Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62005CJ0152

    Samenvatting van het arrest

    Zaak C-152/05

    Commissie van de Europese Gemeenschappen

    tegen

    Bondsrepubliek Duitsland

    „Niet-nakoming — Artikelen 18 EG, 39 EG en 43 EG — Nationale wettelijke regeling — Voorwaarden voor toekenning van subsidie voor bouwen of verwerven van eigen woning — Woning die op grondgebied van lidstaat moet zijn gelegen”

    Conclusie van advocaat-generaal Y. Bot van 28 juni 2007   I - 41

    Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 17 januari 2008   I - 57

    Samenvatting van het arrest

    1. Beroep wegens niet-nakoming – Precontentieuze procedure – Ingebrekestelling

      (Art. 226 EG)

    2. Vrij verkeer van personen – Werknemers – Vrijheid van vestiging – Burgerschap van Europese Unie

      (Art. 18 EG, 39 EG en 43 EG)

    1.  Het met redenen omkleed advies moet een coherente en gedetailleerde uiteenzetting bevatten van de redenen die de Commissie tot de overtuiging hebben gebracht, dat de betrokken lidstaat een van de krachtens het EG-Verdrag op hem rustende verplichtingen niet is nagekomen. Daarentegen kunnen niet dezelfde strenge eisen worden gesteld aan de nauwkeurigheid van de aanmaningsbrief, die noodzakelijkerwijze niet meer kan bevatten dan een eerste beknopte samenvatting van de grieven. Niets belet de Commissie dus om de grieven die zij in de aanmaningsbrief in meer algemene termen heeft geformuleerd, in haar met redenen omkleed advies gedetailleerd uiteen te zetten.

      (cf. punt 10)

    2.  Een lidstaat die op grond van zijn wettelijke regeling de in een andere lidstaat gelegen woningen uitsluit van de eigenwoningsubsidie voor onbeperkt inkomstenbelastingplichtigen, komt de krachtens de artikelen 18 EG, 39 EG en 43 EG op hem rustende verplichtingen niet na.

      Deze wettelijke regeling heeft immers een ontmoedigende werking voor de in genoemde lidstaat onbeperkt inkomstenbelastingplichtigen die het uit de artikelen 18 EG, 39 EG en 43 EG voortvloeiende recht op vrij verkeer genieten en in een andere lidstaat een woning willen bouwen of verwerven om er zelf in te gaan wonen. Een dergelijke beperking wordt niet gerechtvaardigd door het doel om het bouwen van woningen op het grondgebied van genoemde lidstaat aan te moedigen teneinde aldus een toereikend immobiliënaanbod te verzekeren, aangezien zij verder gaat dan noodzakelijk is om dit doel te bereiken.

      (cf. punten 24, 27, 31, dictum 1)

    Top