This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 61994CJ0311
Samenvatting van het arrest
Samenvatting van het arrest
++++
1. Steunmaatregelen van de staten ° Verbod ° Afwijkingen ° Steun voor scheepsbouw ° Richtlijn 87/167 ° Minimumvoorwaarden ° Regels voor visserijsector die door Commissie in richtsnoeren zijn neergelegd ° Inaanmerkingneming van criteria die gelden op gebied van gemeenschappelijk visserijbeleid ° Toelaatbaarheid
(EEG-Verdrag, art. 42, 92 en 93; richtlijn 87/167 van Raad)
2. Steunmaatregelen van de staten ° Onderzoek door Commissie ° Opstelling van kaderregeling inzake staatssteun aan economische sector ° Regels voor visserijsector die door Commissie in richtsnoeren zijn neergelegd ° Aanvaarding door Lid-Staten ° Bindende werking ° Toepassing op steun voor bouw van vissersvaartuigen die binnen communautaire vloot zullen worden geëxploiteerd
(EEG-Verdrag, art. 93, lid 1)
1. Zowel uit haar rechtsgrondslag, te weten artikel 92, lid 3, sub d, EEG-Verdrag, thans artikel 92, lid 3, sub c, EG-Verdrag, als uit de bewoordingen van haar artikelen 1, sub d, tweede alinea, en 4, lid 1, blijkt, dat richtlijn 87/167 betreffende de steunverlening aan de scheepsbouw, betrekking heeft op een categorie van steunmaatregelen "die als verenigbaar met de gemeenschappelijke markt kunnen worden beschouwd". Hieruit volgt, dat een steunmaatregel voor de bouw van een vissersvaartuig niet noodzakelijkerwijs als verenigbaar met de gemeenschappelijke markt kan worden beschouwd op grond van het loutere feit, dat hij aan de voorwaarden van deze richtlijn voldoet, en dat de Commissie op grond van artikel 93, lid 3, van het Verdrag altijd dient na te gaan, of aan alle voorwaarden van verenigbaarheid met de gemeenschappelijke markt wordt voldaan.
In deze context dient de Commissie, gelet op in de eerste plaats de bij artikel 42, eerste alinea, van het Verdrag erkende voorrang van het landbouwbeleid boven de doelstellingen van het Verdrag op mededingingsgebied en in de tweede plaats het belang om het nuttig effect van het gemeenschappelijk beleid in de visserijsector te waarborgen, wanneer zij een in de visserijsector verleende steun beoordeelt, rekening te houden met de vereisten van het gemeenschappelijk beleid in die sector. Bij de uitoefening van haar bevoegdheden krachtens de artikelen 92 en 93 van het Verdrag kan zij dus richtsnoeren vaststellen voor het onderzoek van nationale steunmaatregelen in de visserijsector, volgens welke behalve met criteria van zuiver mededingingspolitieke aard ook rekening moet worden gehouden met de op het gebied van het gemeenschappelijk visserijbeleid toepasselijke criteria, ook al heeft de Raad haar niet uitdrukkelijk daartoe gemachtigd.
2. Door te bepalen, dat de Commissie te zamen met de Lid-Staten de in die staten bestaande steunregelingen aan een voortdurend onderzoek onderwerpt en aan laatstgenoemden de dienstige maatregelen voorstelt welke de geleidelijke ontwikkeling of de werking van de gemeenschappelijke markt vereist, houdt artikel 93, lid 1, van het Verdrag een verplichting tot regelmatige en periodieke samenwerking in, waaraan de Commissie noch een Lid-Staat zich voor een onbepaalde, van het eenzijdig goeddunken van de een dan wel de ander afhankelijke, periode kan onttrekken.
In het bijzonder is een Lid-Staat, waarop de uit artikel 93, lid 1, van het Verdrag voortvloeiende verplichting tot samenwerking rust en die de in de richtsnoeren neergelegde regels heeft aanvaard, welke de Commissie voor het onderzoek van nationale steunmaatregelen in de visserijsector heeft vastgesteld, gehouden deze toe te passen wanneer hij een beslissing neemt over een aanvraag om steun voor de bouw van een vissersvaartuig dat bestemd is om deel uit te maken van één van de vloten van de Gemeenschap, ongeacht de plaats waar met het vaartuig wordt gevist.