Επιλέξτε τις πειραματικές λειτουργίες που θέλετε να δοκιμάσετε

Το έγγραφο αυτό έχει ληφθεί από τον ιστότοπο EUR-Lex

Έγγραφο 61991TJ0036

    Samenvatting van het arrest

    Trefwoorden
    Samenvatting

    Trefwoorden

    ++++

    1. Mededinging ° Administratieve procedure ° Toegang tot dossier ° Doel ° Niet-overlegging van stukken in bezit van Commissie ° Toetsing door Gerecht aan eerbiediging van rechten van verdediging in concrete geval

    2. Mededinging ° Mededingingsregelingen ° Onderling afgestemde feitelijke gedraging ° Begrip ° Parallelle gedraging ° Vermoeden van onderlinge afstemming ° Grenzen

    (EEG-Verdrag, art. 85, lid 1)

    3. Mededinging ° Administratieve procedure ° Eerbiediging van rechten van verdediging ° Voor verdediging dienstige stukken ° Beoordeling alleen door Commissie ° Ontoelaatbaarheid

    (Verordening nr. 17 van de Raad)

    4. Mededinging ° Administratieve procedure ° Beroepsgeheim ° Bescherming van zakengeheimen ° Afweging met eerbiediging van rechten van verdediging noodzakelijk

    (EEG-Verdrag, art. 214; verordening nr. 17 van de Raad, art. 19, 20, lid 2, en 21)

    5. Mededinging ° Administratieve procedure ° Schending van rechten van verdediging ° Regularisering tijdens procedure voor Gerecht ° Uitgesloten

    Samenvatting

    1. De toegang tot het dossier in mededingingszaken is bedoeld om degenen tot wie een mededeling van punten van bezwaar is gericht, in staat te stellen kennis te nemen van de bewijselementen in het dossier van de Commissie, opdat zij op basis van deze elementen een dienstig antwoord kunnen geven op de conclusies waartoe de Commissie in de mededeling van de punten van bezwaar is gekomen.

    De toegang tot het dossier is één van de procedurele waarborgen ter bescherming van de rechten van de verdediging. De daadwerkelijke eerbiediging van dit algemene beginsel vereist, dat de betrokken onderneming reeds tijdens de administratieve procedure naar behoren haar standpunt kenbaar heeft kunnen maken met betrekking tot de juistheid en relevantie van de door de Commissie gestelde feiten, grieven en omstandigheden.

    Een eventuele schending van de rechten van de verdediging en de consequenties daarvan moeten door het Gerecht worden onderzocht aan de hand van de specifieke omstandigheden van elk afzonderlijk geval. Immers, met inachtneming van zowel de door de Commissie daadwerkelijk tegen de betrokken onderneming opgeworpen bezwaren als de door de onderneming daartegen aangevoerde verdediging kan worden beoordeeld in hoeverre de niet overgelegde stukken, zowel die welke eventueel de onderneming disculperen als die waaruit het bestaan van de gestelde inbreuk blijkt, relevant zijn voor deze verdediging.

    2. Een onderling afgestemde feitelijke gedraging wordt gekenmerkt door de omstandigheid, dat zij de risico' s van onderlinge concurrentie vervangt door een samenwerking tussen de ondernemingen, die de onzekerheden van elke onderneming omtrent het toekomstig gedrag van haar concurrenten vermindert.

    Parallel gedrag kan enkel als bewijs voor een afstemming worden aangemerkt, indien de afstemming de enige aannemelijke verklaring ervoor is. Derhalve moet worden nagegaan of een vastgestelde gedragsparallellie, gelet op de aard van de produkten, de omvang en het aantal van de ondernemingen, alsmede op het marktvolume, niet op andere wijze dan door een gedragsafstemming kan worden verklaard, met andere woorden, of de elementen van het parallelle gedrag een complex van ernstige, nauwkeurige en overeenstemmende aanwijzingen voor een voorafgaande gedragsafstemming vormen.

    3. In het kader van de in verordening nr. 17 geregelde procedure op tegenspraak is het niet alleen aan de Commissie om uit te maken, welke documenten voor de verdediging dienstig zijn. Wanneer het immers gaat om moeilijke en ingewikkelde economische beoordelingen, moet de Commissie de raadslieden van de betrokken onderneming de mogelijkheid geven, de eventueel relevante stukken te onderzoeken teneinde de bewijskracht ervan voor de verdediging te beoordelen.

    Dit geldt in het bijzonder ten aanzien van parallelle gedragingen, die worden gekenmerkt door een complex van in principe neutrale handelingen, en waarbij documenten kunnen worden uitgelegd in een zin die evengoed gunstig als ongunstig kan zijn voor de betrokken ondernemingen. In dergelijke omstandigheden moet worden voorkomen dat een eventuele fout van ambtenaren van de Commissie, wanneer zij een bepaald document als "neutraal" aanmerken zodat het niet aan de ondernemingen behoeft te worden bekendgemaakt, de verdediging van die ondernemingen nadelig kan beïnvloeden. Het is immers mogelijk, dat een dergelijke fout niet tijdig, dat wil zeggen vóór de beschikking van de Commissie, wordt ontdekt, behoudens in het uitzonderlijke geval van spontane samenwerking tussen de betrokken ondernemingen. Een en ander zou onaanvaardbare risico' s voor een goede rechtspleging opleveren. Aangezien de correcte instructie van een mededingingszaak de taak van de Commissie is, kan zij deze niet delegeren aan de ondernemingen, waarvan de economische en procedurele belangen vaak haaks op elkaar staan.

    Gezien het algemene beginsel van procedurele gelijkheid, dat betekent dat in een mededingingszaak de betrokken onderneming gelijke kennis moet hebben van het in de procedure gebruikte dossier als de Commissie, kan niet worden aanvaard, dat de Commissie bij de beslissing over een inbreuk als enige beschikt over bepaalde documenten en als enige kan beslissen deze al dan niet tegen de onderneming te gebruiken, terwijl de onderneming geen toegang tot deze documenten heeft en dus niet de overeenkomstige beslissing kan nemen om deze al dan niet voor haar verdediging te gebruiken. In dat geval zouden de rechten van de verdediging waarover de onderneming tijdens de administratieve procedure beschikt, te zeer worden beperkt ten opzichte van de bevoegdheden van de Commissie, die de functie van autoriteit die kennis geeft van de bezwaren, dan zou cumuleren met die van beslissende autoriteit, met een verdergaande kennis van het dossier dan de verdediging.

    Bijgevolg is sprake van schending van de rechten van de verdediging, wanneer de Commissie reeds bij de mededeling van de punten van bezwaar stukken waarover zij beschikte en die eventueel voor de verdediging van de onderneming dienstig konden zijn, van de procedure uitsluit. Een dergelijke schending van de rechten van de verdediging heeft een objectief karakter en staat los van de goede of de kwade trouw van de ambtenaren van de Commissie.

    4. Ofschoon de ondernemingen, volgens een algemeen beginsel dat tijdens de gehele administratieve procedure van toepassing is en dat tot uitdrukking komt in artikel 214 van het Verdrag alsook in verschillende bepalingen van verordening nr. 17, recht hebben op de bescherming van hun zakengeheimen, moet dit recht in evenwicht worden gebracht met de bescherming van de rechten van de verdediging. Het kan niet rechtvaardigen, dat de Commissie weigert, een onderneming, zij het slechts in een niet-vertrouwelijke versie of in de vorm van toezending van een lijst van door de Commissie verzamelde stukken, inzage te verlenen in elementen van het dossier die voor haar verdediging dienstig kunnen zijn.

    5. De schending van de rechten van de verdediging van een van schending van de communautaire mededingingsregels beschuldigde onderneming tijdens de administratieve procedure, kan niet worden geregulariseerd tijdens de procedure voor het Gerecht, die beperkt is tot rechterlijk toezicht binnen het kader van de opgeworpen middelen en dus niet een volledige instructie van de zaak in het kader van een administratieve procedure kan vervangen.

    Επάνω