Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 61995CJ0269

    Samenvatting van het arrest

    Trefwoorden
    Samenvatting

    Trefwoorden

    1 Verdrag betreffende de rechterlijke bevoegdheid en de tenuitvoerlegging van beslissingen - Bevoegdheid inzake door consumenten gesloten overeenkomsten - Begrip "consument" - Verzoeker die overeenkomst heeft gesloten met oog op uitoefening van toekomstige beroepsactiviteit - Daarvan uitgesloten

    (EEG-Executieverdrag, art. 13, eerste alinea, en 14, eerste alinea, zoals gewijzigd bij het Toetredingsverdrag van 1978)

    2 Verdrag betreffende de rechterlijke bevoegdheid en de tenuitvoerlegging van beslissingen - Door partijen aangewezen bevoegde rechter - Overeenkomst tot aanwijzing van bevoegde rechter - Draagwijdte van exclusieve bevoegdheid van aangewezen rechter - Vordering tot vaststelling van nietigheid van hoofdovereenkomst - Daaronder begrepen

    (EEG-Executieverdrag, art. 17, eerste alinea)

    Samenvatting

    3 In het kader van de bijzondere regeling van de artikelen 13 e.v. van het Verdrag van 27 september 1968 betreffende de rechterlijke bevoegdheid en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken, vallen enkel overeenkomsten die worden gesloten om te voorzien in de consumptiebehoeften van een persoon als particulier, onder de bepalingen ter bescherming van de consument, die als de economisch zwakkere partij wordt beschouwd. Daarentegen vindt de met deze bepalingen beoogde bijzondere bescherming geen rechtvaardiging in geval van overeenkomsten die een - zij het ook voor de toekomst bedoelde - beroepsactiviteit tot doel hebben, aangezien het toekomstige karakter van een activiteit niets afdoet aan de bedrijfs- of beroepsmatige aard ervan. Bijgevolg ziet de betrokken regeling uitsluitend op overeenkomsten die los en onafhankelijk van enige bestaande of toekomstige bedrijfs- of beroepsmatige activiteit of doelstelling worden gesloten, zodat een verzoeker die een overeenkomst heeft gesloten met het oog op een nog niet uitgeoefende, maar toekomstige beroepsactiviteit, niet als consument in de zin van de artikelen 13, eerste alinea, en 14, eerste alinea, Executieverdrag kan worden beschouwd.

    4 Artikel 17 van het Verdrag van 27 september 1968 betreffende de rechterlijke bevoegdheid en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken heeft tot doel, dat op duidelijke en nauwkeurige wijze een gerecht van een Verdragsluitende Staat wordt aangewezen dat bij uitsluiting bevoegd is overeenkomstig de wilsovereenstemming van partijen, die met inachtneming van de in dat artikel vermelde strikte vormvereisten tot uitdrukking is gebracht. De door deze bepaling gewilde rechtszekerheid zou gemakkelijk in gevaar kunnen komen, indien een overeenkomstsluitende partij deze verdragsregel opzij zou kunnen zetten door de enkele bewering, dat de gehele overeenkomst, waarin het beding is opgenomen, om aan het toepasselijke materiële recht ontleende redenen nietig is. Bijgevolg is het gerecht van een Verdragsluitende Staat, dat in een volgens artikel 17, eerste alinea, Executieverdrag geldig tot stand gekomen bevoegdheidsbeding bevoegd is verklaard, ook dan bij uitsluiting bevoegd, wanneer de rechtsvordering onder meer ertoe strekt, de nietigheid te doen vaststellen van de overeenkomst waarin dat beding is opgenomen. Voorts moet de nationale rechter bepalen, op welke geschillen het voor hem ingeroepen beding van toepassing is, en moet hij dus uitmaken, of dit beding eveneens ziet op alle gevallen waarin de geldigheid wordt betwist van de overeenkomst, waarin het beding is opgenomen.

    Top