Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32023R0059

Uitvoeringsverordening (EU) 2023/59 van de Commissie van 5 januari 2023 tot verlening van een vergunning voor een preparaat van Pediococcus pentosaceus DSM 32292 als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor alle diersoorten (Voor de EER relevante tekst)

C/2023/19

PB L 5 van 6.1.2023, pp. 16–18 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2023/59/oj

6.1.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 5/16


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2023/59 VAN DE COMMISSIE

van 5 januari 2023

tot verlening van een vergunning voor een preparaat van Pediococcus pentosaceus DSM 32292 als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor alle diersoorten

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 betreffende toevoegingsmiddelen voor diervoeding (1), en met name artikel 9, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De verlening van vergunningen voor toevoegingsmiddelen voor diervoeding, met inbegrip van de redenen en procedures voor het verlenen van dergelijke vergunningen, is geregeld bij Verordening (EG) nr. 1831/2003.

(2)

Overeenkomstig artikel 7, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1831/2003 is een aanvraag voor een vergunning voor een preparaat van Pediococcus pentosaceus DSM 32292 ingediend. De krachtens artikel 7, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1831/2003 vereiste nadere gegevens en documenten waren bij de aanvraag gevoegd.

(3)

De aanvraag betreft de verlening van een vergunning voor een preparaat van Pediococcus pentosaceus DSM 32292 als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor alle diersoorten, in te delen in de categorie “technologische toevoegingsmiddelen” en in de functionele groep “inkuiltoevoegingsmiddelen”.

(4)

De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) heeft in haar advies van 29 juni 2022 (2) geconcludeerd dat het preparaat van Pediococcus pentosaceus DSM 32292 onder de voorgestelde gebruiksvoorwaarden geen ongunstige gevolgen heeft voor de diergezondheid, de consumentenveiligheid of het milieu. Zij heeft tevens geconcludeerd dat het middel als inhalatieallergeen moet worden beschouwd en heeft opgemerkt dat er geen conclusies konden worden getrokken over de mogelijke irriterende werking van het middel voor ogen en huid of over het potentieel voor huidsensibilisatie. De EFSA heeft verder geconcludeerd dat het toevoegingsmiddel in de voorgestelde concentratie het potentieel heeft om het behoud van de nutriënten in kuilvoer met middelmatig moeilijk in te kuilen materiaal te verbeteren. De EFSA heeft ook het verslag over de analysemethode voor de toevoegingsmiddelen voor diervoeding geverifieerd dat door het bij Verordening (EG) nr. 1831/2003 ingestelde referentielaboratorium was ingediend.

(5)

Uit de beoordeling van het preparaat van Pediococcus pentosaceus DSM 32292 blijkt dat aan de in artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1831/2003 vermelde voorwaarden voor de verlening van een vergunning is voldaan. Het gebruik van het preparaat moet daarom worden toegestaan. De Commissie is van mening dat passende beschermende maatregelen moeten worden genomen om ongunstige gevolgen voor de menselijke gezondheid — en met name voor de gezondheid van de gebruikers van het toevoegingsmiddel — te voorkomen.

(6)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor het in de bijlage gespecificeerde preparaat, dat behoort tot de categorie “technologische toevoegingsmiddelen” en de functionele groep “inkuiltoevoegingsmiddelen”, wordt onder de in die bijlage vastgestelde voorwaarden een vergunning voor gebruik als toevoegingsmiddel voor diervoeding verleend.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 5 januari 2023.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)   PB L 268 van 18.10.2003, blz. 29.

(2)   EFSA Journal 2022;20(7):7426.


BIJLAGE

Identificatienummer van het toevoegingsmiddel

Toevoegingsmiddel

Samenstelling, chemische formule, beschrijving, analysemethode

Diersoort of -categorie

Maximumleeftijd

Minimumgehalte

Maximumgehalte

Overige bepalingen

Einde van de vergunningsperiode

Kve/kg vers materiaal

Categorie: technologische toevoegingsmiddelen. Functionele groep: inkuiltoevoegingsmiddelen.

1k1018

Pediococcus pentosaceus DSM 32292

Samenstelling van het toevoegingsmiddel

Preparaat van Pediococcus pentosaceus DSM 32292 met ten minste 1 × 1010 kve/g toevoegingsmiddel

Karakterisering van de werkzame stof

Levensvatbare cellen van Pediococcus pentosaceus DSM 32292

Analysemethode  (1)

Telling in het toevoegingsmiddel voor diervoeding: spreidplaatmethode met gebruikmaking van MRS-agar (EN 15786).

Identificatie: pulsed-field-gelelektroforese (PFGE) of DNA-sequentiemethoden

Alle diersoorten

1.

In de aanwijzingen voor het gebruik van het toevoegingsmiddel en de voormengsels moeten de opslagvoorwaarden worden aangegeven.

2.

Minimumgehalte van het toevoegingsmiddel indien niet gecombineerd met andere micro-organismen als inkuiltoevoegingsmiddel: 5 × 107 kve/kg gemakkelijk en middelmatig moeilijk in te kuilen materiaal (2).

3.

De exploitanten van diervoederbedrijven moeten operationele procedures en organisatorische maatregelen vaststellen voor de gebruikers van het toevoegingsmiddel en de voormengsels om de mogelijke risico’s van het gebruik ervan aan te pakken. Indien die risico’s met deze procedures en maatregelen niet kunnen worden geëlimineerd of tot een minimum kunnen worden teruggebracht, moeten bij het gebruik van het toevoegingsmiddel en de voormengsels persoonlijke beschermingsmiddelen worden gebruikt, waaronder beschermingsmiddelen voor huid, de ogen en de luchtwegen.

26.1.2033


(1)  Nadere bijzonderheden over de analysemethoden zijn beschikbaar op de website van het referentielaboratorium: https://joint-research-centre.ec.europa.eu/eurl-fa-eurl-feed-additives/eurl-fa-authorisation/eurl-fa-evaluation-reports_en

(2)  Gemakkelijk in te kuilen voedergewassen: > 3 % oplosbare koolhydraten in het verse materiaal; middelmatig moeilijk in te kuilen voedergewassen: 1,5-3,0 % oplosbare koolhydraten in het verse materiaal overeenkomstig Verordening (EG) nr. 429/2008 van de Commissie van 25 april 2008 tot vaststelling van voorschriften ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de opstelling en indiening van aanvragen en de beoordeling van en de verlening van vergunningen voor toevoegingsmiddelen voor diervoeding (PB L 133 van 22.5.2008, blz. 1).


Top