Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62019TJ0818

    Arrest van het Gerecht (Vijfde kamer) van 15 oktober 2020.
    Dvectis CZ s.r.o. tegen Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie.
    Gemeenschapsmodel – Nietigheidsprocedure – Ingeschreven gemeenschapsmodel dat een steunkussentje weergeeft – Ouder gemeenschapsmodel – Nietigheidsgrond – Geen eigen karakter – Geïnformeerde gebruiker – Mate van vrijheid van de ontwerper – Geen verschillende algemene indruk – Artikel 6 en artikel 25, lid 1, onder b), van verordening (EG) nr. 6/2002 – Motiveringsplicht.
    Zaak T-818/19.

    ECLI identifier: ECLI:EU:T:2020:486

     Arrest van het Gerecht (Vijfde kamer) van 15 oktober 2020 –
    Dvectis CZ/EUIPO – Yado (Steunkussentje)

    (Zaak T-818/19)

    „Gemeenschapsmodel – Nietigheidsprocedure – Ingeschreven gemeenschapsmodel dat een steunkussentje weergeeft – Ouder gemeenschapsmodel – Nietigheidsgrond – Geen eigen karakter – Geïnformeerde gebruiker – Mate van vrijheid van de ontwerper – Geen verschillende algemene indruk – Artikel 6 en artikel 25, lid 1, onder b), van verordening (EG) nr. 6/2002 – Motiveringsplicht”

    1. 

    Gemeenschapsmodellen – Nietigheidsgronden – Geen eigen karakter – Model dat bij de geïnformeerde gebruiker geen algemene indruk wekt die verschilt van de door het oudere model gewekte algemene indruk – Beoordelingscriteria – Vrijheid van de ontwerper

    [Verordening nr. 6/2002 van de Raad, art. 6 en art. 25, lid 1, b)]

    (zie punten 21, 46, 47)

    2. 

    Gemeenschapsmodellen – Aanvraag tot inschrijving – Voorwaarden – Opgave van de voortbrengselen

    (Verordening nr. 6/2002 van de Raad, art. 36, leden 2 en 6)

    (zie punten 30, 31)

    3. 

    Gemeenschapsmodellen – Nietigheidsgronden – Geen eigen karakter – Model dat bij de geïnformeerde gebruiker geen algemene indruk wekt die verschilt van de door het oudere model gewekte algemene indruk – Weergave van een steunkussentje

    [Verordening nr. 6/2002 van de Raad, art. 6, lid 1, en art. 25, lid 1, b)]

    (zie punten 40, 44, 52, 67-69)

    4. 

    Gemeenschapsmodellen – Nietigheidsgronden – Geen eigen karakter – Model dat bij de geïnformeerde gebruiker geen algemene indruk wekt die verschilt van de door het oudere model gewekte algemene indruk – Geïnformeerde gebruiker – Begrip

    [Verordening nr. 6/2002 van de Raad, art. 6, lid 1, en art. 25, lid 1, b)]

    (zie punten 41, 42)

    5. 

    Gemeenschapsmodellen – Nietigheidsgronden – Geen eigen karakter – Model dat bij de geïnformeerde gebruiker geen algemene indruk wekt die verschilt van de door het oudere model gewekte algemene indruk – Globale beoordeling van alle door het oudere model afgebeelde elementen

    [Verordening nr. 6/2002 van de Raad, art. 6, lid 1, en art. 25, lid 1, b)]

    (zie punten 54-56, 61, 62)

    6. 

    Gemeenschapsmodellen – Procedurevoorschriften – Motivering van de beslissingen – Artikel 62, eerste zin, van verordening nr. 6/2002 – Dezelfde draagwijdte als artikel 296 VWEU

    (Art. 296 VWEU; verordening nr. 6/2002 van de Raad, art. 62, eerste zin)

    (zie punten 73, 75)

    7. 

    Gemeenschapsmodellen – Beroepsprocedure – Beroep bij de Unierechter – Beslissing van een afdeling van het Bureau die deel uitmaakt van de context van de beslissing van de kamer van beroep

    (zie punt 78)

    8. 

    Handelingen van de instellingen – Motivering – Verplichting – Omvang – Middel inzake ontbrekende of ontoereikende motivering – Middel inzake onjuiste motivering – Onderscheid

    (Art. 296 VWEU)

    (zie punt 81)

    Voorwerp

    Beroep tegen de beslissing van de derde kamer van beroep van het EUIPO van 10 september 2019 (zaak R 513/2018-3) inzake een nietigheidsprocedure tussen Yado en Dvectis CZ

    Dictum

    1) 

    Het beroep wordt verworpen.

    2) 

    Dvectis CZ s.r.o. wordt verwezen in de kosten.

    Top