Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62019TJ0166

    Arrest van het Gerecht (Eerste kamer) van 25 november 2020.
    Marco Bronckers tegen Europese Commissie.
    Toegang tot documenten – Verordening (EG) nr. 1049/2001 – Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Mexicaanse Staten betreffende de wederzijdse erkenning en bescherming van de benamingen van gedistilleerde dranken – Documenten die zijn overgelegd in het kader van het gemengd comité – Weigering van toegang – Uitzondering inzake de bescherming van het openbaar belang op het gebied van de internationale betrekkingen – Uitzondering inzake de bescherming van de commerciële belangen van een derde.
    Zaak T-166/19.

    Court reports – general – 'Information on unpublished decisions' section

    ECLI identifier: ECLI:EU:T:2020:557

    Zaak T‑166/19

    Marco Bronckers

    tegen

    Europese Commissie

     Arrest van het Gerecht (Eerste kamer) van 25 november 2020

    „Toegang tot documenten – Verordening (EG) nr. 1049/2001 – Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Mexicaanse Staten betreffende de wederzijdse erkenning en bescherming van de benamingen van gedistilleerde dranken – Documenten die zijn overgelegd in het kader van het gemengd comité – Weigering van toegang – Uitzondering inzake de bescherming van het openbaar belang op het gebied van de internationale betrekkingen – Uitzondering inzake de bescherming van de commerciële belangen van een derde”

    1.      Instellingen van de Europese Unie – Recht van het publiek op toegang tot documenten – Verordening nr. 1049/2001 – Uitzonderingen op het recht van toegang tot documenten – Motiveringsplicht – Omvang

    [Art. 296 VWEU; Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, art. 41, lid 2, c); verordening nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad, art. 4]

    (zie punten 22‑25, 31)

    2.      Instellingen van de Europese Unie – Recht van het publiek op toegang tot documenten – Verordening nr. 1049/2001 – Uitzonderingen op het recht van toegang tot documenten – Documenten van derden – Verplichting tot voorafgaande raadpleging van de betrokken derden – Omvang – Verplichting om tegemoet te komen aan de bezwaren van derden tegen openbaarmaking van documenten – Geen – Beoordelingsbevoegdheid van de Commissie

    (Verordening nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad, art. 4, leden 1, 2 en 4)

    (zie punten 42‑54)

    3.      Instellingen van de Europese Unie – Recht van het publiek op toegang tot documenten – Verordening nr. 1049/2001 – Uitzonderingen op het recht van toegang tot documenten – Bescherming van het algemeen belang – Internationale betrekkingen – Weigering documenten openbaar te maken in geval van een redelijkerwijs voorzienbaar en niet louter hypothetisch risico dat de bescherming van die betrekkingen wordt ondermijnd – Toelaatbaarheid

    [Verordening nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad, art. 4, lid 1, a), derde streepje]

    (zie punten 58‑64)

    4.      Instellingen van de Europese Unie – Recht van het publiek op toegang tot documenten – Verordening nr. 1049/2001 – Uitzonderingen op het recht van toegang tot documenten – Bescherming van het algemeen belang – Internationale betrekkingen – Omvang

    [Verordening nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad, art. 4, lid 1, a), derde streepje]

    (zie punten 69‑71)

    5.      Instellingen van de Europese Unie – Recht van het publiek op toegang tot documenten – Verordening nr. 1049/2001 – Uitzonderingen op het recht van toegang tot documenten – Bescherming van het algemeen belang – Hoger openbaar belang of particulier belang dat openbaarmaking van documenten gebiedt – Geen invloed

    (Verordening nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad, art. 4, lid 1)

    (zie punten 74, 75)

    6.      Instellingen van de Europese Unie – Recht van het publiek op toegang tot documenten – Verordening nr. 1049/2001 – Uitzonderingen op het recht van toegang tot documenten – Weigering op grond van verschillende uitzonderingen – Gegrondheid van een van de uitzonderingen – Toereikend om de weigering te rechtvaardigen

    (Verordening nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad, art. 4)

    (zie punt 78)

    Samenvatting

    Op 8 mei 2018 heeft verzoeker de Europese Commissie op grond van verordening nr. 1049/2001(1) verzocht hem toegang te verlenen tot alle notulen van de vergaderingen van het gemengd comité voor gedistilleerde dranken. Dit comité is ingesteld krachtens de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Mexico van 1997(2) en heeft tot doel de geografische aanduidingen van producten te beschermen. Nadat verzoeker van de Commissie gedeeltelijk toegang had verkregen tot twee notulen en de ontvangst hiervan op 3 juli 2018 had bevestigd, verzocht hij om hem twee aanvullende documenten te verstrekken die afkomstig waren van de Mexicaanse autoriteiten en in het kader van de vergaderingen van het gemengd comité aan de Commissie waren overgelegd.(3) De Commissie heeft het verzoek om toegang tot deze documenten afgewezen op grond van twee uitzonderingen die zijn opgenomen in artikel 4 van verordening nr. 2049/2001 en betrekking hebben op de bescherming van het openbaar belang op het gebied van de internationale betrekkingen(4) en de bescherming van de commerciële belangen van een rechtspersoon(5). Op 5 september 2018 heeft verzoeker een confirmatief verzoek ingediend, waarin hij de Commissie verzocht haar standpunt te heroverwegen. Bij besluit van 10 januari 2019 heeft de Commissie dit confirmatief verzoek om toegang afgewezen.

    Het Gerecht heeft het bij hem tegen dit besluit van de Commissie ingestelde beroep verworpen door met name te oordelen dat de Commissie in het onderhavige geval op correcte wijze toepassing had gegeven aan de uitzondering op grond waarvan de instellingen de toegang tot een document weigeren wanneer de openbaarmaking ervan zou leiden tot ondermijning van de bescherming van het openbaar belang op het gebied van de internationale betrekkingen. Deze zaak stelt het Gerecht met name in staat een vraagstuk te belichten dat slechts zelden in de rechtspraak naar voren komt, namelijk welke gevolgen bezwaren van een derde land hebben voor de toegang tot documenten.

    Beoordeling door het Gerecht

    Om te beginnen oordeelt het Gerecht dat de Commissie bij de vaststelling van het bestreden besluit haar motiveringsplicht naar behoren is nagekomen. In dit verband merkt het op dat de Commissie in het bestreden besluit een voldoende gedetailleerde uiteenzetting heeft gegeven van de feitelijke en juridische gegevens en alle overwegingen die haar ertoe hebben gebracht dit besluit vast te stellen.

    Vervolgens heeft het Gerecht bij zijn concrete beoordeling van de wijze waarop de Commissie de uitzondering betreffende de bescherming van het openbaar belang op het gebied van de internationale betrekkingen heeft toegepast, in herinnering gebracht dat wanneer het gaat om documenten van een derde, deze derde volgens artikel 4, lid 4, van verordening nr. 1049/2001 door de instelling wordt geraadpleegd om te kunnen beoordelen of een uitzondering van de leden 1 of 2 van dat artikel van toepassing is. De Commissie moest dus de Mexicaanse autoriteiten raadplegen die de documenten hadden verstrekt waartoe verzoeker toegang vroeg. Het staat echter altijd aan de Commissie om de risico’s te beoordelen die kunnen voortvloeien uit de openbaarmaking van de documenten. Het Gerecht voegt hier in het bijzonder aan toe dat de Commissie niet ervan mag uitgaan dat bezwaren van derden automatisch betekenen dat de openbaarmaking niet kan plaatsvinden wegens een risico voor de internationale betrekkingen, maar dat zij alle relevante omstandigheden apart moet onderzoeken en binnen haar beoordelingsruimte een besluit moet nemen. Bovendien is een dergelijk besluit ingewikkeld en beladen, waardoor bijzondere voorzichtigheid geboden is, met name gelet op de bijzonder gevoelige en wezenlijke aard van het beschermde belang. Het Gerecht stelt vast dat de Commissie, anders dan verzoeker stelt, in het onderhavige geval niet alleen rekening heeft gehouden met het gemotiveerde bezwaar van de Mexicaanse autoriteiten tegen de openbaarmaking van de gevraagde documenten, maar ook met hun inhoud, met de bijzondere context waarin zij deze documenten had verkregen en met de mogelijkerwijs negatieve gevolgen van de openbaarmaking ervan. Het Gerecht verduidelijkt dat de weigering om de betrokken documenten openbaar te maken met name was gebaseerd op de vaststelling van de Commissie dat de Mexicaanse autoriteiten een dergelijke openbaarmaking als misbruik van vertrouwen zouden kunnen beschouwen en dat deze openbaarmaking ertoe zou kunnen leiden dat in de toekomst zou worden geweigerd om bepaalde informatie aan met name het gemengd comité mee te delen, hetgeen negatieve gevolgen zou hebben voor het functioneren van dat comité en voor elke toekomstige samenwerking op het gebied van geografische aanduidingen en de bescherming ervan in de Unie. In dit verband hoeft de Commissie bij haar onderzoek naar de toepasselijkheid van de uitzondering betreffende de bescherming van het openbaar belang op het gebied van de internationale betrekkingen niet vast te stellen of de uitzondering betreffende de bescherming van de commerciële belangen van een rechtspersoon van toepassing is, ook al hebben de Mexicaanse autoriteiten zich wegens de inhoud van de gevraagde documenten tegen openbaarmaking ervan verzet.

    Voorts heeft het Gerecht verzoekers betoog verworpen dat het risico dat openbaarmaking van de betrokken documenten de bescherming van de betrekkingen met de internationale handelspartner, namelijk Mexico, zou kunnen ondermijnen, een hypothetisch of zelfs onwaarschijnlijk risico is. In dit verband herinnert het Gerecht eraan dat de Commissie niet hoeft aan te tonen dat er beslist een risico bestaat dat de bescherming van de internationale betrekkingen van de Unie wordt ondermijnd, maar alleen dat dit risico redelijkerwijs voorzienbaar en niet louter hypothetisch is. Het Gerecht stelt vast dat de Commissie terecht heeft geoordeeld dat de openbaarmaking van de betrokken documenten een negatieve invloed kon hebben op de betrekkingen van de Unie met de Mexicaanse autoriteiten op het betreffende gebied. Het bestaan van dit voorzienbare risico is voldoende om te rechtvaardigen dat op alle gevraagde documenten de uitzondering wordt toegepast betreffende de bescherming van het openbaar belang op het gebied van de internationale betrekkingen.

    Ten slotte herinnert het Gerecht eraan dat het bestreden besluit al rechtens gegrond is als de Commissie een van de uitzonderingen op grond waarvan zij de toegang tot de gevraagde documenten heeft geweigerd, terecht heeft aangewend. Aangezien het bestreden besluit terecht is gebaseerd op de uitzondering betreffende de bescherming van het openbaar belang op het gebied van de internationale betrekkingen, hoeft geen uitspraak te worden gedaan over de andere middelen van het beroep, die met name zijn ontleend aan schending van de uitzondering betreffende de bescherming van de commerciële belangen van een rechtspersoon.


    1      Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (PB 2001, L 145, blz. 43).


    2      Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Mexicaanse Staten betreffende de wederzijdse erkenning en bescherming van de benamingen van gedistilleerde dranken (PB 1997, L 152, blz. 16).


    3      Het betreft de documenten „Zaken betreffende Tequila waarvan de Consejo Regulador del Tequila (Reguleringsraad voor Tequila) heeft vastgesteld dat zij aan de Europese Commissie moeten worden meegedeeld [Ares(2018) 4023479]” en „Verificatieverslagen over de Europese markt (Reportes de Verificación en el Mercado Europeo) [Ares(2018) 4023509]”.


    4      Artikel 4, lid 1, onder a), derde streepje, van verordening nr. 1049/2001.


    5      Artikel 4, lid 2, van verordening nr. 1049/2001.

    Top