Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62017CJ0537

    Arrest van het Hof (Achtste kamer) van 31 mei 2018.
    Claudia Wegener tegen Royal Air Maroc SA.
    Prejudiciële verwijzing – Luchtvervoer – Verordening (EG) nr. 261/2004 – Artikel 3, lid 1 – Werkingssfeer – Begrip ,rechtstreeks aansluitende vlucht’ – Vlucht die vertrekt vanaf een luchthaven die is gelegen op het grondgebied van een lidstaat, die een rechtstreeks aansluitende vlucht in een op het grondgebied van een derde staat gelegen luchthaven omvat en die een andere luchthaven in deze derde staat als eindbestemming heeft.
    Zaak C-537/17.

    Zaak C‑537/17

    Claudia Wegener

    tegen

    Royal Air Maroc SA

    (verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door het Landgericht Berlin)

    „Prejudiciële verwijzing – Luchtvervoer – Verordening (EG) nr. 261/2004 – Artikel 3, lid 1 – Werkingssfeer – Begrip ‚rechtstreeks aansluitende vlucht’ – Vlucht die vertrekt vanaf een luchthaven die is gelegen op het grondgebied van een lidstaat, die een rechtstreeks aansluitende vlucht in een op het grondgebied van een derde staat gelegen luchthaven omvat en die een andere luchthaven in deze derde staat als eindbestemming heeft”

    Samenvatting – Arrest van het Hof (Achtste kamer) van 31 mei 2018

    Vervoer – Luchtvervoer – Verordening nr. 261/2004 – Gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan passagiers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten – Werkingssfeer – Begrip „rechtstreeks aansluitende vlucht” – Vlucht die vertrekt vanaf een luchthaven die is gelegen op het grondgebied van een lidstaat, die een rechtstreeks aansluitende vlucht in een op het grondgebied van een derde staat gelegen luchthaven omvat waarbij van vliegtuig wordt veranderd, en die een andere luchthaven in deze derde staat als eindbestemming heeft – Daaronder begrepen

    [Verordening nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad, art. 3, lid 1, a)]

    Artikel 3, lid 1, onder a), van verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van verordening (EEG) nr. 295/91 moet aldus worden uitgelegd dat deze verordening van toepassing is op passagiersvervoer dat op grond van één enkele boeking wordt verricht, waarbij tussen het vertrek vanuit een luchthaven die is gelegen op het grondgebied van een lidstaat en de aankomst in een luchthaven die gelegen is op het grondgebied van een derde staat, een geplande tussenlanding buiten de Europese Unie plaatsvindt waarbij van vliegtuig wordt veranderd.

    (zie punt 25 en dictum)

    Top