EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62018CJ0582

Arrest van het Hof (Zevende kamer) van 19 december 2019.
Viscas Corp. tegen Europese Commissie.
Hogere voorziening – Mededinging – Mededingingsregelingen – Europese markt voor ondergrondse en onderzeese stroomkabels – Marktverdeling voor projecten – Geldboeten – Richtsnoeren voor de berekening van de geldboeten van 2006 – Bepaling van het relatieve belang van Europese en niet-Europese deelnemers aan een mededingingsregeling – Deelname van Europese ondernemingen op verschillende niveaus van de mededingingsregeling – Beginsel van gelijke behandeling.
Zaak C-582/18 P.

ECLI identifier: ECLI:EU:C:2019:1133

 Arrest van het Hof (Zevende kamer) van 19 december 2019 –
Viscas/Commissie

(Zaak C‑582/18 P) ( 1 )

„Hogere voorziening – Mededinging – Mededingingsregelingen – Europese markt voor ondergrondse en onderzeese stroomkabels – Marktverdeling voor projecten – Geldboeten – Richtsnoeren voor de berekening van de geldboeten van 2006 – Bepaling van het relatieve belang van Europese en niet-Europese deelnemers aan een mededingingsregeling – Deelname van Europese ondernemingen op verschillende niveaus van de mededingingsregeling – Beginsel van gelijke behandeling”

1. 

Hogere voorziening – Middelen – Ontoereikende motivering – Middel dat verschilt van het middel betreffende de materiële wettigheid

(Art. 296 VWEU; Statuut van het Hof van Justitie, art. 36 en 58, eerste alinea)

(zie punt 41)

2. 

Mededinging – Geldboeten – Bedrag – Vaststelling – Vaststelling van het basisbedrag – Bepaling van de waarde van de verkopen – Verkopen die rechtstreeks of indirect aan de inbreuk zijn gerelateerd – Inaanmerkingneming van de verkoop op wereldschaal als afspiegeling van het relatieve aandeel van elke onderneming in de inbreuk – Eerbiediging van het gelijkheidsbeginsel – Inaanmerkingneming van de verschillen en de specifieke omstandigheden van de betrokken ondernemingen in een ander stadium van de boeteberekening – Toelaatbaarheid

(Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, art. 20 en 21; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 23, leden 2 en 3; mededeling 2006/C 210/02 van de Commissie, punten 13 en 18)

(zie punten 47‑59)

Dictum

1) 

De hogere voorziening wordt afgewezen.

2) 

Viscas Corp. wordt verwezen in haar eigen kosten en in die van de Europese Commissie.

3) 

Furukawa Electric Co. Ltd draagt haar eigen kosten.


( 1 ) PB C 427 du 26.11.2018.

Top