This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 61979CJ0041
Samenvatting van het arrest
Samenvatting van het arrest
1 . SOCIALE ZEKERHEID MIGRERENDE WERKNEMERS - WERKLOOSHEID - UITKERINGEN - WERKLOZE DIE ZICH NAAR EEN ANDERE LID-STAAT BEGEEFT - BEHOUD VAN HET RECHT OP UITKERING - REGELING VAN ARTIKEL 69 VAN VERORDENING NR . 1408/71 - DOEL
2 . SOCIALE ZEKERHEID MIGRERENDE WERKNEMERS - WERKLOOSHEID - UITKERINGEN - WERKLOZE DIE ZICH NAAR EEN ANDERE LID-STAAT BEGEEFT - BEHOUD VAN HET RECHT OP UITKERING - TERMIJN VAN DRIE MAANDEN - VERSTRIJKEN - VERLIES VAN HET RECHT OP UITKERING - OMVANG
( VERORDENING VAN DE RAAD NR . 1408/71 , ART . 69 , LID 2 )
3 . SOCIALE ZEKERHEID MIGRERENDE WERKNEMERS - WERKLOOSHEID - UITKERINGEN - WERKLOZE DIE ZICH NAAR EEN ANDERE LID-STAAT BEGEEFT - BEHOUD VAN HET RECHT OP UITKERING - VOORWAARDEN EN GRENZEN - VERENIGBAARHEID MET DE BEPALINGEN VAN HET EEG-VERDRAG
( EEG-VERDRAG , ART . 51 ; VERORDENING VAN DE RAAD NR . 1408/71 , ART . 69 )
4 . HANDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN - GELDIGHEID - INBREUK OP GRONDRECHTEN - BEOORDELING UITSLUITEND OP GROND VAN HET GEMEENSCHAPSRECHT
5 . GEMEENSCHAPSRECHT - ALGEMENE RECHTSBEGINSELEN - GRONDRECHTEN - EIGENDOMSRECHT - BESCHERMING IN DE COMMUNAUTAIRE RECHTSORDE
6 . SOCIALE ZEKERHEID MIGRERENDE WERKNEMERS - WERKLOOSHEID - UITKERINGEN - WERKLOZE DIE ZICH NAAR EEN ANDERE LID-STAAT BEGEEFT - BEHOUD VAN HET RECHT OP UITKERING - TERMIJN VAN DRIE MAANDEN - VERLENGING - BEOORDELINGSVRIJHEID NATIONALE AUTORITEITEN - GRENZEN - EVENREDIGHEIDSBEGINSEL
( VERORDENING VAN DE RAAD NR . 1408/71 , ART . 69 , LID 2 )
1 . ARTIKEL 69 VAN VERORDENING NR . 1408/71 IS NIET ENKEL EEN MAATREGEL TER COORDINATIE VAN DE NATIONALE WETTELIJKE REGELINGEN OP HET GEBIED VAN DE SOCIALE ZEKERHEID . TEN GUNSTE VAN DE WERKNEMERS DIE ERVAN GEBRUIK WILLEN MAKEN , SCHEPT HET EEN AUTONOME , VAN DE REGELS VAN NATIONAAL RECHT AFWIJKENDE REGELING , DIE IN ALLE LID-STATEN EENVORMIG MOET WORDEN UITGELEGD ONGEACHT DE DOOR DE NATIONALE WETTELIJKE REGELING VOOR HET BEHOUD EN HET VERLIES VAN HET RECHT OP UITKERINGEN VOORZIENE REGELING .
2 . ARTIKEL 69 , LID 2 , VAN VERORDENING NR . 1408/71 , VOLGENS HETWELK DE WERKNEMER DIE NA HET VERSTRIJKEN VAN DE IN ARTIKEL 69 , LID 1 , SUB C , BEDOELDE TERMIJN VAN DRIE MAANDEN TERUGKEERT NAAR DE BEVOEGDE STAAT ' ' ELK RECHT ' ' OP UITKERING KRACHTENS DE WETTELIJKE REGELING VAN DEZE STAAT VERLIEST , BEPERKT DIT VERLIES NIET TOT DE PERIODE TUSSEN HET VERSTRIJKEN VAN DE TERMIJN EN HET TIJDSTIP WAAROP DE WERKNEMER ZICH WEER TER BESCHIKKING STELT VAN DE DIENSTEN VOOR ARBEIDSBEMIDDELING VAN DE BEVOEGDE STAAT . DEZE WERKNEMER KAN INGEVOLGE ARTIKEL 69 , LID 2 , EERSTE VOLZIN , TEGENOVER DE BEVOEGDE STAAT DAN OOK GEEN AANSPRAAK MEER DOEN GELDEN OP UITKERINGEN , TENZIJ VOOR EEN BEDOELDE TERMIJN KRACHTENS ARTIKEL 69 , LID 2 , TWEEDE ZIN , WORDT VERLENGD .
3 . ARTIKEL 69 , LID 2 , VAN VERORDENING NR . 1408/71 IS NIET ONVERENIGBAAR MET DE BEPALINGEN VAN HET EEG-VERDRAG BETREFFENDE HET VRIJE VERKEER VAN WERKNEMERS , VOOR ZOVER HET HET RECHT OP BEHOUD VAN WERKLOOSHEIDSUITKERING BEPERKT IN DE TIJD EN AFHANKELIJK STELT VAN DE NALEVING VAN BEPAALDE VOORWAARDEN .
4 . DE VRAAG OF ER IN EEN HANDELING VAN EEN INSTELLING DER GEMEENSCHAPPEN EEN INBREUK OP GRONDRECHTEN BESLOTEN LIGT , KAN ALLEEN IN HET KADER VAN HET GEMEENSCHAPSRECHT WORDEN BEOORDEELD .
5 . HET EIGENDOMSRECHT BEHOORT TOT DE GRONDRECHTEN WAARVAN DE BESCHERMING IN DE COMMUNAUTAIRE RECHTSORDE WORDT GEWAARBORGD OVEREENKOMSTIG DE CONSTITUTIONELE TRADITIES WELKE AAN DE LID-STATEN GEMEEN ZIJN MET INACHTNEMING VAN DE INTERNATIONALE WILSVERKLARINGEN INZAKE DE BESCHERMING VAN DE RECHTEN VAN DE MENS WAARAAN DE LID-STATEN HEBBEN MEEGEWERKT OF WAARBIJ ZIJ ZICH HEBBEN AANGESLOTEN .
6 . OFSCHOON DE BEVOEGDE DIENSTEN EN ORGANEN VAN DE LID-STATEN BIJ HET BESLUIT OVER DE EVENTUELE VERLENGING VAN DE IN ARTIKEL 69 , LID 2 , VAN VERORDENING NR . 1408/71 BEDOELDE TERMIJN OVER EEN RUIME BEOORDELINGSVRIJHEID BESCHIKKEN , MOETEN ZIJ BIJ DE UITOEFENING VAN DEZE DISCRETIONAIRE BEVOEGDHEID REKENING HOUDEN MET HET EVENREDIGHEIDSBEGINSEL ALS ALGEMEEN BEGINSEL VAN HET GEMEENSCHAPSRECHT . BIJ EEN JUISTE TOEPASSING VAN DIT BEGINSEL DIENEN DE BEVOEGDE DIENSTEN EN ORGANEN IN ELK AFZONDERLIJK GEVAL DE TIJDSDUUR VAN DE OVERSCHRIJDING VAN DE BETROKKEN TERMIJN , DE REDEN VAN DE TE LATE TERUGKEER EN DE ERNST VAN DE RECHTSGEVOLGEN VAN EEN TE LATE TERUGKEER IN AANMERKING TE NEMEN .