Το έγγραφο αυτό έχει ληφθεί από τον ιστότοπο EUR-Lex
Έγγραφο 62023CO0387
Beschikking van het Hof (Achtste kamer) van 9 januari 2024.
ZD „BUL INS” AD tegen PV.
Prejudiciële verwijzing – Artikel 53, lid 2, en artikel 94 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof – Vereiste om de redenen te vermelden waarom een antwoord van het Hof noodzakelijk is – Onvoldoende preciseringen – Kennelijke niet-ontvankelijkheid.
Zaak C-387/23.
Beschikking van het Hof (Achtste kamer) van 9 januari 2024.
ZD „BUL INS” AD tegen PV.
Prejudiciële verwijzing – Artikel 53, lid 2, en artikel 94 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof – Vereiste om de redenen te vermelden waarom een antwoord van het Hof noodzakelijk is – Onvoldoende preciseringen – Kennelijke niet-ontvankelijkheid.
Zaak C-387/23.
Αναγνωριστικό ECLI: ECLI:EU:C:2024:2
Beschikking van het Hof (Achtste kamer) van 9 januari 2024 –
BUL INS
(Zaak C‑387/23) ( 1 )
„Prejudiciële verwijzing – Artikel 53, lid 2, en artikel 94 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof – Vereiste om de redenen te vermelden waarom een antwoord van het Hof noodzakelijk is – Onvoldoende preciseringen – Kennelijke niet-ontvankelijkheid”
1. |
Prejudiciële vragen – Ontvankelijkheid – Verzoek waarin de redenen voor verwijzing naar het Hof niet zijn uiteengezet – Kennelijke niet-ontvankelijkheid [Art. 267 VWEU; Statuut van het Hof van Justitie, art. 23; Reglement voor de procesvoering van het Hof, art. 53, lid 2, en art. 94, c)] (zie punten 23, 29 en dictum) |
2. |
Harmonisatie van de wetgevingen – Verzekering voor de wettelijke aansprakelijkheid voor motorrijtuigen – Richtlijn 2009/103 – Bepalen van de wettelijke aansprakelijkheidsregeling voor ongevallen ten gevolge van de deelneming aan het verkeer van motorvoertuigen – Bevoegdheid van de lidstaten – Grenzen (Richtlijn 2009/103 van het Europees Parlement en de Raad, art. 1, punt 2, en art. 3, tweede en vierde alinea) (zie punten 25‑28) |
3. |
Prejudiciële vragen – Bevoegdheid van het Hof – Grenzen – Verzoek tot uitlegging van het Handvest van de grondrechten – Geen aanwijzing van de aanknopingspunten met het Unierecht – Kennelijke niet-ontvankelijkheid (Art. 267 VWEU; Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, art. 51, lid 1; Reglement voor de procesvoering van het Hof, art. 53, lid 2) (zie punten 30, 31 en dictum) |
Dictum
Het verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Sofiyski rayonen sad (rechter in eerste aanleg Sofia, Bulgarije) bij beslissing van 26 juni 2023, is kennelijk niet-ontvankelijk.
( 1 ) PB C 321 van 11.9.2023.