Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62003TJ0020

    Samenvatting van het arrest

    Zaak T-20/03

    Kahla/Thüringen Porzellan GmbH

    tegen

    Commissie van de Europese Gemeenschappen

    „Staatssteun — Bestaande steun of nieuwe steun — Onderneming in moeilijkheden — Rechtszekerheidsbeginsel — Beginsel van bescherming van gewettigd vertrouwen — Criterium van particuliere investeerder — Verenigbaarheid met gemeenschappelijke markt — Voorwaarden”

    Arrest van het Gerecht (Vijfde kamer — uitgebreid) van 24 september 2008   II ‐ 2309

    Samenvatting van het arrest

    1. Steunmaatregelen van de staten – Algemene steunregeling goedgekeurd door Commissie – Individuele steun die wordt voorgesteld als vallend binnen kader van goedkeuring

      (Art. 87 EG en 88 EG)

    2. Steunmaatregelen van de staten – Begrip – Maatregel met sociaal doel

      (Art. 87, lid 1, EG)

    3. Steunmaatregelen van de staten – Begrip – Financiële bijstand van overheid aan onderneming

      (Art. 87, lid 1, EG)

    4. Steunmaatregelen van de staten – Begrip – Toepassing van criterium van particuliere investeerder

      (Art. 87, § 1, EG)

    5. Steunmaatregelen van de staten – Verbod – Afwijkingen – Beoordelingsvrijheid van Commissie – Mogelijkheid om richtsnoeren vast te stellen

      (Art. 87, lid 3, EG; mededeling 94/C 368/05 van de Commissie)

    1.  Zodra een algemene steunregeling door de Commissie is goedgekeurd, behoeven de individuele uitvoeringsmaatregelen niet meer bij haar te worden aangemeld, tenzij zij in de goedkeuringsbeschikking een voorbehoud in die zin heeft gemaakt. Daar de individuele steunmaatregelen zuiver individuele maatregelen tot uitvoering van de algemene steunregeling zijn, zijn de factoren die de Commissie voor de beoordeling ervan in aanmerking zou moeten nemen namelijk dezelfde als die welke zij bij het onderzoek van de algemene regeling heeft toegepast. Het is bijgevolg niet nodig de individuele steunmaatregelen door de Commissie te laten onderzoeken. Wanneer de individuele maatregelen daarentegen niet onder de aangevoerde algemene regelingen vallen, vormen zij nieuwe steunmaatregelen waarvan de verenigbaarheid met de gemeenschappelijke markt door de Commissie moet worden onderzocht.

      Een beschikking betreffende de overeenstemming van een steunmaatregel met een goedgekeurde algemene steunregeling wordt door de Commissie gegeven in het kader van haar plicht om toe te zien op de toepassing van de artikelen 87 EG en 88 EG. Bijgevolg vormt het onderzoek door de Commissie van de overeenstemming van een steunmaatregel met die regeling geen initiatief waarmee zij de grenzen van haar bevoegdheden overschrijdt. De beoordeling van de Commissie kan dus niet worden beperkt door die van de nationale autoriteiten die de steun hebben verleend.

      (cf. punten 92, 94-95)

    2.  Een overheidsoptreden dat een onderneming bevrijdt van de lasten die een aan haar economische activiteit inherente uitgave zijn, zoals loonkosten, vormt een economisch voordeel als bedoeld in artikel 87, lid 1, EG. Het sociale karakter van overheidsinterventies volstaat echter niet om ten aanzien daarvan meteen de kwalificatie als steunmaatregel in de zin van artikel 87 EG uit te sluiten.

      (cf. punten 194, 197)

    3.  Om uit te maken of deelnemingen van de overheid in het kapitaal van een onderneming, in welke vorm ook, staatssteun kunnen zijn, moet worden beoordeeld of een particuliere investeerder die beschikt over middelen die vergelijkbaar zijn met die van een publieke investeerder, in soortgelijke omstandigheden tot een dergelijke belangrijke transactie bereid zou zijn geweest. Dienaangaande hoeft het gedrag van een particuliere investeerder, waarmee de deelneming van de publieke investeerder moet worden vergeleken die doelstellingen van economisch beleid nastreeft, niet noodzakelijkerwijs het gedrag te zijn van een gewone investeerder die kapitaal belegt om daaruit op min of meer korte termijn een rendement te halen, maar moet ten minste het gedrag zijn van een particuliere holding of een particuliere groep van ondernemingen met een algemeen of sectoraal structuurbeleid, en moet worden ingegeven door het uitzicht op rendement op langere termijn. Ten slotte moeten de handelwijzen van de publieke en van de particuliere investeerder worden vergeleken op basis van de houding die een particuliere investeerder ten tijde van de betrokken transactie zou hebben aangenomen, gelet op de destijds beschikbare informatie en de vooruitzichten van dat ogenblik.

      Hoewel niets de overheid belet een beleid met een sociale, regionale of sectorale strekking te voeren, moet haar inbreng van kapitaal toch worden beoordeeld aan de hand van het criterium van de particuliere investeerder, afgezien van elke overweging van sociale aard of van regionaal of sectoraal beleid.

      Hoewel de mogelijkheid van steun kan worden uitgesloten wanneer de participatie van de overheid tegelijkertijd plaatsvindt met een belangrijke participatie van particuliere investeerders, en wel in vergelijkbare omstandigheden, kan het bestaan van steun niet worden uitgesloten, wanneer de particuliere investeringen in dezelfde onderneming pas worden verricht nadat overheidsmiddelen zijn toegewezen.

      (cf. punten 236-238, 242, 254)

    4.  De beoordeling door de Commissie van de vraag of een maatregel voldoet aan het criterium van de particuliere marktdeelnemer in een markteconomie, impliceert een ingewikkelde economische beoordeling. Bij de vaststelling van een handeling die een dergelijke beoordeling impliceert, beschikt de Commissie over een ruime beoordelingsvrijheid, en de rechterlijke toetsing, ook al wordt in beginsel volledig getoetst of een maatregel binnen de werkingssfeer van artikel 87, lid 1, EG valt, is beperkt tot de vraag, of de procedure- en motiveringsvoorschriften in acht zijn genomen, geen sprake is van een verkeerde rechtsopvatting, de feiten juist zijn vastgesteld, en geen sprake is van een kennelijk onjuiste beoordeling van deze feiten of van misbruik van bevoegdheid. Het Gerecht is met name niet bevoegd, zijn economische beoordeling in de plaats te stellen van die van de auteur van de beschikking.

      (cf. punt 239)

    5.  Artikel 87, lid 3, EG laat de Commissie een ruime beoordelingsvrijheid om in afwijking van het algemene verbod van lid 1 van dit artikel steunmaatregelen van de staten toe te staan, aangezien bij de beoordeling in dat geval van de vraag of een steunmaatregel al dan niet verenigbaar is met de gemeenschappelijke markt, problemen rijzen die nopen tot het in aanmerking nemen en afwegen van ingewikkelde economische feiten en omstandigheden. De gemeenschapsrechter kan zijn beoordeling van de feiten, met name op economisch vlak, niet in de plaats stellen van die van de auteur van de beschikking en derhalve moet de toetsing door het Gerecht beperkt blijven tot de vraag, of de procedure- en motiveringsvoorschriften in acht zijn genomen, of de feiten juist zijn vastgesteld en of geen sprake is van een kennelijk onjuiste beoordeling dan wel van misbruik van bevoegdheid.

      Bovendien moet de rechtmatigheid van een gemeenschapshandeling worden beoordeeld aan de hand van de feiten en de rechtstoestand op de datum waarop de handeling is vastgesteld en mogen de door de Commissie verrichte ingewikkelde beoordelingen enkel worden beoordeeld aan de hand van de gegevens waarover de Commissie beschikte op het ogenblik waarop zij die beoordelingen verrichtte.

      Voorts kan de Commissie voor zichzelf uitgangspunten voor de uitoefening van haar beoordelingsvrijheid vaststellen door middel van handelingen als de communautaire kaderregeling voor reddings- en herstructureringssteun aan ondernemingen in moeilijkheden, voor zover die handelingen indicatieve regels voor het door haar te volgen beleid bevatten en niet afwijken van de verdragsregels.

      Steun aan een onderneming in moeilijkheden kan niet verenigbaar met de gemeenschappelijke markt worden verklaard op de enkele grond dat in herstructureringsmaatregelen is voorzien, zelfs indien die herstructurering met succes is verricht. Opdat de Commissie kan beoordelen of de verleende steun de ontvangende ondernemingen kan aanzetten tot een gedrag dat kan bijdragen tot de verwezenlijking van het in artikel 87, lid 3, sub c, EG bedoelde doel, moet worden geverifieerd of het herstructureringsplan voldoet aan alle in de genoemde kaderregeling gestelde voorwaarden.

      (cf. punten 268-270, 280)

    Top