Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62015CJ0423

Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 28 juli 2016.
Nils-Johannes Kratzer tegen R+V Allgemeine Versicherung AG.
Prejudiciële verwijzing – Sociale politiek – Richtlijn 2000/78/EG – Gelijke behandeling in arbeid en beroep – Artikel 3, lid 1, onder a) – Richtlijn 2006/54/EG – Gelijke kansen en gelijke behandeling van mannen en vrouwen in arbeid en beroep – Artikel 14, lid 1, onder a) – Werkingssfeer – Begrip ‚toegang tot arbeid in loondienst of als zelfstandige en tot een beroep’ – Indiening van een sollicitatie naar een post die ertoe strekt de formele status van sollicitant te verkrijgen, alleen om schadevergoeding wegens discriminatie te vorderen – Rechtsmisbruik.
Zaak C-423/15.

Court reports – general

Zaak C‑423/15

Nils-Johannes Kratzer

tegen

R+V Allgemeine Versicherung AG

(verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door het Bundesarbeitsgericht)

„Prejudiciële verwijzing — Sociale politiek — Richtlijn 2000/78/EG — Gelijke behandeling in arbeid en beroep — Artikel 3, lid 1, onder a) — Richtlijn 2006/54/EG — Gelijke kansen en gelijke behandeling van mannen en vrouwen in arbeid en beroep — Artikel 14, lid 1, onder a) — Werkingssfeer — Begrip ‚toegang tot arbeid in loondienst of als zelfstandige en tot een beroep’ — Indiening van een sollicitatie naar een post die ertoe strekt de formele status van sollicitant te verkrijgen, alleen om schadevergoeding wegens discriminatie te vorderen — Rechtsmisbruik”

Samenvatting – Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 28 juli 2016

  1. Prejudiciële vragen – Bevoegdheid van het Hof – Grenzen – Bevoegdheid van de nationale rechter – Vaststelling en beoordeling van de feiten van het geding

    (Art. 267 VWEU)

  2. Recht van de Europese Unie – Misbruik van een uit een Uniebepaling voortvloeiend recht – Handelingen die misbruik opleveren – Factoren die in aanmerking moeten worden genomen – Toetsing door de nationale rechterlijke instantie

  3. Sociale politiek – Gelijke behandeling in arbeid en beroep – Richtlijnen 2000/78 en 2006/54 – Werkingssfeer – Begrip „toegang tot arbeid in loondienst of als zelfstandige en tot een beroep” – Indiening van een sollicitatie naar een post die ertoe strekt de formele status van sollicitant te verkrijgen, alleen om schadevergoeding wegens discriminatie te vorderen – Daarvan uitgesloten – Rechtsmisbruik – Voorwaarde

    [Richtlijn 2006/54 van het Europees Parlement en de Raad, art. 14, lid 1, a), 18 en 25; richtlijn 2000/78 van de Raad, art. 3, lid 1, a), en 17]

  1.  Zie de tekst van de beslissing.

    (cf. punt 27)

  2.  Zie de tekst van de beslissing.

    (cf. punten 37‑42)

  3.  Artikel 3, lid 1, onder a), van richtlijn 2000/78 tot instelling van een algemeen kader voor gelijke behandeling in arbeid en beroep en artikel 14, lid 1, onder a), van richtlijn 2006/54 betreffende de toepassing van het beginsel van gelijke kansen en gelijke behandeling van mannen en vrouwen in arbeid en beroep moeten aldus worden uitgelegd dat een situatie waarin een persoon die door te solliciteren naar een post niet beoogt deze post te krijgen, maar alleen de formele status van sollicitant te verkrijgen, met als enige doel een schadevergoeding te vorderen, niet valt onder het begrip „toegang tot arbeid in loondienst en tot een beroep” in de zin van deze bepalingen en, indien de op grond van het Unierecht vereiste elementen voorhanden zijn, als rechtsmisbruik kan worden aangemerkt.

    Volgens de bewoordingen zelf van de titel van deze richtlijnen hebben deze immers betrekking op arbeid en beroep.

    Een persoon die solliciteert naar een post in bovengenoemde omstandigheden wil echter kennelijk niet de post krijgen waarnaar hij formeel solliciteert. Hij kan zich bijgevolg niet beroepen op de door de richtlijnen 2000/78 en 2006/54 geboden bescherming. Een andere uitlegging zou onverenigbaar zijn met het door deze richtlijnen nagestreefde doel dat erin bestaat voor eenieder gelijke behandeling te waarborgen „in arbeid en beroep” door de betrokkenen een doeltreffende bescherming te bieden tegen bepaalde vormen van discriminatie, met name inzake „toegang tot het arbeidsproces”.

    Voorts kan een dergelijke persoon in deze omstandigheden niet worden beschouwd als „slachtoffer”, in de zin van artikel 17 van richtlijn 2000/78 en artikel 25 van richtlijn 2006/54, of als „persoon” die „schade” heeft geleden, in de zin van artikel 18 van richtlijn 2006/54.

    (cf. punten 31, 35, 36, 44 en dictum)

Top