Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62018CO0463

    Beschikking van het Hof (Zevende kamer) van 15 januari 2019.
    CeramTec GmbH tegen Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (EUIPO).
    Hogere voorziening – Artikel 181 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof – Uniemerk – Nietigheidsprocedure – Driedimensionaal merk in de vorm van een onderdeel van een heupprothese – Beeldmerk dat een onderdeel van een heupprothese weergeeft – Merk dat bestaat in een schakering van roze – Intrekking van de vorderingen tot nietigverklaring en afsluiting van de nietigheidsprocedures – Beroep van de merkhouder tot vernietiging van de beslissing tot afsluiting – Beroep niet-ontvankelijk verklaard door de kamer van beroep.
    Zaak C-463/18 P.

    Court reports – general – 'Information on unpublished decisions' section

    Beschikking van het Hof (Zevende kamer) van 15 januari 2019 –
    CeramTec/EUIPO

    (Zaak C‑463/18 P)

    „Hogere voorziening – Artikel 181 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof – Uniemerk – Nietigheidsprocedure – Driedimensionaal merk in de vorm van een onderdeel van een heupprothese – Beeldmerk dat een onderdeel van een heupprothese weergeeft – Merk dat bestaat in een schakering van roze – Intrekking van de vorderingen tot nietigverklaring en afsluiting van de nietigheidsprocedures – Beroep van de merkhouder tot vernietiging van de beslissing tot afsluiting – Beroep niet-ontvankelijk verklaard door de kamer van beroep”

    1. 

    Beroep tot nietigverklaring – Natuurlijke personen of rechtspersonen – Procesbelang – Noodzaak van een bestaand en daadwerkelijk belang – Beoordeling naar het tijdstip waarop het beroep is ingesteld – Beroep dat de verzoekende partij een voordeel kan opleveren – Geen – Niet-ontvankelijkheid

    (Art. 263, vierde alinea, VWEU)

    (zie punten 5, 15)

    2. 

    Hogere voorziening – Middelen – Onjuiste beoordeling van de feiten en het bewijsmateriaal – Niet-ontvankelijkheid – Toetsing door het Hof van de beoordeling van de feiten en het bewijsmateriaal – Uitgesloten, behoudens het geval van een onjuiste opvatting

    (Art. 256, lid 1, tweede alinea, VWEU; Statuut van het Hof van Justitie, art. 58, eerste alinea)

    (zie punten 5, 15)

    3. 

    Hogere voorziening – Middelen – Noodzaak van precieze kritiek op een onderdeel van de redenering van het Gerecht

    [Art. 256, lid 1, tweede alinea, VWEU; Statuut van het Hof van Justitie, art. 58, eerste alinea; Reglement voor de procesvoering van het Hof, art. 168, lid 1, d), en 169, lid 2]

    (zie punten 5, 15)

    4. 

    Hogere voorziening – Middelen – Ontoereikende motivering – Impliciete motivering door het Gerecht – Toelaatbaarheid – Voorwaarden

    (Art. 256, lid 1, tweede alinea, VWEU; Statuut van het Hof van Justitie, art. 36)

    (zie punten 5, 15)

    Dictum

    1) 

    De hogere voorziening wordt ten dele kennelijk niet-ontvankelijk en ten dele kennelijk ongegrond verklaard.

    2) 

    CeramTec GmbH draagt haar eigen kosten.

    Top