This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32013D0055
2013/55/EU: Council Implementing Decision of 22 January 2013 amending Implementing Decision 2009/1008/EU authorising the Republic of Latvia to extend the application of a measure derogating from Article 193 of Directive 2006/112/EC on the common system of value added tax
2013/55/EU: Uitvoeringsbesluit van de Raad van 22 januari 2013 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2009/1008/EU waarbij de Republiek Letland wordt gemachtigd een maatregel te blijven toepassen die afwijkt van artikel 193 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde
2013/55/EU: Uitvoeringsbesluit van de Raad van 22 januari 2013 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2009/1008/EU waarbij de Republiek Letland wordt gemachtigd een maatregel te blijven toepassen die afwijkt van artikel 193 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde
PB L 22 van 25.1.2013, p. 16–16
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2015
25.1.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 22/16 |
UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD
van 22 januari 2013
tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2009/1008/EU waarbij de Republiek Letland wordt gemachtigd een maatregel te blijven toepassen die afwijkt van artikel 193 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde
(2013/55/EU)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (1), en met name artikel 395, lid 1,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij brief, ingekomen bij het secretariaat-generaal van de Commissie op 20 april 2012, heeft Letland verzocht om een maatregel te mogen blijven toepassen die afwijkt van de bepalingen van Richtlijn 2006/112/EG wat betreft de tot voldoening van de btw gehouden persoon. |
(2) |
Overeenkomstig artikel 395, lid 2, tweede alinea, van Richtlijn 2006/112/EG heeft de Commissie de overige lidstaten bij brieven van 30 en 31 juli 2012 van het verzoek van Letland in kennis gesteld. Bij brief van 2 augustus 2012 heeft de Commissie Letland meegedeeld dat zij over alle gegevens beschikte die zij nodig achtte voor de beoordeling van het verzoek. |
(3) |
De houtmarkt in Letland wordt nog altijd gedomineerd door kleine lokale bedrijven en individuele leveranciers. Het specifieke karakter van de markt en het soort bedrijven dat erop actief is, heeft geleid tot belastingfraude waarop de belastingdienst moeilijk vat kon krijgen. Om dit misbruik te bestrijden, is in de Letse btw-wetgeving een bijzondere bepaling opgenomen, die erin voorziet dat, wat houttransacties betreft, de tot voldoening van de btw gehouden persoon de belastingplichtige is voor wie de belastbare goederenleveringen of de belastbare diensten worden verricht. Die bepaling wijkt af van artikel 193 van Richtlijn 2006/112/EG, waarin is bepaald dat in het binnenlandse verkeer de btw normaal wordt verschuldigd door de belastingplichtige die een goederenlevering of dienst verricht. |
(4) |
De juridische en feitelijke omstandigheden die de rechtvaardiging vormden voor de toepassing van de derogatiemaatregel op grond van Uitvoeringsbesluit 2009/1008/EU van de Raad van 7 december 2009 waarbij de Republiek Letland wordt gemachtigd een maatregel te blijven toepassen die afwijkt van artikel 193 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (2), zijn ongewijzigd en nog steeds aanwezig. Op basis van de door Letland verstrekte informatie bestaat er kennelijk nog altijd een hoog risico van btw-fraude in de sector. Letland moet derhalve worden gemachtigd de derogatiemaatregel gedurende een nieuwe beperkte periode toe te passen. |
(5) |
Indien Letland een verdere verlenging van de derogatiemaatregel na 2015 alsnog noodzakelijk acht, dient het de Commissie uiterlijk op 31 maart 2015 een verslag over de toepassing van de maatregel tezamen met het desbetreffende verzoek om verlenging voor te leggen. |
(6) |
De derogatiemaatregel heeft geen negatieve gevolgen voor de eigen middelen van de Unie uit de btw. |
(7) |
Uitvoeringsbesluit 2009/1008/EU moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Uitvoeringsbesluit 2009/1008/EU wordt als volgt gewijzigd:
1) |
In artikel 2 wordt de datum „31 december 2012” vervangen door „31 december 2015”. |
2) |
Het volgende artikel wordt ingevoegd: „Artikel 2 bis Een verzoek om verlenging van de in dit besluit vervatte maatregel moet aan de Commissie worden voorgelegd uiterlijk op 31 maart 2015, tezamen met een verslag over de toepassing van die maatregel.”. |
Artikel 2
Dit besluit wordt van kracht op de dag van de kennisgeving ervan.
Het is van toepassing met ingang van 1 januari 2013.
Artikel 3
Dit besluit is gericht tot de Republiek Letland.
Gedaan te Brussel, 22 januari 2013.
Voor de Raad
De voorzitter
M. NOONAN
(1) PB L 347 van 11.12.2006, blz. 1.
(2) PB L 347 van 24.12.2009, blz. 30.