Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 01965R0079-20070101

Consolidated text: Verordening nr. 79/65/EEG van de Raad van 15 juni 1965 tot oprichting van een boekhoudkundig informatienet betreffende de inkomens en de bedrijfseconomische positie van de landbouwbedrijven in de Europese Economische Gemeenschap

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1965/79/2007-01-01

1965R0079 — NL — 01.01.2007 — 006.001


Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

►B

VERORDENING No. (SIC! Nr) 79/65/EEG VAN DE RAAD

van 15 juni 1965

tot oprichting van een boekhoudkundig informatienet betreffende de inkomens en de bedrijfseconomische positie van de landbouwbedrijven in de Europese Economische Gemeenschap

(PB P 109, 23.6.1965, p.1859)

Gewijzigd bij:

 

 

Publicatieblad

  No

page

date

 M1

Verordening (EEG) nr. 2835/72 van de Raad van 29 december 1972 

  L 298

47

31.12.1972

►M2

Verordening (EEG) nr. 2910/73 van de Raad van 23 oktober 1973 

  L 299

1

27.10.1973

►M3

Verordening (EEG) nr. 2143/81 van de Raad van 27 juli 1981 

  L 210

1

30.7.1981

►M4

Verordening (EEG) nr. 3644/85 van de Raad van 19 december 1985 

  L 348

4

24.12.1985

 M5

Verordening (EEG) nr. 3768/85 van de Raad van 20 december 1985 

  L 362

8

31.12.1985

►M6

Verordening (EEG) nr. 3577/90 van de Raad van 4 december 1990 

  L 353

23

17.12.1990

►M7

Verordening (EG) nr. 2801/95 van de Raad van 29 november 1995 

  L 291

3

6.12.1995

►M8

VERORDENING (EG) Nr. 1256/97 VAN DE RAAD van 25 juni 1997

  L 174

7

2.7.1997

►M9

VERORDENING (EG) Nr. 806/2003 VAN DE RAAD van 14 april 2003

  L 122

1

16.5.2003

►M10

VERORDENING (EG) Nr. 2059/2003 VAN DE RAAD van 17 november 2003

  L 308

1

25.11.2003

►M11

VERORDENING (EG) Nr. 660/2004 VAN DE COMMISSIE van 7 april 2004

  L 104

97

8.4.2004

►M12

VERORDENING (EG) Nr. 1791/2006 VAN DE RAAD van 20 november 2006

  L 363

1

20.12.2006


Gewijzigd bij:

 A1

Toetredingsakte van Denemarken, Ierland, het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland

  L 73

14

27.3.1972

 

(aangepast door Besluit van de Raad van 1 januari 1973)

  L 002

1

..

 A2

Toetredingsakte van Griekenland

  L 291

17

19.11.1979

 A3

  L 302

23

15.11.1985

 A4

Toetredingsakte van Oostenrijk, Finland en Zweden

  C 241

21

29.8.1994

 

(aangepast door Besluit 95/1/EG, Euratom, EGKS van de Raad)

  L 001

1

..

►A5

Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden voor de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek en de aanpassing van de Verdragen waarop de Europese Unie is gegrond

  L 236

33

23.9.2003




▼B

VERORDENING nr. 79/65/EEG VAN DE RAAD

van 15 juni 1965

tot oprichting van een boekhoudkundig informatienet betreffende de inkomens en de bedrijfseconomische positie van de landbouwbedrijven in de Europese Economische Gemeenschap



DE RAAD VAN DE EUROPESE ECONOMISCHE GEMEENSCHAP,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 43,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europese Parlement ( 1 ),

Overwegende dat het voor de ontwikkeling van het gemeenschappelijk landbouwbeleid nodig is te beschikken over objectieve en bruikbare gegevens, met name met betrekking tot de inkomens in de verschillende categorieën van landbouwbedrijven en tot de bedrijfseconomische werking van de bedrijven behorende tot de categorieën die een bijzondere aandacht op Gemeenschapsniveau vereisen;

Overwegende dat de boekhoudingen van de landbouwbedrijven de hoofdbron vormen van de gegevens die noodzakelijk zijn voor de waarneming van de inkomens in de landbouwbedrijven en voor de bedrijfseconomische analyse van deze bedrijven;

Overwegende dat het noodzakelijk is dat de in te winnen gegevens afkomstig zijn van naar behoren en speciaal aan de hand van gemeenschappelijke regels uitgekozen landbouwbedrijven en berusten op controleerbare feiten; dat deze gegevens moeten worden beschouwd in samenhang met de technische, economische en sociale positie van het landbouwbedrijf, betrekking moeten hebben op afzonderlijke bedrijven, zo snel mogelijk beschikbaar moeten zijn, moeten beantwoorden aan identieke omschrijvingen, in een gemeenschappelijk schema moeten worden opgenomen en op elk ogenblik en in alle bijzonderheden beschikbaar moeten zijn voor de Commissie;

Overwegende dat de nagestreefde doeleinden slechts kunnen worden bereikt, indien gebruikt (SIC! gebruik) wordt gemaakt van een gemeenschappelijk informatienet inzake landbouwbedrijfsboekhoudingen, dat steunt op de bureaus voor landbouwbedrijfsboekhouding in elk land en dat, in het genot van het vertrouwen van de betrokkenen, berust op hun vrijwillige deelneming;

Overwegende dat de ingewikkeldheid van de taken die de oprichting van een gemeenschappelijk informatienet inzake landbouwbedrijfsboekhoudinggen (SIC! landbouwbedrijfsboekhoudingen) zowel voor de Gemeenschap als voor de afzonderlijke Lid-Staten medebrengt, een geleidelijke vestiging van de landbouwbedrijfsboekhoudingen nodig maakt, met als gevolg voor de eerste jaren een beperking van het waarnemingsgebied;

Overwegende dat de keuze van de landbouwbedrijven, alsmede de kritische bestudering en de beoordeling van de verkregen gegevens vergelijking vereisen met gegevens uit andere informatiebronnen;

Overwegende dat de landbouwers zekerheid dient te worden gegeven dat de boekhoudkundige gegevens van hun bedrijf en alle andere individuele gegevens, verkregen uit hoofde van de onderhavige verordening, noch voor belastingdoeleinden gebruikt zullen worden, noch zullen worden verspreid door degenen die aan het gemeenschappelijk informatienet voor landbouwbedrijfsboekhoudingen medewerken of hebben medegewerkt;

Overwegende dat de Commissie, ten einde (SIC! teneinde) de objectiviteit en de doelmatigheid van de verkregen gegevens te waarborgen, in staat moet zijn alle noodzakelijke inlichtingen in te winnen over de wijze waarop de organen, die de landbouwbedrijven moeten kiezen en de bureaus voor bedrijfsboekhouding die aan het gemeenschappelijk informatienet inzake landbouwbedrijfsboekhoudingen deelnemen, hun taak verrichten en indien zij dit noodzakelijk acht, deskundigen ter plaatse te zenden, met de medewerking van de bevoegde nationale instanties;

Overwegende dat, om de uitvoering van de voorgenomen maatregelen te vergemakkelijken, dient te worden voorzien in een procedure waarbij in het kader van een gemeenschappelijk Comité een nauwe samenwerking tussen de Lid-Staten en de Commissie tot stand wordt gebracht;

Overwegende dat na enkele jaren functioneren van het gemeenschappelijk informatienet inzake landbouwbedrijfsboekhoudingen, de Commissie in staat zal zijn een verslag op te stellen over de opgedane ervaringen en, indien nodig, wijzigingen van deze verordening voor te stellen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:



HOOFDSTUK I

Oprichting van een informatienet inzake landbouwbedrijfsboekhoudingen van de Europese Economische Gemeenschap

Artikel 1

1.  Voor de behoeften van het gemeenschappelijk landbouwbeleid wordt er een gemeenschappelijk informatienet inzake landbouwbedrijfsboekhoudingen, hierna „informatienet” genoemd, in het leven geroepen.

2.  Het informatienet heeft tot doel de boekhoudkundige gegevens te verzamelen, die met name noodzakelijk zijn voor:

a) het jaarlijks constateren van de inkomens van de landbouwbedrijven die binnen het in artikel 4 genoemde waarnemingsgebied vallen en

b) de bedrijfseconomische analyse van landbouwbedrijven.

▼M2

3.  De uit hoofde van deze verordening verkregen gegevens dienen met name als grondlsag (SIC! grondslag) voor het opstellen door de Commissie van verslagen over de situatie in de landbouw en op de landbouwmarkten alsmede over de landbouwinkomens in de Gemeenschap, die jaarlijks aan de Raad en het Europese Parlement worden voorgelegd, met name met het oog op de jaarlijkse vaststelling van de prijzen van de landbouwprodukten,

▼B

Artikel 2

Voor de toepassing van de onderhavige verordening wordt verstaan onder:

a) bedrijfsleider: de natuurlijke persoon die het lopende en dagelijkse beheer van het landbouwbedrijf voert;

▼M3

b) bedrijfsklasse: een aantal landbouwbedrijven die volgens de communautaire typologie van de landbouwbedrijven, vastgesteld bij Beschikking 78/463/EEG ( 2 ) naar produktierichting en economische bedrijfsomvang tot dezelfde klasse behoren;

▼B

c) bedrijf met boekhouding: ieder landbouwbedrijf dat in het kader van het informatienet is of wordt ingeschakeld;

d) streek: het grondgebied van een Lid-Staat of een deel van het grondgebied van een Lid-Staat, dat is afgebakend met het oog op de keuze van de bedrijven met boekhouding. De lijst van deze streken is als bijlage aan deze verordening gehecht;

e) boekhoudkundige gegevens: ieder technisch, financieel of economisch gegeven dat kenmerkend is voor een landbouwbedrijf en ontleend is aan een boekhouding waarin tijdens het boekjaar systematisch en regelmatig de verschillende boekingen zijn verricht.

▼M10

Artikel 2 bis

Op verzoek van een lidstaat wordt de lijst van de streken volgens de procedure van artikel 19 gewijzigd, mits het verzoek betrekking heeft op de streken van die lidstaat.

▼B



HOOFDSTUK II

Constatering van het inkomen in de landbouwbedrijven

Artikel 3

Het in dit hoofdstuk bepaalde heeft betrekking op de verzameling van boekhoudkundige gegevens met het oog op de jaarlijkse constatering van de inkomens in de landbouwbedrijven.

▼M7

Artikel 4

1.  Het in artikel 1, lid 2, onder a), bedoelde waarnemingsgebied omvat de landbouwbedrijven waarvan de economische omvang groter is dan of gelijk is aan een drempelwaarde, uitgedrukt in Europese grootte-eenheden (EGE), zoals omschreven in de communautaire typologie.

2.  Als bedrijven met boekhouding worden gekozen landbouwbedrijven

a) waarvan de economische omvang groter dan of gelijk is aan een overeenkomstig lid 1 vast te stellen drempelwaarde,

b) die worden geëxploiteerd door landbouwers die over een boekhouding beschikken of die bereid en in staat zijn om een bedrijfsboekhouding te voeren en ermee instemmen dat de boekhoudkundige gegevens van hun bedrijf ter beschikking van de Commissie worden gesteld,

c) die samen op streekniveau representatief zijn voor het waarnemingsgebied.

▼A5

3.  Het maximumaantal bedrijven met boekhouding bedraagt 105 000 [voorlopig cijfer] voor de Gemeenschap.

▼M7

4.  De uitvoeringsbepalingen van dit artikel, en met name de drempelwaarde voor de economische omvang en het aantal bedrijven met boekhouding per streek, worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 19.

▼M3

Artikel 5

1.  Iedere Lid-Staat stelt vóór 1 februari 1982 een Nationaal Comité van het informatienet in, hierna „Nationaal Comité” te noemen.    Oostenrijk, Finland en Zweden richten voornoemd comité op binnen 6 maanden na hun toetreding. ◄  ◄ ►A5  Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije stellen uiterlijk aan het eind van de zesde maand na de datum van toetreding een Nationaal Comité in. ◄ ►M12  Bulgarije en Roemenië stellen uiterlijk aan het eind van de zesde maand na de datum van toetreding een Nationaal Comité in. ◄

2.  Het Nationaal Comité is verantwoordelijk voor de keuze van de bedrijven met boekhouding. Tot zijn taak behoort daartoe met name het goedkeuren van:

a) het schema voor de keuze van de bedrijven met boekhouding, dat met name de aantallen bedrijven met boekhouding per bedrijfsklasse bepaalt en de wijze van kiezen van genoemde bedrijven,

b) het verslag betreffende de uitvoering van het schema voor de keuze van de bedrijven met boekhouding.

3.  De voorzitter van het Nationaal Comité wordt door de Lid-Staat aangewezen uit de leden van het Comité.

Het Nationaal Comité besluit met eenstemmigheid; ingeval geen eenstemmigheid wordt bereikt, worden de besluiten getroffen door een door de Lid-Staat aangewezen autoriteit.

4.  De Lid-Staten met meer dan één streek mogen voor elke streek een Streekcomité van het informatienet oprichten, hierna „Streekcomité” te noemen.

Het Streekcomité heeft met name tot taak bij de keuze van de bedrijven met boekhouding samen te werken met het in artikel 6 bedoelde verbindingsorgaan.

5.  De uitvoeringsbepalingen van dit artikel worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 19.

Artikel 6

1.  Iedere Lid-Staat wijst een verbindingsorgaan aan dat tot taak heeft:

a) het in kennis stellen van het Nationaal Comité, de Streekcomités en de bureaus voor bedrijfsboekhouding van de hen betreffende uitvoeringsbepalingen en het toezicht op de naleving daarvan;

b) het opstellen, het ter goedkeuring aan het Nationaal Comité voorleggen en het vervolgens bij de Commissie indienen van:

 het schema voor de keuze van de bedrijven met boekhouding, welk schema moet zijn gebaseerd op de meest recente statistische gegevens, opgesteld volgens de communautaire typologie van de landbouwbedrijven,

 het verslag betreffende de uitvoering van het schema voor de keuze van de bedrijven met boekhouding;

c) het opstellen van:

 de lijst van bedrijven met boekhouding,

 de lijst van de bureaus voor bedrijfsboekhouding die bereid en in staat zijn de bedrijfsformulieren overeenkomstig de in de artikelen 9 en 14 bedoelde overeenkomsten in te vullen;

d) het inzamelen van de hem door de bureaus voor bedrijfsboekhouding toegezonden bedrijfsformulieren en het nagaan, aan de hand van een gemeenschappelijk controleprogramma, of deze naar behoren zijn ingevuld;

e) het na controle doorzenden naar de Commissie van de naar behoren ingevulde bedrijfsformulieren;

f) het doen toekomen aan het Nationaal Comité, de Streekcomités en de bureaus voor bedrijfsboekhouding van de in artikel 16 genoemde verzoeken om inlichtingen en het toezenden aan de Commissie van de desbetreffende antwoorden.

2.  De uitvoeringsbepalingen van dit artikel worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 19.

▼B

Artikel 7

1.  Voor ieder bedrijf met boekhouding geldt een anoniem en individueel bedrijfsformulier.

2.  Het formulier omvat de boekhoudkundige gegevens waardoor het mogelijk is:

 het bedrijf met boekhouding te kenmerken door de voornaamste bestanddelen van zijn produktiefactoren;

 de verschillende aspecten van het inkomen in het bedrijf met boekhouding te beoordelen;

 de inhoud van het formulier steekproefsgewijze te verifiëren.

3.  De aard van de boekhoudkundige gegevens die op de bedrijfsformulieren moeten voorkomen, hun opmaak en de hiermede verband houdende omschrijvingen en instructies worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 19.

Artikel 8

De landbouwer wiens bedrijf is uitgekozen als bedrijf met boekhouding kiest uit de hiertoe door het verbindingsorgaan opgestelde lijst het bureau voor bedrijfsboekhouding dat bereid is het formulier van zijn bedrijf overeenkomstig de bepalingen van de in artikel 9 bedoelde overeenkomst in te vullen.

Artikel 9

1.  Onder verantwoordelijkheid van de Lid-Staat wordt jaarlijks tussen de door deze aangewezen bevoegde instantie en ieder bureau voor bedrijfsboekhouding, uitgekozen overeenkomstig artikel 8, een overeenkomst gesloten. Bij deze overeenkomst verplichten de bureaus voor bedrijfsboekhouding zich om de bedrijfsformulieren met inachtneming van het in artikel 7 bepaalde tegen een forfaitaire vergoeding in te vullen.

2.  De bepalingen van deze overeenkomst, die in alle Lid-Staten gelijkluidend dienen te zijn, worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 19.

▼M3 —————

▼B

3.  Ingeval de taken van een bureau voor bedrijfsboekhouding door een administratieve dienst worden verricht, vindt de kennisgeving van deze taken plaats langs administratieve weg.



HOOFDSTUK III

Verzameling van de boekhoudkundige gegevens met het oog op de bedrijfseconomische analyse van landbouwbedrijven

Artikel 10

Het in dit hoofdstuk bepaalde heeft betrekking op de verzameling van de boekhoudkundige gegevens met het oog op de bedrijfseconomische analyse van landbouwbedrijven.

Artikel 11

Volgens de procedure van artikel 19 worden vastgesteld:

 het onderwerp van de analyses, vermeld in artikel 1, lid 2, sub b);

 uitgaande van de doelstellingen van elk der analyses, de wijze waarop de bedrijven met boekhouding worden uitgekozen, alsmede hun aantal.

Artikel 12

1.  Voor ieder overeenkomstig artikel 11, tweede streepje, uitgekozen bedrijf met boekhouding geldt een speciaal individueel en anoniem bedrijfsformulier. Dit bedrijfsformulier omvat de in artikel 7, lid 2, genoemde boekhoudkundige gegevens, alsmede alle aanvullende gegevens en bijzonderheden van boekhoudkundige aard die aan de bijzondere behoeften van elk der analyses beantwoorden.

2.  De aard van de gegevens die op de speciale bedrijfsformulieren moeten voorkomen, hun opmaak en de hiermede verband houdende omschrijvingen en instructies, worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 19.

3.  Het speciale bedrijfsformulier wordt ingevuld door het overeenkomstig artikel 13 uitgekozen bureau voor bedrijfsboekhouding.

Artikel 13

De landbouwer wiens bedrijf is uitgekozen overeenkomstig artikel 11, tweede streepje, kiest uit de hiertoe door het verbindingsorgaan opgestelde lijst het bureau voor bedrijfsboekhouding dat bereid is het speciale formulier van zijn bedrijf overeenkomstig de bepalingen van de in artikel 14 bedoelde overeenkomst in te vullen.

Artikel 14

1.  Onder verantwoordelijkheid van de Lid-Staat wordt tussen de door deze aangewezen bevoegde instantie en ieder bureau voor bedrijfsboekhouding, uitgekozen overeenkomstig artikel 13, een overeenkomst gesloten. Bij deze overeenkomst verplichten de bureaus voor bedrijfsboekhouding zich, de speciale bedrijfsformulieren met inachtneming van het in artikel 12 bepaalde tegen een forfaitaire vergoeding in te vullen.

2.  De bepalingen van deze overeenkomst, die in alle Lid-Staten gelijkluidend dienen te zijn, worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 19.

De aanvullende bepalingen die een Lid-Staat aan deze overeenkomst kan toevoegen, worden volgens dezelfde procedure vastgesteld.

3.  Ingeval de taken van een bureau voor bedrijfsboekhouding door een administratieve dienst worden verricht, vindt de kennisgeving van deze taken plaats langs administratieve weg.



HOOFDSTUK IV

Algemene bepalingen

Artikel 15

▼M8

1.  Het is verboden om individuele boekhoudkundige gegevens en alle andere individuele gegevens die op grond van deze verordening worden verkregen te gebruiken voor belastingdoeleinden, deze gegevens te verspreiden of ze te gebruiken voor andere doeleinden dan die welke in artikel 1 worden genoemd.

▼B

2.  De personen die aan het informatienet medewerken of medegewerkt hebben, mogen individuele boekhoudkundige gegevens of alle andere individuele gegevens die hun in of door de uitoefening van hun functie ter kennis zijn gekomen, niet verspreiden.

3.  De Lid-Staten nemen alle passende maatregelen om inbreuken op het bepaalde in lid 2 strafbaar te stellen.

Artikel 16

▼M3

1.  Het Nationaal Comité, de Streekcomités, het verbindingsorgaan en de bureaus voor bedrijfsboekhouding moeten, elk voor zich, de Commissie alle inlichtingen verstrekken, die deze van hen zou kunnen vragen met betrekking tot de vervulling van hun taken in het kader van deze verordening.

Deze verzoeken om inlichtingen, gericht aan het Nationaal Comité, de Streekcomités en de bureaus voor bedrijfsboekhouding, alsmede de daarop betrekking hebbende antwoorden, worden schriftelijk toegezonden via het verbindingsorgaan.

▼B

2.  Indien de verstrekte inlichtingen onvoldoende zijn of niet tijdig worden verstrekt, kan de Commissie met de medewerking van het verbindingsorgaan deskundigen ter plaatse zenden.

Artikel 17

Er is ingesteld een gemeenschappelijk comité van het informatienet inzake landbouwbedrijfsboekhoudingen, hierna het „gemeenschappelijk comité” genoemd.

▼M9

Artikel 18

Het gemeenschappelijk comité bestaat uit vertegenwoordigers van de lidstaten en wordt voorgezeten door een vertegenwoordiger van de Commissie.

Artikel 19

1.  De Commissie wordt bijgestaan door het Gemeenschappelijk Comité van het informatienet inzake landbouwbedrijfsboekhoudingen.

2.  Wanneer naar dit artikel wordt verwezen, zijn de artikelen 4 en 7 van Besluit 1999/468/EG ( 3 ) van toepassing.

De in artikel 4, lid 3, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt vastgesteld op één maand.

3.  Het gemeenschappelijk comité stelt zijn reglement van orde vast.

▼M3

Artikel 20

1.  Het Gemeenschappelijk Comité wordt geraadpleegd:

a) inzake het nagaan of de schema's voor de keuze van de bedrijven met boekhouding in overeenstemming zijn met artikel 4;

b) inzake het kritisch onderzoek en de beoordeling van de jaarlijkse gewogen uitkomsten van het informatienet, waarbij met name rekening wordt gehouden met gegevens afkomstig uit andere bronnen, zoals statistieken en globale economische rekeningen.

2.  Het Gemeenschappelijk Comité kan ieder ander vraagstuk bestuderen dat door de voorzitter, hetzij op diens initiatief hetzij op verzoek van de vertegenwoordiger van een Lid-Staat, aan de orde wordt gesteld.

Ieder jaar in oktober onderzoekt het Comité de ontwikkeling van de landbouwinkomens in de Gemeenschap, met name op basis van de bijgewerkte uitkomsten van het informatienet.

Het wordt regelmatig ingelicht over de werkzaamheden in het kader van het informatienet.

▼B

Artikel 21

De voorzitter roept de vergaderingen van het gemeenschappelijk comité bijeen.

De Commissie neemt het secretariaat van het gemeenschappelijk comité waar.

Het gemeenschappelijk comité stelt zijn reglement van orde vast.

Artikel 22

▼M10

1.  In de algemene begroting van de Europese Unie, afdeling Commissie, worden kredieten opgenomen ter dekking van:

a) de kosten van het informatienet die voortvloeien uit de forfaitaire vergoedingen aan de bureaus voor bedrijfsboekhouding teneinde de in de artikelen 9 en 14 bedoelde verplichtingen na te komen;

b) alle kosten van de computersystemen die door de Commissie worden gebruikt voor de ontvangst, verificatie, verwerking en analyse van de door de lidstaten verstrekte boekhoudkundige gegevens.

De onder b) bedoelde kosten omvatten, waar dat passend is, de kosten die zijn gemoeid met de verspreiding van de resultaten van die activiteiten, alsmede de kosten van studies over en de ontwikkeling van andere aspecten van het informatienet.

▼M3

2.  De kosten voor de oprichting en de werking van het Nationaal Comité, de Streekcomités en de verbindingsorganen worden niet in de begroting van de Gemeenschap opgenomen.

▼B

Artikel 23

▼M2

Vóór ►M3  1 januari 1990 ◄ brengt de Commissie bij de Raad een volledig verslag uit over de werking van het informatienet, eventueel vergezeld van een voorstel tot wijziging van de onderhavige verordening.

▼B

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.




▼M3

BIJLAGE

Lijst van streken, bedoeld in artikel 2, sub d)

Duitsland:

1. Schleswig-Holstein

2. Hamburg

3. Niedersachsen

4. Bremen

5. Nordrhein-Westfalen

6. Hessen

7. Rheinland-Pfalz

8. Baden-Württemberg

9. Bayern

10. Saarland

11. Berlijn

▼M6

11. Berlin (SIC!)

12. Brandenburg

13. Mecklenburg-Vorpommern

14. Sachsen

15. Sachsen-Anhalt

16. Thüringen

▼M3

Frankrijk:

1. Île-de-France

2. Champagne-Ardenne

3. Picardie

4. Haute-Normandie

5. Centre

6. Basse-Normandie

7. Bourgogne

8. Nord-Pas-de-Calais

9. Lorraine

10. Alsace

11. Franche-Comté

12. Pays de la Loire

13. Bretagne

14. Poitou-Charentes

15. Aquitaine

16. Midi-Pyrénées

17. Limousin

18. Rhône-Alpes

19. Auvergne

20. Languedoc-Roussillon

21. Provence-Alpes-Côte d'Azur

22. Corse

Italië:

1. Piemonte

2. Valle d'Aosta

3. Lombardia

4. Alto Adige

5. Trentino

6. Veneto

7. Friuli-Venezia Giulia

8. Liguria

9. Emilia-Romagna

10. Toscana

11. Umbria

12. Marche

13. Lazio

14. Abruzzi

15. Molise

16. Campania

17. Puglia

18. Basilicata

19. Calabria

20. Sicilia

21. Sardegna

▼M11

België:

1. Vlaanderen

2. Bruxelles — Brussel

3. Wallonie

▼M3

Luxemburg:

Vormt één streek

Nederland:

Vormt één streek

Denemarken:

Vormt één streek

Ierland:

Vormt één streek

Verenigd Koninkrijk:

1. England—North Region

2. England—East Region

3. England—West Region

4. Wales

5. Scotland

6. Northern Ireland

Griekenland:

1. Μακεδονία — Θράκη

2. Ήπειρος — Πελοπόννησος — Νήσοι Ιονίου

3. Θεσσαλία

4. Στερεά Ελλάς — Νήσοι Αιγαίου — Κρήτη

▼M4

Spanje:

1. Galicia

2. Asturias

3. Cantabria

4. País Vasco

5. Navarra

6. La Rioja

7. Aragón

8. Cataluña

9. Baleares

10. Castilla-León

11. Madrid

12. Castilla-La Mancha

13. Comunidad Valenciana

14. Murcia

15. Extremadura

16. Andalucía

17. Canarias

Portugal:

1. Entre-Douro-e-Minho e Beira Litoral

2. Tras-os-Montes e Beira Interior

3. Ribatejo-Oeste

4. Alentejo e Algarve

5. Açores e Madeira

▼M7

Oostenrijk:

Vormt één streek

Finland

1. Etelä-Suomi

2. Sisä-Suomi

3. Pohjanmaa

4. Pohjois-Suomi

Zweden

1. De laagvlakten van Zuid- en Midden-Zweden

2. De land- en bosbouwgebieden van Zuid- en Midden-Zweden

3. Het gebied Noord-Zweden

▼A5

Tsjechië

vormt één enkele streek

Estland

vormt één enkele streek

Cyprus

vormt één enkele streek

Letland

vormt één enkele streek

Litouwen

vormt één enkele streek

Hongarije

1. Közép-Magyarország

2. Közép-Dunántúl

3. Nyugat-Dunántúl

4. Dél-Dunántúl

5. Észak- Magyarország

6. Észak-Alföld

7. Dél-Alföld

Malta

vormt één enkele streek

Polen

1. Pomorze en Mazury

2. Wielkopolska en Śląsk

3. Mazowsze en Podlasie

4. Małopolska en Pogórze

Slovenië

vormt één enkele streek

Slowakije

vormt één enkele streek

▼M12

Bulgarije

1. Северозападен

(Severozapaden)

2. Северен централен

(Severen tsentralen)

3. Североизточен

(Severoiztochen)

4. Югозападен

(Yugozapaden)

5. Южен централен

(Yuzhen tsentralen)

6. Югоизточен

(Yugoiztochen)

Bulgarije kan gedurende twee jaar na de toetreding evenwel één enkele streek vormen.

Roemenië

1. Nord-Est

2. Sud-Est

3. Sud-Muntenia

4. Sud-Vest-Oltenia

5. Vest

6. Nord-Vest

7. Centru

8. București-Ilfov



( 1 ) PB no. (SIC! nr.) 157 van 30. 10. 1963, blz. 2653/63.

( 2 ) PB nr. L 148 van 5. 6. 1978, blz. 1.

( 3 ) PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.

Top