This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 61996CJ0274
Samenvatting van het arrest
Samenvatting van het arrest
1 Gemeenschapsrecht - Beginselen - Gelijke behandeling - Discriminatie op grond van nationaliteit - Verbod - Werkingssfeer - Onderdanen van lidstaten die zich naar andere lidstaat begeven om aldaar diensten te ontvangen of te kunnen ontvangen en die recht van vrij verkeer bedoeld in artikel 8 A van Verdrag genieten - Daaronder begrepen
(EG-Verdrag, art. 6, 8 A en 59)
2 Gemeenschapsrecht - Beginselen - Gelijke behandeling - Discriminatie op grond van nationaliteit - Verbod - Werkingssfeer - Nationale wettelijke regeling inzake taalgebruik in strafzaken - Daaronder begrepen - Voorwaarden
(EG-Verdrag, art. 6)
3 Gemeenschapsrecht - Beginselen - Gelijke behandeling - Discriminatie op grond van nationaliteit - Nationale wettelijke regeling inzake taalgebruik in strafzaken - Discriminatie van onderdanen van andere lidstaten die gebruik maken van hun recht van vrij verkeer - Verbod
(EG-Verdrag, art. 6)
1 Tot de door het gemeenschapsrecht geregelde situaties waarvoor het in artikel 6 van het Verdrag neergelegde verbod van "elke discriminatie op grond van nationaliteit" geldt, behoren met name die welke vallen onder het door artikel 59 van het Verdrag verleende recht van vrijheid van dienstverrichting. Derhalve vallen de onderdanen van de lidstaten die zich, zonder gebruik te maken van een andere door het Verdrag gewaarborgde vrijheid, naar een andere lidstaat begeven om aldaar diensten te ontvangen of te kunnen ontvangen, onder die bepaling en kunnen zij zich vrijelijk begeven naar en zich verplaatsen in de lidstaat waar de diensten worden ontvangen. Overigens bepaalt artikel 8 A van het Verdrag: "Iedere burger van de Unie heeft het recht vrij op het grondgebied van de lidstaten te reizen en te verblijven, onder voorbehoud van de beperkingen en voorwaarden die bij dit Verdrag en de bepalingen ter uitvoering daarvan zijn vastgesteld."
2 Het door een nationale wettelijke regeling toegekende recht te verzoeken om behandeling van een strafzaak in een andere taal dan de hoofdtaal van de betrokken staat, valt binnen de werkingssfeer van het Verdrag en moet in overeenstemming zijn met artikel 6 daarvan.
Het strafrecht en het strafprocesrecht behoren in het algemeen weliswaar tot de bevoegdheid van de lidstaten, doch het gemeenschapsrecht stelt grenzen aan die bevoegdheid. Dergelijke bepalingen mogen namelijk niet leiden tot discriminatie van personen aan wie het gemeenschapsrecht het recht op gelijke behandeling toekent, noch de door dit recht gewaarborgde fundamentele vrijheden beperken.
3 Artikel 6 van het Verdrag staat in de weg aan een nationale wettelijke regeling die burgers die een bepaalde andere taal dan de hoofdtaal van de betrokken lidstaat spreken en op het grondgebied van een bepaalde gemeenschap wonen, het recht toekent te verzoeken om behandeling van de strafzaak in hun taal, wanneer dit recht wordt onthouden aan onderdanen van andere lidstaten die dezelfde taal spreken en op dat grondgebied reizen en verblijven.