This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62017CJ0425
Arrest van het Hof (Zesde kamer) van 17 oktober 2018.
Günter Hartmann Tabakvertrieb GmbH & Co. KG tegen Stadt Kempten.
Prejudiciële verwijzing – Harmonisatie van de wetgevingen – Productie, presentatie en verkoop van tabaksproducten – Richtlijn 2014/40/EU – Verbod op het in de handel brengen van tabak voor oraal gebruik – Begrippen ‚pruimtabak’ en ‚tabak voor oraal gebruik’ – Pasta van fijngemalen tabak (Thunder Chewing Tobacco) en poreuze portiezakjes van cellulose die gevuld zijn met fijngesneden tabak (Thunder Frosted Chewing Bags).
Zaak C-425/17.
Arrest van het Hof (Zesde kamer) van 17 oktober 2018.
Günter Hartmann Tabakvertrieb GmbH & Co. KG tegen Stadt Kempten.
Prejudiciële verwijzing – Harmonisatie van de wetgevingen – Productie, presentatie en verkoop van tabaksproducten – Richtlijn 2014/40/EU – Verbod op het in de handel brengen van tabak voor oraal gebruik – Begrippen ‚pruimtabak’ en ‚tabak voor oraal gebruik’ – Pasta van fijngemalen tabak (Thunder Chewing Tobacco) en poreuze portiezakjes van cellulose die gevuld zijn met fijngesneden tabak (Thunder Frosted Chewing Bags).
Zaak C-425/17.
Zaak C‑425/17
Günter Hartmann Tabakvertrieb GmbH & Co. KG
tegen
Stadt Kempten
(verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door het Bayerische Verwaltungsgerichtshof)
„Prejudiciële verwijzing – Harmonisatie van de wetgevingen – Productie, presentatie en verkoop van tabaksproducten – Richtlijn 2014/40/EU – Verbod op het in de handel brengen van tabak voor oraal gebruik – Begrippen ‚pruimtabak’ en ‚tabak voor oraal gebruik’ – Pasta van fijngemalen tabak (Thunder Chewing Tobacco) en poreuze portiezakjes van cellulose die gevuld zijn met fijngesneden tabak (Thunder Frosted Chewing Bags)”
Samenvatting – Arrest van het Hof (Zesde kamer) van 17 oktober 2018
Harmonisatie van de wetgevingen – Productie, presentatie en verkoop van tabaksproducten – Richtlijn 2014/40 – Werkingssfeer – Tabaksproducten bestemd om te worden gepruimd – Begrip – Beoordelingscriteria
(Richtlijn 2014/40 van het Europees Parlement en de Raad, art. 2, punten 6 en 8)
Artikel 2, punt 8, van richtlijn 2014/40/EU van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten inzake de productie, de presentatie en de verkoop van tabaks‑ en aanverwante producten en tot intrekking van richtlijn 2001/37/EG, gelezen in samenhang met artikel 2, punt 6, van die richtlijn, moet aldus worden uitgelegd dat enkel tabaksproducten die slechts correct kunnen worden geconsumeerd wanneer zij worden gepruimd, „tabaksproducten bestemd om te worden gepruimd” in de zin van die bepalingen vormen, hetgeen de nationale rechter dient vast te stellen op basis van alle relevante objectieve kenmerken van de betrokken producten, zoals de samenstelling, de consistentie, de aanbiedingsvorm en, in voorkomend geval, het daadwerkelijke gebruik ervan door de consument.
Zoals de Europese Commissie heeft opgemerkt, blijkt uit de ontstaansgeschiedenis van richtlijn 2014/40 immers dat door het bijwoord „uitsluitend” toe te voegen aan de definitie van het begrip „pruimtabak” in artikel 2, punt 6, van deze richtlijn, de Uniewetgever dit begrip heeft willen preciseren om de kans te verkleinen dat het verbod op tabak voor oraal gebruik zou worden omzeild, gezien herhaalde pogingen om „snus”-tabak in de handel te brengen onder de naam „pruimtabak”. Bijgevolg kunnen alleen worden gekwalificeerd als „tabaksproducten bestemd om te worden gepruimd” in de zin van artikel 2, punt 8, van richtlijn 2014/40, producten die slechts correct kunnen worden geconsumeerd wanneer zij worden gepruimd, dat wil zeggen die hun essentiële ingrediënten slechts in de mond kunnen afgeven wanneer ze worden gepruimd. Kan daarentegen niet als zodanig worden gekwalificeerd, een tabaksproduct dat, hoewel het ook kan worden gepruimd, in wezen bestemd is om op te zuigen, dat wil zeggen een product dat louter in de mond moet worden gehouden opdat de essentiële ingrediënten ervan vrijkomen.
(zie punten 31‑33, 36 en dictum)