This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62017CO0187
Beschikking van het Hof (Tiende kamer) van 7 september 2017.
Rafaela Alandžak e.a. tegen EUROHERC osiguranje – dioničko društvo za osiguranje imovine i osoba i druge poslove osiguranja.
Prejudiciële verwijzing – Feitelijke en juridische context van het hoofdgeding – Onvoldoende preciseringen – Kennelijke niet-ontvankelijkheid – Artikel 53, lid 2, van het Reglement voor de procesvoering van het Hof – Artikel 94 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof.
Zaak C-187/17.
Beschikking van het Hof (Tiende kamer) van 7 september 2017.
Rafaela Alandžak e.a. tegen EUROHERC osiguranje – dioničko društvo za osiguranje imovine i osoba i druge poslove osiguranja.
Prejudiciële verwijzing – Feitelijke en juridische context van het hoofdgeding – Onvoldoende preciseringen – Kennelijke niet-ontvankelijkheid – Artikel 53, lid 2, van het Reglement voor de procesvoering van het Hof – Artikel 94 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof.
Zaak C-187/17.
Beschikking van het Hof (Tiende kamer) van 7 september 2017 – Alandžak
(Zaak C‑187/17)
„Prejudiciële verwijzing – Feitelijke en juridische context van het hoofdgeding – Onvoldoende preciseringen – Kennelijke niet-ontvankelijkheid – Artikel 53, lid 2, van het Reglement voor de procesvoering van het Hof – Artikel 94 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof”
Prejudiciële vragen–Ontvankelijkheid–Noodzaak om het Hof voldoende preciseringen over de feitelijke en juridische context te verstrekken–Draagwijdte
(Art. 267 VWEU; Statuut van het Hof van Justitie, art. 23; Reglement voor de procesvoering van het Hof, art. 94)
(zie punten 9‑13)
Dictum
Het verzoek om een prejudiciële beslissing dat de Općinski Sud u Vukovaru (rechter voor de gemeente Vukovar, Kroatië) bij beslissing van 5 april 2017 heeft ingediend, is kennelijk niet-ontvankelijk.