Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62016CO0474

    Beschikking van het Hof (Zesde kamer) van 24 oktober 2017.
    Strafzaak tegen Belu Dienstleistung GmbH & Co KG en Stefan Nikless.
    Prejudiciële verwijzing – Artikel 99 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof – Identieke prejudiciële vragen – Coördinatie van de socialezekerheidsstelsels – Verordening (EG) nr. 883/2004 – Toepasselijke wetgeving – A1-certificaat – Bewijskracht.
    Zaak C-474/16.

    Court reports – general

    Beschikking van het Hof (Zesde kamer) van 24 oktober 2017 –
    Belu Dienstleistung en Nikless

    (Zaak C‑474/16) ( 1 )

    „Prejudiciële verwijzing – Artikel 99 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof – Identieke prejudiciële vragen – Coördinatie van de socialezekerheidsstelsels – Verordening (EG) nr. 883/2004 – Toepasselijke wetgeving – A1-certificaat – Bewijskracht”

    1. 

    Prejudiciële vragen–Vragen identiek aan in de rechtspraak al beantwoorde vragen–Toepassing van artikel 99 van het Reglement voor de procesvoering

    (Art. 267 VWEU; Reglement voor de procesvoering van het Hof, art. 99)

    (zie punten 14‑16)

    2. 

    Sociale zekerheid–Migrerende werknemers–Toepasselijke wetgeving–Werknemers die in een andere lidstaat zijn gedetacheerd dan de lidstaat van vestiging van de werkgever–Certificaat A1 afgegeven door het bevoegde orgaan van de lidstaat van vestiging–Bewijskracht ten aanzien van de socialezekerheidsorganen van de andere lidstaten en de rechterlijke instanties van die lidstaten–Omstandigheden waarin de werknemer zijn activiteiten verricht, die niet binnen de materiële werkingssfeer van verordening nr. 883/2004 vallen–Geen invloed

    (Verordeningen van het Europees Parlement en de Raad nr. 883/2004, art. 12, leden 1 en 2, en nr. 987/2009, art. 19)

    (zie punten 17‑20 en dictum)

    Dictum

    Artikel 19 van verordening (EG) nr. 987/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 tot vaststelling van de wijze van toepassing van verordening (EG) nr. 883/2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels moet aldus worden uitgelegd dat een A1-certificaat dat door het orgaan aangewezen door de bevoegde autoriteit van een lidstaat is afgegeven op grond van artikel 12, leden 1 en 2, van verordening (EG) nr. 883/2004 van het Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels, zowel de socialezekerheidsorganen van de lidstaat waar het werk wordt verricht, als de rechterlijke instanties van die lidstaat bindt, zelfs indien zij vaststellen dat de omstandigheden waarin de betrokken werknemer zijn werkzaamheden verricht, kennelijk niet binnen de materiële werkingssfeer van die bepaling van verordening nr. 883/2004 vallen.


    ( 1 ) PB C 441 van 28.11.2016.

    Top