Izberite preskusne funkcije, ki jih želite preveriti.

Dokument je izvleček s spletišča EUR-Lex.

Dokument C2007/095/16

Zaak C-441/05: Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 8 maart 2007 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Cour administrative d'appel de Douai — Frankrijk) — Roquette Frères/Ministre de l'Agriculture, de l'Alimentation, de la Pêche et de la Ruralité (Gemeenschappelijke ordening der markten in sector suiker — Isoglucose — Vaststelling van basishoeveelheden voor toekenning van productiequota — Als tussenproduct geproduceerde isoglucose — Artikel 24, lid 2, van verordening (EEG) nr. 1785/81 — Artikel 27, lid 3, van verordening (EG) nr. 2038/1999 — Artikel 1 van verordening (EG) nr. 2073/2000 — Artikel 11, lid 2, van verordening (EG) nr. 1260/2001 — Artikel 1 van verordening (EG) nr. 1745/2002 — Artikel 1 van verordening (EG) nr. 1739/2003 — Voor nationale rechter ingeroepen onrechtmatigheid van gemeenschapshandeling — Prejudiciële verwijzing en geldigheidstoetsing — Ontvankelijkheid — Voorwaarden — Niet-ontvankelijkheid van beroep tot nietigverklaring van gemeenschapshandeling)

PB C 95 van 28.4.2007, str. 10–11 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

28.4.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 95/10


Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 8 maart 2007 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Cour administrative d'appel de Douai — Frankrijk) — Roquette Frères/Ministre de l'Agriculture, de l'Alimentation, de la Pêche et de la Ruralité

(Zaak C-441/05) (1)

(Gemeenschappelijke ordening der markten in sector suiker - Isoglucose - Vaststelling van basishoeveelheden voor toekenning van productiequota - Als tussenproduct geproduceerde isoglucose - Artikel 24, lid 2, van verordening (EEG) nr. 1785/81 - Artikel 27, lid 3, van verordening (EG) nr. 2038/1999 - Artikel 1 van verordening (EG) nr. 2073/2000 - Artikel 11, lid 2, van verordening (EG) nr. 1260/2001 - Artikel 1 van verordening (EG) nr. 1745/2002 - Artikel 1 van verordening (EG) nr. 1739/2003 - Voor nationale rechter ingeroepen onrechtmatigheid van gemeenschapshandeling - Prejudiciële verwijzing en geldigheidstoetsing - Ontvankelijkheid - Voorwaarden - Niet-ontvankelijkheid van beroep tot nietigverklaring van gemeenschapshandeling)

(2007/C 95/16)

Procestaal: Frans

Verwijzende rechter

Cour administrative d'appel de Douai

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Roquette Frères

Verwerende partij: Ministre de l'Agriculture, de l'Alimentation, de la Pêche et de la Ruralité

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing — Cour administrative d'appel de Douai — Geldigheid van artikel 24, lid 2, van verordening (EEG) nr. 1785/81 van de Raad van 30 juni 1981 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (PB L 177, blz. 4); van artikel 27, lid 3, van verordening (EG) nr. 2038/1999 van de Raad van 13 september 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (PB L 252, blz. 1); van artikel 1 van verordening (EG) nr. 2073/2000 van de Commissie van 29 september 2000 houdende verlaging, voor het verkoopseizoen 2000/2001, van de gegarandeerde hoeveelheid in de sector suiker in het kader van de productiequotaregeling, en van de geraamde maximale behoeften van de raffinaderijen in het kader van de preferentiële invoerregelingen (PB L 246, blz. 38); van artikel 11, lid 2, van verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad van 19 juni 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (PB L 178, blz. 1); van artikel 1 van verordening (EG) nr. 1745/2002 van de Commissie van 30 september 2002 houdende verlaging, voor het verkoopseizoen 2002/2003, van de in het kader van de productiequotaregeling gegarandeerde hoeveelheid in de sector suiker, en van de geraamde maximale behoeften van de raffinaderijen in het kader van de preferentiële invoerregelingen (PB L 263, blz. 31), en van artikel 1 van verordening (EG) nr. 1739/2003 van de Commissie van 30 september 2003 houdende verlaging, voor het verkoopseizoen 2003/2004, van de in het kader van de productiequota gegarandeerde hoeveelheid in de sector suiker, en van de geraamde maximale behoeften van de raffinaderijen in het kader van de preferentiële invoer (PB L 249, blz. 38) — Vaststelling van de basishoeveelheden voor de toekenning van de isoglucoseproductiequota zonder rekening te houden met de als tussenproduct geproduceerde isoglucose

Dictum

1)

Een natuurlijke persoon of een rechtspersoon zoals de vennootschap Roquette Frères had, in omstandigheden feitelijk en rechtens als in het hoofdgeding, niet zonder twijfel krachtens artikel 230 EG beroep kunnen instellen tot nietigverklaring van:

artikel 24, lid 2, van verordening (EEG) nr. 1785/81 van de Raad van 30 juni 1981 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker;

artikel 27, lid 3, van verordening (EG) nr. 2038/1999 van de Raad van 13 september 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker;

artikel 1 van verordening (EG) nr. 2073/2000 van de Commissie van 29 september 2000 houdende verlaging, voor het verkoopseizoen 2000/2001, van de gegarandeerde hoeveelheid in de sector suiker in het kader van de productiequotaregeling, en van de geraamde maximale behoeften van de raffinaderijen in het kader van de preferentiële invoerregelingen;

artikel 11, lid 2, van verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad van 19 juni 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker;

artikel 1 van verordening (EG) nr. 1745/2002 van de Commissie van 30 september 2002 houdende verlaging, voor het verkoopseizoen 2002/2003, van de in het kader van de productiequotaregeling gegarandeerde hoeveelheid in de sector suiker, en van de geraamde maximale behoeften van de raffinaderijen in het kader van de preferentiële invoerregelingen, en

artikel 1 van verordening (EG) nr. 1739/2003 van de Commissie van 30 september 2003 houdende verlaging, voor het verkoopseizoen 2003/2004, van de in het kader van de productiequota gegarandeerde hoeveelheid in de sector suiker, en van de geraamde maximale behoeften van de raffinaderijen in het kader van de preferentiële invoer.

Bijgevolg kan een dergelijke persoon in het kader van een naar nationaal recht ingesteld beroep de onwettigheid van deze bepalingen inroepen, ook al heeft hij niet binnen de termijn van artikel 230 EG beroep tot nietigverklaring van deze bepalingen ingesteld voor de communautaire rechterlijke instanties.

2)

Bij onderzoek van de tweede vraag is niet gebleken van feiten of omstandigheden die de geldigheid aantasten van artikel 24, lid 2, van verordening nr. 1785/81, artikel 27, lid 3, van verordening nr. 2038/1999, artikel 1 van verordening nr. 2073/2000, artikel 11, lid 2, van verordening nr. 1260/2001, artikel 1 van verordening nr. 1745/2002 en artikel 1 van verordening nr. 1739/2003.


(1)  PB C 36 van 11.2.2006.


Na vrh