This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62019CO0418
Beschikking van het Hof (Tiende kamer) van 29 januari 2020.
Silgan Closures GmbH en Silgan Holdings, Inc. tegen Europese Commissie.
Hogere voorziening – Artikel 181 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof – Mededinging – Artikel 101 VWEU – Overeenkomsten tussen ondernemingen – Markt voor metaalverpakkingen – Verordening (EG) nr. 773/2004 – Artikel 2, lid 1 – Besluit tot inleiding van de procedure – Beroep tot nietigverklaring – Niet-ontvankelijkheid – Handeling waartegen geen beroep kan worden ingesteld – Effectieve rechterlijke bescherming – Hogere voorziening die deels kennelijk niet-ontvankelijk en deels kennelijk ongegrond wordt verklaard.
Zaak C-418/19 P.
Beschikking van het Hof (Tiende kamer) van 29 januari 2020.
Silgan Closures GmbH en Silgan Holdings, Inc. tegen Europese Commissie.
Hogere voorziening – Artikel 181 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof – Mededinging – Artikel 101 VWEU – Overeenkomsten tussen ondernemingen – Markt voor metaalverpakkingen – Verordening (EG) nr. 773/2004 – Artikel 2, lid 1 – Besluit tot inleiding van de procedure – Beroep tot nietigverklaring – Niet-ontvankelijkheid – Handeling waartegen geen beroep kan worden ingesteld – Effectieve rechterlijke bescherming – Hogere voorziening die deels kennelijk niet-ontvankelijk en deels kennelijk ongegrond wordt verklaard.
Zaak C-418/19 P.
Court reports – general
ECLI identifier: ECLI:EU:C:2020:43
Beschikking van het Hof (Tiende kamer) van 29 januari 2020 –
Silgan Closures en Silgan Holdings/Commissie
(Zaak C‑418/19 P)
„Hogere voorziening – Artikel 181 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof – Mededinging – Artikel 101 VWEU– Overeenkomsten tussen ondernemingen – Markt voor metaalverpakkingen – Verordening (EG) nr. 773/2004 – Artikel 2, lid 1 – Besluit tot inleiding van de procedure – Beroep tot nietigverklaring – Niet-ontvankelijkheid – Handeling waartegen geen beroep kan worden ingesteld – Effectieve rechterlijke bescherming – Hogere voorziening die deels kennelijk niet-ontvankelijk en deels kennelijk ongegrond wordt verklaard”
1. |
Hogere voorziening – Middelen – Ontoereikende motivering – Omvang van de motiveringsplicht (Art. 256 VWEU; Statuut van het Hof van Justitie, art. 36 en art. 58, eerste alinea) (zie punten 30‑34) |
2. |
Beroep tot nietigverklaring – Handelingen waartegen beroep kan worden ingesteld – Begrip – Handelingen die bindende rechtsgevolgen sorteren – Besluit van de Commissie om een administratieve procedure voor de toepassing van de mededingingsregels in te leiden – Besluit dat uitsluitend van invloed is op de procedurele situatie van de onderneming waarop het onderzoek betrekking heeft – Geen ontneming van procedurele rechten, geen grondslag voor de bevoegdheid van de Commissie en geen wijziging van de toepasselijke materiële toetsingsmaatstaf – Daarvan uitgesloten – In het nationale recht opgenomen grond voor de stuiting van de verjaring – Geen invloed (Art. 101 en 263 VWEU; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 11, lid 6; verordening nr. 773/2004 van de Commissie, art. 2, lid 1) (zie punten 35‑38, 48, 52, 57, 75) |
3. |
Beroep tot nietigverklaring – Handelingen waartegen beroep kan worden ingesteld – Begrip – Handelingen die bindende rechtsgevolgen sorteren – Mogelijkheid om deze voorwaarde tot een dode letter te maken door zich te beroepen op het recht op effectieve rechterlijke bescherming – Geen –Gestelde ontoereikendheid van de rechtsmiddelen op nationaal niveau – Geen invloed (Art. 6, lid 1, derde alinea, VEU; art. 263, vierde alinea, VWEU; Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, art. 47 en art. 52, lid 7) (zie punten 44, 62‑65, 82) |
4. |
Hogere voorziening – Middelen – Loutere herhaling van de voor het Gerecht aangevoerde middelen en argumenten – Geen vermelding van de gestelde onjuiste rechtsopvatting – Kennelijke niet-ontvankelijkheid [Art. 256 VWEU; Statuut van het Hof van Justitie, art. 58, eerste alinea; Reglement voor de procesvoering van het Hof, art. 168, lid 1, d), en art. 169, lid 2] (zie punten 71, 72) |
5. |
Hogere voorziening – Middelen – Middel dat gericht is tegen een overweging ten overvloede – Falend middel – Afwijzing (Art. 256, lid 1, VWEU; Statuut van het Hof van Justitie, art. 58, eerste alinea) (zie punten 83, 84) |
Dictum
1) |
De hogere voorziening wordt deels kennelijk niet-ontvankelijk en deels kennelijk ongegrond verklaard. |
2) |
Silgan Closures GmbH en Silgan Holdings Inc. dragen hun eigen kosten. |