Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62005CJ0457

    Samenvatting van het arrest

    Trefwoorden
    Samenvatting

    Trefwoorden

    1. Harmonisatie van wetgevingen – Voorverpakking van vloeistoffen – Richtlijn 75/106

    (Art. 28 EG; richtlijn 75/106 van de Raad, zoals gewijzigd bij de Toetredingsakte van 2003, art. 5, lid 3, sub b en d, en bijlage III, punt 4)

    2. Vrij verkeer van goederen – Kwantitatieve beperkingen – Maatregelen van gelijke werking

    (Art. 28 EG; richtlijn 75/106 van de Raad, zoals gewijzigd bij de Toetredingsakte van 2003, art. 5, lid 3, sub b en d, en bijlage III, punt 4)

    Samenvatting

    1. Gelet op de algemene opzet en de doelstelling van richtlijn 75/106 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake het voorverpakken naar volume van bepaalde vloeistoffen in voorverpakkingen met bepaalde inhoud, en het beginsel van het vrije verkeer van goederen dat door artikel 28 EG wordt gewaarborgd, moet artikel 5, lid 3, sub d, van die richtlijn aldus worden uitgelegd dat voorverpakkingen met een nominaal volume van 0,071 liter, die de in bijlage III, punt 4, bij dezelfde richtlijn vermelde producten bevatten en in Ierland of in het Verenigd Koninkrijk rechtmatig worden vervaardigd en in de handel worden gebracht, ook in de andere lidstaten in de handel mogen worden gebracht.

    Een andersluidende uitlegging zou niet kunnen worden gerechtvaardigd door een dwingend vereiste van consumentenbescherming.

    Ofschoon richtlijn 75/106 volgens de bewoordingen van de vierde overweging van de considerans ervan ertoe strekt te voorkomen dat de consument wordt misleid door nominale volumina die te dicht bij elkaar liggen, kan een dergelijk risico als uitgesloten worden beschouwd als wordt uitgegaan van de normaal geïnformeerde, redelijk omzichtige en oplettende, gemiddelde consument.

    Artikel 4, lid 1, van richtlijn 75/106 legt ten aanzien van de daarin genoemde voorverpakkingen immers de verplichting op om op het etiket de nettohoeveelheid vloeistof in de verpakking, uitgedrukt in volume-eenheden, te vermelden, waardoor wordt voorkomen dat bij de gemiddelde consument verwarring ontstaat tussen twee volumes, en deze consument met het vastgestelde verschil in volume rekening kan houden bij zijn vergelijking van de prijzen van eenzelfde vloeistof in twee verschillende verpakkingen.

    In dit verband vertoont een nominaal volume als dat van 0,071 liter, dat zich tussen de nominale volumina van 0,05 liter en 0,10 liter uit het communautaire gamma van voor die producten toegestane nominale volumina, genoemd in bijlage III, punt 4, van richtlijn 75/106 bevindt, ten opzichte van elk van deze beide volumina een voldoende groot verschil om elke verwarring bij de gemiddelde consument te voorkomen.

    Ten slotte moet rekening worden gehouden met de verplichting die voortvloeit uit richtlijn 98/6 betreffende de bescherming van de consument inzake de prijsaanduiding van aan de consument aangeboden producten, om ongeacht het nominale volume van de voorverpakking de verkoopprijs per meeteenheid aan te geven.

    (cf. punten 27‑31, dictum 1)

    2. De algemene opzet en de doelstelling van richtlijn 75/106 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake het voorverpakken naar volume van bepaalde vloeistoffen in voorverpakkingen met bepaalde inhoud, en het beginsel van het vrije verkeer van goederen verzetten zich tegen het uit artikel 5, lid 3, sub b, tweede alinea, laatste volzin, van die richtlijn, gelezen in samenhang met lid 3, sub d, van datzelfde artikel voortvloeiende verbod om de in bijlage III, punt 4, bij diezelfde richtlijn vermelde producten in voorverpakkingen van 0,071 liter vanuit andere lidstaten dan Ierland en het Verenigd Koninkrijk in de handel te brengen.

    Nu genoemde voorverpakkingen op grond van die bepalingen alleen vanuit die twee lidstaten in de handel mogen worden gebracht, kan een dergelijk verbod immers het intracommunautaire handelsverkeer belemmeren, aangezien het tot gevolg kan hebben dat de vervaardiging en de verhandeling van die voorverpakkingen voor in de andere lidstaten gevestigde fabrikanten moeilijker en duurder worden, zo het deze al niet ontmoedigt om dergelijke voorverpakkingen in de handel te brengen.

    Dit verhandelingsverbod kan niet worden gerechtvaardigd, daar het duidelijk in strijd is met een van de door richtlijn 75/106 zelf nagestreefde doelstellingen, te weten de opheffing van belemmeringen van het vrije verkeer van voorverpakkingen die de vloeistoffen bedoeld in bijlage III bij deze richtlijn bevatten, en bijgevolg van het risico dat de consument in verwarring wordt gebracht.

    Voor zover de in artikel 5, lid 3, sub d, van richtlijn 75/106 voorziene mogelijkheid om voorverpakkingen met een maximaal volume van 0,071 liter alleen vanuit Ierland of het Verenigd Koninkrijk in de handel te brengen permanent wordt ingeruimd, kan deze mogelijkheid geen rechtvaardiging vinden in de door deze bepaling nagestreefde doelstelling, aangezien zij verder gaat dan noodzakelijk is ter bereiking van die doelstelling, te weten, zoals volgt uit de zesde overweging van de considerans van richtlijn 75/106, deze twee lidstaten in staat te stellen de moeilijkheden te overwinnen die het gevolg zijn van een snelle wijziging van het in hun nationale wetgeving vastgelegde beginsel met betrekking tot het vullen en het organiseren van de nieuwe controlemethoden, alsook het veranderen van meeteenhedenstelsel.

    Bijgevolg is artikel 5, lid 3, sub b, tweede alinea, laatste volzin, van richtlijn 75/106, gelezen in samenhang met lid 3, sub d, van dat artikel, ongeldig voor zover dit het nominale volume van 0,071 liter uitsluit van het geharmoniseerde communautaire gamma van nominale volumina vermeld in bijlage III, punt 4, kolom I, bij die richtlijn.

    (cf. punten 32‑33, 35-37, 39, dictum 2)

    Top