Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62015CO0013

    Cdiscount

    Zaak C‑13/15

    Strafzaak

    tegen

    Cdiscount SA

    [verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Cour de cassation (Frankrijk)]

    „Prejudiciële verwijzing — Artikel 99 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof — Richtlijn 2005/29/EG — Bescherming van de consument — Oneerlijke handelspraktijken — Prijsverlaging — Markering of aanduiding van de referentieprijs”

    Samenvatting – Beschikking van het Hof (Zesde kamer) van 8 september 2015

    1. Prejudiciële vragen – Bevoegdheid van het Hof – Uitlegging van het nationale recht – Daarvan uitgesloten

      (Art. 267 VWEU)

    2. Bescherming van de consument – Oneerlijke handelspraktijken van ondernemingen jegens consumenten – Richtlijn 2005/29 – Werkingssfeer – Prijsverlagingen die tot doel hebben consumenten ertoe aan te zetten producten in een internetwinkel te kopen – Daaronder begrepen

      [Richtlijn 2005/29 van het Europees Parlement en de Raad, art. 2, d)]

    3. Bescherming van de consument – Oneerlijke handelspraktijken van ondernemingen jegens consumenten – Richtlijn 2005/29 – Oneerlijke handelspraktijk – Begrip – Nationale regeling die op algemene wijze aankondigingen van prijsverlagingen zonder vermelding van de referentieprijs verbiedt – Geen onderzoek geval per geval of het bij die aankondigingen om oneerlijke handelspraktijken gaat – Ontoelaatbaarheid

      (Richtlijn 2005/29 van het Europees Parlement en de Raad)

    1.  Zie de tekst van de beslissing.

      (zie punten 28, 29)

    2.  Prijsverlagingen die tot doel hebben consumenten ertoe aan te zetten, producten in een internetwinkel te kopen, vormen handelspraktijken in de zin van artikel 2, onder d), van richtlijn 2005/29 betreffende oneerlijke handelspraktijken van ondernemingen jegens consumenten op de interne markt en vallen dus binnen de materiële werkingssfeer van die richtlijn.

      Zij maken immers duidelijk deel uit van de commerciële strategie van een marktdeelnemer en houden rechtstreeks verband met de verkoopbevordering en de afzet van die producten.

      (zie punt 32)

    3.  Richtlijn 2005/29 betreffende oneerlijke handelspraktijken van ondernemingen jegens consumenten op de interne markt moet aldus worden uitgelegd dat zij zich verzet tegen nationale bepalingen die op algemene wijze, zonder geval per geval te onderzoeken of het om oneerlijke handelspraktijken gaat, aankondigingen van prijsverlagingen zonder vermelding van de referentieprijs bij de markering of aanduiding van de prijs verbieden, voor zover deze bepalingen de bescherming van de consumenten beogen. Het staat aan de verwijzende rechterlijke instantie om te beoordelen of dit het geval is.

      Aangezien richtlijn 2005/29 een volledige harmonisatie van de regels inzake oneerlijke handelspraktijken van ondernemingen jegens consumenten tot stand brengt, kunnen de lidstaten, zoals artikel 4 van deze richtlijn uitdrukkelijk bepaalt, geen strengere maatregelen treffen dan die welke in die richtlijn zijn neergelegd, ook niet om een hoger niveau van consumentenbescherming tot stand te brengen.

      Diezelfde richtlijn bevat, in bijlage I erbij, een uitputtende lijst van 31 handelspraktijken die volgens artikel 5, lid 5, van die richtlijn onder alle omstandigheden als oneerlijk worden beschouwd. Bijgevolg kunnen, zoals uitdrukkelijk is gepreciseerd in overweging 17 van de richtlijn, alleen deze handelspraktijken oneerlijk worden geacht zonder een individuele toetsing aan het bepaalde in de artikelen 5 tot en met 9 van de richtlijn oneerlijke handelspraktijken.

      Vaststaat echter dat praktijken die bestaan in de aankondiging van prijsverlagingen aan consumenten zonder de referentieprijs te tonen bij de markering of aanduiding van de prijs, niet worden genoemd in bijlage I bij de richtlijn. Zij kunnen dus niet onder alle omstandigheden worden verboden, maar alleen na een specifieke analyse waaruit blijkt dat zij oneerlijk zijn.

      (zie punten 34, 38, 39, 41 en dictum)

    Top