Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62007TJ0428

    Samenvatting van het arrest

    Trefwoorden
    Samenvatting

    Trefwoorden

    1. Beroep tot nietigverklaring – Beroep dat in werkelijkheid geschil inzake overeenkomst betreft – Herkwalificatie van beroep – Voorwaarden

    (Art. 230 EG en 238 EG; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 44, lid 1, sub c)

    2. Procedure – Adiëring van Gerecht op basis van arbitragebeding – Contracten gesloten in kader van specifiek programma van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie – Onderwerping van Commissie aan beginselen voor overeenkomsten – Vereffening van debetnota’s – Gevolgen

    (Art. 238 EG)

    3. Procedure – Adiëring van Gerecht op basis van arbitragebeding – Contracten gesloten in kader van specifiek programma van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie – Recht om tijdens auditprocedure te worden gehoord – Inbeslagneming van bewijsstukken door Europees Bureau voor fraudebestrijding – Geen invloed op dit recht – Schending van dit recht – Gevolgen

    (Art. 238 EG)

    4. Procedure – Adiëring van Gerecht op basis van arbitragebeding – Contracten gesloten in kader van specifiek programma van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie – Verzoeken tot aanstelling van deskundige – Onderzoek door gemeenschapsrechter op basis van procesregels inzake maatregelen van instructie

    (Art. 238 EG; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 65‑67)

    5. Procedure – Adiëring van Gerecht op basis van arbitragebeding – Contracten gesloten in kader van specifiek programma van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie – Ernstige financiële onregelmatigheden

    (Art. 238 EG)

    Samenvatting

    1. Wanneer het Gerecht wordt verzocht uitspraak te doen op een beroep tot nietigverklaring of op een beroep tot schadevergoeding terwijl het in werkelijkheid gaat om een geschil van contractuele aard, herkwalificeert het dat beroep, indien is voldaan aan de voorwaarden voor een dergelijke herkwalificatie. Wanneer het Gerecht zich moet uitspreken over een geding van contractuele aard, acht het herkwalificatie van een beroep tot nietigverklaring onmogelijk hetzij wanneer de uitdrukkelijke wil van de verzoekende partij om haar vordering niet te baseren op artikel 238 EG zich tegen een dergelijke herkwalificatie verzet, hetzij wanneer het beroep niet gesteund is op een middel inzake schending van de op de contractuele verhouding van toepassing zijnde regels, ongeacht of het gaat om de contractuele bedingen dan wel om de bepalingen van het in het contract aangeduide nationale recht.

    Het is voldoende dat in het verzoekschrift een van de voor een beroep krachtens artikel 238 EG kenmerkende middelen wordt aangevoerd overeenkomstig het bepaalde in artikel 44, lid 1, sub c, van het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht opdat dit beroep kan worden geherkwalificeerd, zonder dat afbreuk wordt gedaan aan de rechten van verdediging van de verwerende instelling.

    (cf. punten 57, 59, 61)

    2. De Commissie is in contractuele aangelegenheden onderworpen aan de beginselen die gelden voor overeenkomsten. In beginsel heeft zij in deze context niet het recht eenzijdige handelingen te stellen. Bijgevolg kan zij aan de betrokken medecontractant geen handeling met de aard van een beschikking richten opdat deze medecontractant zijn financiële contractuele verplichtingen nakomt, maar zij moet in voorkomend geval bij de bevoegde rechter een vordering tot betaling instellen.

    Het feit dat de andere contractpartij de debetnota’s heeft vereffend hoewel zij geen beschikking vormden, kan voorts niet worden beschouwd als een afstand van haar eventuele recht op betaling van de betrokken bedragen. Enkel de afstand van dit recht door de andere contractpartij of de verjaring van dit recht kunnen in de weg staan aan toewijzing van haar vorderingen tot betaling, zo deze door de contractuele bedingen zijn gerechtvaardigd.

    (cf. punten 68, 70)

    3. De omstandigheid dat de bewijsstukken die in het bezit waren van een contractant, door het Europees Bureau voor fraudebestrijding in beslag waren genomen en dat zij onder de in verordening nr. 1049/2001 voorziene uitzonderingen op het recht op toegang tot documenten vallen, kan niet rechtvaardigen dat het recht dat deze contractant aan artikel 26, lid 3, van bijlage II bij de betrokken contracten ontleent om tijdens de auditprocedure te worden gehoord, tot dode letter wordt gemaakt.

    Aangaande de rechtsgevolgen van de schending van het recht van deze contractant om te worden gehoord is in het kader van een beroep wegens contractuele aansprakelijkheid een dergelijke onregelmatigheid op zich evenwel geen voldoende grond om de Commissie te kunnen veroordelen tot betaling aan de verzoeker van de door hem gevorderde bedragen. In het kader van beroepen op grond van artikel 238 EG moet de contractuele aansprakelijkheid van de Commissie immers worden beoordeeld op basis van alle relevante bedingen van de betrokken contracten waarop de partijen zich beroepen, en op basis van alle voor het Gerecht beschikbare gegevens, met eerbiediging van het beginsel van hoor en wederhoor en van de rechten van verdediging.

    (cf. punten 89‑90)

    4. Overeenkomstig het rechtsbeginsel volgens hetwelk elke rechterlijke instantie haar eigen procesregels toepast, moet het Gerecht de subsidiaire verzoeken tot aanstelling van een deskundige onderzoeken op basis van het bepaalde in de artikelen 65 tot en met 67 van het Reglement voor de procesvoering inzake de maatregelen van instructie.

    (cf. punt 108)

    5. In geval van in het kader van een audit vastgestelde fraude of ernstige financiële onregelmatigheden voorziet artikel 3, lid 5, van bijlage II bij de betrokken contracten in de mogelijkheid voor de Commissie om de door de Europese Unie uitbetaalde financiële bijstand volledig terug te vorderen en dit artikel heeft aldus een ontradende werking.

    Het met artikel 3, lid 5, van bijlage II nagestreefde doel, dat erin bestaat fraude en ernstige financiële onregelmatigheden te ontraden, maakt het voor de Commissie evenwel niet mogelijk zich te onttrekken aan het beginsel dat overeenkomsten te goeder trouw dienen te worden uitgevoerd, noch aan het verbod van misbruik van contractuele bedingen, door zich bij de interpretatie en uitvoering van deze bedingen een discretionaire bevoegdheid toe te eigenen.

    Gelet op de omvang en de ernst van de kennelijke financiële onregelmatigheden die bij de audit zijn vastgesteld en die zijn bevestigd door de stukken van het strafonderzoek waarover in casu door de partijen debat is gevoerd, kan terugvordering door de Commissie van het volledige bedrag van de voor de betrokken contracten verleende financiële bijstand niet worden beschouwd als misbruik van de bedingen van dat artikel 3, lid 5. Deze terugvordering is derhalve niet onevenredig gelet op de doelstellingen die met de relevante bedingen van de betrokken contracten worden nagestreefd.

    (cf. punten 128‑129, 140)

    Top