This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62000CJ0215
Samenvatting van het arrest
Samenvatting van het arrest
1. Sociale zekerheid van migrerende werknemers - Werkloosheid - Werkloze die zich naar andere lidstaat begeeft - Behoud van recht op uitkeringen - Uitlegging met inachtneming van nationaal recht van eerste lidstaat
(Verordening nr. 1408/71 van de Raad, art. 69, lid 1, sub a)
2. Sociale zekerheid van migrerende werknemers - Werkloosheid - Werkloze die zich naar andere lidstaat begeeft - Behoud van recht op uitkeringen - Voorwaarden - Ter beschikking blijven van diensten voor arbeidsbemiddeling van bevoegde lidstaat
(Verordening nr. 1408/71 van de Raad, art. 69, lid 1, sub a)
1. Artikel 69 van verordening nr. 1408/71, zoals gewijzigd en bijgewerkt bij verordening nr. 118/97, biedt de werkloze werknemer met het oog op het zoeken van werk in een andere lidstaat de mogelijkheid gedurende een bepaalde periode te worden vrijgesteld van de door de verschillende nationale wettelijke regelingen opgelegde verplichting ter beschikking te blijven van de diensten voor arbeidsbemiddeling van de bevoegde staat, zonder dat hij daardoor zijn recht op werkloosheidsuitkeringen jegens deze staat verliest. Deze bepaling is niet gewoon een maatregel ter coördinatie van de nationale wettelijke regelingen op het gebied van de sociale zekerheid. Zij schept ten gunste van de werknemers die ervan gebruik willen maken, een autonome, van het nationale recht afwijkende regeling, die in alle lidstaten eenvormig moet worden uitgelegd, ongeacht de nationale wettelijke regeling inzake het behoud en het verlies van het recht op uitkeringen. Artikel 69, lid 1, van verordening nr. 1408/71 moet dus worden geacht uitputtende voorwaarden te behelzen, zodat de bevoegde instanties van de lidstaten geen extra voorwaarden mogen stellen. Om te bepalen of aan bepaalde voorwaarden van dat artikel is voldaan, dient evenwel te worden uitgegaan van het nationale recht van de lidstaat die de werkloze verlaat, of van die waar hij zich naartoe begeeft. Voor de eenvormige toepassing van deze bepaling in alle lidstaten, die vereist is voor de verwezenlijking van het doel ervan, namelijk bijdragen tot het vrije verkeer van werknemers overeenkomstig artikel 42 EG, hoeven de modaliteiten van inschrijving van een werknemer als werkzoekende en de voorwaarden waaronder hij wordt geacht ter beschikking van de diensten voor arbeidsbemiddeling van de bevoegde lidstaat te zijn gebleven, namelijk niet in alle lidstaten eenvormig te zijn geregeld. De vraag onder welke voorwaarden iemand kan worden geacht ter beschikking van de diensten voor arbeidsbemiddeling van de bevoegde lidstaat te zijn gebleven in de zin van artikel 69, lid 1, sub a, moet worden beantwoord volgens het nationale recht van deze staat.
( cf. punten 17-19, 25, 27, dictum 1 )
2. Artikel 69, lid 1, sub a, van verordening nr. 1408/71, zoals gewijzigd en bijgewerkt bij verordening nr. 118/97, moet aldus worden uitgelegd dat een werkzoekende zijn recht op werkloosheidsuitkeringen in de zin van deze bepaling slechts behoudt, indien hij na de aanvang van zijn werkloosheid gedurende een totaal van ten minste vier weken ter beschikking van de diensten voor arbeidsbemiddeling van de bevoegde staat is gebleven, ongeacht of het al dan niet om een ononderbroken periode gaat.
( cf. punt 32, dictum 2 )