EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62008CJ0578

Samenvatting van het arrest

Trefwoorden
Samenvatting

Trefwoorden

1. Visa, asiel en immigratie – Immigratiebeleid – Recht op gezinshereniging – Richtlijn 2003/86

(Richtlijn 2003/86 van de Raad, art. 7, lid 1, aanhef en sub c)

2. Visa, asiel en immigratie – Immigratiebeleid – Recht op gezinshereniging – Richtlijn 2003/86

(Richtlijn 2003/86 van de Raad, art. 2, aanhef en sub d, en 7, lid 1, aanhef en sub c)

Samenvatting

1. De zinsnede „beroep op het stelsel voor sociale bijstand” in artikel 7, lid 1, aanhef en sub c, van richtlijn 2003/86 inzake het recht op gezinshereniging moet aldus worden uitgelegd, dat zij een lidstaat niet de mogelijkheid biedt een regeling voor gezinshereniging vast te stellen die ertoe leidt dat gezinshereniging niet wordt toegestaan aan een gezinshereniger die het bewijs heeft geleverd over stabiele en regelmatige inkomsten te beschikken die volstaan om in zijn levensonderhoud en in dat van zijn gezinsleden te voorzien, maar die, gelet op de hoogte van zijn inkomsten, toch een beroep zal kunnen doen op bijzondere bijstand om te voorzien in bijzondere, individueel bepaalde kosten van levensonderhoud, op inkomensafhankelijke kwijtscheldingen van heffingen van lagere overheden of op inkomensondersteunende maatregelen in het kader van het gemeentelijk minimabeleid.

Aangezien toestemming tot gezinshereniging volgens de richtlijn de algemene regel is, dient de bevoegdheid in artikel 7, lid 1, aanhef en sub c, daarvan immers strikt te worden uitgelegd. Bovendien mogen de lidstaten hun handelingsvrijheid niet zo gebruiken dat afbreuk wordt gedaan aan het doel van de richtlijn, namelijk de bevordering van gezinshereniging, en aan het nuttig effect daarvan.

(cf. punten 43, 52, dictum 1)

2. Richtlijn 2003/86 inzake het recht op gezinshereniging, en met name artikel 2, aanhef en sub d, daarvan, moet aldus worden uitgelegd, dat deze bepaling in de weg staat aan een nationale regeling die voor de toepassing van de inkomenseis bedoeld in artikel 7, lid 1, aanhef en sub c, van deze richtlijn een onderscheid maakt naargelang de gezinsband is ontstaan vóór of na de komst van de gezinshereniger naar de gastlidstaat.

Gezien het door de Uniewetgever gewilde ontbreken van een onderscheid naargelang van het tijdstip waarop een gezin wordt gevormd, en de noodzaak, richtlijn 2003/86 niet restrictief uit te leggen en ze haar nuttig effect niet te doen verliezen, beschikken de lidstaten immers niet over een beoordelingsmarge om dit onderscheid weer in te voeren in hun nationale wettelijke regeling houdende omzetting van de richtlijn. Overigens staat het feit dat een gezinshereniger over regelmatige en voldoende inkomsten beschikt om in zijn onderhoud en in dat van zijn gezin te voorzien in de zin van artikel 7, lid 1, aanhef en sub c, volledig los van het tijdstip waarop deze zijn gezin heeft gevormd.

(cf. punten 64, 66, dictum 2)

Top