Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62006CJ0373

    Samenvatting van het arrest

    Gevoegde zaken C-373/06 P, C-379/06 P en C-382/06 P

    Thomas Flaherty e.a.

    tegen

    Commissie van de Europese Gemeenschappen

    „Hogere voorziening — Maatregelen tot instandhouding van visbestanden — Herstructurering van visserijsector — Aanvragen voor verhoging van tonnage-doelstellingen van meerjarig oriëntatieprogramma ‚MOP IV’ — Afwijzing van aanvraag”

    Conclusie van advocaat-generaal E. Sharpston van 11 december 2007   I - 2653

    Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 17 april 2008   I - 2665

    Samenvatting van het arrest

    1. Beroep tot nietigverklaring – Procesbelang – Noodzaak van bestaand en daadwerkelijk belang

      (Art. 230 EG; beschikking 97/413 van de Raad, art. 4, lid 2; beschikkingen van de Commissie 98/125, bijlage, punt 3.3, en 2003/245)

    2. Beroep tot nietigverklaring – Natuurlijke of rechtspersonen – Handelingen die hen rechtstreeks en individueel raken

      (Art. 230, vierde alinea, EG; beschikking 2003/245 van de Commissie)

    3. Visserij – Gemeenschappelijk structuurbeleid – Meerjarige oriëntatieprogramma’s

      (Beschikking 97/413 van de Raad, art. 4, lid 2; beschikking 2003/245 van de Commissie)

    1.  Het procesbelang van een verzoeker moet, gelet op het voorwerp van het beroep, op straffe van niet-ontvankelijkheid bestaan in het stadium van de instelling van het beroep. Dit voorwerp van het geding moet, evenals het procesbelang, op straffe van afdoening zonder beslissing blijven bestaan tot aan de rechterlijke beslissing, hetgeen onderstelt dat de uitkomst van het beroep in het voordeel kan zijn van de partij die het heeft ingesteld.

      In dit verband heeft eenieder die, onder eerbiediging van de toepasselijke voorschriften, krachtens artikel 4, lid 2, van beschikking 97/413 inzake de doelstellingen en bepalingen voor de herstructurering, in de periode van 1 januari 1997 tot en met 31 december 2001, van de communautaire visserijsector met het oog op de totstandbrenging van een duurzaam evenwicht tussen de visbestanden en de exploitatie daarvan, en punt 3.3 van de bijlage bij beschikking 98/125 houdende goedkeuring van het meerjarig oriëntatieprogramma voor de vissersvloot van Ierland voor de periode van 1 januari 1997 tot en met 31 december 2001, een capaciteitsvergroting van bepaalde vissersvaartuigen heeft aangevraagd wegens verbeteringen op het punt van de veiligheid ten gevolge van de bouw van een vervangend vaartuig, vanzelfsprekend belang bij nietigverklaring van een beschikking waarbij de desbetreffende vergunning wordt geweigerd.

      De nietigverklaring van een beschikking van de Commissie waarbij de aangevraagde vergunning wordt geweigerd, heeft immers voor alle personen wier aanvragen zijn afgewezen, tot gevolg dat de afgifte van een vergunning opnieuw mogelijk wordt na een nieuw, door de Commissie te verrichten onderzoek van deze aanvragen. Wanneer een vergunning wordt afgegeven, impliceert dit dat alle nog te nemen stappen, daaronder begrepen, in voorkomend geval, de bouw van een vervangend vaartuig, om tot de aangevraagde capaciteitsvergroting te komen of om die te gebruiken, kunnen worden genomen onder eerbiediging van de eventueel toepasselijke voorwaarden en termijnen.

      Derhalve kan niet worden aangenomen dat de verzoekers die op de datum van de litigieuze beschikking nog niet waren begonnen met de bouw van de in bijlage II genoemde vaartuigen, zodat zij op die datum geen eigenaar daarvan waren, om die reden geen procesbelang hadden.

      (cf. punten 25, 32-34)

    2.  Degenen die niet adressaat van een beschikking zijn, kunnen slechts stellen individueel te worden geraakt in de zin van artikel 230, vierde alinea, EG, indien deze beschikking hen treft uit hoofde van zekere bijzondere hoedanigheden of van een feitelijke situatie welke hen ten opzichte van ieder ander karakteriseert en hen derhalve individualiseert op soortgelijke wijze als de adressaat.

      Verzoekers die op de datum van beschikking 2003/245 inzake de door de Commissie ontvangen aanvragen tot verhoging van de doelstellingen van meerjarig oriëntatieprogramma IV in verband met maatregelen ter verbetering van de veiligheid, de navigatie op zee, de hygiëne, de productkwaliteit en de arbeidsomstandigheden voor vaartuigen met een lengte over alles van meer dan 12 m, nog niet waren begonnen met de bouw van de in bijlage II daarbij genoemde vaartuigen, kunnen om die reden niet worden aangemerkt als niet individueel geraakt door genoemde beschikking, aangezien zij individuele aanvragen hadden ingediend voor verhoging van de veiligheidstonnage voor in die bijlage II opgenomen vaartuigen. In deze omstandigheden vormt de indiening van deze aanvragen immers een gegeven dat hen ten opzichte van ieder ander kan karakteriseren en hen kan individualiseren op soortgelijke wijze als de adressaten van die beschikking.

      (cf. punten 36, 41)

    3.  Artikel 4, lid 2, van beschikking 97/413 inzake de doelstellingen en bepalingen voor de herstructurering, in de periode van 1 januari 1997 tot en met 31 december 2001, van de communautaire visserijsector met het oog op de totstandbrenging van een duurzaam evenwicht tussen de visbestanden en de exploitatie daarvan, stelt geen beperking aan de ouderdom van het vaartuig dat in aanmerking kan komen voor een capaciteitsvergroting op het punt van de veiligheid. Het in die bepaling bedoelde begrip „verbeteringen” verwijst niet naar verbeteringen aan een specifiek vaartuig, maar aan de nationale vloot. Ter verzekering van de met deze beschikking nagestreefde doelstelling van instandhouding van de visbestanden in de communautaire wateren, is het dus niet noodzakelijk dat nieuwe vaartuigen van de bij deze bepaling ingestelde regeling worden uitgesloten.

      Mitsdien heeft de Commissie, door in beschikking 2003/245 inzake de door de Commissie ontvangen aanvragen tot verhoging van de doelstellingen van meerjarig oriëntatieprogramma IV in verband met maatregelen ter verbetering van de veiligheid, de navigatie op zee, de hygiëne, de productkwaliteit en de arbeidsomstandigheden voor vaartuigen met een lengte over alles van meer dan 12 m, criteria op te nemen die niet waren voorzien in de in casu toepasselijke regeling, de grenzen van haar bevoegdheden overschreden.

      (cf. punten 46-47)

    Top