EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62015CJ0406

Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 9 maart 2017.
Petya Milkova tegen Izpalnitelen direktor na Agentsiata za privatizatsia i sledprivatizatsionen kontrol.
Prejudiciële verwijzing – Sociale politiek – Gelijke behandeling in arbeid en beroep – Verdrag van de Verenigde Naties inzake de rechten van personen met een handicap – Artikelen 5 en 27 – Richtlijn 2000/78/EG – Artikel 7 – Verhoogde bescherming bij ontslag van gehandicapte werknemers – Geen dergelijke bescherming voor gehandicapte ambtenaren – Algemeen beginsel van gelijke behandeling.
Zaak C-406/15.

Court reports – general

Zaak C‑406/15

Petya Milkova

tegen

Izpalnitelen direktor na Agentsiata za privatizatsia i sledprivatizatsionen kontrol

(verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Varhoven administrativen sad)

„Prejudiciële verwijzing – Sociale politiek – Gelijke behandeling in arbeid en beroep – Verdrag van de Verenigde Naties inzake de rechten van personen met een handicap – Artikelen 5 en 27 – Richtlijn 2000/78/EG – Artikel 7 – Verhoogde bescherming bij ontslag van gehandicapte werknemers – Geen dergelijke bescherming voor gehandicapte ambtenaren – Algemeen beginsel van gelijke behandeling”

Samenvatting – Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 9 maart 2017

Sociale politiek – Gelijke behandeling in arbeid en beroep – Richtlijn 2000/78 – Uitlegging van die richtlijn tegen de achtergrond van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake de rechten van personen met een handicap – Verhoogde bescherming bij ontslag van gehandicapte werknemers – Geen dergelijke bescherming voor gehandicapte ambtenaren – Toelaatbaarheid – Voorwaarde – Eerbiediging van het algemene beginsel van gelijke behandeling – Verificatie door de nationale rechterlijke instantie – Criteria – Uitbreiding van die bescherming tot gehandicapte ambtenaren in geval van schending van dat beginsel

(Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, art. 20 en 21; richtlijn 2000/78 van de Raad, art. 7, lid 2; besluit 2010/48 van de Raad)

Artikel 7, lid 2, van richtlijn 2000/78/EG van de Raad van 27 november 2000 tot instelling van een algemeen kader voor gelijke behandeling in arbeid en beroep, gelezen tegen de achtergrond van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake de rechten van personen met een handicap, dat namens de Europese Gemeenschap is goedgekeurd bij besluit 2010/48/EG van 26 november 2009, en in samenhang met het in de artikelen 20 en 21 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie verankerde algemene beginsel van gelijke behandeling, moet aldus worden uitgelegd dat dit een regeling van een lidstaat toestaat als aan de orde in het hoofdgeding, die aan werknemers met bepaalde handicaps een specifieke voorafgaande bescherming bij ontslag toekent, doch een dergelijke bescherming niet toekent aan ambtenaren met dezelfde handicaps, tenzij er sprake is van schending van het beginsel van gelijke behandeling, hetgeen aan de verwijzende rechterlijke instantie staat om te verifiëren. Bij deze verificatie dient de vergelijking van de situaties te worden gebaseerd op een analyse die zich toespitst op het geheel van relevante nationale rechtsregels die de positie regelen van, enerzijds, werknemers met een bepaalde handicap, en, anderzijds, ambtenaren met dezelfde handicap, waarbij met name rekening dient te worden gehouden met het doel van de bescherming bij het ontslag waarop het hoofdgeding betrekking heeft.

Indien artikel 7, lid 2, van richtlijn 2000/78, gelezen tegen de achtergrond van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake de rechten van personen met een handicap, en in samenhang met het algemene beginsel van gelijke behandeling, zich verzet tegen een regeling van een lidstaat als aan de orde in het hoofdgeding, vereist de verplichting om het Unierecht te eerbiedigen dat de werkingssfeer van de nationale regels die werknemers met een bepaalde handicap beschermen, wordt uitgebreid teneinde deze beschermingsregels eveneens ten goede te doen komen aan ambtenaren met dezelfde handicap.

(zie punten 64, 70, dictum 1 en 2)

Top