Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52015XC1016(02)

    Samenvatting van het besluit van de Commissie van 16 juni 2015 waarbij een concentratie verenigbaar wordt verklaard met de interne markt en de werking van de EER-overeenkomst (Zaak M.6800 — PRSfM/STIM/GEMA/JV) (Kennisgeving geschied onder nummer C(2015) 4061)

    PB C 341 van 16.10.2015, p. 13–18 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    16.10.2015   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 341/13


    Samenvatting van het besluit van de Commissie

    van 16 juni 2015

    waarbij een concentratie verenigbaar wordt verklaard met de interne markt en de werking van de EER-overeenkomst

    (Zaak M.6800 — PRSfM/STIM/GEMA/JV)

    (Kennisgeving geschied onder nummer C(2015) 4061)

    (Slechts de tekst in de Engelse taal is authentiek)

    (2015/C 341/08)

    Op 16 juni 2015 heeft de Commissie in een concentratiezaak op grond van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004 een besluit vastgesteld betreffende de controle op concentraties van ondernemingen  (1) , en met name artikel 8, lid 2, van die verordening. Een niet-vertrouwelijke versie van de volledige tekst van het besluit, in voorkomend geval in de vorm van een voorlopige versie, is in de authentieke taal van de zaak te vinden op de website van het directoraat-generaal Concurrentie op het volgende adres: http://ec.europa.eu/comm/competition/index_en.html.

    I.   DE PARTIJEN

    (1)

    PRS for Music Limited („PRSfM”, Verenigd Koninkrijk), Svenska Tonsättares Internationella Musikbyrå („STIM”, Zweden) en Gesellschaft für musikalische Aufführungs- und mechanische Vervielfältigungsrechte („GEMA”, Duitsland) zijn collectieve beheersorganisaties, ook bekend als auteursrechtenbureaus.

    II.   DE TRANSACTIE

    (2)

    Op 28 november 2014 heeft de Commissie een formele aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (hierna de „concentratieverordening” genoemd) ontvangen. Hierin is meegedeeld dat PRSfM, STIM en GEMA (hierna de „aanmeldende partijen” genoemd) in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de concentratieverordening door de verwerving van aandelen de gezamenlijke zeggenschap verkrijgen over een nieuw opgerichte joint venture (hierna de „JV” genoemd). De concentratie is na een verwijzingsverzoek van de aanmeldende partijen op grond van artikel 4, lid 5, van de concentratieverordening bij de Commissie aangemeld.

    III.   SAMENVATTING

    (3)

    PRSfM, STIM en GEMA zijn collectieve beheersorganisaties. Zij verlenen licenties voor de auteursrechten op liedjes en andere muziekwerken (hierna zal voor beide de term nummers worden gebruikt). De aanmeldende partijen zijn voornemens een joint venture op te richten voor multiterritoriale diensten op het gebied van licenties voor onlinemuziek en auteursrechtenbeheer.

    (4)

    Hoewel de transactie geen significante belemmering van de daadwerkelijke mededinging op de markt voor onlinelicentieverlening met zich zou brengen, wordt in het besluit vastgesteld dat de transactie op de markt voor diensten op het gebied van auteursrechtenbeheer, die worden verleend aan collectieve beheersorganisaties en „optie 3-uitgevers” (2) in verband met transactionele multiterritoriale licenties, wel een aanzienlijke verstoring van de daadwerkelijke mededinging zou veroorzaken.

    (5)

    Om deze bezwaren weg te nemen hebben de aanmeldende partijen de volgende toezeggingen voorgesteld:

    (6)

    PRSfM heeft toegezegd geen gebruik te maken van zijn zeggenschap over de rechten die het beheert om optie 3-uitgevers of hun dienstverleners te dwingen tot het aankopen van diensten op het gebied van auteursrechtenbeheer bij de JV. De JV zal de andere collectieve beheersorganisaties en optie 3-uitgevers vrij laten kiezen welke diensten op het gebied van auteursrechtenbeheer zij willen gebruiken.

    (7)

    De JV zal belangrijke diensten op het gebied van auteursrechtenbeheer aan andere collectieve beheersorganisaties aanbieden tegen voorwaarden die billijk, redelijk en niet-discriminerend zijn in vergelijking met de voorwaarden die de moederbedrijven PRSfM, STIM en GEMA genieten. Collectieve beheersorganisaties die putten uit de auteursrechtendatabank van de JV krijgen de mogelijkheid om vlot over te stappen naar een andere aanbieder van databankdiensten. Collectieve beheersorganisaties kunnen hun contract met de JV te allen tijde opzeggen.

    (8)

    De JV zal voor diensten op het gebied van auteursrechtenbeheer geen exclusieve contracten met haar klanten sluiten. Deze mogelijkheid blijft echter wel bestaan voor backofficediensten.

    (9)

    In het licht van deze toezeggingen komt de Commissie tot de slotsom dat de voorgenomen transactie niet langer mededingingsbezwaren oproept, omdat het besluit is gekoppeld aan de voorwaarde dat de toezeggingen volledig in acht worden genomen.

    IV.   TOELICHTING

    A.   Achtergrond van de transactie

    1.   De verschillende soorten auteursrechten

    (10)

    Bij het verlenen van muzieklicenties zijn verschillende soorten rechten van belang en collectieve beheersorganisaties verlenen slechts licenties voor bepaalde soorten rechten. Een eerste categorie van rechten zijn de opnamerechten, die de opgenomen weergave van een nummer beschermen. Deze opnamerechten zijn eigendom van de uitvoerders (de personen van wie de stem of het instrument is opgenomen) of van platenmaatschappijen (de maatschappijen die muziek opnemen en verkopen). Deze rechten worden rechtstreeks door platenmaatschappijen in licentie gegeven en zijn hier niet aan de orde. Een tweede categorie van rechten zijn de rechten op het nummer zelf, namelijk de rechten op de compositie en de tekst van het nummer. Deze rechten behoren oorspronkelijk toe aan de auteurs van de nummers, m.a.w. de personen die de muziek hebben gecomponeerd en de tekst hebben geschreven.

    (11)

    Er bestaan verschillende soorten rechten op nummers, maar deze zaak heeft alleen betrekking op de onlinerechten. Onlinerechten bestaan in een combinatie van twee soorten rechten: mechanische rechten en uitvoeringsrechten voor onlinegebruik. De uitvoeringsrechten (in handen van de auteurs) zijn het recht om een nummer voor te stellen aan het publiek en het recht om het nummer beschikbaar te maken voor het publiek. Mechanische rechten zijn de rechten om een nummer te reproduceren.

    (12)

    Collectieve beheersorganisaties geven alleen licenties voor nummers, niet voor opnamerechten. Auteurs dragen hun uitvoeringsrechten en mechanische rechten over aan collectieve beheersorganisaties, omdat het voor hen lastig is om zelf hun auteursrechten in licentie te geven, aangezien dat honderden transacties met zich zou brengen. Collectieve beheersorganisaties bundelen de rechten van een groot aantal auteurs en geven die dan collectief in licentie. Het hele rechtenpakket dat een collectieve beheersorganisatie op die manier in licentie geeft, vormt het repertoire van die collectieve beheersorganisatie. Naast het licentiëren van rechten houden collectieve beheersorganisaties ook toezicht op het gebruik van die rechten en innen zij royalty’s, d.w.z. de vergoeding die de auteur voor het gebruik van zijn of haar nummer ontvangt. Collectieve beheersorganisaties storten de royalty’s door aan de auteurs na aftrek van een commissie voor hun werk.

    (13)

    Auteursrechten kunnen voor verschillende gebruiksdoeleinden in licentie worden gegeven. Deze zaak heeft enkel betrekking op het verlenen van licenties op auteursrechten voor onlinegebruik, ook onlinelicenties genoemd. Onlineplatforms, zoals Spotify, Deezer en iTunes, moeten deze onlinelicenties aankopen om hun abonnees muziek te kunnen aanbieden. Zij hebben een licentie nodig voor zowel de mechanische rechten als de uitvoeringsrechten op de nummers die zij op hun platform aanbieden.

    (14)

    Auteursrechten kunnen in licentie worden gegeven voor één enkel land of voor verschillende landen, wat resulteert in monoterritoriale licenties en multiterritoriale licenties.

    2.   De rol van de collectieve beheersorganisaties als licentiegevers, de versnippering van het repertoire en de richtlijn voor het collectieve beheer van rechten

    (15)

    Traditioneel gaven collectieve beheersorganisaties zowel uitvoeringsrechten als mechanische rechten voor onlinegebruik aan onlineplatforms in licentie. Dat deden zij echter enkel in eigen land. Niettemin ging elke collectieve beheersorganisatie met andere collectieve beheersorganisaties overeenkomsten aan, zogenoemde wederkerigheidsovereenkomsten, waardoor zij ook het repertoire van de andere collectieve beheersorganisaties in licentie kon geven. Op die manier kon elke collectieve beheersorganisatie voor het hele wereldrepertoire, weliswaar alleen op haar eigen grondgebied, een licentie verlenen. Onlineplatforms moesten dus van alle collectieve beheersorganisaties in de EER een vergunning krijgen om in de gehele EER actief te kunnen zijn.

    (16)

    De afgelopen tien jaar is dit traditionele patroon in tweeërlei opzicht sterk veranderd. In de eerste plaats zijn sommige collectieve beheersorganisaties begonnen met het verlenen van multiterritoriale licenties voor hun repertoire. Zij geven met andere woorden hun repertoire niet alleen in licentie voor gebruik in eigen land maar ook voor gebruik in andere EER-landen. Een van de gevolgen van deze ontwikkeling is dat deze collectieve beheersorganisaties niet langer een onbeperkt recht toekennen aan andere collectieve beheersorganisaties om hun repertoire in licentie te geven voor onlinegebruik in landen die onder de multiterritoriale licentie vallen.

    (17)

    Ten tweede zijn een aantal mechanische rechten weggehaald uit het repertoire van collectieve beheersorganisaties. Zo hebben collectieve beheersorganisaties het recht verloren om onlinelicenties te verlenen voor een belangrijk deel van de mechanische rechten op het Engels-Amerikaanse repertoire, d.w.z. de nummers van auteurs die zijn geregistreerd bij collectieve beheersorganisaties in het Verenigd Koninkrijk, Ierland, de VS en andere Engelstalige landen. Auteurs in deze Engelstalige landen droegen hun mechanische rechten van oudsher over aan muziekuitgevers, ondernemingen die auteurs helpen bij het maken van nummers en het innen van vergoedingen voor het gebruik van die nummers. Omdat uitgevers de mechanische rechten hadden verkregen door middel van overdracht, konden zij hun mechanische rechten uit het systeem van de collectieve beheersorganisaties halen en deze zelf rechtstreeks in licentie geven. Buiten het Anglo-Amerikaanse repertoire echter droegen auteurs hun rechten traditioneel niet over aan muziekuitgevers, maar registreerden zij hun mechanische rechten bij collectieve beheersorganisaties.

    (18)

    De uitgevers die hun mechanische onlinerechten hebben weggehaald bij de repertoires van collectieve beheersorganisaties, staan bekend als optie 3-uitgevers. Deze naam vindt zijn oorsprong in de effectbeoordeling die voorafging aan de aanbeveling van de Commissie van 2005 betreffende het collectieve grensoverschrijdende beheer van auteursrechten voor onlinegebruik. In de aanbeveling van 2005 stond onder meer dat uitgevers het recht moeten hebben om hun onlinerechten in te trekken en het multiterritoriale beheer van die rechten over te dragen aan een collectieve beheersorganisatie van hun keuze. De bestaande optie 3-uitgevers omvatten alle grote uitgevers en een aantal kleinere uitgevers. Optie 3-uitgevers geven normaliter licenties voor hun repertoire op multiterritoriale basis, in samenwerking met een of meer collectieve beheersorganisaties, die optreden als dienstverlener of agent. De intrekking door optie 3-uitgevers heeft alleen betrekking op de mechanische rechten voor onlinegebruik, niet voor offlinegebruik.

    (19)

    De twee hierboven beschreven ontwikkelingen, namelijk de intrekking van de Anglo-Amerikaanse mechanische rechten door optie 3-uitgevers en de trend richting multiterritoriale licentieverlening door sommige, maar niet alle collectieve beheersorganisaties, maken het lastig voor onlineplatforms om aan de nodige licenties te komen. Onlineplatforms moeten niet alleen licenties bij alle collectieve beheersorganisaties verwerven, maar ook een aantal extra licenties bij optie 3-uitgevers. Bovendien stellen deze ontwikkelingen de systemen van collectieve beheersorganisaties voor het beheer en de verwerking van licenties danig op de proef, aangezien de versnippering van het repertoire het moeilijker heeft gemaakt om de royalty’s precies te berekenen.

    (20)

    Deze situatie heeft recentelijk geleid tot regelgevend optreden van de EU in de vorm van Richtlijn 2014/26/EU betreffende het collectieve beheer van auteursrechten en de multiterritoriale licentieverlening van rechten inzake muziekwerken voor het onlinegebruik ervan op de interne markt (hierna de „richtlijn” genoemd). De richtlijn werd in februari 2014 aangenomen en creëert een kader ter bevordering van de samenvoeging van verschillende muziekrepertoires ten behoeve van multiterritoriale licenties voor onlinegebruik door collectieve beheersorganisaties. De collectieve beheersorganisaties die multiterritoriale licenties verlenen, moeten echter wel voldoen aan een aantal specifieke vereisten die in de richtlijn voor het collectieve beheer van rechten zijn vastgelegd.

    3.   De rol van de collectieve beheersorganisaties bij het verstrekken van diensten op het gebied van auteursrechtenbeheer aan optie 3-uitgevers en andere collectieve beheersorganisaties

    (21)

    Zoals vermeld verlenen optie 3-uitgevers zelf licenties op hun mechanische rechten in de EER. Deze multiterritoriale licentieverlening voor onlinegebruik vereist onderhandelingen over licenties, toezicht op het gebruik van deze licenties, het berekenen van de verschuldigde royalty’s en het innen van royalty’s voor de afgespeelde nummers bij onlineplatforms. Op dit moment zijn optie 3-uitgevers voor die activiteiten afhankelijk van collectieve beheersorganisaties. De diensten die collectieve beheersorganisaties aan optie 3-uitgevers aanbieden in verband met het verlenen van licenties op auteursrechten heten diensten van auteursrechtenbeheer. Om collectieve beheersorganisaties in staat te stellen die diensten te verrichten, gebruiken optie 3-uitgevers collectieve beheersorganisaties als hun dienstverlener of agent. Collectieve beheersorganisaties onderhandelen vervolgens met onlineplatforms over de licentieovereenkomst, maar de licentievoorwaarden moeten worden goedgekeurd door de optie 3-uitgever. Collectieve beheersorganisaties kunnen ook diensten op het gebied van auteursrechtenbeheer verlenen aan andere collectieve beheersorganisaties. Zo kan een collectieve beheersorganisatie ervoor kiezen niet zelf te zorgen voor de verwerkingstools die nodig zijn voor multiterritoriale licentieverlening, maar in plaats daarvan een andere collectieve beheersorganisatie te verzoeken om namens haar multiterritoriale licenties te verlenen.

    4.   De JV

    (22)

    De JV die de aanmeldende partijen willen oprichten, heeft twee belangrijke functies. In de eerste plaats zal de JV voor het gecombineerde repertoire van PRSfM, STIM en GEMA multiterritoriale onlinelicenties verlenen aan onlineplatforms die actief zijn in meer dan één land, m.a.w. aan multiterritoriale onlineplatforms. Volgens de aanmeldende partijen vormt de JV een rechtstreeks antwoord op de richtlijn voor het collectieve beheer van rechten, omdat die richtlijn de samenvoeging van repertoires voor multiterritoriale onlinelicenties bevordert.

    (23)

    In de tweede plaats zal de JV diensten van auteursrechtenbeheer aan optie 3-uitgevers en andere collectieve beheersorganisaties leveren.

    B.   De relevante productmarkt en geografische markten

    1.   De markt voor diensten op het gebied van auteursrechtenbeheer aan collectieve beheersorganisaties en optie 3-uitgevers met betrekking tot transactionele multiterritoriale licenties

    (24)

    De JV verleent diensten op het gebied van auteursrechtenbeheer aan optie 3-uitgevers en collectieve beheersorganisaties met betrekking tot transactionele (3) multiterritoriale licenties. Omdat het beheer van multiterritoriale transactionele licenties complexer is dan het beheer van monoterritoriale (algemene) licenties, meent de Commissie dat de relevante productmarkt hier de markt voor diensten op het gebied van auteursrechtenbeheer aan collectieve beheersorganisaties en optie 3-uitgevers met betrekking tot transactionele multiterritoriale licenties is.

    (25)

    De Commissie is van mening dat deze markt de hele EER omvat.

    2.   De markt voor onlinelicentieverlening

    (26)

    De JV zal op multiterritoriale basis licenties verlenen voor onlinerechten op nummers. Deze rechten omvatten de uitvoeringsrechten en de mechanische rechten. In de zaak Sony/Mubadala/EMI Music Publishing, heeft de Commissie een afzonderlijke markt voor de licentieverlening van onlinerechten op nummers afgebakend. De Commissie definieert de relevante productmarkt in deze zaak ook als de markt voor licenties voor onlinerechten op nummers, kortom de onlinelicentiemarkt. Het is mogelijk dat de onlinelicentiemarkt een kleinere markt omvat, namelijk de markt voor online multiterritoriale licentieverlening of een nog kleinere markt, namelijk de markt voor online multiterritoriale licentieverlening waarop collectieve beheersorganisaties (geen optie 3-uitgevers) actief zijn. De Commissie hoeft echter niet te bepalen of dit het geval is, aangezien de transactie zelfs op deze kleinere markten geen mededingingsbezwaren oproept.

    (27)

    De markt voor licenties voor online muziekrechten beslaat de hele EER.

    C.   Beoordeling vanuit mededingingsoogpunt

    1.   De markt voor diensten op het gebied van auteursrechtenbeheer met betrekking tot het beheer van transactionele multiterritoriale licenties

    (28)

    Diensten op het gebied van auteursrechtenbeheer met betrekking tot het beheer van transactionele multiterritoriale licenties worden verleend aan optie 3-uitgevers en collectieve beheersorganisaties.

    (29)

    Momenteel leveren vier collectieve beheersorganisaties het grootste deel van de diensten op het gebied van auteursrechtenbeheer aan optie 3-uitgevers. Deze zijn PRSfM, de Franse collectieve beheersorganisatie SACEM, GEMA en STIM. De rest van de markt is in handen van enkele middelgrote collectieve beheersorganisaties. Diensten op het gebied van auteursrechtenbeheer aan collectieve beheersorganisaties met betrekking tot multiterritoriale licenties staan nog in hun kinderschoenen.

    (30)

    De JV zal de activiteiten combineren van drie van de vier collectieve beheersorganisaties die het grootste deel van de diensten op het gebied van auteursrechtenbeheer aan optie 3-uitgevers verlenen. Zij beperkt mogelijk ook het aantal feitelijke of potentiële combinaties van collectieve beheersorganisaties („hubs”), die momenteel diensten op het gebied van auteursrechtenbeheer aan collectieve beheersorganisaties leveren en dat in de toekomst zullen blijven doen.

    (31)

    De Commissie is evenwel van mening dat het concurrentiebeperkende effect van de transactie niet voortvloeit uit de grotere concentratie ten gevolge van de transactie, maar uit een verhoging van de drempels voor markttoegang en uitbreiding. De door de transactie toegenomen marktconcentratie is voor optie 3-uitgevers gering, omdat PRSfM en GEMA nu al gezamenlijk diensten op het gebied van auteursrechtenbeheer verlenen en dus niet volledig met elkaar concurreren. Bovendien zou STIM het meeste van zijn marktaandeel verliezen, wanneer het mandaat dat Kobalt het heeft verstrekt, afloopt. Bijgevolg is de toename van de marktconcentratie gering. In het geval van de collectieve beheersorganisaties kan de transactie het aantal feitelijke of potentiële hubs wel verlagen, maar is de Commissie van mening dat het concurrentielandschap behoorlijk versnipperd en nog volop in ontwikkeling is, zodat er nog steeds ruimte bestaat voor nieuwe concurrerende hubs.

    (32)

    De transactie zou echter wel drempels voor markttoegang en uitbreiding creëren. Momenteel zijn de toegangsdrempels voor collectieve beheersorganisaties laag. Kleine en middelgrote collectieve beheersorganisaties zouden zonder veel problemen de markt kunnen betreden en beginnen met het verlenen van diensten op het gebied van auteursrechtenbeheer aan collectieve beheersorganisaties en optie 3-uitgevers. Zij hebben toegang tot gegevensbanken voor auteursrechten, die van cruciaal belang zijn om diensten op het gebied van auteursrechtenbeheer te kunnen verlenen, omdat zij bij elk nummer duidelijk maken wie de rechten bezit. Bovendien hebben collectieve beheersorganisaties — in het bijzonder voor diensten aan optie 3-uitgevers — continue banden met uitgevers omdat uitgevers lid zijn van collectieve beheersorganisaties.

    (33)

    De transactie zal de toegang voor collectieve beheersorganisaties om drie redenen moeilijker maken. Ten eerste zou de sterkere marktpositie van de JV voor PRSfM een extra prikkel kunnen vormen om zijn zeggenschap over de Engelstalige uitvoeringsrechten aan te wenden om een concurrent te dwarsbomen of diens markttoegang te vertragen.

    (34)

    Ten tweede, wanneer collectieve beheersorganisaties zich voor diensten op het gebied van auteursrechtenbeheer tot de JV wenden, leveren zij waarschijnlijk ook hun gegevens aan de auteursrechtendatabank van de JV, ICE genaamd. Dan zouden ze allicht niet meer investeren in hun eigen databank en afhankelijk worden van de JV. Als gevolg daarvan zouden zij worden vastgeklonken aan de ICE-databank en niet meer kunnen overstappen naar een andere collectieve beheersorganisatie die diensten van auteursrechtenbeheer levert. Bovendien zou de JV kunnen beslissen om de verschillende soorten diensten als een pakket aan te bieden in plaats van afzonderlijk, wat het voor klanten opnieuw moeilijk maakt om voor bepaalde diensten te putten uit een andere bron.

    (35)

    Ten derde, wanneer optie 3-uitgevers of collectieve beheersorganisaties afhangen van de JV voor diensten op het gebied van auteursrechtenbeheer, zouden ze exlusief van die diensten gebruik moeten maken. Deze exclusiviteit maakt het moeilijker voor nieuwe collectieve beheersorganisaties om toegang te krijgen tot de markt en voor bestaande collectieve beheersorganisaties om uit te breiden.

    (36)

    De Commissie concludeert dat de transactie het voor andere collectieve beheersorganisaties moeilijker maakt om toegang te krijgen tot de markt en voor bestaande collectieve beheersorganisaties om uit te breiden. De transactie zou derhalve de daadwerkelijke mededinging op de EER-markt voor diensten op het gebied van auteursrechtenbeheer aan collectieve beheersorganisaties en optie 3-uitgevers op het gebied van transactionele multiterritoriale licenties aanzienlijk belemmeren.

    2.   De markt voor onlinelicentieverlening

    (37)

    De Commissie heeft het marktaandeel van de JV berekend door de marktaandelen samen te tellen van de repertoires die waarschijnlijk in de licentie van de JV zullen worden opgenomen.

    (38)

    De Commissie heeft marktaandelen berekend op basis van verschillende mogelijke productmarktomschrijvingen. Het marktaandeel van de JV is groter op de EER-markt voor multiterritoriale licenties dan op de EER-markt die zowel monoterritoriale als multiterritoriale licenties omvat. Op de kleinere markt voor multiterritoriale onlinelicenties zou het marktaandeel van de JV na de transactie [20-30] % bedragen.

    Vóór de transactie

    Na de transactie

    PRSfM

    STIM

    GEMA

    MCPS

    PRSfM

    JV

    [10-20] %

    [5-10] %

    [5-10] %

    [5-10] %

    [5-10] %

    [20-30] %

    (39)

    Op een nog kleinere markt, namelijk de EER-markt voor multiterritoriale door collectieve beheersorganisaties verleende licenties (met uitzondering van door optie 3-uitgevers verleende licenties), zou het marktaandeel van de JV met [30-40] % nog hoger liggen.

    (40)

    Marktaandelen vormen een uitgangspunt voor de beoordeling van de marktpositie van de JV ten opzichte van onlineplatforms. Gezien de speciale eigenschappen van de markt voor licenties voor onlinemuziek kent de Commissie echter ook veel belang toe aan andere factoren. Tot de speciale eigenschappen van deze markt behoort onder meer het feit dat collectieve beheersorganisaties een monopolie hebben op licenties voor hun nationale repertoire en ook dat er een zekere mate van complementariteit bestaat tussen de verschillende repertoires die collectieve beheersorganisaties aanbieden. Dat wordt gestaafd door het feit dat veel onlineplatforms meer dan één repertoire in licentie geven. Het effect van de combinatie van meerdere repertoires kan dus niet alleen op basis van marktaandelen worden beoordeeld.

    (41)

    Daarom heeft de Commissie eveneens empirisch onderzocht hoe de omvang van het repertoire de onderhandelingspositie van de collectieve beheersorganisatie en finaal ook de licentievoorwaarden voor onlineplatforms beïnvloedt. De Commissie heeft zich daarbij gebaseerd op vier bronnen van empirisch bewijsmateriaal. De Commissie heeft; 1) het bewijsmateriaal uit het marktonderzoek beoordeeld, 2) de interne analyses en beoordelingen van de aanmeldende partijen grondig doorgenomen, 3) de commerciële overeenkomsten tussen verschillende collectieve beheersorganisaties en onlineplatforms doorgelicht, en 4) een kwantitatieve analyse uitgevoerd van de royalty’s die door onlineplatforms aan collectieve beheersorganisaties zijn betaald.

    (42)

    Uit de analyse van de commerciële overeenkomsten en de kwantitatieve analyse is geen systematisch verband gebleken tussen het bestaan van grotere repertoires en betere licentievoorwaarden. Het marktonderzoek en de evaluatie van de eigen analyses en beoordelingen door de aanmeldende partijen leverden een gemengd beeld op. Sommige elementen wijzen op een sterkere onderhandelingspositie, andere elementen op het tegendeel. Per saldo vond de Commissie dat er onvoldoende bewijs voorhanden is om te concluderen dat de JV door zijn grotere repertoire betere onderhandelingsvoorwaarden geniet, wat dan tot ongunstigere licentievoorwaarden voor onlineplatforms zou leiden. Op basis van deze elementen concludeert de Commissie dat het onwaarschijnlijk is dat de oprichting van de JV zal leiden tot zwaardere licentievoorwaarden voor onlineplatforms. Het is daarom niet waarschijnlijk dat de transactie de daadwerkelijke mededinging op de EER-markt voor licenties voor onlinemuziekrechten significant zou belemmeren.

    3.   Overige aspecten

    (43)

    De Commissie heeft ook onderzocht of de transactie concurrentiebeperkende effecten zou creëren, omdat ze aanleiding zou geven tot het uitwisselen van commercieel gevoelige informatie. In het licht van de scheiding van bedrijfsactiviteiten die de aanmeldende partijen zullen invoeren en het feit dat de transactie geen aanzienlijke wijziging van de huidige situatie met betrekking tot de samenvoeging van commercieel gevoelige informatie zal teweegbrengen, concludeert de Commissie dat de transactie niet zou leiden tot een significante belemmering van de daadwerkelijke mededinging als gevolg van een intensievere uitwisseling van commercieel gevoelige informatie.

    (44)

    De Commissie heeft ook onderzoek verricht naar mogelijke overloopeffecten, omdat de aanmeldende partijen bepaalde activiteiten zouden voortzetten op de onlinemarkt waarop de JV zich zal begeven. Uitgaande van de verschillen in klandizie, het geografische toepassingsgebied van de licentie en het repertoire en in het licht van de scheiding van bedrijfsactiviteiten die de aanmeldende partijen zullen invoeren, vindt de Commissie niet dat de transactie coördinatie en bijgevolg overloopeffecten tussen de aanmeldende partijen waarschijnlijker maakt.

    4.   Conclusie

    (45)

    De transactie zou een aanzienlijke belemmering betekenen van de daadwerkelijke mededinging op de EER-markt voor diensten op het gebied van auteursrechtenbeheer aan collectieve beheersorganisaties en optie 3-uitgevers met betrekking tot het beheer van transactionele multiterritoriale licenties.

    D.   Door de aanmeldende partijen gedane toezeggingen

    (46)

    De toezeggingen hebben algemeen tot doel de EER-markt voor diensten op het gebied van auteursrechtenbeheer aan collectieve beheersorganisaties en optie 3-uitgevers met betrekking tot transactionele multiterritoriale licenties toegankelijk te houden, d.w.z. te verzekeren dat nieuwe collectieve beheersorganisaties toegang krijgen tot de markt en dat bestaande collectieve beheersorganisaties kunnen uitbreiden. De toezeggingen bevatten drie belangrijke elementen.

    (47)

    Het eerste belangrijke element heeft betrekking op de zorg van de Commissie dat PRSfM zijn uitvoeringsrechten zou kunnen gebruiken om de markttoegang van andere collectieve beheersorganisaties te bemoeilijken. Momenteel krijgen collectieve beheersorganisaties die diensten op het gebied van auteursrechtenbeheer aan optie 3-uitgevers verlenen een mandaat van PRSfM, waarmee ze kunnen onderhandelen over licenties voor uitvoeringsrechten van PRSfM. Op die manier kunnen collectieve beheersorganisaties onderhandelen over zowel de mechanische rechten van de optie 3-uitgever als over de overeenkomstige uitvoeringsrechten die in handen zijn van PRSfM. PRSfM verbindt zich ertoe de toekenning van een dergelijk mandaat niet te laten afhangen van de vraag of de collectieve beheersorganisatie of optie 3-uitgever gebruik maakt van de JV voor diensten op het gebied van auteursrechtenbeheer.

    (48)

    Afgezien van een mandaat om te onderhandelen over de uitvoeringsrechten van PRSfM, moeten collectieve beheersorganisaties die diensten verlenen aan optie 3-uitgevers van PRSfM ook toestemming krijgen voor elke specifieke licentieovereenkomst waarover de collectieve beheersorganisatie namens de optie 3-uitgever onderhandelt. PRSfM verbindt zich ertoe zijn instemming met deze licentieovereenkomsten niet te laten afhangen van de vraag of de collectieve beheersorganisatie of optie 3-uitgever gebruik maakt van de JV voor diensten op het gebied van auteursrechtenbeheer.

    (49)

    Het tweede belangrijke element in de toezeggingen beoogt te verzekeren dat collectieve beheersorganisaties die afhankelijk zijn van de JV niet worden „vastgeklonken”, wat de markttoegang voor nieuwe collectieve beheersorganisaties zou bemoeilijken. Zo verbinden de aanmeldende partijen zich ertoe collectieve beheersorganisaties te laten kiezen welke specifieke diensten zij willen gebruiken, in plaats van alle diensten te bundelen. De aanmeldende partijen verbinden zich ook ertoe diensten op het gebied van auteursrechtenbeheer tegen billijke, redelijke en niet-discriminerende voorwaarden aan te bieden. Tevens verbinden zij zich ertoe collectieve beheersorganisaties die afhangen van de JV-databank de vrijheid te geven om uit de databank te stappen en een uittreksel met gegevens over hun werken te verschaffen.

    (50)

    Het derde belangrijke element in de toezeggingen is de belofte dat de JV met geen enkele klant van de frontoffice van de JV een exclusieve mandaatovereenkomst zal aangaan.

    (51)

    De toezeggingen blijven tien jaar geldig.

    (52)

    De Commissie is van mening dat deze toezeggingen de toegankelijkheid van de markt voor diensten op het gebied van auteursrechtenbeheer aan collectieve beheersorganisaties en optie 3-uitgevers met betrekking tot transactionele multiterritoriale licenties blijvend zullen verzekeren. Het eerste belangrijke element van de toezeggingen maakt het PRSfM onmogelijk zijn uitvoeringsrechten te gebruiken om collectieve beheersorganisaties en optie 3-uitgevers te dwingen om gebruik te maken van de JV-diensten. Het tweede belangrijke element geeft collectieve beheersorganisaties de zekerheid dat ze kunnen overstappen van de JV naar een andere collectieve beheersorganisatie die diensten op het gebied van auteursrechtenbeheer aanbiedt. Het derde belangrijke element biedt die zekerheid niet alleen aan collectieve beheersorganisaties maar ook aan optie 3-uitgevers. Samen zorgen deze toezeggingen ervoor dat nieuwe collectieve beheersorganisaties toegang krijgen tot de markt en dat bestaande collectieve beheersorganisaties kunnen uitbreiden. De mogelijkheid van markttoegang en uitbreiding zal de JV aan concurrentiedruk onderwerpen en doet de Commissie concluderen dat, mits de toezeggingen worden nagekomen, de transactie geen concurrentiebeperkende gevolgen zal hebben.

    (53)

    In haar besluit komt de Commissie daarom tot de conclusie dat de aangemelde concentratie op basis van de door de aanmeldende partijen gedane toezeggingen geen significante belemmering van de daadwerkelijke mededinging met zich zou brengen.

    V.   CONCLUSIE

    (54)

    Om de bovengenoemde redenen luidt de conclusie in dit besluit dat de concentratie, zoals gewijzigd door de op 10 april 2015 voorgestelde toezeggingen, de daadwerkelijke mededinging op de interne markt of een wezenlijk deel daarvan niet op significante wijze zal belemmeren.

    (55)

    Derhalve wordt de concentratie overeenkomstig artikel 2, lid 2, en artikel 8, lid 2, van de concentratieverordening en artikel 57 van de EER-overeenkomst verenigbaar verklaard met de interne markt en de werking van de EER-overeenkomst.


    (1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.

    (2)  Voor een beschrijving van de activiteiten van „optie 3-uitgevers” zie punten 16 en 17.

    (3)  Het voor een transactionele licentie verschuldigde bedrag wordt berekend op basis van elke afzonderlijke stream of download van een nummer.


    Top