Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 61999CJ0309

    Samenvatting van het arrest

    Trefwoorden
    Samenvatting

    Trefwoorden

    1. Mededinging - Gemeenschapsregels - Onderneming - Begrip - Advocaten - Daaronder begrepen

    [EG-Verdrag, art. 85, 86 en 90 (thans art. 81 EG, 82 EG en 86 EG)]

    2. Mededinging - Mededingingsregelingen - Besluiten van ondernemersverenigingen - Begrip - Verordening van orde van advocaten van lidstaat inzake samenwerking tussen advocaten en andere vrije beroepen - Daaronder begrepen

    [EG-Verdrag, art. 85 (thans art. 81 EG)]

    3. Mededinging - Mededingingsregelingen - Aantasting van mededinging - Verbod van samenwerking tussen advocaten en accountants uitgevaardigd door orde van advocaten van lidstaat - Beoordeling met inaanmerkingneming van algehele context van verbod - Rechtvaardiging - Goede uitoefening van beroep van advocaat

    [EG-Verdrag, art. 85, lid 1 (thans art. 81, lid 1, EG)]

    4. Mededinging - Machtspositie - Collectieve machtspositie - Begrip - Orde van advocaten van lidstaat - Daarvan uitgesloten

    [EG-Verdrag, art. 86 (thans art. 82 EG)]

    5. Vrij verkeer van personen - Vrijheid van vestiging - Vrij verrichten van diensten - Verdragsbepalingen - Werkingssfeer - Niet-publiekrechtelijke regelingen die op collectieve wijze werkzaamheid als zelfstandige en verrichten van diensten beogen te regelen - Daaronder begrepen

    [EG-Verdrag, art. 52 en 59 (thans, na wijziging, art. 43 EG en 49 EG)]

    6. Vrij verkeer van personen - Vrijheid van vestiging - Vrij verrichten van diensten - Beperkingen - Verbod van samenwerking tussen advocaten en accountants uitgevaardigd door orde van advocaten van lidstaat - Rechtvaardiging - Goede uitoefening van beroep van advocaat

    [EG-Verdrag, art. 52 en 59 (thans, na wijziging, art. 43 EG en 49 EG)]

    Samenvatting

    1. Advocaten oefenen een economische activiteit uit en zijn derhalve ondernemingen in de zin van de artikelen 85, 86 en 90 van het Verdrag (thans artikelen 81 EG, 82 EG en 86 EG); daaraan doet niet af dat hun diensten complex en technisch van aard zijn, noch dat de uitoefening van hun beroep aan regels gebonden is. Advocaten bieden namelijk tegen beloning diensten aan op het gebied van de rechtshulp, bestaande uit het geven van adviezen, het redigeren van contracten en andere stukken alsmede de vertegenwoordiging en de verdediging van de cliënt in rechte. Voorts dragen zij de aan de uitoefening van hun activiteiten verbonden financiële risico's, omdat zij in geval van een verschil tussen uitgaven en inkomsten zelf het tekort dragen.

    ( cf. punten 48-49 )

    2. Wanneer een orde van advocaten van een lidstaat een verordening inzake de samenwerking tussen advocaten en andere vrije beroepen vaststelt, vervult zij niet een op het solidariteitsbeginsel berustende sociale taak, noch oefent zij typische overheidsprerogatieven uit. De orde treedt op als het regulerend orgaan van een beroep waarvan de uitoefening een economische activiteit is.

    De omstandigheid dat de bestuursorganen van een orde van advocaten uitsluitend zijn samengesteld uit advocaten die enkel door beroepsgenoten worden gekozen, en dat de orde van advocaten, wanneer zij handelingen als voornoemde verordening vaststelt, evenmin een aantal criteria van algemeen belang in acht hoeft te nemen, wettigt de conclusie dat een dergelijke beroepsorganisatie die over verordenende bevoegdheid beschikt, niet aan de toepassing van artikel 85 van het Verdrag (thans artikel 81 EG) kan ontsnappen.

    Bovendien valt voornoemde verordening niet buiten de sfeer van het economisch verkeer, gelet op de invloed van deze verordening op het gedrag van de leden van de orde van advocaten op de markt voor juridische dienstverlening als gevolg van het daarin vervatte verbod van bepaalde multidisciplinaire samenwerkingsverbanden.

    Tot slot is het van weinig belang dat de orde van advocaten een publiekrechtelijke instelling is. Artikel 85 van het Verdrag is immers volgens zijn eigen bewoordingen van toepassing op overeenkomsten tussen ondernemingen en besluiten van ondernemersverenigingen. Het juridisch kader waarin dergelijke overeenkomsten worden gesloten en dergelijke besluiten worden genomen, alsmede de juridische kwalificatie die in de verschillende nationale rechtsordes aan dit kader wordt gegeven, zijn niet van invloed op de toepasselijkheid van de communautaire mededingingsregels en inzonderheid van artikel 85 van het Verdrag.

    Hieruit volgt dat een verordening inzake de samenwerking van advocaten met andere vrije beroepen, die is vastgesteld door een dergelijke orde van advocaten, als een besluit van een ondernemersvereniging in de zin van artikel 85, lid 1, van het Verdrag moet worden aangemerkt.

    ( cf. punten 58, 60-63, 65-66, 71, dictum 1 )

    3. Een verbod van geïntegreerde samenwerkingsverbanden tussen advocaten en accountants, zoals neergelegd in een door de orde van advocaten van een lidstaat vastgestelde verordening, beperkt de productie en de technische ontwikkeling in de zin van artikel 85, lid 1, sub b, van het Verdrag (thans artikel 81, lid 1, sub b, EG).

    Niet elke overeenkomst tussen ondernemingen of elk besluit van een ondernemersvereniging die de handelingsvrijheid van de partijen of van een van hen beperkt, valt echter automatisch onder het verbod van artikel 85, lid 1, van het Verdrag. Bij de toepassing van deze bepaling op een concreet geval moet namelijk in de eerste plaats rekening worden gehouden met de algehele context waarbinnen het betrokken besluit van de ondernemersvereniging is genomen of zijn werking ontplooit, en meer in het bijzonder met de doelstellingen daarvan, welke in casu verband houden met de noodzaak om regels vast te stellen inzake organisatie, bekwaamheid, deontologie, toezicht en aansprakelijkheid, die aan de eindgebruikers van juridische diensten de nodige garantie van integriteit en ervaring bieden en een goede rechtsbedeling verzekeren. Vervolgens moet worden onderzocht, of de daaruit voortvloeiende beperkende gevolgen voor de mededinging inherent zijn aan deze nagestreefde doeleinden.

    Hierbij moet rekening worden gehouden met het juridisch kader dat in de betrokken lidstaat geldt voor enerzijds de advocaten en de orde van advocaten, waarbij alle in deze lidstaat ingeschreven advocaten zijn aangesloten, en anderzijds de accountants.

    Een verordening inzake de samenwerking tussen advocaten en andere vrije beroepen, die is vastgesteld door een instelling als de orde van advocaten van een lidstaat, maakt derhalve geen inbreuk op artikel 85, lid 1, van het Verdrag, aangezien deze instelling zich redelijkerwijs op het standpunt mocht stellen dat voornoemde regeling, niettegenstaande de daaruit voortvloeiende mededingingbeperkende gevolgen, noodzakelijk is voor de goede uitoefening van het beroep van advocaat, zoals dit in de betrokken lidstaat is georganiseerd.

    ( cf. punten 90, 97-98, 110, dictum 2 )

    4. Aangezien de orde van advocaten van een lidstaat geen economische activiteit uitoefent, is zij geen onderneming in de zin van artikel 86 van het Verdrag (thans artikel 82 EG). Zij kan evenmin als een groep van ondernemingen in de zin van deze bepaling worden aangemerkt, omdat de in een lidstaat ingeschreven advocaten niet door zodanige banden met elkaar verenigd zijn dat zij hun optreden op de markt kunnen coördineren en zodoende de onderlinge mededinging kunnen afschaffen. De advocatuur is immers weinig geconcentreerd en zeer heterogeen en kent een grote onderlinge concurrentie. Bij gebreke van voldoende onderlinge structurele banden kunnen advocaten niet geacht worden een collectieve machtspositie in de zin van artikel 86 van het Verdrag in te nemen.

    ( cf. punten 112-114 )

    5. Het bepaalde in de artikelen 52 en 59 van het Verdrag (thans, na wijziging, artikel 43 EG en 49 EG) strekt zich ook uit tot niet-publiekrechtelijke regelingen die op collectieve wijze de werkzaamheid als zelfstandige en de verrichting van diensten beogen te regelen. Immers, de opheffing tussen de lidstaten van belemmeringen voor het vrije verkeer van personen en het vrij verrichten van diensten zou in gevaar worden gebracht, indien de opheffing van door de staten ingevoerde belemmeringen kon worden ontkracht door belemmeringen die voortvloeien uit handelingen die door niet onder het publiekrecht vallende verenigingen of lichamen krachtens hun eigen rechtsbevoegdheid worden verricht.

    ( cf. punt 120 )

    6. De artikelen 52 en 59 van het Verdrag (thans, na wijziging, artikel 43 EG en 49 EG) verzetten zich niet tegen een nationale regeling als een verordening inzake de samenwerking tussen advocaten en andere vrije beroepen, die is vastgesteld door de orde van advocaten van een lidstaat, die elk geïntegreerd samenwerkingsverband tussen advocaten en accountants verbiedt, aangezien deze redelijkerwijs noodzakelijk kon worden geacht ter verzekering van de goede uitoefening van het beroep van advocaat, zoals dat in de betrokken lidstaat is georganiseerd.

    ( cf. punt 123, dictum 4 )

    Top