EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62020CO0088

Beschikking van het Hof (Zevende kamer) van 20 mei 2021.
Strafzaak tegen ENR Grenelle Habitat SARL e.a.
Prejudiciële verwijzing – Artikel 53, lid 2, en artikel 94 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof – Grondrechten – Beginsel ,ne bis in idem’ – Cumulatie van bestuursrechtelijke en strafrechtelijke sancties voor identieke feiten – Telefonische klantenwerving – Misleidende handelspraktijk – Ontoereikende motivering van de prejudiciële verwijzing – Kennelijke niet-ontvankelijkheid.
Zaak C-88/20.

Court reports – general – 'Information on unpublished decisions' section

ECLI identifier: ECLI:EU:C:2021:407

 Beschikking van het Hof (Zevende kamer) van 20 mei 2021 –
ENR Grenelle Habitat e.a.

(Zaak C‑88/20) ( 1 )

„Prejudiciële verwijzing – Artikel 53, lid 2, en artikel 94 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof – Grondrechten – Beginsel ,ne bis in idem’ – Cumulatie van bestuursrechtelijke en strafrechtelijke sancties voor identieke feiten – Telefonische klantenwerving – Misleidende handelspraktijk – Ontoereikende motivering van de prejudiciële verwijzing – Kennelijke niet-ontvankelijkheid”

Prejudiciële vragen – Ontvankelijkheid – Vragen gesteld zonder voldoende precisering van de feitelijke en juridische context en van de redenen waarom een antwoord op de prejudiciële vragen noodzakelijk is – Vragen gesteld in een context waarin een nuttig antwoord is uitgesloten – Kennelijke niet-ontvankelijkheid

(Art. 267 VWEU; Reglement voor de procesvoering van het Hof, art. 53, lid 2, en art. 94)

(zie punten 28-37, 39 en dictum)

Dictum

Het door de tribunal correctionnel de Bordeaux (Frankrijk) bij beslissing van 12 december 2019 ingediende verzoek om een prejudiciële beslissing is kennelijk niet-ontvankelijk.


( 1 ) PB C 161 van 11.5.2020.

Top