Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62015TJ0115

    Arrest van het Gerecht (Vijfde kamer) van 11 mei 2017.
    Deza, a.s. tegen Europees Agentschap voor chemische stoffen.
    REACH – Opstelling van een lijst van stoffen die in aanmerking komen om uiteindelijk in bijlage XIV bij verordening (EG) nr. 1907/2006 te worden opgenomen – Aanvulling van de vermelding van de stof bis(2-ethylhexyl)ftalaat (DEHP) in die lijst – Artikelen 57 en 59 van verordening nr. 1907/2006.
    Zaak T-115/15.

    Court reports – general

    Zaak T‑115/15

    Deza, a.s.

    tegen

    Europees Agentschap voor chemische stoffen

    „REACH – Opstelling van een lijst van stoffen die in aanmerking komen om uiteindelijk in bijlage XIV bij verordening (EG) nr. 1907/2006 te worden opgenomen – Aanvulling van de vermelding van de stof bis(2-ethylhexyl)ftalaat (DEHP) in die lijst – Artikelen 57 en 59 van verordening nr. 1907/2006”

    Samenvatting – Arrest van het Gerecht (Vijfde kamer) van 11 mei 2017

    1. Beroep tot nietigverklaring – Natuurlijke personen of rechtspersonen – Handelingen die hen rechtstreeks en individueel raken – Rechtstreeks geraakt – Criteria – Besluit van het Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA) waarbij een stof als zeer zorgwekkend wordt geïdentificeerd – Beroep dat door leveranciers van die stof is ingesteld – Ontvankelijkheid

      [Art. 263, vierde alinea, VWEU; verordening nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad, art. 31, lid 9, 57, f), en 59]

    2. Beroep tot nietigverklaring – Natuurlijke personen of rechtspersonen – Begrip regelgevingshandeling in de zin van artikel 263, vierde alinea, VWEU – Elke handeling van algemene strekking met uitzondering van wetgevingshandelingen – Besluit van het Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA) waarbij een stof als zeer zorgwekkend wordt geïdentificeerd – Daaronder begrepen – Handeling die geen uitvoeringsmaatregelen met zich meebrengt in de zin van die verdragsbepaling

      [Art. 263, vierde alinea, VWEU en 289 VWEU; verordening nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad, art. 31, 57, f), en 59 en bijlage XIV]

    3. Harmonisatie van de wetgevingen – Registratie, beoordeling en autorisatie van chemische stoffen – REACH-verordening – Zeer zorgwekkende stoffen – Procedure voor opname in bijlage XIV – Wijziging van een bestaande vermelding – Bevoegdheid van het Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA)

      (Verordening nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad, art. 57 en 59, lid 8, en bijlage XIV)

    4. Harmonisatie van de wetgevingen – Registratie, beoordeling en autorisatie van chemische stoffen – REACH-verordening – Zeer zorgwekkende stoffen – Procedure voor opname in bijlage XIV – Gelijktijdige indiening van meerdere voorstellen tot identificatie van de stof – Mogelijkheid om een of meer voorstellen hangende de procedure in te trekken – Voorstellen die in één enkel document zijn voorgelegd – Geen invloed

      (Verordening nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad, art. 57 en 59)

    5. Beroep tot nietigverklaring – Middelen – Misbruik van bevoegdheid – Begrip

      (Art. 263 VWEU)

    6. Recht van de Europese Unie – Beginselen – Rechtszekerheid – Unieregeling – Vereisten van duidelijkheid en voorzienbaarheid

    7. Beroep tot nietigverklaring – Middelen – Schending van het gewettigd vertrouwen – Middel inzake het gewettigd vertrouwen van de ondernemingen in het behoud van de bestaande toestand – Afwijzing

      (Art. 263 VWEU)

    8. Harmonisatie van de wetgevingen – Registratie, beoordeling en autorisatie van chemische stoffen – REACH-verordening – Zeer zorgwekkende stoffen – Identificatieprocedure – Beoordelingsbevoegdheid van de autoriteiten van de Unie – Omvang – Rechterlijke toetsing – Grenzen – Kennelijke fout, misbruik van bevoegdheid of kennelijke overschrijding van de grenzen van de beoordelingsbevoegdheid

      (Verordening nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad, art. 57 en 59)

    9. Harmonisatie van de wetgevingen – Registratie, beoordeling en autorisatie van chemische stoffen – REACH-verordening – Zeer zorgwekkende stoffen – Identificatieprocedure – Stoffen die hormoonontregelende eigenschappen hebben met waarschijnlijk ernstige gevolgen voor het milieu – Bewijslast

      [Verordening nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad, art. 1, lid 3, en 57, f)]

    10. Harmonisatie van de wetgevingen – Registratie, beoordeling en autorisatie van chemische stoffen – REACH-verordening – Zeer zorgwekkende stoffen – Identificatieprocedure – Beoordeling van de aan de intrinsieke eigenschappen van een stof verbonden gevaren – Beoordelingscriteria

      (Verordening nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad, art. 57)

    11. Gerechtelijke procedure – Aanvoering van nieuwe middelen in de loop van het geding – Middel dat voor het eerst in repliek wordt aangevoerd – Niet-ontvankelijkheid

      (Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 84)

    12. Recht van de Europese Unie – Beginselen – Grondrechten – Eerbiediging verzekerd door de Unierechter

      (Art. 6, lid 3, VEU; art. 275, tweede alinea, VWEU)

    13. Harmonisatie van de wetgevingen – Registratie, beoordeling en autorisatie van chemische stoffen – REACH-verordening – Zeer zorgwekkende stoffen – Procedure voor opname in bijlage XIV – Wijziging van een bestaande vermelding – Niet-toepasselijkheid van artikel 47 van het Handvest van de grondrechten

      (Verordening nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad, art. 57 en 59, lid 8, en bijlage XIV)

    1.  Zie de tekst van de beslissing.

      (zie punt 30)

    2.  Een besluit van het Europees Agentschap voor chemische stoffen houdende identificatie van een stof als zeer zorgwekkend op grond van artikel 57, onder f), van verordening nr. 1907/2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH), is een regelgevingshandeling in de zin van artikel 263, vierde alinea, VWEU. Een dergelijk besluit heeft immers een algemene strekking, aangezien het van toepassing is op objectief bepaalde situaties en rechtsgevolgen heeft voor een categorie van personen die algemeen en abstract worden aangewezen, te weten voor met name iedere natuurlijke of rechtspersoon die binnen de werkingssfeer van artikel 31, lid 9, onder a), van verordening nr. 1907/2006 valt. Voorts is het geen wetgevingshandeling, aangezien het noch volgens de gewone wetgevingsprocedure noch volgens een bijzondere wetgevingsprocedure in de zin van artikel 289, leden 1 tot en met 3, VWEU is vastgesteld, maar op basis van artikel 59 van verordening nr. 1907/2006.

      Bovendien gaan als gevolg van de identificatie van een stof als zeer zorgwekkend op grond van de procedure in artikel 59 van verordening nr. 1907/2006 informatieverplichtingen gelden zonder dat nog andere maatregelen noodzakelijk zijn. In het bijzonder vormt de volgende fase van de autorisatieprocedure, die inhoudt dat in aanmerking komende stoffen in volgorde van prioriteit worden opgenomen in bijlage XIV bij verordening nr. 1907/2006, dat wil zeggen in de lijst van autorisatieplichtige stoffen, geen maatregel ter uitvoering van een besluit dat ertoe strekt een stof in de lijst van in aanmerking komende stoffen op te nemen.

      (zie punten 32, 33, 35)

    3.  Het Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA) is bevoegd om een bestaande vermelding in de lijst van in aanmerking komende stoffen, namelijk de lijst van stoffen die in aanmerking komen om uiteindelijk te worden opgenomen in bijlage XIV bij verordening nr. 1907/2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH), aan te vullen met een andere grond in de zin van een van de punten in artikel 57 van verordening nr. 1907/2006.

      In een situatie waarin een bepaalde stof als zeer zorgwekkende stof in de lijst van in aanmerking komende stoffen wordt opgenomen omdat zij intrinsieke eigenschappen in de zin van een van de punten in artikel 57, onder a) tot en met f), van verordening nr. 1907/2006 heeft, volgt immers noch uit de bewoordingen van artikel 57 van verordening nr. 1907/2006 of die van artikel 59, lid 8, van deze verordening noch uit de bewoordingen van een andere bepaling in die verordening, dat het ECHA niet is toegestaan om na te gaan of deze stof andere intrinsieke eigenschappen heeft dan die op grond waarvan die stof aanvankelijk in die lijst is opgenomen. Vanuit die optiek is de identificatie van een stof als een stof die voldoet aan de voorwaarden in een van de andere punten in artikel 57 van verordening nr. 1907/2006 dan het punt op grond waarvan zij aanvankelijk in de lijst van in aanmerking komende stoffen is opgenomen, technisch gezien een aanvulling van een bestaande vermelding.

      Hoewel het in dat verband juist is dat er geen bepaling is die er uitdrukkelijk en formeel in voorziet dat ECHA bevoegd is om bestaande vermeldingen in de lijst van in aanmerking komende stoffen aan te vullen met nieuwe gronden in de zin van artikel 57 van verordening nr. 1907/2006, kan een dergelijke uitdrukkelijke machtiging van ECHA niet als onontbeerlijk worden beschouwd, aangezien zijn bevoegdheid om aldus te handelen voortvloeit uit artikel 59, lid 8, van verordening nr. 1907/2006, gelezen in het licht van de algemene opzet van de bepalingen van deze verordening, en uit het doel van de identificatie van een stof als zeer zorgwekkend.

      (zie punten 54, 55, 67, 70)

    4.  In artikel 59 van verordening nr. 1907/2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH) is niet gepreciseerd hoe meerdere voorstellen tot identificatie van een stof als zeer zorgwekkende stof in de zin van artikel 57 van genoemde verordening moeten worden ingediend, of het nu gaat om verschillende stoffen of om verschillende eigenschappen van een en dezelfde stof als bedoeld in dat artikel. Meer bepaald is niet gepreciseerd of elk voorstel dat betrekking heeft op een van de gronden in artikel 57 van genoemde verordening afzonderlijk moet worden ingediend of dat meerdere voorstellen van dat soort in het kader van één enkel document kunnen worden ingediend. In elk geval kan uit niets in deze bepalingen worden opgemaakt dat er een verplichting bestaat om voorstellen tot één enkel document samen te voegen wanneer die voorstellen tegelijkertijd door dezelfde opsteller worden ingediend. Evenmin is er een bepaling op grond waarvan het verboden is om één of meer voorstellen hangende de procedure in te trekken, zelfs wanneer die voorstellen aanvankelijk in het kader van één enkel document waren ingediend.

      Hieruit volgt dat op het punt van de stemming in het kader van de debatten in het Comité lidstaten over een stof, die heeft plaatsgevonden nadat een lidstaat zijn bevindingen ten aanzien van deze stof zoals die voorkwamen in het dossier dat overeenkomstig artikel 59, leden 3 en 5, van verordening nr. 1907/2006 is ingediend, had gescheiden van zijn bevindingen ten aanzien van de andere voorstellen, geen schending van artikel 59, leden 8 en 9, van verordening nr. 1907/2006 of van het recht van de leverancier van de stof om te worden gehoord kan worden vastgesteld.

      (zie punten 86, 91)

    5.  Zie de tekst van de beslissing.

      (zie punt 105)

    6.  Zie de tekst van de beslissing.

      (zie punt 135)

    7.  Zie de tekst van de beslissing.

      (zie punten 137, 138, 151)

    8.  Zie de tekst van de beslissing.

      (zie punten 163, 164)

    9.  Ten aanzien van de bewijsstandaard die in acht moet worden genomen op grond van artikel 57, onder f), van verordening nr. 1907/2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH), is in deze bepaling opgenomen dat in bijlage XIV onder meer de zeer zorgwekkende hormoonontregelende stoffen kunnen worden opgenomen ten aanzien waarvan wetenschappelijke aanwijzingen worden gevonden voor waarschijnlijke ernstige gevolgen voor het milieu. Hieruit volgt dat het voor het causale verband in de zin van deze bepaling volstaat dat het waarschijnlijk is dat een hormoonontregelende stof schadelijke gevolgen voor het milieu kan hebben. Deze benadering van de wetgever van de Unie is overigens in overeenstemming met het voorzorgsbeginsel, dat onder andere in artikel 1, lid 3, van verordening nr. 1907/2006 is vermeld.

      (zie punt 173)

    10.  De beoordeling van de aan de intrinsieke eigenschappen van een stof verbonden gevaren als bedoeld in artikel 57 van verordening nr. 1907/2006 2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH), mag niet met het oog op specifieke gebruiksomstandigheden worden beperkt en kan ongeacht de plek waar de stof wordt gebruikt, de wijze waarop contact met deze stof mogelijk is en de eventuele niveaus van blootstelling eraan geldig worden verricht.

      (zie punt 200)

    11.  Zie de tekst van de beslissing.

      (zie punten 206, 207)

    12.  Zie de tekst van de beslissing.

      (zie punt 211)

    13.  Het Europees Agentschap voor chemische stoffen is geen gerecht in de zin van artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en artikel 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens, zodat laatstgenoemde bepalingen niet met vrucht kunnen worden ingeroepen tegen een besluit van dat agentschap houdende wijziging van de vermelding van een stof in de lijst van stoffen die in aanmerking komen om te worden opgenomen in bijlage XIV bij verordening nr. 1907/2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH).

      (zie punt 213)

    Top