EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62009CJ0464

Samenvatting van het arrest

Trefwoorden
Samenvatting

Trefwoorden

1. Steunmaatregelen van de staten – Verbod – Afwijkingen – Beoordelingsvrijheid van Commissie – Beoordelingscriteria – Invloed van richtsnoeren van Commissie

(Art. 87, lid 3, EG)

2. Steunmaatregelen van de staten – Verbod – Afwijkingen – Steun die in aanmerking komt voor afwijking bedoeld in artikel 87, lid 3, sub c, EG – Steun voor investeringen in landbouwsector

(Art. 33 EG, 36, eerste alinea, EG en 87, lid 3, sub c, EG; mededeling 2000/C 28/02 van de Commissie)

Samenvatting

1. De Commissie beschikt bij de toepassing van artikel 87, lid 3, EG over een ruime beoordelingsvrijheid, waarvan het gebruik een complexe afweging van economische en sociale gegevens impliceert die in een communautair kader dient plaats te vinden. Door gedragsregels vast te stellen en via de publicatie ervan te doen weten dat zij die zal toepassen op de desbetreffende gevallen, beperkt de Commissie het gebruik van haar beoordelingsvrijheid. Zij kan niet van die regels afwijken zonder dat hieraan in voorkomend geval een sanctie wegens schending van algemene rechtsbeginselen als het gelijkheids‑ of het vertrouwensbeginsel wordt verbonden. Derhalve is de Commissie op het specifieke gebied van staatssteun gebonden aan de kaderregelingen en mededelingen die zij vaststelt, voor zover deze niet van de verdragsregels afwijken.

(cf. punten 46‑47)

2. De Commissie kan concluderen dat steun die tot doel heeft een regio of een activiteit te ontwikkelen, ongeacht de gunstige gevolgen van de betrokken activiteit voor de regio, onverenigbaar is met de gemeenschappelijke markt wanneer die steun wordt toegekend in een sector, als die van de verwerking van landbouwproducten, waarin een verhoging van de productie zonder dat er sprake is van normale afzetmogelijkheden, het intracommunautaire handelsverkeer zodanig kan veranderen dat het gemeenschappelijk belang wordt geschaad.

Artikel 87, lid 3, sub c, EG moet immers aldus worden uitgelegd dat in geval van toekenning van steun op een door overcapaciteit gekenmerkte markt de voorwaarden waaronder het handelsverkeer plaatsvindt, in beginsel zodanig worden veranderd dat het gemeenschappelijk belang wordt geschaad.

De omstandigheid dat een steunmaatregel ook gunstige gevolgen heeft voor de betrokken regio of economische sector impliceert niet noodzakelijkerwijs dat de maatregel moet worden geacht verenigbaar te zijn met de gemeenschappelijke markt. Uit artikel 87, lid 3, sub c, EG blijkt immers dat steunmaatregelen die de voorwaarden waaronder het handelsverkeer plaatsvindt, zodanig veranderen dat het gemeenschappelijk belang wordt geschaad, niet verenigbaar met de gemeenschappelijke markt kunnen worden verklaard, ongeacht de eventuele gunstige gevolgen ervan. Bij de beoordeling van de gevolgen voor het handelsverkeer moet de Commissie evenwel alle kenmerken van de betrokken maatregel en de betrokken markt in aanmerking nemen.

Deze uitlegging van het primaire recht geldt ook voor steunmaatregelen in de landbouwsector. Uit artikel 36, eerste alinea, EG, dat het landbouwbeleid voorrang geeft boven de doelstellingen van het Verdrag op mededingingsgebied, volgt immers dat bij eventuele toepassing van de verdragsbepalingen op de landbouw, de in artikel 33 EG genoemde doelstellingen, te weten die van het gemeenschappelijk landbouwbeleid, in aanmerking moeten worden genomen. Bij de beoordeling van de verenigbaarheid van in die sector toegekende staatssteun moet de Commissie bijgevolg rekening houden met de vereisten van dat beleid, die overeenkomen met die van de gemeenschappelijke markt in haar geheel. Een van die vereisten is de controle van de productie.

De gedragsregels in punt 4.2.5 van de communautaire richtsnoeren voor staatssteun in de landbouwsector, op grond waarvan de Commissie investeringssteun voor de verwerking en de afzet van landbouwproducten die is toegekend zonder dat er sprake is van normale afzetmogelijkheden, onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt acht, zijn dus in overeenstemming met het primaire recht en met name met artikel 87, lid 3, sub c, EG, dat wordt toegepast met inachtneming van de doelstellingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid.

(cf. punten 48‑53)

Top