EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62017CJ0215

Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 14 november 2018.
Nova Kreditna Banka Maribor d.d. tegen Republika Slovenija.
Prejudiciële verwijzing – Harmonisatie van wetgevingen – Hergebruik van overheidsinformatie – Richtlijn 2003/98/EG – Artikel 1, lid 2, onder c), derde streepje – Prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen – Verordening (EU) nr. 575/2013 – Openbaarmaking van informatie door kredietinstellingen en beleggingsondernemingen – Artikel 432, lid 2 – Uitzonderingen op de openbaarmakingsverplichting – Commerciële informatie die als gevoelig of vertrouwelijk kan worden aangemerkt – Toepasselijkheid – Kredietinstellingen waarin de staat een meerderheidsbelang heeft – Nationale regeling volgens welke bepaalde commerciële informatie die in het bezit is van deze kredietinstellingen openbaar is.
Zaak C-215/17.

Zaak C‑215/17

Nova Kreditna Banka Maribor d.d.

tegen

Republika Slovenija

(verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Vrhovno sodišče)

„Prejudiciële verwijzing – Harmonisatie van wetgevingen – Hergebruik van overheidsinformatie – Richtlijn 2003/98/EG – Artikel 1, lid 2, onder c), derde streepje – Prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen – Verordening (EU) nr. 575/2013 – Openbaarmaking van informatie door kredietinstellingen en beleggingsondernemingen – Artikel 432, lid 2 – Uitzonderingen op de openbaarmakingsverplichting – Commerciële informatie die als gevoelig of vertrouwelijk kan worden aangemerkt – Toepasselijkheid – Kredietinstellingen waarin de staat een meerderheidsbelang heeft – Nationale regeling volgens welke bepaalde commerciële informatie die in het bezit is van deze kredietinstellingen openbaar is”

Samenvatting – Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 14 november 2018

  1. Harmonisatie van de wetgevingen – Hergebruik van overheidsinformatie – Richtlijn 2003/98 – Werkingssfeer – Publiekrechtelijke lichamen – Begrip

    [Richtlijn 2003/98 van het Europees Parlement en de Raad, zoals gewijzigd bij richtlijn 2013/37, overweging 10 en art. 2, punt 2, a) tot en met c)]

  2. Harmonisatie van de wetgevingen – Hergebruik van overheidsinformatie – Richtlijn 2003/98 – Werkingssfeer – Toepasselijkheid op een verzoek om toegang tot informatie die in handen is van een commerciële privaatrechtelijke bank die op de nationale bankenmarkt bankdiensten verricht – Daarvan uitgesloten

    (Richtlijn 2003/98 van het Europees Parlement en de Raad, zoals gewijzigd bij richtlijn 2013/37, art. 1)

  3. Economisch en monetair beleid – Economisch beleid – Toezicht op de financiële sector van de Unie – Prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen – Openbaarmaking van informatie door kredietinstellingen – Bestaan van een individueel recht op toegang tot informatie – Geen

    (Verordening nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad, art. 431, leden 1 en 3, 432, lid 2, en 433, eerste alinea)

  4. Grondrechten – Handvest van de grondrechten van de Europese Unie – Werkingssfeer – Tenuitvoeringbrenging van het Unierecht – Geding dat tot één lidstaat is beperkt – Geen aanwijzingen voor het bestaan van een belang van marktdeelnemers uit andere lidstaten om gebruik te maken van de betrokken fundamentele vrijheden – Daarvan uitgesloten

    (Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, art. 51, lid 1)

  5. Economisch en monetair beleid – Economisch beleid – Toezicht op de financiële sector van de Unie – Prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen – Openbaarmaking van informatie door kredietinstellingen – Richtlijn 2003/98 inzake het hergebruik van overheidsinformatie – Werkingssfeer – Nationale regeling volgens welke bepaalde commerciële informatie die in het bezit is van kredietinstellingen waarin de staat een meerderheidsbelang heeft, openbaar is – Daarvan uitgesloten

    [Verordening nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad, art. 432, lid 2; richtlijn 2003/98 van het Europees Parlement en de Raad, zoals gewijzigd bij richtlijn 2013/37, art. 1, lid 2, c), derde alinea]

  1.  Zie de tekst van de beslissing.

    (zie punt 28)

  2.  Zie de tekst van de beslissing.

    (zie punten 31‑33)

  3.  Zie de tekst van de beslissing.

    (zie punten 35, 36, 39)

  4.  Zie de tekst van de beslissing.

    (zie punten 40, 41, 44, 45)

  5.  Artikel 1, lid 2, onder c), derde streepje, van richtlijn 2003/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 november 2003 inzake het hergebruik van overheidsinformatie en artikel 432, lid 2, van verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van verordening (EU) nr. 648/2012 moeten aldus worden uitgelegd dat deze regels niet van toepassing zijn op een nationale regeling zoals die welke aan de orde is in het hoofdgeding, waarbij een bank die onder de overheersende invloed stond van een publiekrechtelijk lichaam, verplicht wordt informatie openbaar te maken over haar overeenkomsten voor de verlening van consultancy-, advocaten-, auteurs- en andere diensten van intellectuele aard die zij heeft gesloten in de periode waarin zij onder deze overheersende invloed stond, zonder dat enige uitzondering ter bescherming van het bedrijfsgeheim van deze bank is toegestaan, en dus niet in de weg staan aan een dergelijke nationale regeling.

    (zie punt 46 en dictum)

Top