EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62015CJ0412

Arrest van het Hof (Derde kamer) van 5 oktober 2016.
TMD Gesellschaft für transfusionsmedizinische Dienste mbH tegen Finanzamt Kassel II - Hofgeismar.
Prejudiciële verwijzing – Fiscale bepalingen – Belasting over de toegevoegde waarde – Richtlijn 2006/112/EG – Vrijstellingen voor bepaalde activiteiten van algemeen belang – Artikel 132, lid 1, onder d) – Leveringen van menselijke organen, menselijk bloed en moedermelk – Draagwijdte – Verwerkt en voor industriële doeleinden gebruikt plasma uit menselijk bloed.
Zaak C-412/15.

Court reports – general

Zaak C‑412/15

TMD Gesellschaft für transfusionsmedizinische Dienste mbH

tegen

Finanzamt Kassel II – Hofgeismar

(verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door het Hessische Finanzgericht)

„Prejudiciële verwijzing — Fiscale bepalingen — Belasting over de toegevoegde waarde — Richtlijn 2006/112/EG — Vrijstellingen voor bepaalde activiteiten van algemeen belang — Artikel 132, lid 1, onder d) — Leveringen van menselijke organen, menselijk bloed en moedermelk — Draagwijdte — Verwerkt en voor industriële doeleinden gebruikt plasma uit menselijk bloed”

Samenvatting – Arrest van het Hof (Derde kamer) van 5 oktober 2016

Harmonisatie van de belastingwetgeving – Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde – Vrijstellingen – Vrijstellingen voor bepaalde activiteiten van algemeen belang – Levering van menselijke organen, menselijk bloed en moedermelk – Begrip menselijk bloed – Verwerkt en voor industriële doeleinden gebruikt plasma uit menselijk bloed – Daarvan uitgesloten

[Richtlijn 2006/112 van de Raad, art. 132, lid 1, d)]

Artikel 132, lid 1, onder d), van richtlijn 2006/112 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde moet aldus worden uitgelegd dat onder leveringen van menselijk bloed, waarvoor de lidstaten krachtens deze bepaling vrijstelling moeten verlenen, niet de leveringen van uit menselijk bloed gewonnen plasma vallen, wanneer dit plasma niet voor rechtstreeks therapeutisch gebruik, maar uitsluitend voor de vervaardiging van geneesmiddelen is bestemd.

Artikel 132, lid 1, onder d), van richtlijn 2006/112 heeft enkel betrekking op handelingen die rechtstreeks verband houden met de gezondheidszorg of een therapeutisch doel hebben. Het zogenaamde „industriële” plasma, te weten het plasma waarvan de levering niet rechtstreeks bijdraagt tot activiteiten van algemeen belang, daar het is bestemd om te worden geïntegreerd in een industriële productie, met name voor de vervaardiging van geneesmiddelen, kan dus niet onder de in die bepaling bedoelde vrijstelling vallen. Bijgevolg valt enkel plasma dat daadwerkelijk is bestemd voor rechtstreeks therapeutisch gebruik, onder de vrijstelling van artikel 132, lid 1, onder d), van richtlijn 2006/112.

(zie punten 31, 35, 36, 40 en dictum)

Top