EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62014CJ0112

Commissie/Verenigd Koninkrijk

Arrest van het Hof (Achtste kamer) van 13 november 2014 – Commissie/Verenigd Koninkrijk

(Zaak C‑112/14) 1  ( 1 )

„Niet-nakoming — Vrijheid van vestiging — Vrij verkeer van kapitaal — Artikel 49 VWEU en artikel 63 VWEU — Artikelen 31 en 40 van de EER-Overeenkomst — Nationale belastingwetgeving — Toewijzing van de meerwaarde aan de participanten in vennootschappen met een beperkt aantal aandeelhouders — Verschillende behandeling van ingezeten en niet-ingezeten ondernemingen — Volstrekt kunstmatige constructies — Evenredigheid”

1. 

Beroep wegens niet-nakoming — Voorwerp van het geschil — Verdragsbepalingen — Nationale belastingregeling volgens welke de in vennootschappen met een beperkt aantal aandeelhouders gerealiseerde meerwaarde onmiddellijk wordt toegerekend aan de participanten in die vennootschappen — Potentiële aantasting van zowel de vrijheid van vestiging als het vrije verkeer van kapitaal — Afbakening van het beroep volgens het verzoek van de Commissie (Art. 49 VWEU en 63 VWEU; EER-Overeenkomst, art. 31 en 40) (cf. punten 16, 17)

2. 

Vrij verkeer van kapitaal en vrijheid van betalingsverkeer — Beperkingen — Belastingwetgeving — Belasting van de meerwaarde — Nationale belastingregeling volgens welke de in vennootschappen met een beperkt aantal aandeelhouders gerealiseerde meerwaarde onmiddellijk wordt toegerekend aan de participanten in die vennootschappen — Verschillende behandeling van ingezeten en niet-ingezeten vennootschappen — Ontoelaatbaarheid — Rechtvaardiging — Bestrijding van belastingontwijking — Schending van het evenredigheidsbeginsel (Art. 63 VWEU; EER-Overeenkomst, art. 40) (cf. punten 19, 20, 27, 31, dictum 1)

Dictum

1) 

Door een belastingwetgeving vast te stellen en te handhaven betreffende de toewijzing van meerwaarde aan de participanten („participators”) in niet-ingezeten vennootschappen die voorziet in een verschillende behandeling van binnenlandse en grensoverschrijdende activiteiten, is het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland de verplichtingen niet nagekomen die op hem rusten krachtens artikel 63 VWEU en artikel 40 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte van 2 mei 1992.

2) 

Het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland wordt verwezen in de kosten.


( 1 )   PB C 184 van 16.6.2014.

Top