This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62016CJ0314
Arrest van het Hof (Negende kamer) van 25 januari 2018.
Europese Commissie tegen Tsjechische Republiek.
Niet-nakoming – Vervoer – Richtlijn 2006/126/EG – Rijbewijs – Definities van de categorieën C1, C en D1.
Zaak C-314/16.
Arrest van het Hof (Negende kamer) van 25 januari 2018.
Europese Commissie tegen Tsjechische Republiek.
Niet-nakoming – Vervoer – Richtlijn 2006/126/EG – Rijbewijs – Definities van de categorieën C1, C en D1.
Zaak C-314/16.
Court reports – general – 'Information on unpublished decisions' section
Zaak C‑314/16
Europese Commissie
tegen
Tsjechische Republiek
„Niet-nakoming - Vervoer - Richtlijn 2006/126/EG - Rijbewijs - Definities van de categorieën C1, C en D1”
Samenvatting – Arrest van het Hof (Negende kamer) van 25 januari 2018
Vervoer–Wegvervoer–Rijbewijs–Richtlijn 2006/126–Voertuigcategorieën–Afbakening van de categorieën C/C1 en D/D1–Niet-opneming door een lidstaat in zijn nationale omzettingsregeling–Niet-nakoming
[Richtlijn 2006/126 van het Europees Parlement en de Raad, art. 4, leden 1 en 4, d), f) en h)]
Handelingen van de instellingen–Richtlijnen–Uitvoering door de lidstaten–Noodzaak van duidelijke en nauwkeurige uitvoering
(Art. 288, derde alinea, VWEU)
Recht van de Europese Unie–Uitlegging–Methoden–Letterlijke, systematische en teleologische uitlegging
(Richtlijn 2006/126 van het Europees Parlement en de Raad)
Een lidstaat waarvan de nationale regeling een definitie van de categorieën C en C1 bevat waarin noch een afbakening van de categorieën C/C1 en D/D1, zoals bepaald in artikel 4 van die richtlijn en tot uitdrukking gebracht door de termen „motorvoertuigen niet behorende tot die van de categorieën D1 of D”, noch de afschaffing van de ondergrens van meer dan acht passagiers, die de Uniewetgever met de vaststelling van richtlijn 2006/126 wilde invoeren, is opgenomen, is de krachtens richtlijn 2006/126 betreffende het rijbewijs op hem rustende verplichtingen niet nagekomen. Het bestaan van deze definitieverschillen heeft tot gevolg dat voertuigen van categorie D1 krachtens het nationale recht mogen worden bestuurd door houders van een C1-rijbewijs, hetgeen in strijd is met het doel van richtlijn 2006/126, te weten de veiligheid van het wegverkeer. Derhalve verschilt de categorie van het rijbewijs dat in die lidstaat voor een bepaald type voertuig is vereist, van de categorie van het rijbewijs waarover de bestuurder van datzelfde voertuig in andere lidstaten dient te beschikken. Een dergelijke situatie is in strijd met de fundamentele doelstellingen van richtlijn 2006/126.
Bovendien komt het vastleggen van een ondergrens voor het aantal personen dat de voertuigen van categorie D1 kunnen vervoeren, neer op het stellen van een voorwaarde die niet voorkomt in artikel 4, lid 4, onder h), van richtlijn 2006/126, waarin het Unierecht die categorie definieert. Die aanvullende voorwaarde leidt er evenwel toe dat die richtlijn bij het bepalen tot welke categorie een voertuig behoort, en, bijgevolg, welk type rijbewijs voor dat voertuig is vereist, in de betrokken lidstaat anders wordt toegepast dan in andere lidstaten. In dit verband is het een lidstaat niet toegestaan ter omzetting van richtlijn 2006/126 een nationale regeling vast te stellen waarbij voorwaarden worden ingevoerd waarin die richtlijn niet voorziet, hetgeen zou meebrengen dat de bij richtlijn 2006/126 gedefinieerde voertuigcategorieën ten koste van de veiligheid van het wegverkeer worden gewijzigd.
(zie punten 29, 30, 32, 37, 38, 53)
Zie de tekst van de beslissing.
(zie punt 35)
Zie de tekst van de beslissing.
(zie punten 47, 48)