1. 

Hogere voorziening – Middelen – Conclusies strekkende tot wijziging van de motivering van een arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken – Kritiek op de rechtsoverwegingen zonder invloed op het dictum van het bestreden arrest – Niet-ontvankelijkheid

(Statuut van het Hof van Justitie, bijlage I, art. 9)

(zie punt 36)

2. 

Hogere voorziening – Middelen – Ontbreken van precieze kritiek op een redenering van het Gerecht voor ambtenarenzaken en van juridische argumenten ter onderbouwing van de hogere voorziening – Niet-ontvankelijkheid

(Art. 256 VWEU; Statuut van het Hof van Justitie, art. 58, eerste alinea; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 194)

(zie punt 41)

3. 

Ambtenaren – Niet-contractuele aansprakelijkheid van de instellingen – Voorwaarden – Onrechtmatigheid – Schade – Causaal verband

(zie punten 48, 77)

4. 

Beroepen van ambtenaren – Beroep tot schadevergoeding – Nietigverklaring van het bestreden onwettig besluit – Passend herstel van de immateriële schade

(Ambtenarenstatuut, art. 91)

(zie punten 72, 83)

5. 

Hogere voorziening – Middelen – Toetsing door het Gerecht van de beoordeling van de bewijselementen door het Gerecht voor ambtenarenzaken – Uitgesloten, behoudens het geval van onjuiste opvatting – Middel inzake onjuiste opvatting van de bewijzen – Noodzaak om de onjuist opgevatte elementen precies aan te geven en om de analysefouten die tot deze onjuiste opvatting hebben geleid, te bewijzen

(Art. 256 VWEU; Statuut van het Hof van Justitie, art. 58, eerste alinea; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 195, lid 2)

(zie punten 84, 85)

1) 

De hogere voorziening wordt afgewezen.

2) 

DD draagt zijn eigen kosten.

3) 

Het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten (FRA) draagt zijn eigen kosten.