Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31986R0856

Verordening (EEG) nr. 856/86 van de Commissie van 24 maart 1986 houdende opening van de mogelijkheid tot de in artikel 15, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 337/79 van de Raad bedoelde distillatie van tafelwijn voor het wijnoogstjaar 1985/1986

PB L 80 van 25.3.1986, p. 27–31 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/1987

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1986/856/oj

31986R0856

Verordening (EEG) nr. 856/86 van de Commissie van 24 maart 1986 houdende opening van de mogelijkheid tot de in artikel 15, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 337/79 van de Raad bedoelde distillatie van tafelwijn voor het wijnoogstjaar 1985/1986

Publicatieblad Nr. L 080 van 25/03/1986 blz. 0027 - 0031


*****

VERORDENING (EEG) Nr. 856/86 VAN DE COMMISSIE

van 24 maart 1986

houdende opening van de mogelijkheid tot de in artikel 15, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 337/79 van de Raad bedoelde distillatie van tafelwijn voor het wijnoogstjaar 1985/1986

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE

GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 337/79 van de Raad van 5 februari 1979 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3805/85 (2), en met name op artikel 6, lid 3, artikel 15, lid 9, en artikel 65,

Overwegende dat in artikel 15, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 337/79 is bepaald dat in de wijnoogstjaren waarin tot de in artikel 41 bedoelde distillatie wordt besloten, vanaf de inwerkingtreding van die maatregel de mogelijkheid tot marktondersteuningsdistillatie moet worden geopend;

Overwegende dat de Commissie bij Verordening (EEG) nr. 855/86 (3) voor het wijnoogstjaar 1985/1986 de mogelijkheid tot de in artikel 41 van Verordening (EEG) nr. 337/79 bedoelde distillatie heeft geopend; dat derhalve de mogelijkheid moet worden geopend tot distillatie op grond van artikel 15, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 337/79;

Overwegende dat, met het oog op een doeltreffende bijdrage tot sanering van de markt, de mogelijkheid tot distillatie moet worden geopend voor alle tafelwijn; dat evenwel de minimumaankoopprijzen van voor distillatie geleverde wijn in procenten van de oriëntatieprijzen van de verschillende soorten tafelwijn worden vastgesteld; dat derhalve ook moet worden bepaald welke tafelwijn met welke soort tafelwijn in nauw economisch verband staat;

Overwegende dat duidelijkheidshalve en bij gebreke van een communautaire definitie van roséwijn dient te worden gepreciseerd dat rosé tafelwijn met rode tafelwijn wordt gelijkgesteld wegens het nauwe economische verband tussen beide soorten;

Overwegende dat in artikel 6 van Verordening (EEG) nr. 337/79 is bepaald dat voor de interventiemaatregelen alleen die producenten in aanmerking komen die gedurende een nader te bepalen referentieperiode hebben voldaan aan de verplichtingen die in artikel 39 en, in voorkomend geval, in de artikelen 40 en 41 van genoemde verordening zijn vermeld; dat die periode thans dient te worden bepaald;

Overwegende dat sanering van de markt wordt nagestreefd door in de loop van dit wijnoogstjaar de in artikel 41 van Verordening (EEG) nr. 337/79 bedoelde distillatiemaatregel toe te passen; dat het in verband daarmee wenselijk lijkt de totale hoeveelheid tafelwijn die in het kader van de marktondersteuningsdistillatie kan worden gedistilleerd, tot 2 miljoen hectoliter te beperken, en de totale hoeveelheid tafelwijn waarvoor iedere producent een of meer leveringscontracten of -aangiften ter goedkeuring bij het interventiebureau kan indienen, tot een adequaat percentage van de hoeveelheid tafelwijn die hij in het wijnoogstjaar 1985/1986 heeft geproduceerd; dat dit percentage moet worden toegepast op de geproduceerde hoeveelheid tafelwijn die is vermeld in de produktieopgave als bedoeld in Verordening (EEG) nr. 2102/84 van de Commissie van 13 juli 1984 betreffende de opgaven van oogsten, produktie en voorraden van wijnbouwprodukten (4), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2391/85 (5), alsmede in de registers als bedoeld in Verordening (EEG) nr. 1153/75 van de Commissie van 30 april 1975 tot invoering van geleidedocumenten en met betrekking tot de verplichtingen van producenten en handelaren, met uitzondering van kleinhandelaren, in de wijnsector (6), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3203/80 (7);

Overwegende dat in sommige Lid-Staten, waar de wijn rechtstreeks door de druiventelers wordt geproduceerd, voor het bepalen van de hoeveelheden die kunnen worden gedistilleerd, van de geëxploiteerde oppervlakte kan worden uitgegaan; dat op deze wijze de voordelen van de maatregel billijker kunnen worden verdeeld, terwijl hetzelfde economische effect gewaarborgd is;

Overwegende dat de marktondersteuningsdistillatie moet plaatsvinden overeenkomstig het bepaalde in Verordening (EEG) nr. 2179/83 van de Raad van 25 juli 1983 tot vaststelling van de algemene voorschriften voor de distillatie van wijn en bijprodukten van de wijnbereiding (8), gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2687/84 (9); dat voorts in het kader van deze distillatie moet worden gewezen op de gevolgen van de niet-indiening van opgaven of van de indiening van onvolledige of onjuiste opgaven;

Overwegende dat dient te worden gepreciseerd dat de contracten en verklaringen inzake levering ter distillatie onder andere de nodige gegevens moeten bevatten voor de identificatie van de wijn waarop zij betrekking hebben;

Overwegende dat voor de producenten en voor de distilleerders termijnen voor de uitvoering van de werkzaamheden moeten worden vastgesteld om een maximale doeltreffendheid van de maatregel te waarborgen;

Overwegende dat de prijs van de te distilleren wijn het normaliter niet mogelijk maakt de door de distillatie verkregen produkten tegen marktvoorwaarden af te zetten; dat derhalve steun dient te worden verleend, waarvan het bedrag op basis van de criteria van artikel 8 van Verordening (EEG) nr. 2179/83 wordt vastgesteld en met inachtneming van de huidige onzekerheid inzake de marktprijzen voor de distillatieprodukten;

Overwegende dat moet worden voorkomen dat de markt van brandewijn van wijn met benaming van oorsprong wordt verstoord door de door distillatie van bepaalde wijnen verkregen produkten; dat daartoe ter uitvoering van artikel 3, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2179/83 dient te worden bepaald dat door de rechtstreekse distillatie van deze wijnen alleen een produkt met een alcoholgehalte van ten minste 92 % vol mag worden verkregen;

Overwegende dat dient te worden bepaald dat de gewaarborgde minimumprijs over het algemeen binnen een zodanige termijn aan de producenten moet worden betaald, dat dezen een winst maken die vergelijkbaar is met die welke zij bij een normale verkoop zouden maken; dat het daarom nodig is de betaling van de voor de distillatie verschuldigde steun zo vroeg mogelijk te doen plaatsvinden en daarbij door een daartoe geëigende waarborgregeling het goede verloop van de distillatieverrichtingen te garanderen;

Overwegende dat bepaalde wijnen die voor de in deze verordening bedoelde distillatie worden geleverd, tot distillatiewijn kunnen worden verwerkt; dat derhalve de bepalingen voor de distillatie overeenkomstig de voorschriften van de artikelen 25 en 26 van Verordening (EEG) nr. 2179/83 moeten worden aangepast;

Overwegende dat, om alle producenten op gelijke wijze te behandelen indien tot verlaging van de in de leveringscontracten en -aangiften vermelde hoeveelheden te distilleren wijn moet worden besloten, dient te worden bepaald dat de distillatie eerst mag beginnen wanneer alle contracten en aangiften bij de interventiebureaus zijn ingediend en de totale aangeboden hoeveelheden bekend zijn;

Overwegende dat de interventiebureaus en de Commissie van het verloop van de distillatie op de hoogte moeten worden gehouden en met name moeten weten welke hoeveelheden wijn zijn gedistilleerd en welke hoeveelheden produkten daarbij zijn verkregen;

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor wijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

VASTGESTELD:

Artikel 1

1. De mogelijkheid tot distillatie op grond van artikel 15, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 337/79 wordt voor het wijnoogstjaar 1985/1986 voor alle tafelwijn geopend tot een maximumhoeveelheid van 2 miljoen hectoliter.

2. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 6, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 337/79, komen de producenten die in het wijnoogstjaar 1984/1985 aan de in de artikelen 39, 40 of 41 van Verordening (EEG) nr. 337/79 bedoelde verplichtingen waren onderworpen, slechts voor de in deze verordening bedoelde maatregelen in aanmerking voor zover zij het bewijs leveren dat zij in de referentieperiodes die zijn vastgesteld in, onderscheidenlijk, artikel 16 van Verordening (EEG) nr. 2461/84 van de Commissie (1), artikel 13 van Verordening (EEG) nr. 2462/84 van de Commissie (2) en artikel 16 van Verordening (EEG) nr. 147/85 van de Commissie (3), aan hun verplichtingen hebben voldaan.

Artikel 2

De contracten en aangiften als bedoeld in onderscheidenlijk, artikel 4, lid 1, en artikel 5, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2179/83 moeten uiterlijk op 21 april 1986 voor goedkeuring bij het bevoegde interventiebureau worden ingediend.

Artikel 3

1. De totale hoeveelheid tafelwijn waarvoor iedere producent een of meer contracten kan sluiten, mag niet meer bedragen dan 5 % van de hoeveelheid wijn die door de betrokken producent in het wijnoogstjaar 1985/1986 is geproduceerd.

De Lid-Staten kunnen evenwel bepalen dat de totale hoeveelheid, waarvoor iedere producent een of meer contracten kan sluiten, niet meer mag bedragen dan 4 hectoliter per hectare wijngaard die door de betrokken producent voor de produktie van tafelwijn wordt geëxploiteerd. In dat geval kan dit voorschrift hetzij voor het gehele grondgebied van de Lid-Staat van toepassing worden verklaard, hetzij tot een volledige wijnbouwzone of tot het deel van een wijnbouwzone, dat op het grondgebied van die Lid-Staat is gelegen, worden beperkt.

Iedere betrokken producent moet ten minste 5 hectoliter tafelwijn leveren.

2. De geproduceerde hoeveelheid tafelwijn waarvoor het in lid 1, eerste alinea, bedoelde percentage geldt, is voor iedere producent gelijk aan de som van de in zijn produktieopgave vermelde hoeveelheden en van de hoeveelheden die hij zelf na de datum van indiening van de in Verordening (EEG) nr. 2102/84 bedoelde produktieopgave heeft verkregen en die in de registers als bedoeld in artikel 14 van Verordening (EEG) nr. 1153/75 zijn vermeld.

Artikel 4

De in artikel 2 bedoelde contracten en aangiften moeten ten minste de volgende gegevens bevatten:

a) de hoeveelheid, de kleur en het effectieve alcoholvolumegehalte van de te distilleren tafelwijn;

b) de naam en het adres van de producent;

c) de plaats waar de wijn is opgeslagen;

d) de naam van de distilleerder of de firma van de distilleerderij;

e) het adres van de distilleerderij.

Artikel 5

1. De Lid-Staten doen uiterlijk op 5 mei 1986 aan de Commissie mededeling van de gegevens inzake de hoeveelheden tafelwijn die in de bij het interventiebureau ingediende contracten zijn vermeld.

2. Ingeval uit de in lid 1 bedoelde mededelingen blijkt dat de totale hoeveelheid tafelwijn die in de bij de interventiebureaus ingediende contracten is vermeld, meer dan 2 miljoen hectoliter bedraagt, kunnen de contracten slechts voor een bepaald percentage van de daarin vermelde hoeveelheden worden goedgekeurd.

Dit percentage wordt uiterlijk op 20 mei 1986 door de Commissie vastgesteld volgens de procedure van artikel 67 van Verordening (EEG) nr. 337/79.

3. Het interventiebureau deelt uiterlijk op 10 juni 1986 het resultaat van de goedkeuringsprocedure aan de producent mede.

4. Contracten en aangiften worden slechts goedgekeurd indien aan de voorwaarden van artikel 10 bis van Verordening (EEG) nr. 2102/84 is voldaan.

Artikel 6

Onverminderd het bepaalde in artikel 4, lid 2, tweede alinea, van Verordening (EEG) nr. 2179/83, mag de distillatie niet vóór 30 mei 1986 beginnen en niet meer na 31 augustus 1986 geschieden.

Artikel 7

Het produkt verkregen door rechtstreekse distillatie van wijn uit druiven van rassen die voor dezelfde administratieve eenheid tegelijkertijd als wijndruivenrassen en als rassen voor de bereiding van brandewijn van wijn zijn ingedeeld, moet een alcoholgehalte van ten minste 92 % vol hebben.

Artikel 8

1. Onverminderd de toepassing van artikel 14 ter van Verordening (EEG) nr. 337/79, bedraagt de in artikel 15, lid 5, van die verordening bedoelde minimumaankoopprijs:

- 2,80 Ecu per % vol per hectoliter voor tafelwijn van de soorten R I en R II en voor tafelwijn die daarmee in nauw economisch verband staat,

- 4,17 Ecu per % vol per hectoliter voor tafelwijn van soort R III,

- 2,60 Ecu per % vol per hectoliter voor tafelwijn van soort A I en voor tafelwijn die daarmee in nauw economisch verband staat,

- 5,82 Ecu per % vol per hectoliter voor tafelwijn van soort A II,

- 6,65 Ecu per % vol per hectoliter voor tafelwijn van soort A III.

2. De in lid 1 bedoelde minimumaankoopprijs wordt binnen een termijn van drie maanden, te rekenen vanaf de dag waarop elke geleverde partij wijn in de distilleerderij is binnengekomen, door de distilleerder aan de producent betaald.

Artikel 9

Het bedrag van de in artikel 15, lid 7, van Verordening (EEG) nr. 337/79 bedoelde steun wordt vastgesteld:

a) wanneer het distillatieprodukt aan de definitie van neutrale alcohol in de bijlage bij Verordening (EEG) nr. 2179/83 voldoet:

- op 2,31 Ecu per % vol per hectoliter wanneer het is verkregen uit rode tafelwijn van de soorten R I en R II,

- op 3,70 Ecu per % vol per hectoliter wanneer het is verkregen uit rode tafelwijn van soort R III,

- op 2,11 Ecu per % vol per hectoliter wanneer het is verkregen uit witte tafelwijn van soort A I,

- op 5,38 Ecu per % vol per hectoliter wanneer het is verkregen uit witte tafelwijn van soort A II,

- op 6,22 Ecu per % vol per hectoliter wanneer het is verkregen uit witte tafelwijn van soort A III;

b) wanneer het distillatieprodukt brandewijn van wijn is die aan de in de geldende nationale bepalingen vastgestelde kwaliteitseisen voldoet:

- op 2,20 Ecu per % vol per hectoliter wanneer het is verkregen uit rode tafelwijn van de soorten R I en R II,

- op 3,59 Ecu per % vol per hectoliter wanneer het is verkregen uit rode tafelwijn van soort R III,

- op 2,00 Ecu per % vol per hectoliter wanneer het is verkregen uit witte tafelwijn van soort A I,

- op 5,27 Ecu per % vol per hectoliter wanneer het is verkregen uit witte tafelwijn van soort A II,

- op 6,11 Ecu per % vol per hectoliter wanneer het is verkregen uit witte tafelwijn van soort A III;

c) wanneer het distillatieprodukt een distillaat of ruwe alcohol is, met een alcoholgehalte van ten minste 52 % vol:

- op 2,20 Ecu per % vol per hectoliter wanneer het is verkregen uit rode tafelwijn van de soorten R I en R II,

- op 3,59 Ecu per % vol per hectoliter wanneer het is verkregen uit rode tafelwijn van soort R III, - op 2,00 Ecu per % vol per hectoliter wanneer het is verkregen uit witte tafelwijn van soort A I,

- op 5,27 Ecu per % vol per hectoliter wanneer het is verkregen uit witte tafelwijn van soort A II,

- op 6,11 Ecu per % vol per hectolliter wanneer het is verkregen uit witte tafelwijn van soort A III.

2. Onverminderd het bepaalde in artikel 3, lid 1, derde alinea, wordt de steun berekend op basis van het bedrag voor de werkelijk geleverde wijn, rekening houdend met de in artikel 6, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2179/83 bedoelde toleranties.

Artikel 10

1. De bepalingen van deze verordening met betrekking tot rode wijn gelden eveneens voor roséwijn.

2. De bepalingen van deze verordening met betrekking tot een bepaalde soort tafelwijn gelden eveneens voor tafelwijn die daarmee in nauw economisch verband staat.

Voor de toepassing van deze verordening en onverminderd het bepaalde in artikel 6, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 337/79, worden geacht in nauw economisch verband te staan met tafelwijn van soort:

- A I, witte tafelwijn die niet behoort tot de soorten A I, A II of A III,

- R I, rode tafelwijn met een effectief alcoholgehalte van niet meer dan 12,5 % vol die niet behoort tot de soorten R I of R III,

- R II, rode tafelwijn met een effectief alcoholgehalte van meer dan 12,5 % vol die niet behoort tot soort R III.

Artikel 11

De distilleerder moet binnen vier maanden na de datum van indiening van het bewijs dat de totale, in het contract vermelde hoeveelheid wijn is gedistilleerd, aan het interventiebureau het bewijs leveren dat hij binnen de in artikel 8, lid 2, bedoelde termijn de in artikel 8, lid 1, bedoelde minimumaankoopprijs heeft betaald.

Indien dit bewijs niet binnen de vastgestelde termijn wordt geleverd, wordt de uitgekeerde steun door het interventiebureau teruggevorderd. Indien dit bewijs evenwel wordt geleverd na afloop van de gestelde termijn, maar uiterlijk op 28 februari 1987, vordert het interventiebureau 20 % van de uitgekeerde steun terug.

Indien wordt geconstateerd dat de distilleerder de minimumaankoopprijs niet aan de producent heeft betaald, keert het interventiebureau vóór 1 mei 1987 aan de producent een bedrag uit dat gelijk is aan de steun, in voorkomend geval langs de weg van het interventiebureau van de Lid-Staat van de producent.

Artikel 12

1. Het in artikel 9, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2179/83 bedoelde voorschot wordt uitgekeerd binnen drie maanden nadat het bewijs is geleverd dat de waarborg is gesteld.

2. Behoudens het bepaalde in artikel 23 van Verordening (EEG) nr. 2179/83, moet voor het vrijgeven van de in lid 1 bedoelde waarborg vóór 1 november 1986 het bewijs worden geleverd dat de totale hoeveelheid wijn is gedistilleerd en, in voorkomend geval, het bewijs dat de aankoopprijs voor de wijn binnen de gestelde termijn is betaald.

Indien deze bewijzen worden geleverd na afloop van de in die alinea gestelde termijn, maar vóór 1 februari 1987, wordt 80 % van de waarborg vrijgegeven.

Artikel 13

1. In het in artikel 26 van Verordening (EEG) nr. 2179/83 bedoelde geval wordt het leveringscontract of de leveringsaangifte van de voor bereiding van distillatiewijn bestemde wijn uiterlijk op 21 april 1986 bij het bevoegde interventiebureau voor goedkeuring ingediend.

Het interventiebureau deelt uiterlijk op 10 juni 1986 de uitkomst van de goedkeuringsprocedure van de producent mede.

2. De bereiding van de distillatiewijn mag eerst na de goedkeuring van het contract of de aangifte geschieden, maar niet later dan 31 juli 1986.

3. De distillatie van de distillatiewijn mag niet na 31 augustus 1986 geschieden.

4. De bereiders zenden uiterlijk de tiende van elke maand aan het interventiebureau een overzicht toe van de hun in de voorafgaande maand geleverde hoeveelheden wijn.

5. Voor de tot distillatiewijn verwerkte wijn wordt aan de bereiders steun toegekend, berekend per hectoliter en per % vol effectief alcoholgehalte van de wijn vóór verwerking tot distillatiewijn, en gelijk aan:

- 2,16 Ecu voor rode tafelwijn van de soorten R I en R II,

- 3,53 Ecu voor rode tafelwijn van soort R III,

- 1,96 Ecu voor witte tafelwijn van soort A I,

- 5,18 Ecu voor witte tafelwijn van soort A II,

- 6,01 Ecu voor witte tafelwijn van soort A III.

Om de steun te ontvangen, dient de bereider uiterlijk op 30 juni 1986 een aanvraag in bij het bevoegde interventiebureau, en hij voegt daarbij een kopie van de geleidedocumenten betreffende het transport van de wijn waarvoor de steun wordt aangevraagd, of een samenvattend overzicht van die documenten.

De Lid-Staten kunnen verlangen dat de kopieën of overzichten als bedoeld in de tweede alinea door een controle-instantie worden geviseerd. De steun wordt uitbetaald uiterlijk drie maanden na de dag waarop het bewijs is geleverd dat de in artikel 26, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 2179/83 bedoelde waarborg is gesteld en, in ieder geval, na de dag waarop het contract of de aangifte is goedgekeurd.

6. Behoudens het bepaalde in artikel 23 van Verordening (EEG) nr. 2179/83 wordt de waarborg slechts vrijgegeven indien uiterlijk op 28 november 1986 het bewijs wordt geleverd:

- dat de totale, in het contract of in de aangifte vermelde hoeveelheid wijn tot distillatiewijn is verwerkt en gedistilleerd,

- dat de aankoopprijs voor de wijn binnen de in artikel 8, lid 2, vastgestelde termijn aan de producent is betaald.

Indien deze bewijzen niet uiterlijk op 28 november 1986 worden geleverd, wordt van de bereider van de distillatiewijn door het interventiebureau de steun teruggevorderd.

Indien deze bewijzen evenwel na afloop van de gestelde termijn maar vóór 1 maart 1987 worden geleverd, vordert het interventiebureau 20 % van de uitgekeerde steun terug.

Indien wordt vastgesteld dat de bereider van distillatiewijn de aankoopprijs voor de wijn niet aan de producent heeft betaald, keert het interventiebureau vóór 1 april 1987 aan de producent een bedrag uit dat gelijk is aan de steun, in voorkomend geval langs de weg van het interventiebureau van de Lid-Staat van de producent.

Artikel 14

1. De Lid-Staten delen uiterlijk op 30 juni 1986 aan de Commissie mede op welke hoeveelheden wijn de goedgekeurde leveringscontracten betrekking hebben.

2. De distilleerders doen het interventiebureau uiterlijk de tiende van elke maand een overzicht toekomen van de hoeveelheden wijn die in de afgelopen maand werden gedistilleerd, onderverdeeld volgens de categorieën bedoeld in artikel 3, lid 1, eerste alinea, van Verordening (EEG) nr. 2179/83.

3. Uiterlijk de twintigste van elke maand delen de Lid-Staten voor de afgelopen maand aan de Commissie per telexbericht mede welke hoeveelheden wijn en distillatiewijn werden gedistilleerd en welke hoeveelheden produkten, uitgedrukt in zuivere alcohol, werden verkregen; hierbij wordt hetzelfde onderscheid gemaakt als voorgeschreven in lid 2.

4. De Lid-Staten melden de Commissie uiterlijk op 30 september 1986 de gevallen waarin distilleerders of bereiders hun verplichtingen niet zijn nagekomen en welke maatregelen naar aanleiding daarvan zijn genomen.

Artikel 15

De in deze verordening genoemde bedragen worden in nationale valuta omgerekend aan de hand van de op 1 september 1985 in de wijnsector geldende representatieve koers.

Artikel 16

De bepalingen van deze verordeningen zijn niet van toepassing in Spanje, noch in Portugal.

Artikel 17

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 24 maart 1986.

Voor de Commissie

Frans ANDRIESSEN

Vice-Voorzitter

(1) PB nr. L 54 van 5. 3. 1979, blz. 1.

(2) PB nr. L 367 van 31. 12. 1985, blz. 39.

(3) Zie blz. 24 van dit Publikatieblad.

(4) PB nr. L 194 van 24. 7. 1984, blz. 1.

(5) PB nr. L 225 van 23. 8. 1985, blz. 13.

(6) PB nr. L 113 van 1. 5. 1975, blz. 1.

(7) PB nr. L 333 van 11. 12. 1980, blz. 18.

(8) PB nr. L 212 van 3. 8. 1983, blz. 1.

(9) PB nr. L 255 van 25. 9. 1984, blz. 1.

(1) PB nr. L 231 van 29. 8. 1984, blz. 12.

(2) PB nr. L 231 van 29. 8. 1984, blz. 18.

(3) PB nr. L 16 van 19. 1. 1985, blz. 25.

Top