EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62018TO0330

Beschikking van het Gerecht (Tweede kamer) van 8 mei 2019.
Armando Carvalho e.a. tegen Europees Parlement en Raad van de Europese Unie.
Beroep tot nietigverklaring en tot schadevergoeding – Milieu – Emissies van broeikasgassen – Klimaat- en energiekader 2030 – Richtlijn (EU) 2018/410 – Verordening (EU) 2018/842 – Verordening (EU) 2018/841 – Niet individueel geraakt – Niet-ontvankelijkheid.
Zaak T-330/18.

Beschikking van het Gerecht (Tweede kamer) van 8 mei 2019 –
Carvalho e.a./Parlement en Raad

(Zaak T‑330/18)

„Beroep tot nietigverklaring en tot schadevergoeding – Milieu – Emissies van broeikasgassen – Klimaat- en energiekader 2030 – Richtlijn (EU) 2018/410 – Verordening (EU) 2018/842 – Verordening (EU) 2018/841 – Niet individueel geraakt – Niet-ontvankelijkheid”

1. 

Gerechtelijke procedure – Verplichting voor het Gerecht om de mondelinge behandeling aan te vatten alvorens uitspraak te doen op een exceptie van niet-ontvankelijkheid – Geen

(Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 130, lid 7)

(zie punt 21)

2. 

Beroep tot nietigverklaring – Natuurlijke of rechtspersonen – Begrip regelgevingshandeling in de zin van artikel 263, vierde alinea, VWEU – Elke handeling van algemene strekking met uitzondering van wetgevingshandelingen

(Art. 192, lid 1, en 263, vierde alinea, VWEU)

(zie punt 38)

3. 

Handelingen van de instellingen – Rechtskarakter – Wetgevingshandelingen en regelgevingshandelingen – Onderscheidingscriteria – Procedure voor de vaststelling van de handeling

(zie punten 39‑41)

4. 

Beroep tot nietigverklaring – Natuurlijke of rechtspersonen – Handelingen die hen rechtstreeks en individueel raken – Individueel geraakt – Criteria – Wetgevend kader klimaat en energie 2030 – Beroep dat is ingesteld door particulieren die zich beroepen op schending van grondrechten – Niet individueel geraakt – Niet-ontvankelijkheid

(Art. 263, vierde alinea, VWEU; Verordeningen van het Europees Parlement en de Raad 2018/841, art. 4 en 9, tweede alinea, en 2018/842, bijlage I; richtlijn 2018/410 van het Europees Parlement en de Raad, art. 4, lid 2)

(zie punten 45‑50)

5. 

Grondrechten – Recht op effectieve rechterlijke bescherming – Toetsing van de wettigheid van de handelingen van de Unie – Modaliteiten – Bescherming van dat recht door de Unierechter of door de nationale rechterlijke instanties naargelang van de juridische aard van de bestreden handeling – Mogelijkheid van een beroep tot nietigverklaring of van een prejudiciële verwijzing met het oog op de beoordeling van de geldigheid

(Art. 263, 267 VWEU en 277 VWEU; Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, art. 47)

(zie punten 52, 53)

6. 

Beroep tot schadevergoeding – Zelfstandig rechtsmiddel ten opzichte van het beroep tot nietigverklaring – Grenzen – Misbruik van procedure

(Art. 263, 268 en 340, tweede alinea, VWEU)

(zie punten 65‑69)

7. 

Gerechtelijke procedure – Interventie – Niet-ontvankelijke hoofdvordering – Beschikking van niet-ontvankelijkheid die wordt gegeven alvorens uitspraak wordt gedaan op het verzoek tot interventie – Afdoening zonder beslissing op dit verzoek

(Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 130, lid 1, 142, lid 2, en 144, lid 3)

(zie punten 72, 73)

Voorwerp

Verzoek krachtens artikel 263 VWEU strekkende tot gedeeltelijke nietigverklaring van: i) richtlijn (EU) 2018/410 van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2018 tot wijziging van richtlijn 2003/87/EG ter bevordering van kosteneffectieve emissiereducties en koolstofarme investeringen en van besluit (EU) 2015/1814 (PB 2018, L 76, blz. 3), waaronder met name artikel 1; ii) verordening (EU) 2018/842 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 betreffende bindende jaarlijkse broeikasgasemissiereducties door de lidstaten van 2021 tot en met 2030 teneinde bij te dragen aan klimaatmaatregelen om aan de toezeggingen uit hoofde van de Overeenkomst van Parijs te voldoen, en tot wijziging van verordening (EU) nr. 525/2013 (PB 2018, L 156, blz. 26), waaronder met name artikel 4, lid 2, en bijlage I, en iii) verordening (EU) 2018/841 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 inzake de opname van broeikasgasemissies en verwijderingen door landgebruik, verandering in landgebruik en bosbouw in het klimaat en energiekader 2030, en tot wijziging van verordening (EU) nr. 525/2013 en besluit nr. 529/2013/EU (PB 2018, L 156, blz. 1), waaronder met name artikel 4. Voorts verzoek krachtens de artikelen 268 en 340 VWEU strekkende tot vergoeding, middels het uitvaardigen van een rechterlijk bevel, van de schade die verzoekers stellen te hebben geleden

Dictum

1) 

Het beroep wordt niet-ontvankelijk verklaard.

2) 

Er behoeft niet meer te worden beslist op de verzoeken tot interventie van Climate Action Network Europe, WeMove Europe SCE mbH, Arbeitsgemeinschaft Bäuerliche Landwirtschaft en de Europese Commissie.

3) 

Armando Carvalho en de overige verzoekers wier namen staan vermeld in de bijlage, dragen hun eigen kosten alsmede de kosten van het Europees Parlement en van de Raad van de Europese Unie.

4) 

Climate Action Network Europe, WeMove Europe, Arbeitsgemeinschaft Bäuerliche Landwirtschaft en de Commissie dragen elk hun eigen kosten in verband met de verzoeken tot interventie.

Top