Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 01995R2869-20050725

Consolidated text: Verordening (EG) nr. 2869/95 van de Commissie van 13 december 1995 inzake de aan het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) te betalen taksen

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1995/2869/2005-07-25

1995R2869 — NL — 25.07.2005 — 002.001


Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

►B

VERORDENING (EG) Nr. 2869/95 VAN DE COMMISSIE

van 13 december 1995

inzake de aan het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) te betalen taksen

(PB L 303, 15.12.1995, p.33)

Gewijzigd bij:

 

 

Publicatieblad

  No

page

date

►M1

VERORDENING (EG) Nr. 781/2004 VAN DE COMMISSIE van 26 april 2004

  L 123

85

27.4.2004

►M2

VERORDENING (EG) Nr. 1042/2005 VAN DE COMMISSIE van 29 juni 2005

  L 172

22

5.7.2005



NB: Deze geconsolideerde versie bevat referenties naar de Europese rekeneenheid en/of ecu. Vanaf 1 januari 1999 moeten beide worden gelezen als referentie naar de euro — Verordening (EEG) nr. 3308/80 van de Raad (PB L 345 van 20.12.1980, blz. 1) en Verordening (EG) nr. 1103/97 van de Raad (PB L 162 van 19.6.1997, blz. 1).




▼B

VERORDENING (EG) Nr. 2869/95 VAN DE COMMISSIE

van 13 december 1995

inzake de aan het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) te betalen taksen



DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 40/94 van de Raad van 20 december 1993 inzake het Gemeenschapsmerk ( 1 ), gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 3288/94 ( 2 ) inzonderheid op artikel 139,

Gelet op Verordening (EG) nr. 2868/95 van de Commissie van 13 december 1995 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 40/94 van de Raad inzake het Gemeenschapsmerk ( 3 ),

Overwegende dat in artikel 139, lid 3, van Verordening (EG) 40/94, hierna „de verordening” genoemd, is bepaald dat het reglement inzake de taksen volgens de procedure van artikel 141 van de verordening wordt vastgesteld;

Overwegende dat in artikel 139, lid 1, van de verordening is bepaald dat in het reglement inzake de taksen met name het bedrag van de taksen en de wijze van betaling worden vastgesteld;

Overwegende dat in artikel 139, lid 2, van de verordening is bepaald dat het bedrag van de taksen zodanig moet worden vastgesteld dat met de daaruit voortvloeiende ontvangsten in beginsel het evenwicht in de begroting van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen), hierna „het Bureau” genoemd, kan worden gehandhaafd;

Overwegende dat evenwel in de aanloopfase van het Bureau dit evenwicht enkel kan worden bereikt, indien uit de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen een subsidie wordt verstrekt overeenkomstig artikel 134, lid 3, van de verordening;

Overwegende dat in de basistaks voor de aanvrage van een Gemeenschapsmerk het bedrag dient te zijn begrepen dat het Bureau overeenkomstig artikel 39, lid 4, van de verordening aan elke centrale dienst voor de industriële eigendom van de Lid-Staten moet betalen voor elk rechercheverslag dat door die diensten wordt verstrekt;

Overwegende dat, met het oog op de noodzakelijke flexibiliteit, aan de voorzitter van het Bureau, hierna „de voorzitter” genoemd, de bevoegdheid dient te worden toegekend om onder bepaalde voorwaarden de bedragen die het Bureau voor de diensten die het verleent, voor de toegang tot zijn gegevensbank en voor het ter beschikking stellen van de inhoud ervan in een machine-leesbare vorm evenwel verschuldigd zijn, alsmede de verkooptarieven van zijn publikaties, vast te stellen;

Overwegende dat, om de betaling van taksen en kosten te vergemakkelijken, aan de voorzitter de bevoegdheid dient te worden toegekend om andere betalingswijzen toe te staan dan die welke bij deze verordening uitdrukkelijk zijn opengesteld;

Overwegende dat het passend is de aan het Bureau te betalen taksen en kosten in dezelfde munteenheid vast te stellen als die welke voor de begroting van het Bureau wordt gebruikt;

Overwegende dat de begroting van het Bureau in ecu wordt vastgesteld;

Overwegende dat met de vaststelling van deze bedragen in ecu bovendien eventueel uit wisselkoersvariaties voortvloeiende verschillen worden vermeden;

Overwegende dat de mogelijkheid van contante betaling in de nationale valuta van de Lid-Staat waar het Bureau zijn zetel heeft, open dient te staan;

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het overeenkomstig artikel 141 van de verordening opgerichte comité,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:



Artikel 1

Algemene bepalingen

Deze verordening is van toepassing op:

a) de uit hoofde van de verordening en Verordening (EG) nr. 2868/95 aan het Bureau te betalen taksen;

b) de overeenkomstig artikel 3, leden 1 en 2, door de voorzitter vastgestelde kosten.

Artikel 2

Uit hoofde van de verordening en Verordening (EG) nr. 2868/95 te betalen taksen

De overeenkomstig artikel 1, onder a), aan het Bureau te betalen taksen zijn:



(in ►M1  euro ◄ )

1.

Basistaks voor de aanvrage om een individueel merk (artikel 26, lid 2 (van de verordening), evenals regel 4, onder a) (van Verordening (EG) nr. 2868/95))

975

▼M2

1a.

Recherchetaks

a)  voor een aanvraag om een Gemeenschapsmerk (artikel 39, lid 2, evenals regel 4, onder c)

b)  voor een internationale inschrijving waarin de Europese Gemeenschap wordt aangewezen (artikel 39, lid 2, en artikel 150, lid 2, evenals regel 10, lid 2)

Het bedrag van 12 EUR, vermenigvuldigd met het in artikel 39, lid 2, van de verordening bedoelde aantal centrale diensten voor de industriële eigendom; dit bedrag en de latere wijzigingen ervan worden door het Bureau in het Publicatieblad van het Bureau bekendgemaakt.

▼B

2.

Taks voor elke de derde klasse te boven gaande klasse van waren of diensten voor een individueel merk (artikel 26, lid 2, evenals regel 4, onder b))

200

3.

Basistaks voor de aanvrage om een collectief merk (artikel 26, lid 2, en artikel 64, lid 3, evenals regel 4, onder a), en regel 42)

1 675

4.

Taks voor elke de derde klasse te boven gaande klasse van waren of diensten voor een collectief merk (artikel 26, lid 2, en artikel 64, lid 3, evenals regel 4, onder b), en regel 42)

400

5.

Oppositietaks (artikel 42, lid 3, evenals regel 18, lid 1)

350

▼M2 —————

▼B

7.

Basistaks voor de inschrijving van een individueel merk (artikel 45, evenals regel 23, lid 1, onder a))

1 100

8.

Taks voor elke de derde klasse te boven gaande klasse van waren of diensten voor een individueel merk (artikel 45, evenals regel 23, lid 1, onder b))

200

9.

Basistaks voor de inschrijving van een collectief merk (artikel 45 en artikel 64, lid 3, evenals regel 23, lid 1, onder a), en regel 42)

2 200

10.

Taks voor elke de derde klasse te boven gaande klasse van waren of diensten voor een collectief merk (artikelen 45 en 64, lid 3, evenals regel 23, lid 1, onder b), en regel 42)

400

11.

Toeslag wegens laattijdige betaling van de inschrijvingstaks (artikel 140, lid 2, punt 2, evenals regel 23, lid 3)

25 % van de achterstallige inschrijvingstaks, zonder dat het totale bedrag meer mag belopen dan 750

12.

Basistaks voor de vernieuwing van een individueel merk (artikel 47, lid 1, evenals regel 30, lid 2, onder a))

2 500

13.

►M2  Taks voor de vernieuwing van elke de derde klasse te boven gaande klasse van waren of diensten voor een individueel merk ◄ (artikel 47, lid 1, evenals regel 30, lid 2, onder b))

500

14.

Basistaks voor de vernieuwing van een collectief merk (artikel 47, lid 1, en artikel 64, lid 3, evenals regel 30, lid 2, onder a), en regel 42)

5 000

15.

►M2  Taks voor de vernieuwing van elke de derde klasse te boven gaande klasse van waren of diensten voor een collectief merk ◄ (artikel 47, lid 1, en artikel 64, lid 3, evenals regel 30, lid 2, onder b), en regel 42)

1 000

16.

Toeslag wegens laattijdige betaling van de vernieuwingstaks of laattijdige indiening van de aanvrage om vernieuwing (artikel 47, lid 3, evenals regel 30, lid 2, onder c))

25 % van de achterstallige inschrijvingstaks, zonder dat het totale bedrag meer mag belopen dan 1 500

17.

Taks voor de vordering tot vervallen-, respectievelijk nietigverklaring, (artikel 55, lid 2, evenals regel 39, lid 2)

700

18.

Beroepstaks (artikel 59, evenals regel 49, lid 1)

800

19.

►M2  Taks voor de aanvraag tot herstel in de vorige toestand ◄ (artikel 78, lid 3)

200

▼M1

20.

►M2  Taks voor de aanvraag tot omzetting ◄ van een aanvraag voor een Gemeenschapsmerk of van een Gemeenschapsmerk (artikel 109, lid 1, ook in samenhang met artikel 154, lid 1; regel 45, ook in samenhang met regel 123, lid 2)

a)  in een aanvraag voor een nationaal merk

b)  in een aanwijzing van de lidstaten uit hoofde van de Schikking van Madrid of het Protocol van Madrid

200

▼M2

21.

Taks voor voortzetting van de procedure (artikel 78 bis, lid 1)

400

22.

Taks voor de verklaring van afsplitsing van een ingeschreven Gemeenschapsmerk (artikel 48 bis, lid 4) of een aanvraag om een Gemeenschapsmerk (artikel 44 bis, lid 4)

250

▼B

23.

►M2  Taks voor de aanvraag tot inschrijving van een licentie of een ander recht inzake een ingeschreven Gemeenschapsmerk (artikel 157, lid 2, punt 5, evenals regel 33, lid 1) of een aanvraag voor een Gemeenschapsmerk (artikel 157, lid 2, punt 6, evenals regel 33, lid 4): ◄

a)  verlening van een licentie

b)  overgang van een licentie

c)  vestiging van een zakelijk recht

d)  overdracht van een zakelijk recht

e)  gedwongen tenuitvoerlegging

200 per aantekening, maar ingeval terzelfder tijd of in dezelfde aanvrage verscheidene verzoeken worden ingediend, mag het totale bedrag niet meer belopen dan 1 000

24.

Taks voor de doorhaling van de inschrijving van een licentie of een ander recht (artikel 140, lid 2, punt 7, evenals regel 35, lid 3)

200 per aantekening, maar ingeval terzelfder tijd of in dezelfde aanvrage verscheidene verzoeken worden ingediend, mag het totale bedrag niet meer belopen dan 1 000

25.

Taks voor de wijziging van een ingeschreven Gemeenschapsmerk (artikel 140, lid 2, punt 8, evenals regel 25, lid 2)

200

26.

Taks voor de afgifte van een afschrift van de aanvrage om een Gemeenschapsmerk (artikel 140, lid 2, punt 12, evenals regel 89, lid 5), een afschrift van het inschrijvingsbewijs (artikel 140, lid 2, punt 3, evenals regel 24, lid 2) of een uittreksel uit het register (artikel 140, lid 2, punt 9, evenals regel 84, lid 6):

 

a)niet-gewaarmerkt afschrift of uittreksel

10

b)gewaarmerkt afschrift of uittreksel

30

27.

Taks voor de inzage van dossiers (artikel 140, lid 2, punt 10, evenals regel 89, lid 1)

30

28.

Taks voor de afgifte van afschriften van dossierstukken (artikel 140, lid 2, punt 11, evenals regel 89, lid 5):

 

a)niet-gewaarmerkt afschrift

10

b)gewaarmerkt afschrift

30

Voor elk blad meer dan tien bladen

1

29.

Taks voor de mededeling van gegevens uit een dossier (artikel 140, lid 2, punt 13, evenals regel 90)

10

▼M2 —————

▼B

30.

Taks voor de verificatie van de te vergoeden proceskosten (artikel 140, lid 2, punt 14, evenals regel 94, lid 4)

100

▼M1

31.

Taks voor de indiening van een internationale aanvraag bij het Bureau (artikel 142, lid 5)

300

▼B

Artikel 3

Door de voorzitter vastgestelde kosten

1.  De voorzitter stelt het aan te rekenen bedrag vast voor de andere door het Bureau verleende diensten dan die welke in artikel 2 zijn vermeld.

2.  De voorzitter stelt het voor het Blad van Gemeenschapsmerken, het Publikatieblad van het Bureau en elke andere publikatie van het Bureau aan te rekenen bedrag vast.

3.  Het bedrag van de kosten wordt in ►M1  euro ◄ vastgesteld.

4.  De door de voorzitter overeenkomstig de leden 1 en 2 vastgestelde bedragen van de kosten worden bekendgemaakt in het Publikatieblad van het Bureau.

Artikel 4

Tijdstip waarop de taksen en kosten verschuldigd zijn

1.  Taksen en kosten, waarvan niet in de verordening noch in Verordening (EG) nr. 2868/95 is bepaald op welk tijdstip zij verschuldigd zijn, zijn verschuldigd op de dag van ontvangst van het verzoek tot het verlenen van de dienst die tot de heffing van de taks of het aanrekenen van de kosten leidt.

2.  De voorzitter kan beslissen de verlening van diensten zoals bedoeld in lid 1 niet van de voorafgaande betaling van de daarvoor verschuldigde taksen of kosten afhankelijk te stellen.

Artikel 5

Betaling van taksen en kosten

1.  De aan het Bureau verschuldigde taksen en kosten worden betaald:

a) door storting of overboeking op een bankrekening van het Bureau;

b) door overhandiging of toezending van een aan het bureau betaalbaar gestelde cheque, of

c) in contanten.

2.  De voorzitter kan andere dan de in lid 1 vermelde betalingswijzen toestaan, met name een bij het Bureau geopende rekening-courant.

3.  Beslissingen van de voorzitter uit hoofde van lid 2 worden in het Publikatieblad van het Bureau bekendgemaakt.

▼M1

Artikel 6

Valuta

Alle betalingen, met inbegrip van betalingen op wijzen die krachtens artikel 5, lid 2, door de voorzitter zijn toegestaan, geschieden in euro's.

▼B

Artikel 7

Bij de betaling te vermelden gegevens

1.  Bij elke betaling moeten de naam van de persoon die de betaling verricht en de andere gegevens worden vermeld die noodzakelijk zijn om het Bureau in staat te stellen onmiddellijk het doel van de betaling te kennen. Met name moeten de volgende gegevens worden vermeld:

a) bij betaling van de indieningstaks, het doel van de betaling, te weten: „indieningstaks”;

b) bij betaling van de inschrijvingstaks, het dossiernummer van de aanvrage die de grondslag voor de inschrijving vormt, en het doel van de betaling, te weten: „inschrijvingstaks”;

c) bij betaling van de oppositietaks, het dossiernummer van de aanvrage om een Gemeenschapsmerk waarop de oppositie betrekking heeft, de naam van de aanvrager en het doel van de betaling, te weten: „oppositietaks”;

d) bij betaling van de taks voor vervallen-, respectievelijk nietigverklaring, het inschrijvingsnummer van het Gemeenschapsmerk waarop de vordering betrekking heeft, de naam van de houder van het Gemeenschapsmerk en het doel van de betaling, te weten: „taks voor vervallenverklaring”, respectievelijk „taks voor nietigverklaring”.

2.  Wanneer niet onmiddellijk het doel van de betaling kan worden vastgesteld, verzoekt het Bureau de persoon die de betaling heeft verricht, dit binnen de termijn die het vaststelt, schriftelijk aan het Bureau mee te delen. Indien die persoon niet tijdig aan dit verzoek voldoet, wordt de betaling geacht niet te zijn verricht. Het reeds betaalde bedrag wordt terugbetaald.

Artikel 8

Datum waarop de betaling wordt geacht te zijn verricht

1.  Een betaling aan het Bureau wordt geacht te zijn verricht:

a) in de gevallen, bedoeld in artikel 5, lid 1, onder a), op de datum waarop het bedrag van de storting of overmaking daadwerkelijk op een bankrekening van het Bureau wordt bijgeschreven;

b) in het geval, bedoeld in artikel 5, lid 1, onder b), op de dag waarop het Bureau de cheque ontvangt, mits de cheque wordt gehonoreerd;

c) in de gevallen, bedoeld in artikel 5, lid 1, onder c), op de dag waarop het bedrag van de contante betaling wordt geïnd.

2.  Wanneer de voorzitter overeenkomstig artikel 5, lid 2, toestaat dat de taksen op een andere wijze dan bedoeld in artikel 5, lid 1, worden betaald, bepaalt hij tevens op welke datum in dat geval de betaling wordt geacht te zijn verricht.

3.  Waneer de betaling van een taks overeenkomstig de leden 1 en 2 eerst wordt geacht te zijn verricht na het verstrijken van de termijn waarbinnen zij had moeten geschieden, wordt aangenomen dat deze termijn is nageleefd, indien aan het Bureau het bewijs wordt geleverd dat de persoon die de betaling heeft verricht:

a) binnen de termijn waarbinnen de betaling had moeten geschieden, in een Lid-Staat:

i) de betaling met inschakeling van een bankinstelling heeft verricht;

ii) een bankinstelling op regelmatige wijze opdracht tot overmaking van het bedrag van de betaling heeft gegeven, of

iii) bij een postkantoor of op andere wijze een aan de zetel van het Bureau geadresseerde brief heeft afgegeven, die een cheque zoals bedoeld in artikel 5, lid 1, onder b), bevat, mits de cheque wordt gehonoreerd, en

b) een toeslag van 10 % van de betrokken taksen, tot een beloop van ten hoogste 200  ►M1  euro ◄ , heeft betaald; geen toeslag is verschuldigd, indien uiterlijk tien dagen vóór het verstrijken van de betalingstermijn aan een van de onder a) vastgestelde voorwaarden is voldaan.

4.  Het Bureau kan eisen dat de persoon die de betaling heeft verricht, bewijst op welke datum aan een van de in lid 3, onder a), vastgestelde voorwaarden werd voldaan, en, in voorkomend geval, dat hij binnen een door het Bureau vast te stellen termijn, de in lid 3, onder b), bedoelde toeslag betaalt. Indien die persoon hieraan geen gevolg geeft of het bewijs ontoereikend is of indien de vereiste toeslag niet tijdig wordt betaald, wordt aangenomen dat de betalingstermijn niet is nageleefd.

Artikel 9

Ontoereikendheid van het betaalde bedrag

1.  Een betalingstermijn wordt in beginsel slechts geacht te zijn nageleefd, indien het volledige bedrag van de taksen tijdig is voldaan. Wanneer niet het volledige bedrag van de taksen wordt voldaan, wordt hetgeen reeds is betaald, na het verstrijken van de betalingstermijn terugbetaald.

2.  Het Bureau kan evenwel de persoon die de betaling heeft verricht, in de gelegenheid stellen het ontbrekende bedrag alsnog te betalen, voor zover dit nog vóór het verstrijken van de termijn mogelijk is, of het kan, wanneer het zulks gerechtvaardigd acht, beslissen geen rekening te houden met het feit dat er nog een gering bedrag ontbreekt, zonder dat dit aan de rechten van degene die de betaling verricht, afbreuk doet.

Artikel 10

Terugbetaling van onbeduidende bedragen

1.  Wanneer meer wordt betaald dan uit hoofde van taksen of kosten is verschuldigd, wordt het te veel betaalde niet terugbetaald, indien dat een onbeduidend bedrag is en de betrokkene niet uitdrukkelijk om betaling heeft verzocht. De voorzitter stelt vast wat als een onbeduidend bedrag geldt.

2.  De voorzitter maakt de beslissingen overeenkomstig lid 1 in het Publikatieblad van het Bureau bekend.

▼M1

Artikel 11

Individuele taks voor een internationale inschrijving waarin de Europese Gemeenschap wordt aangewezen

1.  De indiener van een internationale aanvraag waarin de Europese Gemeenschap wordt aangewezen betaalt het Internationale Bureau overeenkomstig artikel 8, lid 7, van het Protocol van Madrid een individuele taks voor de aanwijzing van de Europese Gemeenschap.

2.  De houder van een internationale inschrijving die na de internationale inschrijving een verzoek om territoriale uitstrekking indient waarin de Europese Gemeenschap wordt aangewezen, betaalt het Internationale Bureau overeenkomstig artikel 8, lid 7, van het Protocol van Madrid een individuele taks voor de aanwijzing van de Europese Gemeenschap.

3.  De hoogte van de in lid 1 of 2 bedoelde taksen komt overeen met de tegenwaarde in Zwitserse francs, zoals vastgesteld door de directeur-generaal van de Wereldorganisatie voor de intellectuele eigendom overeenkomstig regel 35, lid 2, van de gemeenschappelijke regels krachtens de Schikking en het Protocol van Madrid, van de volgende bedragen:

a) voor een individueel merk: 1 875 euro, in voorkomend geval vermeerderd met 400 euro voor elke de derde klasse te boven gaande klasse van waren en diensten;

b) voor een collectief merk als bedoeld in regel 121, lid 1, van Verordening (EG) nr. 2868/95 van de Commissie: 3 675 euro, in voorkomend geval vermeerderd met 800 euro voor elke de derde klasse te boven gaande klasse van waren en diensten.

Artikel 12

Individuele taks voor de verlenging van een internationale inschrijving waarin de Europese Gemeenschap wordt aangewezen

1.  De houder van een internationale inschrijving waarin de Europese Gemeenschap wordt aangewezen betaalt het Internationale Bureau overeenkomstig artikel 8, lid 7, van het Protocol van Madrid als onderdeel van de taksen voor de verlenging van de internationale inschrijving een individuele taks voor de aanwijzing van de Europese Gemeenschap.

2.  De hoogte van de in lid 1 bedoelde taks komt overeen met de tegenwaarde in Zwitserse francs, zoals vastgesteld door de directeur-generaal van de Wereldorganisatie voor de intellectuele eigendom overeenkomstig regel 35, lid 2, van de gemeenschappelijke regels krachtens de Schikking en het Protocol van Madrid, van de volgende bedragen:

a) voor een individueel merk: 2 300 euro, vermeerderd met 500 euro voor elke de derde klasse te boven gaande klasse van waren en diensten in de internationale inschrijving;

b) voor een collectief merk als bedoeld in regel 121, lid 1, van Verordening (EG) nr. 2868/95 van de Commissie: 4 800 euro, vermeerderd met 1 000 euro voor elke de derde klasse te boven gaande klasse van waren en diensten in de internationale inschrijving.

Artikel 13

Terugbetaling van taksen na weigering van bescherming

1.  Indien de weigering alle waren en diensten in de aanwijzing van de Europese Gemeenschap betreft, bedraagt het overeenkomstig artikel 149, lid 4, of artikel 151, lid 4, van Verordening (EG) nr. 40/94 van de Raad terug te betalen bedrag:

a) voor een individueel merk: 1 100 euro, vermeerderd met 200 euro voor elke de derde klasse te boven gaande klasse van waren en diensten in de internationale inschrijving;

b) voor een collectief merk: 2 200 euro, vermeerderd met 400 euro voor elke de derde klasse te boven gaande klasse van waren en diensten in de internationale inschrijving.

2.  Indien de weigering slechts een deel van de waren en diensten in de aanwijzing van de Europese Gemeenschap betreft, komt het overeenkomstig artikel 149, lid 4, of artikel 151, lid 4, van de verordening terug te betalen bedrag overeen met 50 % van het verschil tussen de krachtens artikel 11, lid 3, te betalen klassetaksen en de klassetaksen die krachtens artikel 11, lid 3, van deze verordening zouden moeten worden betaald als de aanwijzing van de Europese Gemeenschap uitsluitend de waren en diensten betrof waarvoor de internationale inschrijving in de Europese Gemeenschap beschermd blijft.

▼M2

3.  De terugbetaling geschiedt zodra de mededeling aan het Internationale Bureau krachtens regel 113, lid 2, onder b) en c), of regel 115, lid 5, onder b) en c), en lid 6, van Verordening (EG) nr. 2868/95 heeft plaatsgevonden.

▼M1

4.  De terugbetaling geschiedt aan de houder van de internationale registratie of zijn vertegenwoordiger.

Artikel 14

De artikelen 1 tot en met 10 zijn niet van toepassing op de individuele taks die aan het Internationale Bureau moet worden betaald.

▼B

Artikel 15

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.



( 1 ) PB nr. L 11 van 14. 1. 1994, blz. 1.

( 2 ) PB nr. L 349 van 31. 12. 1994, blz. 83.

( 3 ) Zie bladzijde 1 van dit Publikatieblad.

Top