaal mag worden vervaardigd, betekent dit dat één of meer van deze materialen kunnen worden gebruikt. Het is niet noodzakelijk dat zij alle worden gebruikt.

3.5. Wanneer volgens een regel in de lijst een product van een bepaald materiaal moet worden vervaardigd, betekent dit niet dat geen andere materialen mogen worden gebruikt die vanwege hun aard hieraan niet kunnen voldoen.

3.6. Indien in een regel in de lijst twee percentages worden gegeven als maximumwaarde van niet-oorsprongsmaterialen die kunnen worden gebruikt, dan mogen die percentages niet bij elkaar worden opgeteld. De maximumwaarde van alle gebruikte niet-oorsprongsmaterialen mag het hoogste van de opgegeven percentages nooit overschrijden. Bovendien mogen de afzonderlijke percentages met betrekking tot bepaalde materialen niet worden overschreden.

Aantekening 4 — Algemene bepalingen betreffende bepaalde landbouwproducten

4.1. Landbouwproducten die zijn ingedeeld onder de hoofdstukken 6, 7, 8, 9, 10 en 12 en post 2401 die zijn gekweekt of geoogst op het grondgebied van een partij, worden behandeld als van oorsprong uit dat land, zelfs indien zij zijn gekweekt uit ingevoerde zaden, bollen, wortels, stekken, enten, scheuten, knoppen of andere levende delen van planten.

4.2. Wanneer de hoeveelheid niet van oorsprong zijnde suiker in een bepaald product een bepaalde limiet niet mag overschrijden, wordt, bij de berekening van die limiet, rekening gehouden met het gewicht van suiker van post 1701 (sacharose) en 1702 (bv. fructose, glucose, lactose, maltose, isoglucose of invertsuiker) die is gebruikt bij de vervaardiging van het eindproduct en bij de vervaardiging van niet-oorsprongsproducten die in het eindproduct zijn opgenomen.

Aantekening 5 — Terminologie in verband met bepaalde textielproducten

5.1. De term “natuurlijke vezels” in de lijst heeft betrekking op andere dan kunstmatige of synthetische vezels, met inbegrip van afval, in het stadium vóór het spinnen. Tenzij anders vermeld, omvat de term vezels die zijn gekaard, gekamd of anderszins bewerkt, doch niet gesponnen.

5.2. De term “natuurlijke vezels” omvat paardenhaar van post 0511 , zijde van de posten 5002 en 5003 , wol, fijn of grof haar van de posten 5101 tot en met 5105 , katoen van de posten 5201 tot en met 5203 en andere plantaardige vezels van de posten 5301 tot en met 5305 .

5.3. De termen “textielmassa”, “chemische stoffen” en “materialen voor het vervaardigen van papier” in de lijst hebben betrekking op materialen die niet onder de hoofdstukken 50 tot en met 63 vallen, maar die gebruikt kunnen worden bij de vervaardiging van kunstmatige, synthetische of papieren vezels of garens.

5.4. De term “synthetische of kunstmatige stapelvezels” in de lijst heeft betrekking op kabel van synthetische of kunstmatige filamenten, op synthetische of kunstmatige stapelvezels en op synthetisch of kunstmatig afval van de posten 5501 tot en met 5507 .

5.5. Bedrukken (indien in combinatie met weven, breien/haken, tuften of het aanbrengen van een flockprint) is gedefinieerd als een techniek waarmee een permanente, objectief te beoordelen functie, zoals kleur, design of technische prestaties, aan een textielsubstraat wordt toegevoegd met behulp van digitale, zeef-, wals- of transfertechnieken.

5.6. Bedrukken (als zelfstandige bewerking) is gedefinieerd als een techniek waarmee een permanente, objectief te beoordelen functie, zoals kleur, design of technische prestaties, aan een textielsubstraat wordt toegevoegd met behulp van digitale, zeef-, wals- of transfertechnieken, samen met ten minste twee bewerkingen van voorbereiding of afwerking (zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimpvrij maken, permanent finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen), mits de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product.

Aantekening 6 — Toegestane afwijkingen voor producten die gemaakt zijn van een mengsel van textielmaterialen

6.1. Indien voor een bepaald product in de lijst naar deze aantekening wordt verwezen, zijn de in kolom 3 van de lijst genoemde voorwaarden niet van toepassing op basistextielmaterialen die bij de vervaardiging van dat product zijn gebruikt en die, samen genomen, ten hoogste 15 % van het totale gewicht van alle gebruikte basistextielmaterialen uitmaken (zie ook de aantekeningen 6.3 en 6.4).

6.2. De in aantekening 6.1 genoemde afwijking is evenwel slechts van toepassing op gemengde producten die van twee of meer basistextielmaterialen zijn vervaardigd.

Basistextielmaterialen zijn:

— 
zijde;
— 
wol;
— 
grof haar;
— 
fijn haar;
— 
paardenhaar (crin);
— 
katoen;
— 
papier en materialen voor het vervaardigen van papier;
— 
vlas;
— 
hennep;
— 
jute en andere bastvezels;
— 
sisal en andere textielvezels van het geslacht “agave”;
— 
kokosvezels, abaca, ramee en andere plantaardige textielvezels;
— 
synthetische filamentvezels van polypropyleen;
— 
synthetische filamentvezels van polyester;
— 
synthetische filamentvezels van polyamide;
— 
synthetische filamentvezels van polyacrylonitril;
— 
synthetische filamentvezels van polyimide;
— 
synthetische filamentvezels van polytetrafluorethyleen;
— 
synthetische filamentvezels van poly(fenyleensulfide);
— 
synthetische filamentvezels van poly(vinylchloride);
— 
andere synthetische filamentvezels;
— 
kunstmatige filamentvezels van viscose;
— 
andere kunstmatige filamentvezels;
— 
filamenten die elektriciteit geleiden;
— 
synthetische stapelvezels van polypropyleen;
— 
synthetische stapelvezels van polyester;
— 
synthetische stapelvezels van polyamide;
— 
synthetische stapelvezels van polyacrylonitril;
— 
synthetische stapelvezels van polyimide;
— 
synthetische stapelvezels van polytetrafluorethyleen;
— 
synthetische stapelvezels van poly(fenyleensulfide);
— 
synthetische stapelvezels van poly(vinylchloride);
— 
andere synthetische stapelvezels;
— 
kunstmatige stapelvezels van viscose;
— 
andere kunstmatige stapelvezels;
— 
garen van polyurethaan met soepele segmenten van polyether, al dan niet omwoeld;
— 
producten van post 5605 (metaalgarens) met strippen bestaande uit een kern van aluminiumfolie of een kern van kunststoffolie, al dan niet bedekt met aluminiumpoeder, met een breedte van niet meer dan 5 mm, welke kern met behulp van een doorzichtig of gekleurd kleefmiddel tussen twee strippen kunststof is aangebracht;
— 
andere producten van post 5605 ;
— 
glasvezels;
— 
metaalvezels;
— 
minerale vezels.

6.3. Voor producten bevattende “garen van polyurethaan met soepele segmenten van polyether, ook indien omwoeld” bedraagt de toegestane afwijking voor dit garen ten hoogste 20 %.

6.4. In het geval van producten “met strippen bestaande uit een kern van aluminiumfolie of van kunststoffolie, al dan niet bedekt met aluminiumpoeder, met een breedte van niet meer dan 5 mm, welke kern met behulp van een doorzichtig of gekleurd kleefmiddel tussen twee strippen kunststof is aangebracht” bedraagt de toegestane afwijking voor de strippen ten hoogste 30 %.

Aantekening 7 — Andere toegestane afwijkingen voor bepaalde textielproducten

7.1. Voor textielproducten die in de lijst van een voetnoot zijn voorzien die naar deze aantekening verwijst, mogen textielmaterialen, met uitzondering van voeringen en tussenvoeringen, die niet voldoen aan de regel in kolom 3 van de lijst voor het betrokken geconfectioneerde product, worden gebruikt voor zover deze onder een andere post vallen dan het product en de waarde niet hoger is dan 15 % van de prijs af fabriek van het product.

7.2. Onverminderd aantekening 7.3 mogen materialen die niet onder de hoofdstukken 50 tot en met 63 zijn ingedeeld vrij worden gebruikt bij de vervaardiging van textielproducten, ongeacht of zij textiel bevatten.

7.3. Wanneer een percentageregel van toepassing is, moet met de waarde van de niet-oorsprongsmaterialen die niet onder de hoofdstukken 50 tot en met 63 zijn ingedeeld, rekening worden gehouden bij de berekening van de waarde van de gebruikte niet-oorsprongsmaterialen.

Aantekening 8 — Definitie van specifieke en eenvoudige behandelingen van bepaalde producten van hoofdstuk 27

8.1. Onder “specifieke behandeling” in de zin van de posten ex  27 07 en 2713 wordt verstaan:

a) 

vacuümdistillatie;

b) 

herdistillatie volgens een proces van ver doorgevoerde splitsing;

c) 

kraken;

d) 

reforming;

e) 

extractie met behulp van selectieve oplosmiddelen;

f) 

een bewerking bestaande uit alle navolgende behandelingen: behandelen met geconcentreerd zwavelzuur, met rokend zwavelzuur of met zwavelzuuranhydride; neutraliseren met behulp van alkalische stoffen; ontkleuren en zuiveren met behulp van van nature actieve aarde, van geactiveerde aarde, van actieve koolstof of van bauxiet;

g) 

polymeriseren;

h) 

alkyleren;

i) 

isomeriseren.

8.2. Onder “specifieke behandeling” in de zin van de posten 2710 , 2711 en 2712 wordt verstaan:

a) 

vacuümdistillatie;

b) 

herdistillatie volgens een proces van ver doorgevoerde splitsing;

c) 

kraken;

d) 

reforming;

e) 

extractie met behulp van selectieve oplosmiddelen;

f) 

een bewerking bestaande uit alle navolgende behandelingen: behandelen met geconcentreerd zwavelzuur, met rokend zwavelzuur of met zwavelzuuranhydride; neutraliseren met behulp van alkalische stoffen; ontkleuren en zuiveren met behulp van van nature actieve aarde, van geactiveerde aarde, van actieve koolstof of van bauxiet;

g) 

polymeriseren;

h) 

alkyleren;

i) 

isomeriseren;

j) 

uitsluitend voor de zware oliën van post ex  27 10 : ontzwavelen met gebruikmaking van waterstof, waardoor het zwavelgehalte van de behandelde producten met ten minste 85 % wordt verlaagd (methode ASTM D 1266-59 T);

k) 

uitsluitend voor de producten van post2710 : ontparaffineren, anders dan door enkel filtreren;

l) 

uitsluitend voor de zware oliën van post ex  27 10 : behandelen met waterstof, uitgezonderd ontzwavelen, waarbij de waterstof actief deelneemt aan een scheikundige reactie die, met behulp van een katalysator, onder een druk van meer dan 20 bar en bij een temperatuur van meer dan 250 °C wordt teweeggebracht. Verdere behandeling, met waterstof, van smeeroliën van post ex  27 10 die in het bijzonder verbetering van de kleur of de stabiliteit ten doel heeft (bijvoorbeeld “hydrofinishing” of ontkleuren), wordt daarentegen niet als een specifieke behandeling aangemerkt;

m) 

uitsluitend voor stookolie van post ex  27 10 : atmosferische distillatie, mits deze producten, distillatieverliezen inbegrepen, voor minder dan 30 % van het volume overdistilleren bij 300 °C, bepaald volgens de methode ASTM D 86;

n) 

uitsluitend voor andere zware oliën dan gasolie of stookolie van post ex  27 10 : behandelen met gebruikmaking van hoogfrequente glimontlading;

o) 

uitsluitend voor de producten van ex  27 12 , andere dan vaseline, ozokeriet, montaanwas, turfwas en paraffine, met een oliegehalte van minder dan 0,75 gewichtspercenten: olieafscheiding door gefractioneerde kristallisatie.

8.3. Wat de posten ex  27 07 en 2713 betreft, wordt geen oorsprong verleend door eenvoudige behandelingen zoals reinigen, decanteren, ontzouten, afsplitsen van water, filtreren, kleuren, merken, het verkrijgen van een bepaald zwavelgehalte door het mengen van producten met uiteenlopende zwavelgehaltes, alle combinaties van die behandelingen of soortgelijke behandelingen.

Aantekening 9 — Definitie van specifieke processen en behandelingen van bepaalde producten

9.1. Producten die onder hoofdstuk 30 vallen en op het grondgebied van een partij zijn verkregen door gebruik te maken van celculturen, worden als van oorsprong uit die partij beschouwd. Onder “celcultuur” wordt verstaan de teelt van menselijke, dierlijke en plantaardige cellen onder gecontroleerde omstandigheden (zoals vastgestelde temperaturen, groeimedium, gasmengsel en pH) buiten een levend organisme.

9.2. Producten die onder de hoofdstukken 29 (behalve 2905.43-2905.44), 30, 32, 33 (behalve 3302.10, 3301), 34, 35 (behalve 35.01, 3502.11-3502.19, 3502.20, 35.05), 36, 37, 38 (behalve 3809.10, 38.23, 3824.60, 38.26) en 39 (behalve 39.16-39.26) vallen en op het grondgebied van een partij zijn verkregen door fermentatie, worden als van oorsprong uit die partij beschouwd. “Fermentatie” is een biotechnologisch proces waarbij menselijke, dierlijke of plantaardige cellen, bacteriën, gisten, schimmels of enzymen worden gebruikt voor de vervaardiging van producten die onder de hoofdstukken 29 tot en met 39 vallen.

9.3. De volgende verwerkingsactiviteiten worden overeenkomstig lid 1 van artikel 4 als toereikend beschouwd voor producten vallende onder de hoofdstukken 28, 29 (behalve 2905.43-2905.44), 30, 32, 33 (behalve 3302.10, 3301), 34, 35 (behalve 35.01, 3502.11-3502.19, 3502.20, 35.05), 36, 37, 38 (behalve 3809.10, 38.23, 3824.60, 38.26) en 39 (behalve 39.16-39.26):

— 
Chemische reactie: een “chemische reactie” is een proces (met inbegrip van een biochemisch proces) dat in een molecule met een nieuwe structuur resulteert doordat het de intramoleculaire verbindingen verbreekt en nieuwe intramoleculaire verbindingen tot stand brengt of doordat het de ruimtelijke ordening van de atomen in een molecule wijzigt. Een chemische reactie kan tot uiting komen in een wijziging van het “CAS-nummer”.
Voor oorsprongsdoeleinden worden de volgende processen buiten beschouwing gelaten: a) oplossing in water of in een ander oplosmiddel; b) verwijdering van oplosmiddelen, met inbegrip van als oplosmiddel gebruikt water; of c) toevoeging of verwijdering van water van kristallisatie. Een chemische reactie als hierboven gedefinieerd moet als oorsprongverlenend worden beschouwd.
— 
Mengsels: het doelbewust en evenredig gecontroleerd mengen (waaronder verspreiden) van materialen, anders dan de toevoeging van verdunningsmiddelen, om te voldoen aan vooraf vastgestelde specificaties waarbij een goed tot stand wordt gebracht met fysieke of chemische eigenschappen die relevant zijn voor de doeleinden of het gebruik van het goed en die verschillen van de inputmaterialen, moet als oorsprongverlenend worden beschouwd.
— 
Zuivering: zuivering moet als oorsprongverlenend worden beschouwd, mits de zuivering plaatsvindt op het grondgebied van een van de partijen of van beide partijen en ertoe leidt dat aan een van de volgende criteria wordt voldaan:
a) 

zuivering van een goed waarbij ten minste 80 % van bestaande onzuiverheden wordt verwijderd, of

b) 

vermindering of verwijdering van onzuiverheden waarbij een goed geschikt wordt voor een of meer van de volgende toepassingen:

i) 

stoffen van farmaceutische, medicinale, cosmetische, veterinaire of levensmiddelenkwaliteit;

ii) 

chemische producten en reagentia voor analytische, diagnostische of laboratoriumtoepassingen;

iii) 

elementen en componenten voor gebruik in micro-elektronica;

iv) 

gespecialiseerde optische toepassingen;

v) 

biotechnisch gebruik (bv. in celkweek, in genetische technologie of als katalysator);

vi) 

dragers, gebruikt in een scheidingsproces, of

vii) 

gebruik in nucleaire toepassingen.

— 
Wijziging van deeltjesgrootte: het doelbewust en gecontroleerd wijzigen van de deeltjesgrootte van een goed, anders dan alleen door pletten of persen, waarbij een goed ontstaat met een bepaalde deeltjesgrootte, deeltjesgrootteverdeling of oppervlakte die relevant is voor de doeleinden van het verkregen goed, en met fysieke of chemische eigenschappen die verschillen van de inputmaterialen, moet als oorsprongverlenend worden beschouwd.
— 
Standaardmaterialen: standaardmaterialen (met inbegrip van standaardoplossingen) zijn preparaten die geschikt zijn voor analytische, kalibrerings- of referentietoepassingen met een precieze zuiverheid of verhoudingen die door de fabrikant zijn gecertificeerd. De productie van standaardmaterialen moet als oorsprongverlenend worden beschouwd.
— 
Isomerenscheiding: het isoleren of scheiden van isomeren uit een mengsel van isomeren moet als oorsprongverlenend worden beschouwd.

BIJLAGE II

LIJST VAN OORSPRONGVERLENENDE BE- OF VERWERKINGEN VAN NIET-OORSPRONGSMATERIALEN



Post

Omschrijving

Be- of verwerkingen waardoor niet-oorsprongsmaterialen de oorsprong verkrijgen

(1)

(2)

(3)

Hoofdstuk 1

Levende dieren

Alle dieren van hoofdstuk 1 zijn geheel en al verkregen

Hoofdstuk 2

Vlees en eetbare slachtafvallen

Vervaardiging waarbij al het vlees en het eetbare vleesafval in de producten van dit hoofdstuk geheel en al verkregen zijn

Hoofdstuk 3

Vis, schaaldieren, weekdieren en andere ongewervelde waterdieren

Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 3 geheel en al verkregen zijn

Hoofdstuk 4

Melk en zuivelproducten; vogeleieren; natuurhoning; eetbare producten van dierlijke oorsprong, elders genoemd noch elders onder begrepen

Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 4 geheel en al zijn verkregen

ex Hoofdstuk 5

Andere producten van dierlijke oorsprong, elders genoemd noch elders onder begrepen; met uitzondering van

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post

ex 0511 91

Niet eetbare kuit en hom

Alle kuit en hom is geheel en al verkregen

Hoofdstuk 6

Levende planten en producten van de bloementeelt

Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 6 geheel en al verkregen zijn

Hoofdstuk 7

Groenten, planten, wortels en knollen, voor voedingsdoeleinden

Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 7 geheel en al verkregen zijn

Hoofdstuk 8

Fruit; schillen van citrusvruchten en van meloenen

Vervaardiging waarbij alle gebruikte fruit, schillen van citrusvruchten en van meloenen van hoofdstuk 8 geheel en al verkregen zijn

Hoofdstuk 9

Koffie, thee, maté en specerijen

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post

Hoofdstuk 10

Granen

Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 10 geheel en al zijn verkregen

Hoofdstuk 11

Producten van de meelindustrie; mout; zetmeel; inuline; tarwegluten

Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van de hoofdstukken 8, 10 en 11, van de posten 0701 , 0714 , 2302 en 2303 , en van onderverdeling 0710 10 geheel en al verkregen zijn

Hoofdstuk 12

Oliehoudende zaden en vruchten; allerlei zaden, zaaigoed en vruchten; planten voor industrieel en voor geneeskundig gebruik; stro en voeder

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

ex Hoofdstuk 13

Gommen, harsen en andere plantensappen en plantenextracten; met uitzondering van

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post

ex  13 02

Pectinestoffen, pectinaten en pectaten

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, waarbij het gewicht van de gebruikte suiker niet hoger is dan 40 % van het gewicht van het eindproduct

Hoofdstuk 14

Plantaardige grondstoffen; plantaardige producten, elders genoemd noch elders onder begrepen

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post

ex Hoofdstuk 15

Vetten en oliën (dierlijke en plantaardige) en dissociatieproducten daarvan; bewerkt spijsvet; was van dierlijke of van plantaardige oorsprong, met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

1504 tot en met 1506

Vetten en oliën, van vis of van zeezoogdieren, alsmede fracties daarvan; wolvet en daaruit verkregen vetstoffen, lanoline daaronder begrepen; andere dierlijke vetten en oliën, alsmede fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post

1508

Grondnotenolie en fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd

Vervaardiging uit materialen van om het even welke onderverdeling, met uitzondering van materialen van dezelfde onderverdeling als het product

1509 en 1510

Olijfolie en fracties daarvan

Vervaardiging waarbij alle gebruikte plantaardige materialen geheel en al verkregen zijn

1511

Palmolie alsmede fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd

Vervaardiging uit materialen van om het even welke onderverdeling, met uitzondering van materialen van dezelfde onderverdeling als het product

ex  15 12

Zonnebloemzaadolie alsmede fracties daarvan:

 

— voor ander technisch of industrieel gebruik dan voor de vervaardiging van producten voor menselijke consumptie

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

— andere

Vervaardiging waarbij alle gebruikte plantaardige materialen geheel en al verkregen zijn

1515

Andere vaste plantaardige vetten en vette oliën (jojobaolie daaronder begrepen), alsmede fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd

Vervaardiging uit materialen van om het even welke onderverdeling, met uitzondering van materialen van dezelfde onderverdeling als het product

ex  15 16

Vetten en oliën van vis alsmede fracties daarvan

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post

1520

Glycerol, ruw; glycerolwater en glycerollogen

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post

Hoofdstuk 16

Bereidingen van vlees, van vis, van schaaldieren, van weekdieren of van andere ongewervelde waterdieren

Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van de hoofdstukken 2, 3 en 16 geheel en al verkregen zijn

ex Hoofdstuk 17

Suiker en suikerwerk; met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

1702

Andere suiker, chemisch zuivere lactose, maltose, glucose en fructose (levulose) daaronder begrepen, in vaste vorm; suikerstroop, niet gearomatiseerd en zonder toegevoegde kleurstoffen; kunsthoning, ook indien met natuurhoning vermengd; karamel:

 

— chemisch zuivere maltose en chemisch zuivere fructose

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met inbegrip van andere materialen van post 1702

— andere

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, waarbij het gewicht van de gebruikte materialen van de posten 1101 tot en met 1108 , 1701 en 1703 niet hoger is dan 30 % van het gewicht van het eindproduct

1704

Suikerwerk zonder cacao (witte chocolade daaronder begrepen)

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, waarbij:

— het gewicht van de gebruikte suiker niet hoger is dan 40 % van het gewicht van het eindproduct

— of

— de waarde van de gebruikte suiker niet hoger is dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

ex Hoofdstuk 18

Cacao en bereidingen daarvan; met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, waarbij het gewicht van de gebruikte suiker niet hoger is dan 40 % van het gewicht van het eindproduct

ex  18 06

Chocolade en andere bereidingen voor menselijke consumptie die cacao bevatten; met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, waarbij:

— het gewicht van de gebruikte suiker niet hoger is dan 40 % van het gewicht van het eindproduct

— of

— de waarde van de gebruikte suiker niet hoger is dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

1806 10

Cacaopoeder, waaraan suiker of andere zoetstoffen zijn toegevoegd

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, waarbij het gewicht van de gebruikte suiker niet hoger is dan 40 % van het gewicht van het eindproduct

1901

Moutextract; bereidingen voor menselijke consumptie van meel, gries, griesmeel, zetmeel of moutextract, geen of minder dan 40 gewichtspercenten cacao bevattend, berekend op een geheel ontvette basis, elders genoemd noch elders onder begrepen; bereidingen voor menselijke consumptie van producten bedoeld bij de posten 0401 tot en met 0404 , geen of minder dan 5 gewichtspercenten cacao bevattend, berekend op een geheel ontvette basis, elders genoemd noch elders onder begrepen:

 

— moutextract

Vervaardiging uit granen van hoofdstuk 10

— andere

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, waarbij het afzonderlijke gewicht van de gebruikte suiker en van de gebruikte materialen van hoofdstuk 4 niet hoger is dan 40 % van het gewicht van het eindproduct

1902

Deegwaren, ook indien gekookt of gevuld (met vlees of andere zelfstandigheden) dan wel op andere wijze bereid, zoals spaghetti, macaroni, noedels, lasagne, gnocchi, ravioli en cannelloni; koeskoes, ook indien bereid

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, waarbij:

— het gewicht van de gebruikte materialen van de posten 1006 en 1101 tot en met 1108 niet hoger is dan 20 % van het gewicht van het eindproduct, en

— het gewicht van de gebruikte materialen van de hoofdstukken 2, 3 en 16 niet hoger is dan 20 % van het gewicht van het eindproduct

1903

Tapioca en soortgelijke producten bereid uit zetmeel, in de vorm van schilfers, korrels, parels en dergelijke

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van aardappelzetmeel van post 1108

1904

Graanpreparaten verkregen door poffen of door roosteren (bijvoorbeeld cornflakes); granen (andere dan maïs) in de vorm van korrels of in de vorm van vlokken of van andere bewerkte korrels (met uitzondering van meel, gries en griesmeel), voorgekookt of op andere wijze bereid, elders genoemd noch elders onder begrepen

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, waarbij:

— het gewicht van de gebruikte materialen van de posten 1006 en 1101 tot en met 1108 niet hoger is dan 20 % van het gewicht van het eindproduct, en

— het gewicht van de gebruikte suiker niet hoger is dan 40 % van het gewicht van het eindproduct

1905

Brood, gebak, biscuits en andere bakkerswaren, ook indien deze producten cacao bevatten; ouwel in bladen, hosties, ouwels voor geneesmiddelen, plakouwels en dergelijke producten van meel of van zetmeel

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, waarbij het gewicht van de gebruikte materialen van de posten 1006 en 1101 tot en met 1108 niet hoger is dan 20 % van het gewicht van het eindproduct

ex Hoofdstuk 20

Bereidingen van groenten, van vruchten en van andere plantendelen; met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

2002 en 2003

Tomaten, paddenstoelen en truffels, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 7 geheel en al verkregen zijn

2006

Groenten, vruchten, vruchtenschillen en andere plantendelen, gekonfijt met suiker (uitgedropen, geglaceerd of uitgekristalliseerd)

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, waarbij het gewicht van de gebruikte suiker niet hoger is dan 40 % van het gewicht van het eindproduct

2007

Jam, vruchtengelei, marmelade, vruchtenmoes en vruchtenpasta, door koken of stoven verkregen, met of zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, waarbij het gewicht van de gebruikte suiker niet hoger is dan 40 % van het gewicht van het eindproduct

ex  20 08

Andere producten dan:

— noten, zonder toegevoegde suiker of alcohol

— pindakaas; mengsels op basis van graan; palmharten; maïs

— vruchten (noten daaronder begrepen), anders gekookt dan in water of stoom, zonder toegevoegde suiker, bevroren

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, waarbij het gewicht van de gebruikte suiker niet hoger is dan 40 % van het gewicht van het eindproduct

2009

Ongegiste vruchtensappen (druivenmost daaronder begrepen) en ongegiste groentesappen, zonder toegevoegde alcohol, ook indien met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, waarbij het gewicht van de gebruikte suiker niet hoger is dan 40 % van het gewicht van het eindproduct

ex Hoofdstuk 21

Diverse producten voor menselijke consumptie; met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

2103

— sauzen en preparaten voor sauzen; samengestelde kruiderijen en dergelijke producten

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product. Mosterdmeel en bereide mosterd mogen evenwel worden gebruikt

— mosterdmeel en bereide mosterd

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post

2105

Consumptie-ijs, ook indien cacao bevattend

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, waarbij:

— het afzonderlijke gewicht van de gebruikte suiker en van de gebruikte materialen van hoofdstuk 4 niet hoger is dan 40 % van het gewicht van het eindproduct

— en

— het gewicht van de gebruikte suiker en van de gebruikte materialen van hoofdstuk 4 tezamen genomen niet hoger is dan 60 % van het gewicht van het eindproduct

2106

Producten voor menselijke consumptie, elders genoemd noch elders onder begrepen

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, waarbij het gewicht van de gebruikte suiker niet hoger is dan 40 % van het gewicht van het eindproduct

ex Hoofdstuk 22

Dranken, alcoholhoudende vloeistoffen en azijn; met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, waarbij alle gebruikte materialen van de onderverdelingen 0806 10 , 2009 61 , 2009 69 geheel en al verkregen zijn

2202

Water, mineraalwater en spuitwater daaronder begrepen, met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, dan wel gearomatiseerd, alsmede andere alcoholvrije dranken, andere dan de vruchten- en groentesappen bedoeld bij post 2009

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

2207 en 2208

Ethylalcohol, niet gedenatureerd, met een alcoholvolumegehalte van meer of minder dan 80 % vol; gedistilleerde dranken, likeuren en andere dranken die gedistilleerde alcohol bevatten

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van de posten 2207 en 2208 , waarbij alle gebruikte materialen van de onderverdelingen 0806 10 , 2009 61 , 2009 69 geheel en al verkregen zijn

ex Hoofdstuk 23

Resten en afval van de voedselindustrie; bereid voedsel voor dieren; met uitzondering van

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

2309

Bereidingen van de soort gebruikt voor het voederen van dieren

Vervaardiging waarbij:

— alle gebruikte materialen van de hoofdstukken 2 en 3 geheel en al verkregen zijn,

— het gewicht van de gebruikte materialen van de hoofdstukken 10 en 11 en van de posten 2302 en 2303 niet hoger is dan 20 % van het gewicht van het eindproduct,

— het afzonderlijke gewicht van de gebruikte suiker en van de gebruikte materialen van hoofdstuk 4 niet hoger is dan 40 % van het gewicht van het eindproduct, en

— het gewicht van de gebruikte suiker en van de gebruikte materialen van hoofdstuk 4 tezamen genomen niet hoger is dan 50 % van het gewicht van het eindproduct

ex Hoofdstuk 24

Tabak en tot verbruik bereide tabakssurrogaten; met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, waarbij het gewicht van de materialen van post 2401 niet hoger is dan 30 % van het totale gewicht van de gebruikte materialen van hoofdstuk 24

2401

Ruwe en niet tot verbruik bereide tabak; afvallen van tabak

Vervaardiging waarbij alle materialen van post 2401 geheel en al zijn verkregen

ex  24 02

Sigaretten, van tabak of van tabakssurrogaten

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product en van rooktabak van onderverdeling 2403 19 , waarbij ten minste 10 gewichtspercenten van alle gebruikte materialen van post 2401 geheel en al verkregen zijn

ex  24 03

Producten bestemd voor inademing via zogenaamde “heated delivery” (verhitting) of met andere middelen, zonder verbranding

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, waarbij ten minste 10 gewichtspercenten van alle gebruikte materialen van post 2401 geheel en al verkregen zijn

ex Hoofdstuk 25

Zout; zwavel; aarde en steen; gips, kalk en cement; met uitzondering van

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product,

of

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product

ex  25 19

Natuurlijk magnesiumcarbonaat (magnesiet), fijngemaakt, in hermetisch gesloten recipiënten, en magnesiumoxide, ook indien zuiver, met uitzondering van gesmolten magnesia of doodgebrande magnesia (gesinterd)

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product. Natuurlijk magnesiumcarbonaat (magnesiet) mag evenwel worden gebruikt

Hoofdstuk 26

Ertsen, slakken en assen

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

ex Hoofdstuk 27

Minerale brandstoffen, aardolie en distillatieproducten daarvan; bitumineuze stoffen; minerale was; met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

of

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

ex  27 07

Oliën waarin het gewicht van de aromatische bestanddelen dat van de niet-aromatische bestanddelen overtreft, zijnde soortgelijke producten als minerale oliën verkregen bij het distilleren van hoge-temperatuur-steenkoolteer, die voor 65 % of meer van hun volume overdistilleren bij een temperatuur van 250 °C of minder (mengsels van benzol en van benzine daaronder begrepen), bestemd om te worden gebruikt als motorbrandstof of als andere brandstof

Raffinage en/of een of meer specifieke behandeling(en) (1)

of

Andere behandelingen waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van het product zijn ingedeeld. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt, mits de totale waarde ervan niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

2710

Aardolie en olie uit bitumineuze mineralen, andere dan ruwe; preparaten die 70 of meer gewichtspercenten aardolie of olie uit bitumineuze mineralen bevatten en waarvan het karakter door deze olie wordt bepaald, elders genoemd noch elders onder begrepen; waste oils

Raffinage en/of een of meer specifieke behandeling(en) (1)

of

Andere behandelingen waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van het product zijn ingedeeld. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt, mits de totale waarde ervan niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

2711

Aardgas en andere gasvormige koolwaterstoffen

Raffinage en/of een of meer specifieke behandeling(en) (1)

of

Andere behandelingen waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van het product zijn ingedeeld. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt, mits de totale waarde ervan niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

2712

Vaseline; paraffine, microkristallijne was uit aardolie, “slack wax”, ozokeriet, montaanwas, turfwas, andere minerale was en dergelijke door synthese of op andere wijze verkregen producten, ook indien gekleurd

Raffinage en/of een of meer specifieke behandeling(en) (1)

of

Andere behandelingen waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van het product zijn ingedeeld. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt, mits de totale waarde ervan niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

2713

Petroleumcokes, petroleumbitumen en andere residuen van aardolie of van olie uit bitumineuze mineralen

Raffinage en/of een of meer specifieke behandeling(en) (1)

of

Andere behandelingen waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van het product zijn ingedeeld. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt, mits de totale waarde ervan niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

Hoofdstuk 28

Anorganische chemische producten; anorganische of organische verbindingen van edele metalen, van radioactieve elementen, van zeldzame aardmetalen en van isotopen

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt, mits de totale waarde ervan niet hoger is dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

of

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

ex Hoofdstuk 29

Organische chemische producten; met uitzondering van:

Specifieke behandeling(en) (4)

of

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt, mits de totale waarde ervan niet hoger is dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

of

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

ex  29 01

Acyclische koolwaterstoffen bestemd om te worden gebruikt als motorbrandstof of als andere brandstof

Specifieke behandeling(en) (4)

of

Raffinage en/of een of meer specifieke behandeling(en) (1)

of

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt tot een totale waarde van 50 % van de prijs af fabriek van het product

ex  29 02

Cycloalkanen en cycloalkenen (andere dan azulenen), benzeen, tolueen, xylenen, bestemd om te worden gebruikt als motorbrandstof of als andere brandstof

Specifieke behandeling(en) (4)

of

Raffinage en/of een of meer specifieke behandeling(en) (1)

of

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt tot een totale waarde van 50 % van de prijs af fabriek van het product

ex  29 05

Metaalalcoholaten van alcohol bedoeld bij deze post en van ethanol

Specifieke behandeling(en) (4)

of

Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met inbegrip van andere materialen van post 2905 . Metaalalcoholaten van deze post mogen evenwel worden gebruikt, mits de totale waarde ervan niet hoger is dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

of

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

Hoofdstuk 30

Farmaceutische producten

Specifieke behandeling(en) (4)

of

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post

Hoofdstuk 31

Meststoffen

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt, mits de totale waarde ervan niet hoger is dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

of

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

Hoofdstuk 32

Looi- en verfextracten; looizuur (tannine) en derivaten daarvan; pigmenten en andere kleur- en verfstoffen; verf en vernis; mastiek; stopverf en mastiek; inkt

Specifieke behandeling(en) (4)

of

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt, mits de totale waarde ervan niet hoger is dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

of

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

Hoofdstuk 33

Etherische oliën en harsaroma’s; parfumerieën, toiletartikelen en cosmetische producten

Specifieke behandeling(en) (4)

of

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt, mits de totale waarde ervan niet hoger is dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

of

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

Hoofdstuk 34

Zeep, organische tensioactieve producten, wasmiddelen, smeermiddelen, kunstwas, bereide was, poets- en onderhoudsmiddelen, kaarsen en dergelijke artikelen, modelleerpasta’s, tandtechnische waspreparaten en tandtechnische preparaten op basis van gebrand gips

Specifieke behandeling(en) (4)

of

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt, mits de totale waarde ervan niet hoger is dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

of

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

Hoofdstuk 35

Eiwitstoffen; gewijzigd zetmeel; lijm; enzymen

Specifieke behandeling(en) (4)

of

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt, mits de totale waarde ervan niet hoger is dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

of

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

Hoofdstuk 36

Kruit en springstoffen; pyrotechnische artikelen; lucifers; vonkende legeringen; ontvlambare stoffen

Specifieke behandeling(en) (4)

of

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt, mits de totale waarde ervan niet hoger is dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

of

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

Hoofdstuk 37

Producten voor fotografie en cinematografie

Specifieke behandeling(en) (4)

of

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt, mits de totale waarde ervan niet hoger is dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

of

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

ex Hoofdstuk 38

Diverse producten van de chemische industrie; met uitzondering van:

Specifieke behandeling(en) (4)

of

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt, mits de totale waarde ervan niet hoger is dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

of

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

ex  38 11

Dopes (antiklopmiddelen, oxidatievertragers, peptisatiemiddelen, middelen ter verbetering van de viscositeit, corrosievertragers en dergelijke preparaten), voor minerale olie (benzine daaronder begrepen) of voor andere vloeistoffen die voor dezelfde doeleinden worden gebruikt als minerale olie:

Specifieke behandeling(en) (4)

of

— Bereide additieven voor smeerolie, aardolie of olie uit bitumineuze mineralen bevattende

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van post 3811 niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

ex 3824 99 en ex 3826 00

Biodiesel

Vervaardiging waarbij biodiesel wordt verkregen door omestering en/of verestering of door hydrobehandeling

Hoofdstuk 39

Kunststof en werken daarvan

Specifieke behandeling(en) (4)

of

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product. Materialen van dezelfde onderverdeling als het product mogen evenwel worden gebruikt, mits de totale waarde ervan niet hoger is dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

of

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

ex Hoofdstuk 40

Rubber en werken van rubber; met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

of

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

ex  40 12

Luchtbanden, massieve of halfmassieve banden, van rubber, voorzien van een nieuw loopvlak

Van een nieuw loopvlak voorzien van gebruikte banden

ex Hoofdstuk 41

Huiden en vellen (andere dan pelterijen), alsmede leder; met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

4104 tot en met 4106

Gelooide onthaarde huiden en vellen en niet afgewerkt leder (“crust”), alsmede gelooide huiden en vellen en niet afgewerkt leder (“crust”) van niet-behaarde dieren, ook indien gesplit, maar niet verder bewerkt

Herlooien van voorgelooid leder

of

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

Hoofdstuk 42

Lederwaren; zadel- en tuigmakerswerk; reisartikelen, handtassen en dergelijke bergingsmiddelen; werken van darmen

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

of

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

ex Hoofdstuk 43

Pelterijen en bontwerk; namaakbont; met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

ex  43 02

Pelterijen, gelooid of anderszins bereid, samengevoegd:

 

— Banen, zakken, vierkanten, kruisen en dergelijke vormen.

Bleken of verven, naast snijden en samenvoegen van niet-samengevoegde, gelooide of anderszins bereide pelterijen

— Andere

Vervaardiging uit niet-samengevoegde gelooide of anderszins bereide pelterijen.

4303

Kleding, kledingtoebehoren en andere artikelen, van bont

Vervaardiging uit niet-samengevoegde, gelooide of anderszins bereide pelterijen van post 4302

ex Hoofdstuk 44

Hout en houtwaren; houtskool; met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

of

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

ex  44 07

Hout, overlangs gezaagd of afgestoken, dan wel gesneden of geschild, geschaafd, geschuurd of met stuikverbinding, met een dikte van meer dan 6 mm

Schaven, schuren of aaneenvoegen door middel van een stuikverbinding

ex  44 08

Fineerplaten (die verkregen door het snijden van gelaagd hout daaronder begrepen) en platen voor de vervaardiging van triplex- en multiplexhout, met een dikte van niet meer dan 6 mm, met verbinding aan de randen, alsmede ander hout, overlangs gezaagd, dan wel gesneden of geschild, met een dikte van niet meer dan 6 mm, geschaafd, geschuurd of met stuikverbinding

Aanbrengen van een verbinding aan de randen, schaven, schuren of aanbrengen van een eindverbinding

ex  44 10 tot en met ex  44 13

Staaflijst van hout, voor meubelen, voor lijsten, voor binnenhuisversiering, voor het wegwerken van elektrische leidingen (groeflatjes en afdekprofielen) en voor dergelijke doeleinden

In profiel frezen of vormen

ex  44 15

Pakkisten, kratten, trommels en dergelijke verpakkingsmiddelen, van hout

Vervaardiging uit niet op maat gezaagde planken

ex  44 18

— Schrijn- en timmerwerk voor bouwwerken, van hout

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product. Panelen met cellenstructuur en dakspanen (“shingles” en “shakes”) mogen evenwel worden gebruikt

— Staaflijsthout

In profiel frezen of vormen

ex  44 21

Hout geschikt gemaakt voor de vervaardiging van lucifers; houten schoenpinnen

Vervaardiging uit hout van een willekeurige post, met uitzondering van houtdraad van post 4409

Hoofdstuk 45

Kurk en kurkwaren

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

of

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

Hoofdstuk 46

Vlechtwerk en mandenmakerswerk

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

of

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

Hoofdstuk 47

Houtpulp en pulp van andere cellulosehoudende vezelstoffen; papier en karton voor het terugwinnen (resten en afval)

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

of

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

Hoofdstuk 48

Papier en karton; cellulose-, papier- en kartonwaren

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

of

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

Hoofdstuk 49

Artikelen van de uitgeverij, van de pers of van een andere grafische industrie; geschreven of getypte teksten en plannen

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

of

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

ex Hoofdstuk 50

Zijde, met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

ex  50 03

Afval van zijde (cocons ongeschikt om te worden afgehaspeld, afval van garen en rafelingen daaronder begrepen), gekaard of gekamd

Kaarden of kammen van afval van zijde

5004 tot en met ex  50 06

Garens van zijde en garens van afval van zijde

 (2)

Spinnen van natuurlijke vezels

of

Extrusie van synthetisch of kunstmatig continufilament samen met spinnen

of

Extrusie van synthetisch of kunstmatig continufilament samen met twijnen

of

Twijnen samen met om het even welke mechanische bewerking

5007

Weefsels van zijde of van afval van zijde

 (2)

Spinnen van natuurlijke en/of synthetische of kunstmatige stapelvezels samen met weven

of

Extrusie van synthetisch of kunstmatig filamentgaren samen met weven

of

Twijnen of om het even welke mechanische bewerking samen met weven

of

Weven samen met verven

of

Verven van het garen samen met weven

of

Weven samen met bedrukken

of

Bedrukken (als zelfstandige bewerking)

ex Hoofdstuk 51

Wol, fijn haar en grof haar; garens en weefsels van paardenhaar (crin), met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

5106 tot en met 5110

Garens van wol, van fijn haar, van grof haar of van paardenhaar (crin)

 (2)

Spinnen van natuurlijke vezels

of

Extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met spinnen

of

Twijnen samen met om het even welke mechanische bewerking

5111 tot en met 5113

Weefsels van wol, van fijn haar of grof haar, of van paardenhaar (crin):

 (2)

Spinnen van natuurlijke en/of synthetische of kunstmatige stapelvezels samen met weven

of

Extrusie van synthetisch of kunstmatig filamentgaren samen met weven

of

Weven samen met verven

of

Verven van het garen samen met weven

of

Weven samen met bedrukken

of

Bedrukken (als zelfstandige bewerking)

ex Hoofdstuk 52

Katoen; met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

5204 tot en met 5207

Garens van katoen

 (2)

Spinnen van natuurlijke vezels

of

Extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met spinnen

of

Twijnen samen met om het even welke mechanische bewerking

5208 tot en met 5212

Weefsels van katoen

 (2)

Spinnen van natuurlijke en/of synthetische of kunstmatige stapelvezels samen met weven

of

Extrusie van synthetisch of kunstmatig filamentgaren samen met weven

of

Twijnen of om het even welke mechanische bewerking samen met weven

of

Weven samen met verven, aanbrengen van een deklaag of voorzien van inlagen

of

Verven van het garen samen met weven

of

Weven samen met bedrukken

of

Bedrukken (als zelfstandige bewerking)

ex Hoofdstuk 53

Andere plantaardige textielvezels; papiergarens en weefsels daarvan, met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

5306 tot en met 5308

Garens van andere plantaardige textielvezels;

papiergaren

 (2)

Spinnen van natuurlijke vezels

of

Extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met spinnen

of

Twijnen samen met om het even welke mechanische bewerking

5309 tot en met 5311

Weefsels van andere plantaardige textielvezels; weefsels van papiergarens:

 (2)

Spinnen van natuurlijke en/of synthetische of kunstmatige stapelvezels samen met weven

of

Extrusie van synthetisch of kunstmatig filamentgaren samen met weven

of

Weven samen met verven, aanbrengen van een deklaag of voorzien van inlagen

of

Verven van het garen samen met weven

of

Weven samen met bedrukken

of

Bedrukken (als zelfstandige bewerking)

5401 tot en met 5406

Garens, monofilamenten en draad van synthetische of kunstmatige filamenten

 (2)

Spinnen van natuurlijke vezels

of

Extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met spinnen

of

Twijnen samen met om het even welke mechanische bewerking

5407 en 5408

Weefsels van synthetische of kunstmatige filamentgarens

 (2)

Spinnen van natuurlijke en/of synthetische of kunstmatige stapelvezels samen met weven

of

Extrusie van synthetisch of kunstmatig filamentgaren samen met weven

of

Twijnen of om het even welke mechanische bewerking samen met weven

of

Verven van het garen samen met weven

of

Weven samen met verven, aanbrengen van een deklaag of voorzien van inlagen

of

Weven samen met bedrukken

of

Bedrukken (als zelfstandige bewerking)

5501 tot en met 5507

Synthetische of kunstmatige stapelvezels

Extrusie van synthetische of kunstmatige vezels

5508 tot en met 5511

Garens en naaigarens van synthetische of kunstmatige stapelvezels

 (2)

Spinnen van natuurlijke vezels

of

Extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met spinnen

of

Twijnen samen met om het even welke mechanische bewerking

5512 tot en met 5516

Weefsels van synthetische of kunstmatige stapelvezels:

 (2)

Spinnen van natuurlijke en/of synthetische of kunstmatige stapelvezels samen met weven

of

Extrusie van synthetisch of kunstmatig filamentgaren samen met weven

of

Twijnen of om het even welke mechanische bewerking samen met weven

of

Weven samen met verven, aanbrengen van een deklaag of voorzien van inlagen

of

Verven van het garen samen met weven

of

Weven samen met bedrukken

of

Bedrukken (als zelfstandige bewerking)

ex Hoofdstuk 56

Watten, vilt en gebonden textielvlies; speciale garens; bindgaren, touw en kabel, alsmede werken daarvan, met uitzondering van:

 (2)

Spinnen van natuurlijke vezels

of

Extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met spinnen

5601

Watten van textielstof en artikelen daarvan; textielvezels met een lengte van niet meer dan 5 mm (scheerhaar), noppen van textielstof

Spinnen van natuurlijke vezels

of

Extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met spinnen

of

Aanbrengen van een flockprint samen met verven of bedrukken

of

Aanbrengen van een deklaag, aanbrengen van een flockprint, voorzien van inlagen of metalliseren samen met ten minste twee andere belangrijke bewerkingen van voorbereiding of afwerking (zoals kalanderen, krimpvrij maken, thermofixeren en permanent finish), mits de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

5602

Vilt, ook indien geïmpregneerd, bekleed, bedekt of met inlagen:

 

— Naaldgetouwvilt

 (2)

Extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met weefselvorming.

Mogen evenwel worden gebruikt:

— polypropyleenfilamentgarens van post 5402 ,

— polypropyleenvezels van post 5503 of 5506 , of

— polypropyleenkabels van post 5501 ,

waarvan de titer in alle gevallen van één enkel filament of vezel minder dan 9 decitex bedraagt, mits de totale waarde ervan niet hoger is dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

of

Maken van gebonden textielvlies alleen in geval van vilt dat van natuurlijke vezels is gemaakt

— Ander

 (2)

Extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met weefselvorming

of

Maken van gebonden textielvlies alleen in geval van ander vilt dat van natuurlijke vezels is gemaakt

5603

Gebonden textielvlies, ook indien geïmpregneerd, bekleed, bedekt of met inlagen

 

5603 11 tot en met 5603 14

Gebonden textielvlies, ook indien geïmpregneerd, bekleed, bedekt of met inlagen, van synthetische of kunstmatige filamenten

Vervaardiging uit:

— gerichte of willekeurig georiënteerde filamenten

— of

— stoffen of polymeren van natuurlijke of synthetische of kunstmatige oorsprong,

— in beide gevallen gevolgd door binding aan een gebonden textielvlies

5603 91 tot en met 5603 94

Gebonden textielvlies, ook indien geïmpregneerd, bekleed, bedekt of met inlagen, ander dan van synthetische of kunstmatige filamenten

Vervaardiging uit:

— gerichte of willekeurig georiënteerde stapelvezels

— en/of

— versneden garens van natuurlijke of synthetische of kunstmatige oorsprong,

— in beide gevallen gevolgd door binding aan een gebonden textielvlies

5604

Draad en koord van rubber, omwoeld of omvlochten met textiel; textielgarens, alsmede strippen en artikelen van dergelijke vorm bedoeld bij post 5404 of 5405 , geïmpregneerd, bekleed, bedekt of ommanteld met rubber of met kunststof:

 

— Draad en koord van rubber, omwoeld of omvlochten met textiel

Vervaardiging uit niet-omwoelde of -omvlochten draad en koord, van rubber

— Andere

 (2)

Spinnen van natuurlijke vezels

of

Extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met spinnen

of

Twijnen samen met om het even welke mechanische bewerking

5605

Metaalgarens, ook indien omwoeld, bestaande uit textielgarens of uit strippen en artikelen van dergelijke vorm bedoeld bij post 5404 of 5405 , verbonden met metaaldraad, -strippen of -poeder, dan wel bedekt met metaal

 (2)

Spinnen van natuurlijke en/of synthetische of kunstmatige stapelvezels

of

Extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met spinnen

of

Twijnen samen met om het even welke mechanische bewerking

5606

Omwoeld garen, alsmede strippen en artikelen van dergelijke vorm bedoeld bij post 5404 of 5405 , omwoeld, andere dan die bedoeld bij post 5605 en andere dan omwoeld paardenhaar (crin); chenillegaren; kettingsteekgaren (zogeheten chainettegaren)

 (2)

Extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met spinnen

of

Twijnen samen met omwoelen

of

Spinnen van natuurlijke en/of synthetische of kunstmatige stapelvezels

of

Aanbrengen van een flockprint samen met verven

Hoofdstuk 57

Tapijten en andere vloerbedekkingen van textiel:

 (2)

Spinnen van natuurlijke en/of synthetische of kunstmatige stapelvezels samen met weven of tuften

of

Extrusie van synthetisch of kunstmatig filamentgaren samen met weven of tuften

of

Vervaardiging van kokos-, sisal- of jutegaren of klassieke ringgesponnen viscosegarens

of

Tuften samen met verven of bedrukken

of

Aanbrengen van een flockprint samen met verven of bedrukken

of

Extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met niet-weeftechnieken, met inbegrip van naaldponsen

Juteweefsel mag als rug worden gebruikt.

ex Hoofdstuk 58

Speciale weefsels; getufte textielstoffen; kant; tapisserieën; passementwerk; borduurwerk; met uitzondering van:

 (2)

Spinnen van natuurlijke en/of synthetische of kunstmatige stapelvezels samen met weven of tuften

of

Extrusie van synthetisch of kunstmatig filamentgaren samen met weven of tuften

of

Weven samen met verven, aanbrengen van een flockprint, aanbrengen van een deklaag, voorzien van inlagen of metalliseren

of

Tuften samen met verven of bedrukken

of

Aanbrengen van een flockprint samen met verven of bedrukken

of

Verven van het garen samen met weven

of

Weven samen met bedrukken

of

Bedrukken (als zelfstandige bewerking)

5805

Tapisserieën, met de hand geweven (zoals gobelins, Vlaamse tapisserieën, aubussons, beauvais en dergelijke) of met de naald vervaardigd (bijvoorbeeld halve kruissteek, kruissteek), ook indien geconfectioneerd

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

5810

Borduurwerk, aan het stuk, in banden of in de vorm van motieven

Borduurwerk waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

5901

Weefsels bedekt met lijm of met zetmeelachtige stoffen, van de soort gebruikt voor het boekbinden, voor het kartonneren, voor foedraalwerk of voor dergelijk gebruik; calqueerlinnen en tekenlinnen; schilderdoek; stijflinnen (buckram) en dergelijke weefsels van de soort gebruikt voor steunvormen van hoeden

Weven samen met verven, met het aanbrengen van een flockprint, met het aanbrengen van een deklaag, met het voorzien van inlagen of met metalliseren

of

Aanbrengen van een flockprint samen met verven of bedrukken

5902

Bandenkoordweefsel (“tyre cord fabric”) van garens met een hoge sterktegraad van nylon of van andere polyamiden, van polyesters of van viscoserayon:

 

— Bevattende niet meer dan 90 gewichtspercenten textielmaterialen

Weven

— Andere

Extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met weven

5903

Weefsels, geïmpregneerd, bekleed of bedekt met, dan wel met inlagen van kunststof, andere dan die bedoeld bij post 5902

Weven samen met impregneren, aanbrengen van een deklaag, bekleden, voorzien van inlagen of metalliseren

of

Weven samen met bedrukken

of

Bedrukken (als zelfstandige bewerking)

5904

Linoleum, ook indien in bepaalde vorm gesneden; vloerbedekking, bestaande uit een deklaag of een bekleding op een drager van textiel, ook indien in bepaalde vorm gesneden

 (2)

Weven samen met verven, aanbrengen van een deklaag, voorzien van inlagen of metalliseren

Juteweefsel mag als rug worden gebruikt.

5905

Wandbekleding van textielstof:

— Geïmpregneerd, bekleed, bedekt of met inlagen van rubber, kunststoffen of andere materialen

Weven, breien of maken van gebonden textielvlies samen met impregneren, aanbrengen van een deklaag, bekleden, voorzien van inlagen of metalliseren

— Andere

 (2)

Spinnen van natuurlijke en/of synthetische of kunstmatige stapelvezels samen met weven

of

Extrusie van synthetisch of kunstmatig filamentgaren samen met weven

of

Weven, breien of maken van gebonden textielvlies samen met verven, aanbrengen van een deklaag of voorzien van inlagen

of

Weven samen met bedrukken

of

Bedrukken (als zelfstandige bewerking)

5906

Gegummeerde weefsels, andere dan die bedoeld bij post 5902 :

 

— Brei- en haakwerk aan het stuk

 (2)

Spinnen van natuurlijke en/of synthetische of kunstmatige stapelvezels samen met breien/haken

of

Extrusie van synthetisch of kunstmatig filamentgaren samen met breien/haken

of

Breien of haken samen met gummeren

of

Gummeren samen met ten minste twee andere belangrijke bewerkingen van voorbereiding of afwerking (zoals kalanderen, krimpvrij maken, thermofixeren en permanent finish), mits de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

— Andere weefsels, vervaardigd van synthetische filamentgarens, bevattende meer dan 90 gewichtspercenten textielmaterialen

Extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met weven

— Andere

Weven, breien of een ander proces dan weven samen met verven, aanbrengen van een deklaag/gummeren

of

Verven van garen samen met weven, breien of een ander proces dan weven

of

Gummeren samen met ten minste twee andere belangrijke bewerkingen van voorbereiding of afwerking (zoals kalanderen, krimpvrij maken, thermofixeren en permanent finish), mits de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

5907

Weefsels, anderszins geïmpregneerd, bekleed of bedekt; beschilderd doek voor theatercoulissen, voor achtergronden van studio’s of voor dergelijk gebruik

Weven, breien of maken van gebonden textielvlies samen met verven, bedrukken, aanbrengen van een deklaag, impregneren of bekleden

of

Aanbrengen van een flockprint samen met verven of bedrukken

of

Bedrukken (als zelfstandige bewerking)

5908

Kousen, pitten en wieken, voor lampen, voor komforen, voor aanstekers, voor kaarsen en dergelijke, geweven, gevlochten of gebreid; gloeikousjes en rond gebreide buisjes voor het vervaardigen van gloeikousjes, ook indien geïmpregneerd

 

— Gloeikousjes, geïmpregneerd

Vervaardiging uit rond gebreide/gehaakte buisjes

— Andere

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

5909 tot en met 5911

Artikelen voor technisch gebruik, van textielstoffen:

 (2)

Spinnen van natuurlijke en/of synthetische of kunstmatige stapelvezels samen met weven

of

Extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met weven

of

Weven samen met verven, aanbrengen van een deklaag of voorzien van inlagen

of

Aanbrengen van een deklaag, aanbrengen van een flockprint, voorzien van inlagen of metalliseren samen met ten minste twee andere belangrijke bewerkingen van voorbereiding of afwerking (zoals kalanderen, krimpvrij maken, thermofixeren en permanent finish), mits de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

Hoofdstuk 60

Brei- en haakwerk aan het stuk

 (2)

Spinnen van natuurlijke en/of synthetische of kunstmatige stapelvezels samen met breien/haken

of

Extrusie van synthetisch of kunstmatig filamentgaren samen met breien/haken

of

Breien/haken samen met verven, aanbrengen van een flockprint, aanbrengen van een deklaag, voorzien van inlagen of bedrukken

of

Aanbrengen van een flockprint samen met verven of bedrukken

of

Verven van garen samen met breien/haken

of

Twijnen of texturiseren samen met breien/haken, mits de waarde van de gebruikte niet-getwijnde/niet-getexturiseerde garens niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

Hoofdstuk 61

Kleding en kledingtoebehoren, van brei- of haakwerk:

 

— Verkregen door het aaneennaaien of op andere wijze samenvoegen van twee of meer stukken brei- of haakwerk die in vorm zijn gesneden of rechtstreeks in vorm zijn gebracht

 (2) (3)

Breien of haken samen met confectioneren (met inbegrip van snijden)

— Andere

 (2)

Spinnen van natuurlijke en/of synthetische of kunstmatige stapelvezels samen met breien of haken

of

Extrusie van synthetisch of kunstmatig filamentgaren samen met breien of haken

of

Breien en confectioneren in één bewerking

ex Hoofdstuk 62

Kleding en kledingtoebehoren, andere dan van brei- of haakwerk; met uitzondering van:

 (2) (3)

Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden)

of

Confectioneren (met inbegrip van snijden) voorafgegaan door bedrukken (als zelfstandige bewerking)

ex  62 02 , ex  62 04 , ex  62 06 , ex  62 09 en ex  62 11

Dames-, meisjes- en babykleding, alsmede ander geconfectioneerd kledingtoebehoren voor baby’s, geborduurd

 (3)

Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden)

of

Vervaardiging uit niet-geborduurd weefsel, mits de waarde van het gebruikte niet-geborduurde weefsel niet hoger is dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

ex  62 10 en ex  62 16

Vuurbestendige uitrustingen van weefsel bedekt met een folie van met aluminium verbonden polyester

 (2) (3)

Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden)

of

Voorzien van een deklaag of van inlagen, mits de waarde van het gebruikte weefsel zonder deklaag of inlagen niet hoger is dan 40 % van de prijs af fabriek van het product, samen met confectioneren (met inbegrip van snijden)

ex  62 12

Bustehouders, gaines (step-ins), korsetten, bretels, jarretelles, kousenbanden en dergelijke artikelen, alsmede delen daarvan, ook indien van brei- of haakwerk, verkregen door het aaneennaaien of op andere wijze samenvoegen van twee of meer stukken brei- of haakwerk die in vorm zijn gesneden of rechtstreeks in vorm zijn gebracht

 (2) (3)

Breien samen met confectioneren (met inbegrip van snijden)

of

Confectioneren (met inbegrip van snijden) voorafgegaan door bedrukken (als zelfstandige bewerking)

6213 en 6214

Zakdoeken, sjaals, sjerpen, hoofddoeken en halsdoeken, mantilles, sluiers, voiles en dergelijke artikelen:

 

— Geborduurd

 (2) (3)

Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden)

of

Vervaardiging uit niet-geborduurd weefsel, mits de waarde van het gebruikte niet-geborduurde weefsel niet hoger is dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

of

Confectioneren (met inbegrip van snijden)

voorafgegaan door bedrukken (als zelfstandige bewerking)

— Ander

 (2) (3)

Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden)

of

Confectioneren voorafgegaan door bedrukken (als zelfstandige bewerking)

6217

Andere geconfectioneerde kledingtoebehoren; delen (andere dan die bedoeld bij post 6212 ) van kleding of van kledingtoebehoren:

 

— Geborduurd

 (3)

Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden)

of

Vervaardiging uit niet-geborduurd weefsel, mits de waarde van het gebruikte niet-geborduurde weefsel niet hoger is dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

of

Confectioneren voorafgegaan door bedrukken (als zelfstandige bewerking)

— Vuurbestendige uitrustingen van weefsel bedekt met een folie van met aluminium verbonden polyester

 (3)

Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden)

of

Voorzien van een deklaag of van inlagen, mits de waarde van het gebruikte weefsel zonder deklaag of inlagen niet hoger is dan 40 % van de prijs af fabriek van het product, samen met confectioneren (met inbegrip van snijden)

— Tussenvoeringen voor kragen en omslagen, uitgesneden

Vervaardiging:

— uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

— waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

— Ander

 (3)

Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden)

ex Hoofdstuk 63

Andere geconfectioneerde artikelen van textiel; stellen; oude kleren en dergelijke; lompen en vodden; met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

6301 tot en met 6304

Dekens, beddenlinnen, gordijnen, vitrages en andere artikelen voor stoffering:

 

— Van vilt of van gebonden textielvlies

 (2)

Maken van gebonden textielvlies samen met confectioneren (met inbegrip van snijden)

— Andere:

 

— Geborduurd

 (2) (3)

Weven of breien/haken samen met confectioneren (met inbegrip van snijden)

of

Vervaardiging uit niet-geborduurd weefsel (ander dan van brei- of haakwerk) met een waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

— Andere

 (2) (3)

Weven of breien/haken samen met confectioneren (met inbegrip van snijden)

6305

Zakken voor verpakkingsdoeleinden

 (2)Extrusie van synthetische of kunstmatige vezels of spinnen van natuurlijke en/of synthetische of kunstmatige stapelvezels samen met weven of breien en confectioneren (met inbegrip van snijden)

6306

Dekkleden en zonneschermen voor winkelpuien en dergelijke; tenten; zeilen voor schepen, zeilplanken, zeilwagens en zeilsleden; kampeerartikelen:

 

— Van gebonden textielvlies

 (2) (3)

Maken van gebonden textielvlies samen met confectioneren (met inbegrip van snijden)

— Andere

 (2) (3)

Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden)

6307

Andere geconfectioneerde artikelen, patronen voor kleding daaronder begrepen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

6308

Stellen of assortimenten, bestaande uit weefsel en garen, ook indien met toebehoren, voor de vervaardiging van tapijten, van tapisserieën, van geborduurde tafelkleden en servetten of van dergelijke artikelen van textiel, opgemaakt voor de verkoop in het klein

Elk artikel in het assortiment moet beantwoorden aan de regel die ervoor zou gelden indien het niet in het assortiment was opgenomen. Niet-oorsprongsartikelen mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de totale waarde ervan niet hoger is dan 15 % van de prijs af fabriek van het assortiment

ex Hoofdstuk 64

Schoeisel, beenkappen en dergelijke artikelen, delen daarvan; met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van de samenvoegingen van bovendelen met een binnenzool of met andere binnendelen van post 6406

6406

Delen van schoeisel (daaronder begrepen bovendelen, al dan niet voorzien van zolen, andere dan buitenzolen); inlegzolen, hielkussens en dergelijke artikelen; slobkousen, beenkappen en dergelijke artikelen, alsmede delen daarvan

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

Hoofdstuk 65

Hoofddeksels en delen daarvan

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

Hoofdstuk 66

Paraplu’s, parasols, wandelstokken, zitstokken, zwepen, rijzwepen, alsmede delen daarvan:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

of

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

Hoofdstuk 67

Geprepareerde veren en geprepareerd dons en artikelen van veren of van dons; kunstbloemen; werken van mensenhaar

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

of

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

Hoofdstuk 68

Werken van steen, van gips, van cement, van asbest, van mica en van dergelijke stoffen

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

of

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product

Hoofdstuk 69

Keramische producten

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

ex Hoofdstuk 70

Glas en glaswerk

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

of

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

7010

Flessen, flacons, bokalen, potten, buisjes, ampullen en andere bergingsmiddelen, van glas, voor vervoer of voor verpakking; weckglazen; stoppen, deksels en andere sluitingen, van glas

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

of

Slijpen van glaswerk, mits de totale waarde van het gebruikte niet-geslepen glaswerk niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

7013

Glaswerk voor tafel-, keuken-, toilet- of kantoorgebruik, voor binnenhuisversiering of voor dergelijk gebruik (ander dan bedoeld bij post 7010 of 7018 )

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

ex Hoofdstuk 71

Echte en gekweekte parels, edelstenen en halfedelstenen, edele metalen en metalen geplateerd met edele metalen, alsmede werken daarvan; fancybijouterieën; munten; met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

of

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70 % van de prijs af fabriek van het product

ex  71 02 , ex  71 03 en ex  71 04

Bewerkte natuurlijke, synthetische of gereconstrueerde edelstenen of halfedelstenen

Vervaardiging uit materialen van om het even welke onderverdeling, met uitzondering van materialen van dezelfde onderverdeling als het product

7106 , 7108 en 7110

Edele metalen:

— Ruw

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van de posten 7106 , 7108 en 7110 , of

Elektrolytische, thermische of chemische scheiding van edele metalen van post 7106 , 7108 of 7110 , of

Fusie en/of legering van edele metalen van post 7106 , 7108 of 7110 , onderling of met onedele metalen, of zuivering

— Halfbewerkt of in poedervorm

Vervaardiging uit onbewerkte edele metalen

ex  71 07 , ex  71 09 en ex  71 11

Metalen geplateerd met edele metalen, halfbewerkt

Vervaardiging uit metalen geplateerd met edele metalen, onbewerkt

ex Hoofdstuk 72

IJzer en staal; met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

7207

Halffabricaten van ijzer of van niet-gelegeerd staal

Vervaardiging uit materialen van post 7201 , 7202 , 7203 , 7204 of 7205

7208 tot en met 7212

Gewalste platte producten, van ijzer of van niet-gelegeerd staal

Vervaardiging uit halffabricaten van ander gelegeerd staal van post 7207

7213 tot en met 7216

Walsdraad, staven en profielen, van ijzer of van niet-gelegeerd staal

Vervaardiging uit roestvrij staal, in ingots of andere primaire vormen van post 7206

7217

Draad van ijzer of van niet-gelegeerd staal

Vervaardiging uit halffabricaten van ander gelegeerd staal van post 7207

7218 91 en 7218 99

Halffabricaten

Vervaardiging uit materialen van post 7201 , 7202 , 7203 , 7204 of 7205

7219 tot en met 7222

Gewalste platte producten, walsdraad, staven en profielen, van roestvrij staal

Vervaardiging uit roestvrij staal, in ingots of andere primaire vormen van post 7218

7223

Draad van roestvrij staal

Vervaardiging uit halffabrikaten van post 7218

7224 90

Halffabricaten

Vervaardiging uit materialen van post 7201 , 7202 , 7203 , 7204 of 7205

7225 tot en met 7228

Gewalste platte producten, warmgewalste massieve producten, onregelmatig opgerold; profielen van ander gelegeerd staal; holle staven voor boringen, van gelegeerd of niet-gelegeerd staal

Vervaardiging uit staal, in ingots of andere primaire vormen van post 7206 , 7218 of 7224

7229

Draad van ander gelegeerd staal

Vervaardiging uit halffabricaten van ander gelegeerd staal van post 7224

ex Hoofdstuk 73

Werken van gietijzer, van ijzer en van staal; met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

ex  73 01

Damwandprofielen

Vervaardiging uit materialen van post 7207

7302

Bestanddelen van spoorbanen, van gietijzer, van ijzer of van staal: spoorstaven (rails), contrarails en heugels voor tandradbanen, wisseltongen, puntstukken, wisselstangen en andere bestanddelen van kruisingen en wissels, dwarsliggers, lasplaten, spoorstoelen, wiggen, onderlegplaten, klemplaten, dwarsplaten en dwarsstangen en andere bestanddelen, voor het leggen, het verbinden of het bevestigen van rails

Vervaardiging uit materialen van post 7206

7304 , 7305 en 7306

Buizen, pijpen en holle profielen, van ijzer of staal

Vervaardiging uit materialen van post 7206 tot en met 7212 en 7218 of 7224

ex  73 07

Hulpstukken (fittings) voor buisleidingen, van roestvrij staal (ISO nr. X5CrNiMo 1712), bestaande uit verschillende delen

Draaien, boren, ruimen, draadsnijden, afbramen en zandstralen van gesmede onbewerkte stukken waarvan de waarde niet hoger is dan 35 % van de prijs af fabriek van het product

7308

Constructiewerken en delen van constructiewerken (bijvoorbeeld bruggen, brugdelen, sluisdeuren, vakwerkmasten en andere masten, pijlers, kolommen, kapconstructies, deuren en ramen, alsmede kozijnen daarvoor, drempels, luiken, balustrades), van gietijzer, van ijzer of van staal, andere dan de geprefabriceerde bouwwerken bedoeld bij post 9406 ; platen, staven, profielen, buizen en dergelijke, van gietijzer, van ijzer of van staal, gereedgemaakt voor gebruik in constructiewerken

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product. Gelaste profielen van post 7301 mogen evenwel niet worden gebruikt.

ex  73 15

Sneeuwkettingen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van post 7315 niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

ex Hoofdstuk 74

Koper en werken van koper; met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

7403

Geraffineerd koper en koperlegeringen, ruw

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post

7408

Draad van koper

Vervaardiging:

— uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

— waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

Hoofdstuk 75

Nikkel en werken van nikkel

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

ex Hoofdstuk 76

Aluminium en werken van aluminium; met uitzondering van:

Vervaardiging:

— uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

— waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

7601

Ruw aluminium

Vervaardiging:

— uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

— waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

of

Vervaardiging door thermische of elektrolytische behandeling, uit niet-gelegeerd aluminium of uit resten en afval van aluminium

7602

Resten en afval, van aluminium

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

ex  76 16

Werken van aluminium andere dan metaaldoek (metaaldoek zonder eind daaronder begrepen), metaalgaas en traliewerk, van aluminiumdraad, uit plaatgaas, verkregen door het uitrekken van plaat- of bandaluminium

Vervaardiging:

— uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product. Metaaldoek (metaaldoek zonder eind daaronder begrepen), metaalgaas en traliewerk, van aluminiumdraad, uit plaatgaas, verkregen door het uitrekken van plaat- of bandaluminium mogen echter worden gebruikt, en

— Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

Hoofdstuk 78

Lood en werken van lood

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

Hoofdstuk 79

Zink en werken van zink

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

Hoofdstuk 80

Tin en werken van tin

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

Hoofdstuk 81

Andere onedele metalen; cermets; werken van deze stoffen

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post

ex Hoofdstuk 82

Gereedschap; messenmakerswerk, lepels en vorken, van onedel metaal; delen van deze artikelen van onedel metaal; met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

of

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

8206

Stellen, bestaande uit gereedschap van twee of meer van de posten 8202 tot en met 8205 , opgemaakt voor de verkoop in het klein

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van de posten 8202 tot en met 8205 . Gereedschap van de posten 8202 tot en met 8205 mag evenwel in het stel worden opgenomen, mits de totale waarde ervan niet hoger is dan 15 % van de prijs af fabriek van het stel

Hoofdstuk 83

Allerlei werken van onedele metalen

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

of

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

ex Hoofdstuk 84

Kernreactoren, stoomketels, machines, toestellen en mechanische werktuigen, alsmede delen daarvan; met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

of

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

8407

Zuigermotoren met vonkontsteking, wankelmotoren daaronder begrepen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

8408

Zuigermotoren met zelfontsteking (diesel- en semi-dieselmotoren)

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

8425 tot en met 8430

Takels; lieren (windassen) en kaapstanders; dommekrachten en vijzels:

Dirkkranen; hijskranen, vervoerkabels daaronder begrepen; hefportalen, portaalwagens en transportwagens met kraan

Vorkheftrucks; andere transportwagentjes met hef- of hanteerinrichting

Andere hef-, hijs-, laad- en losmachines en -toestellen, alsmede andere machines en toestellen voor het hanteren van goederen (bijvoorbeeld liften, roltrappen, transportbanden, kabelbanen)

Bulldozers, angledozers, egaliseermachines, schrapers, mechanische schoppen, excavateurs (emmergravers), laadschoppen, wegwalsen, schapenpootwalsen en andere bodemverdichtingsmachines, met eigen beweegkracht

Andere machines en toestellen voor het afgraven, egaliseren, schrapen, delven, aanstampen of boren van of in grond, mineralen of ertsen; heimachines en machines voor het uittrekken van heipalen; sneeuwruimers

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product en post 8431

of

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

8444 tot en met 8447

Machines voor het spinnen (extruderen), het rekken, het textureren of het snijden van synthetische of kunstmatige textielstoffen:

Machines voor het bereiden van spinvezels; machines voor het spinnen, doubleren of twijnen en andere machines en toestellen voor de vervaardiging van textielgaren; machines voor het spoelen, het opwinden (inslagspoelmachines daaronder begrepen) of het afhaspelen van textielstoffen (garen, draad, bindgaren en dergelijke) en machines voor het voorbereiden van textielgarens om te worden verwerkt op de machines bedoeld bij post 8446 of 8447

Weefgetouwen:

Breimachines, naai-breimachines (“stitch-bonding”-machines), guipeermachines, machines voor de vervaardiging van tule, van kant, van borduurwerk, van passementwerk, van vlechtwerk of van filetweefsel, alsmede machines voor het tuften

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product en post 8448

of

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

8456 tot en met 8465

Gereedschapswerktuigen voor het bewerken van ongeacht welke stof waarbij materiaal wordt weggenomen

Bewerkingscentra, enkel-stationsbewerkingsmachines en meervoudige transferbewerkingsmachines, voor de bewerking van metalen

Draaibanken voor het verspanend bewerken van metaal

Gereedschapswerktuigen:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product en post 8466

of

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

8470 tot en met 8472

Rekenmachines en machines in zakformaat voor het opslaan, het reproduceren en het tonen van gegevens, met rekenfuncties; boekhoudmachines, frankeermachines, machines voor de afgifte van kaartjes en dergelijke machines, met rekenmechanisme; kasregisters

Automatische gegevensverwerkende machines en eenheden daarvoor; magnetische en optische lezers, machines voor het in gecodeerde vorm op dragers overzetten van gegevens en machines voor het verwerken van die gegevens

Andere kantoormachines

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product en post 8473

of

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

ex Hoofdstuk 85

Elektrische machines, apparaten, uitrustingsstukken, alsmede delen daarvan; toestellen voor het opnemen of het weergeven van geluid, toestellen voor het opnemen of het weergeven van beelden en geluid voor televisie, alsmede delen en toebehoren van deze toestellen; met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

of

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

8501 tot en met 8502

Elektromotoren en elektrische generatoren

Elektrische generatoraggregaten en roterende omvormers

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product en post 8503

of

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

8519 , 8521

Geluidsopname- en geluidsweergaveapparaten

Video-opname- en videoweergaveapparaten, ook indien met ingebouwde videotuner

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product en post 8522

of

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

8525 tot en met 8528

Zendtoestellen voor radio-omroep of televisie, televisiecamera’s, digitale camera’s en videocameraopnametoestellen

Radartoestellen, toestellen voor radionavigatie en toestellen voor radioafstandsbediening

Ontvangtoestellen voor radio-omroep

Monitors en projectietoestellen, niet uitgerust met ontvangtoestel voor televisie; ontvangtoestellen voor televisie, of toestel voor het opnemen of weergeven van beelden

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product en post 8529

of

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

8535 tot en met 8537

Toestellen voor het inschakelen, uitschakelen, omschakelen, aansluiten of verdelen van of voor het beveiligen tegen elektrische stroom; verbindingsstukken voor optische vezels, optischevezelbundels of optischevezelkabels; borden, panelen, kasten en dergelijke, voor elektrische bediening of voor het verdelen van elektrische stroom

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product en post 8538

of

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

8542 31 tot en met 8542 39

Monolithische geïntegreerde schakelingen

Diffusie, waarbij geïntegreerde schakelingen worden gevormd op een halfgeleidersubstraat door de selectieve inbrenging van een geschikt doteringsmateriaal, al dan niet geassembleerd en/of getest in een niet-partij

of

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

8544 tot en met 8548

Draad, kabels en andere geleiders van elektriciteit, geïsoleerd, optischevezelkabel

Koolelektroden, koolborstels, koolspitsen voor lampen, koolstaven voor elementen of batterijen en andere artikelen van grafiet of andere koolstof, voor elektrisch gebruik

Isolatoren voor elektriciteit, ongeacht de stof waarvan zij zijn vervaardigd

Isolerende werkstukken voor elektrische machines, toestellen of installaties; isolatiebuizen en verbindingsstukken daarvoor, van onedel metaal, inwendig geïsoleerd

Resten en afval, van elektrische elementen, van elektrische batterijen en van elektrische accumulatoren; gebruikte elektrische elementen, gebruikte elektrische batterijen en gebruikte elektrische accumulatoren; elektrische delen van machines, van apparaten of van toestellen, niet genoemd of niet begrepen onder andere posten van dit hoofdstuk

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

Hoofdstuk 86

Rollend en ander materieel voor spoor- en tramwegen, alsmede delen daarvan; vast materieel voor spoor- en tramwegen, alsmede elementen en delen daarvan; mechanische (elektromechanische daaronder begrepen) signaal- en waarschuwingstoestellen voor het verkeer

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

ex Hoofdstuk 87

Automobielen, tractors, rijwielen, motorrijwielen en andere voertuigen voor vervoer over land, alsmede delen en toebehoren daarvan; met uitzondering van:

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 45 % van de prijs af fabriek van het product

8708

Delen en toebehoren van motorvoertuigen bedoeld bij de posten 8701 tot en met 8705

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

of

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

8711

Motorrijwielen en rijwielen met hulpmotor, ook indien met zijspan; zijspanwagens

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

of

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

Hoofdstuk 88

Luchtvaart en ruimtevaart

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

of

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

Hoofdstuk 89

Scheepvaart

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product; scheepsrompen van post 8906 mogen evenwel niet worden gebruikt

of

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

ex Hoofdstuk 90

Instrumenten, apparaten en toestellen voor de fotografie en de cinematografie; meet-, verificatie-, controle- en precisie-instrumenten, medische en chirurgische instrumenten, apparaten en toestellen; delen en toebehoren daarvan; met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

of

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

9001 50

Brillenglazen van andere stoffen dan glas

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

of

Vervaardiging waarbij een van de volgende bewerkingen wordt uitgevoerd:

— het bewerken van het oppervlak van een halfafgewerkte lens tot een afgewerkt brillenglas met optische correctie, bedoeld om op een bril te worden gemonteerd

— het aanbrengen van een deklaag op de lens door middel van passende behandelingen teneinde het gezichtsvermogen te verbeteren en de bescherming van de drager te waarborgen

of

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

Hoofdstuk 91

Uurwerken

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

Hoofdstuk 92

Muziekinstrumenten; delen en toebehoren van muziekinstrumenten

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

Hoofdstuk 93

Wapens en munitie; delen en toebehoren daarvan

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

Hoofdstuk 94

Meubelen (ook voor medisch of voor chirurgisch gebruik); artikelen voor bedden en dergelijke artikelen; verlichtingstoestellen, elders genoemd noch elders onder begrepen; lichtreclames, verlichte aanwijzingsborden en dergelijke artikelen; geprefabriceerde bouwwerken

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

of

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

Hoofdstuk 95

Speelgoed, spellen, artikelen voor ontspanning en sportartikelen; delen en toebehoren daarvan

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

of

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

Hoofdstuk 96

Diverse werken

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

of

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

Hoofdstuk 97

Kunstvoorwerpen, voorwerpen voor verzamelingen en antiquiteiten

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

(1)   

Zie de aantekeningen 8.1 en 8.3 voor de bijzondere voorwaarden in verband met “specifieke behandeling(en)”.

(2)   

Zie aantekening 6 voor de bijzondere voorwaarden voor producten die uit een mengsel van textielstoffen zijn vervaardigd.

(3)   

Zie aantekening 7.

(4)   

Zie aantekening 9.

BIJLAGE III

TEKST VAN DE OORSPRONGSVERKLARING

Bij het opstellen van de oorsprongsverklaring, waarvan de tekst hieronder is weergegeven, dient rekening te worden gehouden met de voetnoten. De tekst van de voetnoten behoeft echter niet te worden overgenomen.

Albaanse versie

Eksportuesi i produkteve të mbuluara nga ky dokument (autorizim doganor Nr … ( 4 )) deklaron që përveç rasteve kur tregohet qartësisht ndryshe, këto produkte janë me origjine preferenciale … ( 5 ) n në përputhje me Rregullat kalimtare të origjinës.

Arabische versie

image

Bosnische versie

Izvoznik proizvoda obuhvaćenih ovom ispravom (carinsko ovlaštenje br … (1)) izjavljuje da su, osim ako je to drugačije izričito navedeno, ovi proizvodi … (2) preferencijalnog porijekla u skladu sa prijelaznim pravilima porijekla.

Bulgaarse versie

Износителят на продуктите, обхванати от този документ (митническо разрешение № … (1)), декларира, че освен където ясно е отбелязано друго, тези продукти са с …(2) преференциален произход съгласно преходните правила за произход.

Kroatische versie

Izvoznik proizvoda obuhvaćenih ovom ispravom (carinsko ovlaštenje br. … (1)) izjavljuje da su, osim ako je drukčije izričito navedeno, ovi proizvodi … (2) preferencijalnog podrijetla prema prijelaznim pravilima o podrijetlu.

Tsjechische versie

Vývozce výrobků uvedených v tomto dokumentu (číslo povolení … (1)) prohlašuje, že podle přechodných pravidel původu mají tyto výrobky kromě zřetelně označených preferenční původ v … (2).

Deense versie

Eksportøren af varer, der er omfattet af nærværende dokument (toldmyndighedernes tilladelse nr. … (1)) erklærer, at varerne, medmindre andet tydeligt er angivet, har præferenceoprindelse i … (2) i henhold til overgangsreglerne for oprindelse.

Nederlandse versie

De exporteur van de goederen waarop dit document van toepassing is (douanevergunning nr. … (1)), verklaart dat, behoudens uitdrukkelijke andersluidende vermelding, deze goederen van preferentiële … (2) oorsprong zijn in overeenstemming met de overgangsregels van oorsprong.

Engelse versie

The exporter of the products covered by this document (customs authorization No … (1)) declares that, except where otherwise clearly indicated, these products are of … (2) preferential origin according to the transitional rules of origin.

Estse versie

Käesoleva dokumendiga hõlmatud toodete eksportija (tolli kinnitus nr. … (1)) deklareerib, et need tooted on päritolureeglite üleminekueeskirjade kohaselt … (2) sooduspäritoluga, välja arvatud juhul, kui on selgelt näidatud teisiti.

Faeröerse versie

Útflytarin av vørunum, sum hetta skjal fevnir um (tollvaldsins loyvi nr. … (1)) váttar, át um ikki nakað annað er tilskilað, eru hesar vørur upprunavørur … (2) sambært skiftisreglunum um uppruna.

Finse versie

Tässä asiakirjassa mainittujen tuotteiden viejä (tullin lupa n:o … (1)) ilmoittaa, että nämä tuotteet ovat, ellei toisin ole selvästi merkitty, etuuskohteluun oikeutettuja … (2) alkuperätuotteita siirtymäkauden alkuperäsääntöjen nojalla.

Franse versie

L’exportateur des produits couverts par le présent document (autorisation douanière no … (1)) déclare que, sauf indication claire du contraire, ces produits ont l’origine préférentielle … (2) selon les règles d’origine transitoires.

Duitse versie

Der Ausführer (Ermächtigter Ausführer; Bewilligungs-Nr. … (1)) der Waren, auf die sich dieses Handelspapier bezieht, erklärt, dass diese Waren, soweit nicht anders angegeben, präferenzbegünstigte …(2) Ursprungswaren gemäß den Übergangsregeln für den Ursprung sind.

Georgische versie

image

Griekse versie

Ο εξαγωγέας των προϊόντων που καλύπτονται από το παρόν έγγραφο (άδεια τελωνείου υπ’ αριθ. …(1)) δηλώνει ότι, εκτός εάν δηλώνεται σαφώς άλλως, τα προϊόντα αυτά είναι προτιμησιακής καταγωγής … (2) σύμφωνα με τους μεταβατικούς κανόνες καταγωγής.

Hebreeuwse versie

image

Hongaarse versie

A jelen okmányban szereplő termékek exportőre (vámfelhatalmazási szám: … (1)) kijelentem, hogy eltérő egyértelmű jelzés hiányában a termékek az átmeneti származási szabályok szerint preferenciális …(2) származásúak.

IJslandse versie

Útflytjandi framleiðsluvara sem skjal þetta tekur til (leyfi tollyfirvalda nr. … (1)), lýsir því yfir að vörurnar séu, ef annars er ekki greinilega getið, af … (2) uppruna samkvæmt upprunareglum á umbreytingartímabili.

Italiaanse versie

L’esportatore delle merci contemplate nel presente documento (autorizzazione doganale n. … (1)) dichiara che, salvo indicazione contraria, le merci sono di origine preferenziale … (2) conformemente alle norme di origine transitorie.

Letse versie

To produktu eksportētājs, kuri ietverti šajā dokumentā (muitas atļauja Nr. … (1)), deklarē, ka, izņemot tur, kur ir citādi skaidri noteikts, šiem produktiem ir … (2) preferenciāla izcelsme saskaņā ar pārejas noteikumiem par izcelsmi.

Litouwse versie

Šiame dokumente nurodytų produktų eksportuotojas (muitinės leidimo Nr. … (1)) deklaruoja, kad, jeigu aiškiai nenurodyta kitaip, šie produktai turi … (2) lengvatinės kilmės statusą pagal pereinamojo laikotarpio kilmės taisykles.

Macedonische versie

Извозникот на производите што ги покрива овоj документ (царинскo одобрение бр. … (1)) изjавува дека, освен ако тоа не е jасно поинаку назначено, овие производи се со …(2) преференциjaлно потекло, во согласност со преодните правила за потекло.

Maltese versie

L-esportatur tal-prodotti koperti minn dan id-dokument (awtorizzazzjoni tad-dwana nru … (1)) jiddikjara li, ħlief fejn indikat mod ieħor b’mod ċar, dawn il-prodotti huma ta’ oriġini preferenzjali … (2) skont ir-regoli ta’ oriġini tranżitorji.

Montenegrijnse versie

Извозник производа обухваћених овом исправом (царинско овлашћење бр … (1)) изјављује да су, осим ако је другачије изричито наведено, ови производи … (2) преференцијалног пориjекла, у складу са транзиционим правилима поријекла.

Izvoznik proizvoda obuhvaćenih ovom ispravom (carinsko ovlašćenje br … (1)) izjavljuje da su, osim ako je drugačije izričito navedeno, ovi proizvodi … (2) preferencijalnog porijekla u skladu sa tranzicionim pravilima porijekla.

Noorse versie

Eksportøren av produktene omfattet av dette dokument (tollmyndighetenes autorisasjonsnr … (1)) erklærer at disse produktene, unntatt hvor annet er tydelig angitt, har … preferanseopprinnelse i henhold til overgangsreglene for opprinnelse(2).

Poolse versie

Eksporter produktów objętych tym dokumentem (upoważnienie władz celnych nr … (1)) deklaruje, że z wyjątkiem gdzie jest to wyraźnie określone, produkty te mają …(2) preferencyjne pochodzenie zgodnie z przejściowymi regułami pochodzenia.

Portugese versie

O exportador dos produtos cobertos pelo presente documento (autorização aduaneira n.o(1)) declara que, salvo expressamente indicado em contrário, estes produtos são de origem preferencial … (2) de acordo com as regras de origem transitórias.

Roemeense versie

Exportatorul produselor care fac obiectul prezentului document (autorizația vamală nr. … (1)) declară că, exceptând cazul în care se indică altfel în mod clar, aceste produse sunt de origine preferențială … (2) în conformitate cu regulile de origine tranzitorii.

Servische versie

Извозник производа обухваћених овом исправом (царинско овлашћење бр. … (1)) изјављује да су, осим ако је другачије изричито наведено, ови производи … (2) преференцијалног порекла, у складу са прелазним правилима о пореклу.

Izvoznik proizvoda obuhvaćenih ovom ispravom (carinsko ovlašćenje br … (1)) izjavljuje da su, osim ako je drugačije izričito nаvedeno, ovi proizvodi … (2) preferencijalnog porekla, u skladu sa prelaznim pravilima o poreklu.

Slowaakse versie

Vývozca výrobkov uvedených v tomto dokumente (číslo povolenia … (1)) vyhlasuje, že pokiaľ nie je zreteľne uvedené inak, tieto výrobky majú v súlade s prechodnými pravidlami pôvodu preferenčný pôvod v … (2).

Sloveense versie

Izvoznik blaga, zajetega s tem dokumentom (pooblastilo carinskih organov št … ( 1 ) ), izjavlja, da, razen če ni drugače jasno navedeno, ima to blago preferencialno … (2) poreklo v skladu s prehodnimi pravili o poreklu.

Spaanse versie

El exportador de los productos incluidos en el presente documento (autorización aduanera n.o(1)) declara que, excepto donde se indique claramente lo contrario, estos productos son de origen preferencial… (2) con arreglo a las normas de origen transitorias.

Zweedse versie

Exportören av de varor som omfattas av detta dokument (tullmyndighetens tillstånd nr. … (1)) försäkrar att dessa varor, om inte annat tydligt markerats, har förmånsberättigande … (2) ursprung i enlighet med övergångsreglerna om ursprung.

Turkse versie

Bu belge kapsamındaki ürünlerin ihracatçısı (gümrük yetki No: … (1)), aksi açıkça belirtilmedikçe, bu ürünlerin geçiș menșe kurallarına göre … (2) tercihli menșeli olduğunu beyan eder.

Oekraïense versie

Експортер продукцiї, на яку поширюється цей документ (митний дозвiл № … (1)) заявляє, що, за винятком випадкiв, де це явно зазначено, ця продукцiя має … (2) преференцiйне походження згiдно з перехiдними правилами походження.

(Plaats en datum) ( 6 )

(Handtekening van de exporteur; gevolgd door de naam van de ondertekenaar in duidelijk leesbare letters) ( 7 )

BIJLAGE IV

MODELLEN VAN HET CERTIFICAAT INZAKE GOEDERENVERKEER EUR.1 EN DE AANVRAAG VOOR EEN CERTIFICAAT INZAKE GOEDERENVERKEER EUR.1

AANWIJZINGEN VOOR HET DRUKKEN

1. De afmetingen van het formulier zijn 210 × 297 mm, waarbij in de lengte een afwijking van 5 mm minder of 8 mm meer is toegestaan. Het te gebruiken papier is wit, goed beschrijfbaar en houtvrij, met een gewicht van ten minste 25 g/m2. Het is voorzien van een groene geguillocheerde onderdruk die vervalsingen met behulp van mechanische of chemische middelen zichtbaar maakt.

2. De bevoegde autoriteiten van de partijen kunnen zich het recht voorbehouden de formulieren zelf te drukken of te laten drukken door daartoe gemachtigde drukkerijen. In het laatste geval moet op elk formulier van deze machtiging melding worden gemaakt. Op elk formulier worden bovendien de naam en het adres van de drukker vermeld of wordt een merkteken ter identificatie van de drukker aangebracht. Om de formulieren van elkaar te onderscheiden, wordt elk exemplaar van een al dan niet gedrukt volgnummer voorzien.

CERTIFICAAT INZAKE GOEDERENVERKEER



1.  Exporteur (naam, volledig adres, land)

EUR.1

Nr. A

000.000

 

Raadpleeg de aantekeningen op de keerzijde alvorens het formulier in te vullen.

 

2.  Certificaat gebruikt in het preferentiële handelsverkeer tussen

3.  Geadresseerde (naam, volledig adres, land) (facultatief)

en

(de betrokken landen, groepen van landen of gebieden vermelden)

4.  Land, groep van landen of gebied waaruit de producten geacht worden van oorsprong te zijn

5.  Land, groep van landen of gebied van bestemming

6.  Gegevens in verband met het vervoer (facultatief)

7.  Opmerkingen

8.  Volgnummer; merken en nummers; aantal en soort van de colli (1); omschrijving van de goederen

9.  Brutomassa (kg) of andere maatstaf (l, m3 enz.)

10.  Facturen (facultatief)

11.  VISUM VAN DE DOUANE

Verklaring juist bevonden

Uitvoerdocument (2)

Formulier … Nr. …

Van …

Douanekantoor …

Land of gebied van uitgifte …

Plaats en datum …

(Handtekening)

Stempel

12.  VERKLARING VAN DE EXPORTEUR

Ik, ondergetekende, verklaar dat de hierboven omschreven goederen aan de voor de afgifte van dit certificaat gestelde voorwaarden voldoen.

Plaats en datum

(Handtekening)

(1)  Vermeld voor onverpakte goederen het aantal voorwerpen of “gestort”.

(2)  Slechts in te vullen indien de nationale bepalingen van het land of gebied van uitvoer dit vereisen.

13.  VERZOEK OM CONTROLE, te zenden aan

14.  UITSLAG VAN DE CONTROLE

 

Uit het ingestelde onderzoek is gebleken dat dit certificaat (1)

□□  door het daarin vermelde douanekantoor is afgegeven en dat de daarin voorkomende gegevens juist zijn.

□□  niet voldoet aan de voorwaarden inzake echtheid en juistheid (zie bijgaande opmerkingen).

Er wordt verzocht de echtheid en de juistheid van dit certificaat te controleren.

 

(Plaats en datum)

Stempel

(Handtekening)

(Plaats en datum)

Stempel

(Handtekening)

(1)   

Het toepasselijke vak aankruisen.

AANTEKENINGEN

1. Op certificaten mogen geen schrappingen of overschrijvingen voorkomen. Wijzigingen moeten worden aangebracht door de onjuiste gegevens door te halen en de gewenste gegevens toe te voegen. Elke aldus aangebrachte wijziging moet worden goedgekeurd door degene die het certificaat heeft opgemaakt, en geviseerd door de douaneautoriteiten van het land of gebied van afgifte.

2. Tussen de in het certificaat vermelde artikelen mag geen ruimte worden gelaten en elk artikel moet door een volgnummer worden voorafgegaan. Onmiddellijk onder het laatste artikel moet een horizontale lijn worden getrokken. Onbeschreven gedeelten moeten zo worden doorgehaald dat latere toevoegingen onmogelijk zijn.

3. De goederen moeten met hun gebruikelijke handelsbenaming worden aangeduid en voldoende nauwkeurig worden omschreven om ze te kunnen identificeren.

AANVRAAG VOOR EEN CERTIFICAAT INZAKE GOEDERENVERKEER



1.  Exporteur (naam, volledig adres, land)

EUR.1

Nr. A

000.000

 

Raadpleeg de aantekeningen op de keerzijde alvorens het formulier in te vullen.

 

2.  Aanvraag tot afgifte van een certificaat gebruikt in het preferentiële handelsverkeer tussen

en

(de betrokken landen, groepen van landen of gebieden vermelden)

3.  Geadresseerde (naam, volledig adres, land) (facultatief)

 

4.  Land, groep van landen of gebied waaruit de producten geacht worden van oorsprong te zijn

5.  Land, groep van landen of gebied van bestemming

6.  Gegevens in verband met het vervoer (facultatief)

7.  Opmerkingen

8.  Volgnummer; merken en nummers; aantal en soort van de colli (1); omschrijving van de goederen

9.  Brutomassa (kg) of andere maatstaf (l, m3 enz.)

10.  Facturen (facultatief)

(1)   

Vermeld voor onverpakte goederen het aantal voorwerpen of “gestort”.

VERKLARING VAN DE EXPORTEUR

Ondergetekende, exporteur van de op de voorzijde omschreven goederen,

VERKLAART dat deze goederen aan de voor het verkrijgen van het bijgaande certificaat gestelde voorwaarden voldoen;

GEEFT de onderstaande toelichting inzake de omstandigheden waardoor deze goederen aan deze voorwaarden voldoen:

LEGT de volgende bewijsstukken OVER( ( 8 )1):

VERBINDT ZICH ERTOE om op verzoek van de bevoegde autoriteiten alle verdere bewijsstukken voor te leggen die zij voor de afgifte van het bijgaande certificaat verlangen, en toe te staan dat deze autoriteiten in voorkomend geval zijn boekhouding aan een onderzoek onderwerpen en de omstandigheden nagaan waaronder de vervaardiging van bovengenoemde goederen heeft plaatsgevonden;

VERZOEKT voor die goederen om afgifte van het bijgaande certificaat.

(Plaats en datum)

(Handtekening)

BIJLAGE V

BIJZONDERE VOORWAARDEN VOOR PRODUCTEN UIT CEUTA EN MELILLA

Enig artikel

1.  

Mits zij voldoen aan de niet-wijzigingsregel van artikel 14 van dit aanhangsel, worden beschouwd als:

1) 

producten van oorsprong uit Ceuta en Melilla:

a) 

geheel en al in Ceuta en Melilla verkregen producten;

b) 

in Ceuta en Melilla verkregen producten bij de vervaardiging waarvan andere dan geheel en al in Ceuta en Melilla verkregen producten zijn gebruikt, op voorwaarde dat:

i) 

deze producten een be- of verwerking hebben ondergaan die toereikend is in de zin van artikel 4 van dit aanhangsel, of

ii) 

deze producten van oorsprong zijn uit de Faeröer of uit de Europese Unie, en zij een be- of verwerking hebben ondergaan die meer inhoudt dan de in artikel 6 van dit aanhangsel genoemde behandelingen;

2) 

producten van oorsprong uit de Faeröer:

a) 

geheel en al in de Faeröer verkregen producten;

b) 

in de Faeröer verkregen producten bij de vervaardiging waarvan andere dan geheel en al in de Faeröer verkregen producten zijn gebruikt, op voorwaarde dat:

i) 

deze producten een be- of verwerking hebben ondergaan die toereikend is in de zin van artikel 4 van dit aanhangsel, of

ii) 

deze producten van oorsprong zijn uit Ceuta en Melilla of de Europese Unie, en zij een be- of verwerking hebben ondergaan die meer inhoudt dan de in artikel 6 van dit aanhangsel genoemde behandelingen.

2.  
Ceuta en Melilla worden als één grondgebied beschouwd.
3.  
De exporteur of zijn gemachtigde vertegenwoordiger vermeldt in vak 2 van het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 of op de oorsprongsverklaring de naam van de partij van uitvoer en “Ceuta en Melilla”. Voor producten van oorsprong uit Ceuta en Melilla wordt de oorsprong ook vermeld in vak 4 van het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 of op de oorsprongsverklaring.
4.  
De Spaanse douaneautoriteiten zijn belast met de toepassing van deze regels in Ceuta en Melilla.

BIJLAGE VI

LEVERANCIERSVERKLARING

Bij het opstellen van de leveranciersverklaring, waarvan de tekst hieronder is weergegeven, dient rekening te worden gehouden met de voetnoten. De voetnoten hoeven echter niet te worden overgenomen.

LEVERANCIERSVERKLARING

voor goederen die in toepassende overeenkomstsluitende partijen een be- of verwerking hebben ondergaan zonder de preferentiële oorsprong te hebben verkregen

Ondergetekende, leverancier van de op het bijgevoegde document vermelde goederen, verklaart het volgende:

1. 

De volgende materialen, die niet van oorsprong zijn uit [naam van de desbetreffende toepassende overeenkomstsluitende partij(en)], zijn bij de vervaardiging van deze goederen in [naam van de desbetreffende toepassende overeenkomstsluitende partij(en)] gebruikt:



Omschrijving van de geleverde goederen (1)

Omschrijving van de gebruikte niet-oorsprongsmaterialen

Tariefpost waaronder de gebruikte niet-oorsprongsmaterialen zijn ingedeeld (2)

Waarde van de gebruikte niet-oorsprongsmaterialen (2) (3)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Totale waarde

 

(1)   

Indien de factuur, pakbon of een ander handelsdocument waaraan de verklaring is gehecht, op verschillende soorten goederen betrekking heeft of op goederen waarin niet in dezelfde mate niet-oorsprongsmaterialen zijn verwerkt, moet de leverancier dit duidelijk aangeven.


Voorbeeld:


Het document heeft betrekking op verschillende modellen elektromotoren van post 8501 die worden gebruikt bij de vervaardiging van wasmachines van post 8450 . Bij de vervaardiging van die motoren zijn materialen gebruikt die niet van oorsprong zijn en waarvan het soort en de waarde per model verschillen. Deze modellen moeten derhalve in de eerste kolom apart worden opgegeven en de gegevens die in de andere kolommen worden gevraagd, moeten eveneens voor elk model apart worden opgegeven, zodat de wasmachinefabrikant de oorsprong van zijn producten correct kan bepalen afhankelijk van het model van elektromotor dat hij gebruikt.

(2)   

Slechts invullen, indien nodig.


Voorbeelden:


Volgens de regel voor kledingstukken van ex hoofdstuk 62 mogen garens worden gebruikt die niet van oorsprong zijn. Indien een producent van dergelijke kledingstukken in een toepassende overeenkomstsluitende partij weefsels uit de Europese Unie invoert die daar verkregen zijn uit garen dat niet van oorsprong is, dan is het voldoende dat de leverancier in de Europese Unie verklaart dat de gebruikte garens niet van oorsprong zijn. Hij hoeft daarbij niet de tariefpost en de waarde van het garen te vermelden.


Een producent van ijzerdraad van post 7217 die dit ijzerdraad van ijzeren staven heeft vervaardigd die niet van oorsprong zijn, dient in de tweede kolom “ijzeren staven” in te vullen. Wanneer dit draad gebruikt wordt bij de vervaardiging van een machine waarvoor de regel geldt dat niet-oorsprongsmaterialen slechts tot een bepaald percentage van de waarde gebruikt mogen worden, dan moet in de derde kolom de waarde worden vermeld van de staven die niet van oorsprong zijn.

(3)   

Onder “waarde van de materialen” wordt verstaan de douanewaarde ten tijde van de invoer van de gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn, of, indien deze niet bekend is en niet kan worden vastgesteld, de eerste controleerbare prijs die voor de materialen in [naam van de desbetreffende toepassende overeenkomstsluitende partij(en)] is betaald.


De precieze waarde van elk gebruikt materiaal dat niet van oorsprong is, moet worden opgegeven per eenheid van de in de eerste kolom vermelde goederen.

2. 

Alle andere materialen die bij de vervaardiging van deze goederen in [naam van de desbetreffende toepassende overeenkomstsluitende partij(en)] zijn gebruikt, zijn van oorsprong uit [naam van de desbetreffende toepassende overeenkomstsluitende partij(en)].

3. 

De volgende goederen hebben buiten [naam van de desbetreffende toepassende overeenkomstsluitende partij(en)] een be- of verwerking ondergaan overeenkomstig artikel 13 van dit aanhangsel, waardoor in totaal de volgende waarde werd toegevoegd:



Omschrijving van de geleverde goederen

Totale waarde die buiten [naam van de desbetreffende toepassende overeenkomstsluitende partij(en)] is verkregen (1)

 

 

 

 

 

 

 

(Plaats en datum)

 

 

 

 

 

 

 

(Adres en handtekening van de leverancier; gevolgd door de naam van de ondertekenaar in duidelijk leesbare letters)

 

 

(1)   

Onder “totale toegevoegde waarde” wordt verstaan alle kosten die buiten [naam van de desbetreffende toepassende overeenkomstsluitende partij(en)] zijn gemaakt, met inbegrip van de waarde van alle materialen die daar zijn toegevoegd. De precieze totale toegevoegde waarde die buiten [naam van de desbetreffende toepassende overeenkomstsluitende partij(en)] is verkregen, moet worden opgegeven per eenheid van de in de eerste kolom vermelde goederen.

BIJLAGE VII

LANGLOPENDE LEVERANCIERSVERKLARING

Bij het opstellen van de langlopende leveranciersverklaring, waarvan de tekst hieronder volgt, dient rekening te worden gehouden met de voetnoten. De voetnoten hoeven echter niet te worden overgenomen.

LANGLOPENDE LEVERANCIERSVERKLARING

voor goederen die in een toepassende overeenkomstsluitende partij een be- of verwerking hebben ondergaan zonder de preferentiële oorsprong te hebben verkregen

Ondergetekende, leverancier van de goederen waarop dit document betrekking heeft en die regelmatig geleverd worden aan ( 9 ) …, verklaart het volgende:

1. 

De volgende materialen, die niet van oorsprong zijn uit [naam van de desbetreffende toepassende overeenkomstsluitende partij(en)], zijn bij de vervaardiging van deze goederen in [naam van de desbetreffende toepassende overeenkomstsluitende partij(en)] gebruikt:



Omschrijving van de geleverde goederen (1)

Omschrijving van de gebruikte niet-oorsprongsmaterialen

Tariefpost waaronder de gebruikte niet-oorsprongsmaterialen zijn ingedeeld (2)

Waarde van de gebruikte niet-oorsprongsmaterialen (2) (3)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Totale waarde

 

(1)   

Indien de factuur, pakbon of een ander handelsdocument waaraan de verklaring is gehecht, op verschillende soorten goederen betrekking heeft of op goederen waarin niet in dezelfde mate niet-oorsprongsmaterialen zijn verwerkt, moet de leverancier dit duidelijk aangeven.


Voorbeeld:


Het document heeft betrekking op verschillende modellen elektromotoren van post 8501 die worden gebruikt bij de vervaardiging van wasmachines van post 8450 . Bij de vervaardiging van die motoren zijn materialen gebruikt die niet van oorsprong zijn en waarvan het soort en de waarde per model verschillen. Deze modellen moeten derhalve in de eerste kolom apart worden opgegeven en de gegevens die in de andere kolommen worden gevraagd, moeten eveneens voor elk model apart worden opgegeven, zodat de wasmachinefabrikant de oorsprong van zijn producten correct kan bepalen afhankelijk van het model van elektromotor dat hij gebruikt.

(2)   

Slechts invullen, indien nodig.


Voorbeelden:


Volgens de regel voor kledingstukken van ex hoofdstuk 62 mogen garens worden gebruikt die niet van oorsprong zijn. Indien een producent van dergelijke kledingstukken in een toepassende overeenkomstsluitende partij weefsels uit de Europese Unie invoert die daar verkregen zijn uit garen dat niet van oorsprong is, dan is het voldoende dat de leverancier in de Europese Unie verklaart dat de gebruikte garens niet van oorsprong zijn. Hij hoeft daarbij niet de tariefpost en de waarde van het garen te vermelden.


Een producent van ijzerdraad van post 7217 die dit ijzerdraad van ijzeren staven heeft vervaardigd die niet van oorsprong zijn, dient in de tweede kolom “ijzeren staven” in te vullen. Wanneer dit draad gebruikt wordt bij de vervaardiging van een machine waarvoor de regel geldt dat niet-oorsprongsmaterialen slechts tot een bepaald percentage van de waarde gebruikt mogen worden, dan moet in de derde kolom de waarde worden vermeld van de staven die niet van oorsprong zijn.

(3)   

Onder “waarde van de materialen” wordt verstaan de douanewaarde ten tijde van de invoer van de gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn, of, indien deze niet bekend is en niet kan worden vastgesteld, de eerste controleerbare prijs die voor de materialen in [naam van de desbetreffende toepassende overeenkomstsluitende partij(en)] is betaald.


De precieze waarde van elk gebruikt materiaal dat niet van oorsprong is, moet worden opgegeven per eenheid van de in de eerste kolom vermelde goederen.

2. 

Alle andere materialen die bij de vervaardiging van deze goederen in [naam van de desbetreffende toepassende overeenkomstsluitende partij(en)] zijn gebruikt, zijn van oorsprong uit [naam van de desbetreffende toepassende overeenkomstsluitende partij(en)].

3. 

De volgende goederen hebben buiten [naam van de desbetreffende toepassende overeenkomstsluitende partij(en)] een be- of verwerking ondergaan overeenkomstig artikel 13 van dit aanhangsel, waardoor in totaal de volgende waarde werd toegevoegd:



Omschrijving van de geleverde goederen

Totale waarde die buiten [naam van de desbetreffende toepassende overeenkomstsluitende partij(en)] is verkregen (1)

 

 

 

 

 

 

(1)   

Onder “totale toegevoegde waarde” wordt verstaan alle kosten die buiten [naam van de desbetreffende toepassende overeenkomstsluitende partij(en)] zijn gemaakt, met inbegrip van de waarde van alle materialen die daar zijn toegevoegd. De precieze totale toegevoegde waarde die buiten [naam van de desbetreffende toepassende overeenkomstsluitende partij(en)] is verkregen, moet worden opgegeven per eenheid van de in de eerste kolom vermelde goederen.

Deze verklaring is geldig voor alle toekomstige zendingen van deze goederen die worden verzonden van …

naar … ( 10 )

Ondergetekende verbindt zich ertoe … (1) onmiddellijk in kennis te stellen indien deze verklaring niet langer geldig is.



 

(Plaats en datum)

 

 

 

(Adres en handtekening van de leverancier; gevolgd door de naam van de ondertekenaar in duidelijk leesbare letters)

▼B

PROTOCOL Nr. 4

betreffende de bijzondere bepalingen welke van toepassing zijn op de invoer van bepaalde andere landbouwprodukten dan die welke worden genoemd in Protocol nr. 1



▼M11

Artikel 1

De Europese Unie stelt voor producten van oorsprong uit of afkomstig van de Faeröer de volgende tariefcontingenten in:



GN-code

Omschrijving

Invoerrecht

Tariefcontingent (TC) (in ton)

0204

Vlees van schapen of van geiten, vers, gekoeld of bevroren

0

right accolade image20

0206 80 99

Eetbare slachtafvallen van schapen en van geiten, vers of gekoeld

0

0206 90 99

Eetbare slachtafvallen van schapen en van geiten, bevroren

0

0210 90 11

Vlees van schapen of van geiten, gezouten, gepekeld, gedroogd of gerookt, met been

0

0210 90 19

Vlees van schapen of van geiten, gezouten, gepekeld, gedroogd of gerookt, zonder been

0

0210 90 60

Eetbare slachtafvallen van schapen of van geiten, gezouten, gepekeld, gedroogd of gerookt

0

ex 1601

Worst van alle soorten, van vlees, van slachtafvallen of van bloed; bereidingen van deze producten, voor menselijke consumptie:

0

— van schapen en van geiten

0

ex 1602

Andere bereidingen en conserven, van vlees, van slachtafvallen of van bloed:

 

— van schapen en van geiten

 

ex 2309 90 10

ex 2309 90 31

ex 2309 90 41

Visvoeder

0

20 000

▼B

Artikel 2



GN-code

Omschrijving

0204

Vlees van schapen of van geiten, vers, gekoeld of bevroren

0206 80 99

Eetbare slachtafvallen van schapen en van geiten, vers of gekoeld

0206 90 99

Eetbare slachtafvallen van schapen en van geiten, bevroren

0210 90 11

Vlees van schapen of van geiten, gezouten, gepekeld, gedroogd of gerookt, met been

0210 90 60

Eetbare slachtafvallen van schapen of van geiten, gezouten, gepekeld, gedroogd of gerookt

ex 0210 90 90

Meel en poeder van vlees of van slachtafvallen van schapen en van geiten, geschikt voor menselijke consumptie

0401

Melk en room, niet ingedikt, zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen

0402

Melk en room, ingedikt of met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen

0403

Karnemelk, gestremde melk en room, yoghurt, kefir en andere gegiste of aangezuurde melk en room, ook indien ingedikt, met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, gearomatiseerd of met toegevoegde vruchten of cacao

ex  16 01

Worst van alle soorten, van vlees, van slachtafvallen of van bloed; bereidingen van deze produkten, voor menselijke consumptie:

van schapen en van geiten

ex  16 02

Andere bereidingen en conserven, van vlees, van slachtafvallen of van bloed:

van schapen en van geiten

▼M11

Artikel 3

De Faeröer openen de volgende tariefcontingenten voor producten van oorsprong en van herkomst uit de Europese Unie:



GN-code

Omschrijving

Invoerrecht

Tariefcontingent (TC) (in ton)

0204

Vlees van schapen of van geiten, vers, gekoeld of bevroren

0

40 in 2020, 2021 en 2022; 80 vanaf 2023

0206 80 99

Eetbare slachtafvallen van schapen en van geiten, vers of gekoeld

0

0206 90 99

Eetbare slachtafvallen van schapen en van geiten, bevroren

0

0210 90 11

Vlees van schapen of van geiten, gezouten, gepekeld, gedroogd of gerookt, met been

0

0210 90 60

Eetbare slachtafvallen van schapen of van geiten, gezouten, gepekeld, gedroogd of gerookt

0

ex 0210 90 90

Meel en poeder van vlees of van slachtafvallen van schapen en van geiten, geschikt voor menselijke consumptie

0

▼M11 —————

▼B

PROTOCOL Nr. 5

betreffende wederzijdse bijstand tussen administratieve autoriteiten in douanezaken



Artikel 1

Definities

Voor de toepassing van dit Protocol wordt verstaan onder:

a) 

„douanewetgeving”: de door de overeenkomstsluitende partijen vastgestelde voorschriften betreffende de invoer, de uitvoer en de doorvoer van goederen en de plaatsing van goederen onder een douaneregeling, met inbegrip van verboden, beperkingen en controlemaatregelen;

b) 

„verzoekende autoriteit”: een bevoegde administratieve autoriteit welke hiertoe door een overeenkomstsluitende partij is aangewezen en die een verzoek om administratieve bijstand in douanezaken indient;

c) 

„aangezochte autoriteit”: een bevoegde administratieve autoriteit welke hiertoe door een overeenkomstsluitende partij is aangewezen en die een verzoek om administratieve bijstand in douanezaken ontvangt;

d) 

„persoonsgegevens”: alle inlichtingen over een bepaalde of te bepalen persoon.

Artikel 2

Werkingssfeer

1.  
De overeenkomstsluitende partijen verlenen elkaar bijstand, op de onder hun rechtsbevoegdheid vallende gebieden, en op de wijze en onder de voorwaarden als in dit Protocol vastgesteld, om de correcte toepassing van de douanewetgeving te waarborgen, in het bijzonder wat de preventie, de opsporing en het onderzoek van overtredingen betreft.
2.  
De bijstand in douanezaken waarin dit Protocol voorziet, geldt voor elke administratieve autoriteit van de overeenkomstsluitende partijen die bevoegd is voor de toepassing van dit Protocol. Deze bijstand doet geen afbreuk aan de regels betreffende de wederzijdse bijstand in strafzaken en geldt niet voor informatie die is verkregen krachtens bevoegdheden die op verzoek van de rechterlijke autoriteiten worden uitgeoefend, tenzij deze autoriteiten hiermee instemmen.

Artikel 3

Bijstand op verzoek

1.  
Op aanvraag van de verzoekende autoriteit verschaft de aangezochte autoriteit eerstgenoemde alle ter zake dienende informatie die deze nodig heeft voor de correcte toepassing van de douanewetgeving, met inbegrip van informatie betreffende voorgenomen of vastgestelde transacties, die met deze wetgeving in strijd is of zou zijn.
2.  
Op aanvraag van de verzoekende autoriteit deelt de aangezochte autoriteit haar mede of goederen die uit het grondgebied van een overeenkomstsluitende partij zijn uitgevoerd, op regelmatige wijze in de andere overeenkomstsluitende partij zijn ingevoerd, onder vermelding, in voorkomend geval, van de douaneregeling waaronder deze goederen zijn geplaatst.
3.  

Op aanvraag van de verzoekende partij zorgt de aangezochte autoriteit ervoor dat toezicht wordt uitgeoefend op:

a) 

natuurlijke personen of rechtspersonen ten aanzien waarvan een gegrond vermoeden bestaat dat zij de douanewetgeving overtreden of hebben overtreden;

b) 

plaatsen waar goederen op zodanige wijze worden opgeslagen dat vermoed wordt dat zij bedoeld zijn om in strijd met de douanewetgeving te worden gebruikt;

c) 

goederenbewegingen waarover is bericht dat zij aanleiding kunnen geven tot overtredingen van de douanewetgeving;

d) 

vervoermiddelen waarvan op redelijke gronden wordt vermoed dat zij bij het plegen van overtredingen van de douanewetgevingen werden gebruikt, worden gebruikt of zouden kunnen worden gebruikt.

Artikel 4

Ongevraagde bijstand

De overeenkomstsluitende partijen verlenen elkaar bijstand overeenkomstig hun wetten, voorschriften en andere rechtsinstrumenten indien zij dit noodzakelijk achten voor de juiste toepassing van de douanewetgeving, in het bijzonder indien zij informatie hebben verkregen over:

— 
transacties die met deze wetgeving in strijd zijn of lijken te zijn en die van belang kunnen zijn voor een andere overeenkomstsluitende partij;
— 
nieuwe middelen of methoden die bij dergelijke transacties worden gebruikt;
— 
goederen die het voorwerp vormen van overtredingen van de douanewetgeving.

Artikel 5

Afgifte van documenten/Kennisgeving van besluiten

Op aanvraag van de verzoekende autoriteit neemt de aangezochte autoriteit, overeenkomstig haar wetgeving, alle maatregelen die nodig zijn voor:

— 
de afgifte van documenten,
— 
de kennisgeving van besluiten,

in verband met de toepassing van dit Protocol aan een geadresseerde die op haar grondgebied verblijft of gevestigd is. In een dergelijk geval is artikel 6, lid 3, van toepassing.

Artikel 6

Vorm en inhoud van verzoeken om bijstand

1.  
Verzoeken in het kader van dit Protocol worden schriftelijk gedaan en gaan vergezeld van de bescheiden die voor de behandeling ervan noodzakelijk zijn. In spoedeisende gevallen kunnen verzoeken mondeling worden gedaan, mits zij onmiddellijk schriftelijk worden bevestigd.
2.  

De overeenkomstig lid 1 ingediende verzoeken bevatten de hierna volgende gegevens:

a) 

de naam van de verzoekende autoriteit;

b) 

de gevraagde maatregel;

c) 

het voorwerp en de reden van het verzoek;

d) 

de desbetreffende wetten, voorschriften en andere rechtselementen;

e) 

zo nauwkeurige en volledig mogelijke informatie betreffende de natuurlijke personen of rechtspersonen waarop het onderzoek betrekking heeft;

f) 

een overzicht van de relevante feiten en van het onderzoek dat reeds is uitgevoerd, behalve in de in artikel 5 bedoelde gevallen.

3.  
De verzoeken worden ingediend in een officiële taal van de aangezochte autoriteit of in een voor deze autoriteit aanvaardbare taal.
4.  
Indien een verzoek niet in de juiste vorm wordt gedaan, kan om correctie of aanvulling worden verzocht. Er kunnen echter reeds voorzorgsmaatregelen worden genomen.

Artikel 7

Behandeling van verzoeken

1.  
De aangezochte autoriteit of, indien deze niet zelfstandig kan optreden, de administratieve dienst waaraan het verzoek door deze autoriteit werd gericht, behandelt verzoeken om bijstand, binnen de perken van haar bevoegdheden en met de middelen waarover zij beschikt, alsof zij voor eigen rekening of in opdracht van een andere autoriteit van dezelfde overeenkomstsluitende partij handelt, met name door reeds beschikbare informatie te verstrekken en het nodige onderzoek te verrichten of te laten verrichten.
2.  
Verzoeken om bijstand worden behandeld overeenkomstig de wetten, regels, bepalingen en andere rechtsinstrumenten van de aangezochte overeenkomstsluitende partij.
3.  
Daartoe gemachtigde ambtenaren van een overeenkomstsluitende partij kunnen, met instemming van de andere overeenkomstsluitende partij en onder de door deze laatste vastgestelde voorwaarden, van de diensten van de aangezochte autoriteit of van een andere instantie die onder de aangezochte autoriteit ressorteert, informatie over overtredingen van de douanewetgeving verkrijgen die de verzoekende autoriteit voor de toepassing van dit Protocol nodig heeft.
4.  
Ambtenaren van een overeenkomstsluitende partij kunnen, met instemming van de andere overeenkomstsluitende partij, aanwezig zijn bij onderzoek dat op het grondgebied van laatstgenoemde wordt verricht.

Artikel 8

Vorm waarin de informatie dient te worden verstrekt

1.  
De aangezochte autoriteit deelt de uitslag van het ingestelde onderzoek aan de verzoekende autoriteit mede in de vorm van bescheiden, voor echt gewaarmerkte afschriften van bescheiden, rapporten en dergelijke.
2.  
De in lid 1 bedoelde bescheiden kunnen worden vervangen door informatie die met behulp van systemen voor automatische gegevensverwerking in ongeacht welke vorm voor hetzelfde doel wordt verstrekt.
3.  
Originele dossiers en documenten worden uitsluitend opgevraagd wanneer gewaarmerkte kopieën niet volstaan. Toegezonden originelen worden zo spoedig mogelijk teruggezonden.

Artikel 9

Gevallen waarin geen bijstand behoeft te worden verleend

1.  

De overeenkomstsluitende partijen behoeven de in dit Protocol bedoelde bijstand niet te verlenen wanneer dit:

a) 

de soevereiniteit van de Faeröer of van een Lid-Staat van de Gemeenschap waaraan op grond van dit Protocol om bijstand is gevraagd, zou kunnen aantasten;

b) 

de openbare orde, de veiligheid of andere wezenlijke belangen, met name in de gevallen bedoeld in artikel 10, lid 2, in gevaar zou kunnen brengen;

c) 

de toepassing inhoudt van andere valuta- of belastingregelingen dan die welke betrekking hebben op de douanerechten, of

d) 

de schending zou inhouden van een industrieel geheim, een handelsgeheim of een beroepsgeheim.

2.  
Wanneer de verzoekende autoriteit om een vorm van bijstand verzoekt die zij desgevraagd zelf niet zou kunnen verlenen, vermeldt zij dit in haar verzoek. De aangezochte autoriteit is vrij te bepalen hoe zij op een dergelijk verzoek reageert.
3.  
Indien bijstand wordt geweigerd, dient dit besluit en de redenen ervan terstond aan de verzoekende autoriteit te worden meegedeeld.

Artikel 10

Uitwisseling van gegevens en geheimhoudingsplicht

1.  
Alle informatie die ter uitvoering van dit Protocol in welke vorm dan ook wordt verstrekt, heeft een vertrouwelijk karakter, gebaseerd op de in elk van de overeenkomstsluitende partijen geldende regels. Zij valt onder de geheimhoudingsplicht en geniet de bescherming van de wetgeving ter zake van de overeenkomstsluitende partij die ze heeft ontvangen en van de desbetreffende bepalingen die op de Instellingen van de Gemeenschap van toepassing zijn.
2.  
Persoonsgegevens mogen uitsluitend worden uitgewisseld indien de overeenkomstsluitende partij die deze ontvangt, zich ertoe verbindt deze op een wijze te beschermen die gelijkwaardig is aan de wijze waarop de overeenkomstsluitende partij die deze gegevens verstrekt, deze beschermt.
3.  
De verkregen informatie mag uitsluitend worden gebruikt voor de in dit Protocol omschreven doeleinden. Een partij mag deze informatie slechts voor andere doeleinden gebruiken na schriftelijke toestemming van de administratieve autoriteit die ze heeft verstrekt. Voorts gelden voor deze informatie de door deze autoriteit vastgestelde beperkingen.
4.  
Het bepaalde in lid 3 vormt geen beletsel voor het gebruik van informatie in gerechtelijke of administratieve procedures die achteraf worden ingesteld wegens niet-naleving van de douanewetgeving. De bevoegde autoriteit die de informatie heeft verstrekt, wordt van een dergelijk gebruik in kennis gesteld.
5.  
De overeenkomstsluitende partijen kunnen de overeenkomstig het bepaalde in dit Protocol verkregen informatie en geraadpleegde bescheiden als bewijsmateriaal gebruiken in hun rapporten, de getuigenverklaringen en in gerechtelijke procedures.

Artikel 11

Deskundigen en getuigen

Een onder een aangezochte autoriteit ressorterende ambtenaar kan worden gemachtigd, binnen de perken van de hem verleende machtiging, in het rechtsgebied van een andere overeenkomstsluitende partij als getuige of deskundige op te treden in gerechtelijke of administratieve procedures die betrekking hebben op aangelegenheden waarop dit Protocol van toepassing is, en daarbij de voor deze procedures noodzakelijke voorwerpen, bescheiden of voor echt gewaarmerkte afschriften van bescheiden voor te leggen. In de convocatie dient uitdrukkelijk te worden vermeld over welke aangelegenheid en in welke functie of hoedanigheid de betrokken ambtenaar zal worden ondervraagd.

Artikel 12

Kosten van de bijstand

De overeenkomstsluitende partijen brengen elkaar geen kosten in rekening voor uitgaven die ter uitvoering van het bepaalde in dit Protocol zijn gemaakt, met uitzondering, in voorkomend geval, van de uitgaven voor deskundigen, getuigen, tolken en vertalers die niet in overheidsdienst zijn.

Artikel 13

Tenuitvoerlegging

1.  
De centrale douaneadministratie van de Faeröer, enerzijds, en de bevoegde diensten van de Commissie van de Europese Gemeenschappen en, in voorkomend geval, de douaneautoriteiten van de Lid-Staten, anderzijds, zien toe op de tenuitvoerlegging van dit Protocol. Deze instanties stellen alle praktische maatregelen en regelingen voor de toepassing van dit Protocol vast, rekening houdend met de voorschriften op het gebied van de gegevensbescherming.
2.  
De overeenkomstsluitende partijen raadplegen elkaar en stellen elkaar in kennis van alle uitvoeringsbepalingen die op grond van dit Protocol worden vastgesteld.

Artikel 14

Complementariteit

Onverminderd artikel 10 doen de overeenkomsten inzake wederzijdse bijstand die tussen een of meer Lid-Staten van de Europese Gemeenschap en de Faeröer zijn of worden gesloten, geen afbreuk aan de communautaire bepalingen betreffende de uitwisseling, tussen de bevoegde diensten van de Commissie en de douaneautoriteiten van de Lid-Staten, van alle over douaneaangelegenheden verkregen informatie die voor de Gemeenschap van belang kan zijn.

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING

betreffende de herziening van de Overeenkomst al naar gelang van de ontwikkelingen van de handelsbetrekkingen tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Vrijhandelsassociatie

Indien de Gemeenschap in het kader van de Overeenkomst inzake de Europese Economische Ruimte concessies doet aan de EVA-EER-landen die verder gaan dan die welke, op de door de Overeenkomst bestreken gebieden, aan de Faeröer zijn verleend, zal de Gemeenschap, op verzoek van de Faeröer, per geval en in een positieve geest overwegen in hoeverre en op welke basis aan de Faeröer overeenkomstige concessies kunnen worden verleend.

Indien overeenkomsten of regelingen tussen de Faeröer en de Lid-Staten van de EVA worden gesloten waarbij de Faeröer concessies doen aan de EVA-landen die verder gaan dan die welke, op de door de Overeenkomst bestreken gebieden, aan de Gemeenschap zijn verleend, zullen de Faeröer, op verzoek van de Gemeenschap, per geval en in een positieve geest overwegen in hoeverre en op welke basis aan de Gemeenschap overeenkomstige concessies kunnen worden verleend.

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING

betreffende Protocol nr. 3 bij de Overeenkomst

I) 

MOGELIJKHEID TOT CUMULATIE MET MATERIALEN UIT EVA-LANDEN

De overeenkomstsluitende partijen zullen de haalbaarheid en het economische belang onderzoeken van de opneming in Protocol nr. 3 van bepalingen inzake de mogelijkheid tot cumulatie met materialen uit de EVA-landen.

II. 

OVERGANGSPERIODE BETREFFENDE DE AFGIFTE EN HET OPSTELLEN VAN DOCUMENTEN TEN BEWIJZE VAN DE OORSPRONG AFGEGEVEN IN HET KADER VAN DE OP 2 DECEMBER 1991 ONDERTEKENDE BASISOVEREENKOMST

1. 

Tot en met 31 december 1997 aanvaarden de bevoegde douaneautoriteiten van de Gemeenschap en de Faeröer als geldig bewijs van oorsprong in de zin van Protocol nr. 3:

i) 

certificaten inzake goederenverkeer EUR.1 die vooraf door het bevoegde douanekantoor van het land van uitvoer zijn afgestempeld;

ii) 

krachtens de Overeenkomst afgegeven certificaten inzake goederenverkeer EUR.1 waarop een toegelaten exporteur een door de douane van het land van uitvoer goedgekeurd speciaal stempel heeft aangebracht;

iii) 

krachtens de Overeenkomst afgegeven EUR.2-formulieren.

2. 

Verzoeken om controle achteraf van de vorengenoemde documenten worden door de bevoegde douaneautoriteiten van de Gemeenschap en de Faeröer ingewilligd tot twee jaar na de datum waarop het betrokken bewijs van oorsprong werd opgesteld en afgegeven. Deze controle wordt uitgevoerd overeenkomstig titel VI van Protocol nr. 3.

III. 

HET PRINSDOM ANDORRA

1. 

Produkten van de hoofdstukken 25 tot en met 97 van het geharmoniseerde systeem, van oorsprong uit het Prinsdom Andorra, worden door de Faeröer behandeld als produkten van oorsprong uit de Gemeenschap in de zin van de Overeenkomst.

2. 

Protocol nr. 3 is van overeenkomstige toepassing voor het bepalen van de oorsprong van de bovenvermelde produkten.

IV. 

DE REPUBLIEK SAN MARINO

1. 

Produkten van oorsprong uit de Republiek San Marino worden door de Faeröer behandeld als produkten van oorsprong uit de Gemeenschap in de zin van de Overeenkomst.

2. 

Protocol nr. 3 is van overeenkomstige toepassing voor het bepalen van de oorsprong van de vorengenoemde produkten.

VERKLARING VAN DE GEMEENSCHAP

betreffende artikel 24, lid 1, van de Overeenkomst

De Gemeenschap verklaart dat, in het kader van de autonome toepassing van artikel 24, lid 1, van de Overeenkomst waartoe de overeenkomstsluitende partijen gehouden zijn, zij praktijken die met dit artikel strijdig zijn, zal beoordelen aan de hand van criteria die voortvloeien uit de toepassing van de artikelen 85, 86, 90 en 92 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap.

VERKLARING VAN DE GEMEENSCHAP

betreffende de regionale toepassing van enkele bepalingen van de Overeenkomst

De Gemeenschap verklaart dat de toepassing van maatregelen op grond van de artikelen 24, 25, 26, 27 en 28 van de Overeenkomst, overeenkomstig de procedure en de regelingen die in artikel 29 of in artikel 30 zijn uiteengezet, op grond van haar wetgeving tot een of meer regio's van de Gemeenschap beperkt kan worden.

VERKLARING VAN DENEMARKEN EN DE FAERÖER

betreffende artikel 36 van de Overeenkomst

Overeenkomstig artikel 36 van de Overeenkomst zal de Gemeenschap, op verzoek van de Faeröer, een verbetering van de toegangsmogelijkheden voor bepaalde produkten in overweging nemen.

Naar het oordeel van de Faeröer dient dit artikel nader te worden omschreven, wil men het doel van een geleidelijke ontwikkeling van de handel tussen de partijen bereiken. De Faeröer verzoeken de Gemeenschap derhalve toegangsmogelijkheden ernstig in overweging te nemen wanneer de contingenten en plafonds voor deze produkten uitgeput blijken.



( 1 ) PB EU L 54 van 26.2.2013, blz. 4.

( 2 ) De partijen komen overeen af te zien van de eis om de in artikel 8, lid 3, bedoelde vermelding in het bewijs van oorsprong op te nemen.

( 3 ) PB EU L 302 van 15.11.1985, blz. 23.

( 4 ) Wanneer de oorsprongsverklaring wordt opgesteld door een toegelaten exporteur, moet het nummer van zijn vergunning hier worden ingevuld. Wanneer de oorsprongsverklaring niet door een toegelaten exporteur wordt opgesteld, wordt het gedeelte tussen haakjes weggelaten of wordt niets ingevuld.

( 5 ) Aanduiding van de oorsprong van de producten. Wanneer de oorsprongsverklaring geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op producten van oorsprong uit Ceuta en Melilla, moet de exporteur deze duidelijk aangeven met de letters “CM” op het document waarop de verklaring wordt opgemaakt.

( 6 ) Deze gegevens kunnen worden weggelaten als ze in het document zelf al voorkomen.

( 7 ) Indien de exporteur niet hoeft te ondertekenen, hoeft evenmin diens naam te worden vermeld.

( 8 ) Bijvoorbeeld: invoerdocumenten, certificaten inzake goederenverkeer, facturen, verklaringen van de fabrikant enz., ter zake van de be- of verwerkte producten of de in ongewijzigde staat wederuitgevoerde goederen.

( 9 ) Naam en adres van de afnemer.

( 10 ) Datums vermelden. Een langlopende leveranciersverklaring is normalerwijze niet langer dan 24 maanden geldig, afhankelijk van de voorwaarden die zijn gesteld door de douane van de toepassende overeenkomstsluitende partij waar de langlopende leveranciersverklaring is opgesteld.

Top