Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62021TJ0249

    Arrest van het Gerecht (Vijfde kamer) van 3 mei 2023.
    SN tegen Europees Parlement.
    Institutioneel recht – Regeling inzake de kosten en vergoedingen van de leden van het Europees Parlement – Vergoeding voor parlementaire medewerkers – Terugvordering van de onterecht betaalde bedragen – Motiveringsplicht – Onafhankelijkheid van de leden van het Europees parlement – Beoordelingsfout.
    Zaak T-249/21.

    Court reports – general

    ECLI identifier: ECLI:EU:T:2023:233

     Arrest van het Gerecht (Vijfde kamer) van 3 mei 2023 – SN/Parlement

    (zaak T‑249/21) ( 1 )

    „Institutioneel recht – Regeling inzake de kosten en vergoedingen van de leden van het Europees Parlement – Vergoeding voor parlementaire medewerkers – Terugvordering van de onterecht betaalde bedragen – Motiveringsplicht – Onafhankelijkheid van de leden van het Europees parlement – Beoordelingsfout”

    1. 

    Europees Parlement – Regeling inzake de kosten en vergoedingen van de leden van het Parlement – Vergoeding voor parlementaire medewerkers – Controle op het gebruik van de vergoedingen voor parlementaire medewerkers – Bewijslast

    (Besluit van het Bureau van het Parlement houdende de uitvoeringsbepalingen van het statuut van de leden van het Parlement, art. 33, leden 1 en 2, en 68)

    (zie punten 28‑30, 36, 37, 95)

    2. 

    Gerechtelijke procedure – Inleidend verzoekschrift – Vormvereisten – Vaststelling van het voorwerp van het geschil – Summiere uiteenzetting van de aangevoerde middelen

    [Statuut van het Hof, art. 21, eerste alinea, en 53, eerste alinea; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 76, d)]

    (zie punt 42)

    3. 

    Europees Parlement – Leden – Onafhankelijkheid – Draagwijdte

    (Art. 2 en 10, leden 1 en 2, VEU)

    (zie punten 48, 49)

    4. 

    Europees Parlement – Leden – Kosten en vergoedingen – Terugvordering van ten onrechte betaalde bedragen – Besluit van de secretaris-generaal van het Parlement – Afbreuk aan de onafhankelijkheid van het betrokken lid van het Parlement – Geen

    (Besluit van het Bureau van het Parlement houdende de uitvoeringsbepalingen van het statuut van de leden van het Parlement, art. 68)

    (zie punten 52, 53, 55)

    5. 

    Handelingen van de instellingen – Motivering – Verplichting – Draagwijdte – Besluit van het Parlement waarbij de terugvordering van een ten onrechte betaalde vergoeding voor parlementaire medewerkers wordt gelast

    (Art. 296, tweede alinea, VWEU)

    (zie punten 66, 67)

    Dictum

    1) 

    Het besluit van de secretaris-generaal van het Europees Parlement van 21 december 2020 betreffende de terugvordering jegens SN van een bedrag van 196199,84 EUR dat ten onrechte werd uitgekeerd als vergoeding voor parlementaire medewerkers en de daarop betrekking hebbende debetnota van 15 januari 2021 worden nietig verklaard voor zover zij betrekking hebben op de bedragen die zijn uitgekeerd voor mei, juli en november 2016, juni 2017 en maart, april en november 2018.

    2) 

    Het beroep wordt verworpen voor het overige.

    3) 

    SN en het Parlement dragen hun eigen kosten, daaronder begrepen de kosten van de procedure in kort geding.


    ( 1 ) PB C 278 van 12.7.2021.

    Top