Ez a dokumentum az EUR-Lex webhelyről származik.
Dokumentum 62023CJ0157
Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 19 december 2024.
Ford Italia SpA tegen ZP en Stracciari SpA.
Prejudiciële verwijzing – Harmonisatie van de wetgevingen – Aansprakelijkheid voor producten met gebreken – Richtlijn 85/374/EEG – Artikel 3, lid 1 – Begrip ‚producent’ – Begrip ‚eenieder die zich als producent presenteert’ – Voorwaarden – Leverancier wiens naam deels overeenstemt met die van de producent en met het door de producent op het product aangebrachte merk.
Zaak C-157/23.
Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 19 december 2024.
Ford Italia SpA tegen ZP en Stracciari SpA.
Prejudiciële verwijzing – Harmonisatie van de wetgevingen – Aansprakelijkheid voor producten met gebreken – Richtlijn 85/374/EEG – Artikel 3, lid 1 – Begrip ‚producent’ – Begrip ‚eenieder die zich als producent presenteert’ – Voorwaarden – Leverancier wiens naam deels overeenstemt met die van de producent en met het door de producent op het product aangebrachte merk.
Zaak C-157/23.
Európai esetjogi azonosító: ECLI:EU:C:2024:1045
Zaak C‑157/23
Ford Italia SpA
tegen
ZP e.a.
(verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Corte suprema di Cassazione)
Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 19 december 2024
„Prejudiciële verwijzing – Harmonisatie van de wetgevingen – Aansprakelijkheid voor producten met gebreken – Richtlijn 85/374/EEG – Artikel 3, lid 1 – Begrip ‚producent’ – Begrip ‚eenieder die zich als producent presenteert’ – Voorwaarden – Leverancier wiens naam deels overeenstemt met die van de producent en met het door de producent op het product aangebrachte merk”
Harmonisatie van de wetgevingen – Aansprakelijkheid voor producten met gebreken – Richtlijn 85/374 – Begrip producent – Eenieder die zich als producent presenteert – Leverancier van een gebrekkig product die zijn naam, zijn merk of een ander onderscheidingsteken niet op het product heeft aangebracht – Naam van de leverancier of onderscheidingsteken ervan overeenstemmende met de naam van de fabrikant en met het merk dat door de fabrikant op het product is aangebracht – Daaronder begrepen
(Richtlijn 85/374 van de Raad, art. 1 en 3, lid 1)
(zie punten 31‑37, 39‑48 en dictum)
Samenvatting
Het Hof, dat door de Corte suprema di cassazione (hoogste rechter in burgerlijke en strafzaken, Italië) is verzocht om een prejudiciële beslissing, spreekt zich uit over de uitlegging van de het begrip „producent” en meer in het bijzonder het begrip „eenieder die zich als producent presenteert” in de zin van richtlijn 85/374 ( 1 ). Het Hof is van oordeel dat de leverancier van een voertuig valt onder het begrip „eenieder die zich als producent presenteert” wanneer deze leverancier zijn naam, zijn merk of een ander onderscheidingsteken niet fysiek op dat product heeft aangebracht, maar het merk van het voertuig dat de producent daarop heeft aangebracht overeenstemt met, ten eerste, de naam of een onderscheidingsteken van die leverancier en, ten tweede, de naam van de producent. Bijgevolg is de leverancier aansprakelijk voor gebreken van het voertuig.
Op 4 juli 2001 heeft ZP een motorvoertuig van het merk Ford (hierna: „betrokken voertuig”) gekocht bij Stracciari SpA, een in Italië gevestigde concessiehouder van dat merk. Het betrokken voertuig was geproduceerd door Ford WAG, een in Duitsland gevestigde vennootschap, en werd vervolgens aan Stracciari geleverd via Ford Italia, die de door Ford WAG geproduceerde voertuigen in Italië distribueert.
Op 27 december 2001 was ZP betrokken bij een auto-ongeluk, waarbij de airbag van het betrokken voertuig niet heeft gewerkt.
Op 8 januari 2004 heeft ZP bij de Tribunale di Bologna (rechter in eerste aanleg Bologna, Italië) beroep ingesteld tegen Stracciari en Ford Italia met het oog op hun veroordeling tot vergoeding van de schade die hij meende te hebben geleden als gevolg van het gebrek aan het betrokken voertuig. Deze rechter heeft geoordeeld dat Ford Italia niet-contractueel aansprakelijk was wegens een fabricagefout in de airbag van het betrokken voertuig.
De Corte d’Appello di Bologna (rechter in tweede aanleg Bologna, Italië) heeft het beroep van Ford Italia tegen die beslissing verworpen door te bevestigen dat Ford Italia op dezelfde wijze aansprakelijk was als de producent.
Ford Italia heeft tegen dit arrest cassatieberoep ingesteld bij de verwijzende rechter, waarbij zij de oplossing heeft bekritiseerd die de verwijzende rechter heeft gekozen in een vergelijkbare zaak, waarin de aansprakelijkheid van Ford WAG, in haar hoedanigheid van producent, was uitgebreid tot Ford Italia.
De rechter vraagt zich evenwel af wat de precieze draagwijdte is van de uitdrukking „door zijn naam [...] aan te brengen” in artikel 3, lid 1, van richtlijn 85/374. Hij betwijfelt of de uitbreiding van de aansprakelijkheid van de producent tot de leverancier zich hiermee beperkt tot gevallen waarin het „aanbrengen” erin bestaat dat de leverancier zijn naam, zijn merk of een ander onderscheidingsteken fysiek op het product aanbrengt, teneinde verwarring te creëren tussen de identiteit van de leverancier en die van de producent, dan wel of deze uitbreiding ook geldt wanneer zijn identificatiegegevens louter overeenstemmen met die van de producent, zoals in casu het geval is.
Beoordeling door het Hof
In de eerste plaats brengt het Hof in herinnering dat richtlijn 85/374 een volledige harmonisatie inzake de aansprakelijkheid voor producten met gebreken nastreeft. Dientengevolge moet de opsomming van de personen jegens wie de consument in het kader van de aansprakelijkheidsregeling voor producten met gebreken ( 2 ) een vordering kan instellen, als uitputtend worden beschouwd.
Hoewel de Uniewetgever er krachtens artikel 1 van richtlijn 85/374 voor heeft gekozen om de aansprakelijkheid voor schade die door producten met gebreken werd veroorzaakt in principe op de producent ervan te leggen, bepaalt artikel 3 van deze richtlijn welke beroepsmatig handelende personen die hebben deelgenomen aan het productie- en verhandelingsproces van het betrokken product, de door deze richtlijn ingevoerde aansprakelijkheid mogelijk eveneens moeten dragen. Bij die beroepsmatig handelende personen wordt ten eerste de persoon vermeld die ten minste gedeeltelijk betrokken is bij het productieproces van het product in kwestie en, ten tweede, eenieder die zich als producent presenteert door zijn naam, zijn merk of een ander onderscheidingsteken op het product aan te brengen. ( 3 ) Aldus kan worden geconcludeerd dat de deelneming aan het productieproces van de persoon die zich als producent van het product presenteert niet noodzakelijk is om hem als „producent” aan te merken. Ford Italia, dat geen voertuigen produceert, maar zich ertoe beperkt deze te kopen bij de fabrikant ervan om ze in een andere lidstaat te distribueren, kan eveneens als dusdanig worden aangemerkt indien zij zich als „producent” heeft gepresenteerd door haar naam, haar merk of een ander onderscheidingsteken op het betrokken voertuig te hebben aangebracht. Door op het betrokken product zijn naam, zijn merk of een ander onderscheidingsteken aan te brengen, wekt de persoon die zich als producent presenteert immers de indruk dat hij betrokken is bij het productieproces of daarvoor de verantwoordelijkheid draagt.
In de tweede plaats benadrukt het Hof om te beginnen dat Ford Italia, als distributeur van een gebrekkig product, niet zelf haar naam, haar merk of een ander onderscheidingsteken fysiek op dit product heeft aangebracht. Gelet op deze precisering onderzoekt het Hof of het feit dat het merk „Ford”, dat is aangebracht tijdens het productieproces van het betrokken voertuig en overeenstemt met de naam van de fabrikant ervan, eveneens overeenkomt met een onderscheidingsteken van de naam van deze distributeur, volstaat om deze laatste te kunnen beschouwen als „eenieder die zich als producent presenteert” in de zin van artikel 3, lid 1, van richtlijn 85/374.
Ten eerste verduidelijkt het Hof dat wanneer iemand een product levert, het niet van belang is of die persoon zelf zijn naam, zijn merk of een ander onderscheidingsteken fysiek op dat product heeft aangebracht dan wel of zijn naam de vermelding bevat die de fabrikant daarop heeft aangebracht en die overeenkomt met de naam van de fabrikant. In beide gevallen gebruikt de leverancier immers de overeenkomst tussen de betrokken vermelding en zijn eigen bedrijfsnaam om zich aan de consument te presenteren als verantwoordelijke voor de kwaliteit van het product en bij deze consument een vertrouwen te wekken dat vergelijkbaar is met het vertrouwen dat hij zou hebben bij de rechtstreekse verkoop van het product door zijn producent. In beide gevallen moet deze persoon worden beschouwd als „eenieder die zich als producent presenteert” in de zin van artikel 3, lid 1, van richtlijn 85/374.
Ten tweede benadrukt het Hof dat het begrip „eenieder die zich als producent presenteert”, in het licht van de context van artikel 3, lid 1, van richtlijn 85/374 en de doelstelling van deze richtlijn, niet uitsluitend verwijst naar de persoon die zijn naam, zijn merk of een ander onderscheidingsteken fysiek op het product heeft aangebracht. Een andere opvatting zou de draagwijdte van het begrip „producent”, dat de Uniewetgever ruim heeft willen uitleggen, beperken en zodoende een bedreiging vormen voor de bescherming van de consument, die vrij moet kunnen kiezen om van de producent dan wel van eenieder die zich als producent presenteert integrale vergoeding van de door hem geleden schade te vorderen. In het bijzonder „presenteert” de leverancier van een product „zich als producent” wanneer de naam van deze leverancier of een onderscheidingsteken ervan overeenstemt met ten eerste de naam van de fabrikant en ten tweede de naam, het merk of een ander onderscheidingsteken dat door de fabrikant op het product is aangebracht.
Bijgevolg komt het Hof tot de slotsom dat de leverancier van een gebrekkig product op grond van artikel 3, lid 1, van richtlijn 85/374 moet worden beschouwd als „eenieder die zich als producent [van dat product] presenteert” wanneer deze leverancier zijn naam, zijn merk of een ander onderscheidingsteken niet fysiek op dat product heeft aangebracht, maar het merk dat de producent op het product heeft aangebracht overeenstemt met, ten eerste, de naam of een onderscheidingsteken van die leverancier en, ten tweede, de naam van de producent.
( 1 ) Artikel 3, lid 1, van richtlijn 85/374/EEG van de Raad van 25 juli 1985 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen der lidstaten inzake de aansprakelijkheid voor producten met gebreken (PB 1985, L 210, blz. 29). Uit hoofde van deze bepaling wordt „onder ‚producent’ in de zin van deze bepaling [...] verstaan de fabrikant van een eindproduct, de producent van een grondstof of de fabrikant van een onderdeel, alsmede eenieder die zich als producent presenteert door zijn naam, zijn merk of een ander onderscheidingsteken op het product aan te brengen”.
( 2 ) Artikelen 1 en 3 van richtlijn 85/374.
( 3 ) Artikel 3, lid 1, van richtlijn 85/374.