EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62021CO0518

Beschikking van het Hof (Zevende kamer) van 27 januari 2022.
FT e.a. tegen Europese Commissie.
Hogere voorziening – Artikel 181 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof – Openbare dienst – Ambtenaren en andere personeelsleden – Beloning – In een derde land tewerkgesteld personeel van de Europese Commissie – Actualisering van de aanpassingscoëfficiënten die op hun bezoldiging van toepassing zijn – Kennelijke beoordelingsfouten – Terugwerkende kracht – Terugvordering van het onverschuldigd betaalde – Hogere voorziening kennelijk niet-ontvankelijk.
Zaak C-518/21 P.

Court reports – general

ECLI identifier: ECLI:EU:C:2022:70

 Beschikking van het Hof (Zevende kamer) van 27 januari 2022 – FT e.a. / Commissie

(zaak C‑518/21 P)

„Hogere voorziening – Artikel 181 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof – Openbare dienst – Ambtenaren en andere personeelsleden – Beloning – In een derde land tewerkgesteld personeel van de Europese Commissie – Actualisering van de aanpassingscoëfficiënten die op hun bezoldiging van toepassing zijn – Kennelijke beoordelingsfouten – Terugwerkende kracht – Terugvordering van het onverschuldigd betaalde – Hogere voorziening kennelijk niet-ontvankelijk”

1. 

Hogere voorziening – Middelen – Loutere herhaling van de voor het Gerecht aangevoerde middelen en argumenten – Gestelde onjuiste rechtsopvatting niet aangewezen – Niet-ontvankelijkheid

[Art. 256, lid 1, VWEU; Statuut van het Hof van Justitie, art. 58, eerste alinea; Reglement voor de procesvoering van het Hof, art. 168, lid 1, d), en art. 169, lid 2)]

(zie punten 4 [7, 8, 11], 5)

2. 

Gerechtelijke procedure – Inleidend verzoekschrift – Vormvereisten – Summiere uiteenzetting van de aangevoerde middelen – Abstracte formulering – Niet-ontvankelijkheid

(Statuut van het Hof van Justitie, art. 21; Reglement voor de procesvoering van het Hof, art. 169)

(zie punten 4 [9], 5)

3. 

Hogere voorziening – Middelen – Onjuiste beoordeling van de feiten en het bewijsmateriaal – Niet-ontvankelijkheid – Toetsing door het Hof van de beoordeling van de feiten en het bewijsmateriaal – Uitgesloten, behoudens geval van onjuiste opvatting

[Art. 256, lid 1, tweede alinea, VWEU; Statuut van het Hof van Justitie, art. 58, eerste alinea; Reglement voor de procesvoering van het Hof, art. 168, lid 1, d)]

(zie punten 4 [12, 13], 5)

4. 

Hogere voorziening – Middelen – Middel dat voor het eerst wordt aangevoerd in hogere voorziening – Niet-ontvankelijkheid

(Art. 256, lid 1, 2d alinea, VWEU; Statuut van het Hof van Justitie, art. 58, 1, Reglement voor de procesvoering van het Hof, art. 170, lid 1)

(zie punten 4 [14‑16], 5)

Dictum

1) 

De hogere voorziening wordt kennelijk niet-ontvankelijk verklaard.

2) 

FT, FU, FV, FY, FZ, GA, GB, GC, GD, GG, GE, GF, GH, GI, GJ, GK, GL, GM, GN, GO, GP, GQ, GR, GS, GT en GU dragen hun eigen kosten.

Top