Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62018CO0462

    Beschikking van het Hof (Vierde kamer) van 21 maart 2019.
    Mylène Troszczynski tegen Europees Parlement.
    Hogere voorziening – Europees Parlement – Regeling kosten en vergoedingen van de leden van het Europees Parlement – Vergoeding voor parlementaire assistentie – Terugvordering van ten onrechte betaalde bedragen.
    Zaak C-462/18 P.

    Court reports – general – 'Information on unpublished decisions' section

    Beschikking van het Hof (Vierde kamer) van 21 maart 2019 –
    Troszczynski/Parlement

    (Zaak C‑462/18 P) ( 1 )

    „Hogere voorziening – Europees Parlement – Regeling kosten en vergoedingen van de leden van het Europees Parlement – Vergoeding voor parlementaire assistentie – Terugvordering van ten onrechte betaalde bedragen”

    1. 

    Europees Parlement – Leden – Kosten en vergoedingen – Vergoeding voor parlementaire medewerkers – Controle op het gebruik van de vergoedingen voor parlementaire medewerkers – Bewijslast

    (Besluit van het Bureau van het Europees Parlement houdende bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement, art. 33, lid 1)

    (zie punt 35)

    2. 

    Procedure – Overlegging van de bewijsstukken – Termijn – Tardieve bewijsaanbiedingen – Voorwaarden

    (zie punt 38)

    3. 

    Hogere voorziening – Middelen – Middel voorgedragen tegen een rechtsoverweging van het arrest die niet noodzakelijk is voor de onderbouwing van het dictum – Falend middel

    (zie punt 44)

    4. 

    Recht van de Europese Unie – Beginselen – Rechten van de verdediging – Strekking – Verplichting om de betrokkene in staat te stellen zijn standpunt naar behoren kenbaar te maken over de elementen die bij het te nemen besluit tegen hem worden gebruikt

    (zie punt 51)

    5. 

    Recht van de Europese Unie – Beginselen – Rechten van de verdediging – Recht om te worden gehoord – Strekking – Verplichting om de betrokkene in staat te stellen mondeling een standpunt in te nemen – Geen

    (zie punt 52)

    6. 

    Hogere voorziening – Middelen – Middel dat voor het eerst wordt aangevoerd in hogere voorziening – Niet-ontvankelijkheid

    (Statuut van het Hof van Justitie, art. 58; Reglement voor de procesvoering van het Hof, art. 170, lid 1)

    (zie punt 59)

    7. 

    Hogere voorziening – Middelen – Ontbreken van vermelding van de gestelde onjuiste rechtsopvatting – Niet-ontvankelijkheid

    (zie punt 62)

    8. 

    Handelingen van de instellingen – Motivering – Verplichting – Omvang

    (zie punt 68)

    9. 

    Hogere voorziening – Middelen – Onjuiste beoordeling van de feiten en het bewijsmateriaal – Niet-ontvankelijkheid – Toetsing door het Hof van de beoordeling van de feiten en het bewijsmateriaal – Uitgesloten, behoudens het geval van een onjuiste opvatting

    (Art. 256, lid 1, tweede alinea, VWEU; Statuut van het Hof van Justitie, art. 58, eerste alinea)

    (zie punt 80)

    10. 

    Recht van de Europese Unie – Beginselen – Gelijke behandeling – Noodzaak om het legaliteitsbeginsel te eerbiedigen – Onmogelijkheid om zich te beroepen op een onrechtmatigheid die ten gunste van een ander is begaan

    (zie punten 88, 89)

    Dictum

    1) 

    De hogere voorziening wordt ten dele kennelijk niet-ontvankelijk en ten dele kennelijk ongegrond verklaard.

    2) 

    Mylène Troszczynski wordt verwezen in de kosten.


    ( 1 ) PB C 364 van 8.10.2018.

    Top