Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62020CO0676

    Beschikking van het Hof (Negende kamer) van 31 maart 2023.
    Asociación Estatal de Entidades de Servicios de Atención a Domicilio (ASADE) tegen Consejería de Sanidad de la Diputación General de Aragón.
    Prejudiciële verwijzing - Artikel 53, lid 2, en artikel 99 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof - Zuiver interne situatie - Plaatsen van overheidsopdrachten - Richtlijn 2014/24/EU - Artikelen 74 tot en met 77 - Verrichten van sociale en gezondheidszorgdiensten - Gebruikmaking van akkoorden voor gecoördineerd optreden met privaatrechtelijke entiteiten zonder winstoogmerk - Diensten op de interne markt - Richtlijn 2006/123/EG - Werkingssfeer - Artikel 2, lid 2, onder f) en j).
    Zaak C-676/20.

    ECLI identifier: ECLI:EU:C:2023:289

     Beschikking van het Hof (Negende kamer) van 31 maart 2023 – ASADE

    (Zaak C‑676/20) ( 1 )

    Prejudiciële verwijzing - Artikel 53, lid 2, en artikel 99 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof - Zuiver interne situatie - Plaatsen van overheidsopdrachten - Richtlijn 2014/24/EU - Artikelen 74 tot en met 77 - Verrichten van sociale en gezondheidszorgdiensten - Gebruikmaking van akkoorden voor gecoördineerd optreden met privaatrechtelijke entiteiten zonder winstoogmerk - Diensten op de interne markt - Richtlijn 2006/123/EG - Werkingssfeer - Artikel 2, lid 2, onder f) en j)

    1. 

    Prejudiciële vragen – Ontvankelijkheid – Noodzaak om het Hof voldoende preciseringen over de feitelijke en juridische context te verstrekken – Omvang van die verplichting op het gebied van de fundamentele vrijheden – Vraag gerezen in een geding dat tot één lidstaat is beperkt – Geen aanwijzing van de aanknopingsfactor waaruit blijkt dat de gevraagde uitlegging noodzakelijk is voor de beslechting van het geding – Kennelijke niet-ontvankelijkheid

    (Art. 267 VWEU; Reglement voor de procesvoering van het Hof, art. 94)

    (zie punt 36)

    2. 

    Harmonisatie van de wetgevingen – Procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten – Richtlijn 2014/24 – Gunning van de opdrachten – Beginsel van gelijke behandeling van de inschrijvers en beginsel van transparantie – Draagwijdte – Verrichten van sociale en gezondheidsdiensten van algemeen belang – Overheidsopdrachten die zijn voorbehouden voor bepaalde categorieën van marktdeelnemers – Maximale looptijd van de opdracht langer dan drie jaar – Gebruikmaking van akkoorden voor gecoördineerd optreden met privaatrechtelijke entiteiten zonder winstoogmerk – Vergoeding van de door de dienstverlener gemaakte kosten – Toelaatbaarheid – Voorwaarden

    (Richtlijn 2014/24 van het Europees Parlement en de Raad, art. 75‑77, en bijlage XIV)

    (zie punten 43‑56, 59 en dictum)

    3. 

    Prejudiciële vragen – Ontvankelijkheid – Noodzaak van een prejudiciële beslissing en relevantie van de gestelde vragen – Beoordeling door de nationale rechter – Vermoeden van relevantie van de gestelde vragen

    (Art. 267 VWEU)

    (zie punt 61)

    4. 

    Vrijheid van vestiging – Vrij verrichten van diensten – Diensten op de interne markt – Richtlijn 2006/123 – Werkingssfeer – Omvang – Sociale en gezondheidsdiensten die niet binnen de werkingssfeer vallen – Begrippen – Gecoördineerde gezondheidsdiensten en bepaalde samenwerkings- en ondersteuningsdiensten voor de gezondheidszorg, zoals de overbrenging naar gezondheidscentra en de begeleiding van patiënten – Daaronder begrepen – Gevolgen – Uitsluiting van de werkingssfeer van de richtlijn

    [Richtlijn 2006/123 van het Europees Parlement en de Raad, art. 2, lid 2, f) en j)]

    (zie punten 62, 63, 65‑70)

    5. 

    Prejudiciële vragen – Bevoegdheid van het Hof – Grenzen – Kennelijk irrelevante vraag – Vraag die geen verband houdt met het voorwerp van het hoofdgeding – Kennelijke niet-ontvankelijkheid

    (Art. 267 EG; Reglement voor de procesvoering van het Hof, art. 53, lid 2)

    (zie punten 64, 71‑73)

    Dictum

    De artikelen 76 en 77 van richtlijn 2014/24/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van overheidsopdrachten en tot intrekking van richtlijn 2004/18/EG,

    moeten aldus worden uitgelegd dat

    zij niet in de weg staan aan een nationale regeling die aan entiteiten zonder winstoogmerk de mogelijkheid voorbehoudt om, met eerbiediging van de beginselen van bekendmaking, mededinging en transparantie, akkoorden te sluiten op basis waarvan deze entiteiten sociale of gezondheidszorgdiensten van algemeen belang verrichten in ruil voor de vergoeding van de door hen gemaakte kosten, ongeacht de geraamde waarde van deze diensten, wanneer met het gebruik van deze akkoorden wordt beoogd doelstellingen van solidariteit te verwezenlijken, zonder noodzakelijkerwijs het begrotingsevenwicht of –rendement van de verrichting van deze diensten te verbeteren ten opzichte van de regeling die algemeen van toepassing is op de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten, mits:

    ten eerste, het wettelijke en contractuele kader waarbinnen de werkzaamheid van deze entiteiten plaatsvindt daadwerkelijk bijdraagt aan de sociale doelstelling en aan het nastreven van de doelstellingen van solidariteit en kostenefficiëntie waarop deze regelgeving is gebaseerd, en

    ten tweede, het transparantiebeginsel, zoals met name is gespecificeerd in artikel 75 van deze richtlijn, wordt geëerbiedigd.


    ( 1 ) PB C 138 van 19.4.2021.

    Top